Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 oktober 2018
gepubliceerd op 12 oktober 2018

Koninklijk besluit tot vaststelling van het forfaitair tarief voor de prestaties bij het psychiatrisch deskundigenonderzoek in het kader van een interneringsprocedure

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2018031947
pub.
12/10/2018
prom.
05/10/2018
ELI
eli/besluit/2018/10/05/2018031947/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 OKTOBER 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het forfaitair tarief voor de prestaties bij het psychiatrisch deskundigenonderzoek in het kader van een interneringsprocedure


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Artikel 6 van de Programmawet (II) van 27 december 2006 machtigt de Koning om bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad een algemeen reglement inzake de gerechtskosten in strafzaken houdende bepaling van een lijst van gerechtskosten, de tarifering en de betalings- en inningsprocedure ervan aan te nemen.

Het huidige ontwerp betreft een onderdeel van deze lijst, namelijk de bepaling van de verschillende forensische psychiatrische onderzoeken die worden bevolen met toepassing van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten betreffende de internering, en de desbetreffende tarifering.

De tarieven in dit besluit zijn uitsluitend van toepassing op de psychiatrische onderzoeken bevolen in het kader van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten betreffende de internering. Ze zijn niet van toepassing op de onderzoeken met toepassing van de wet van 26/6/90 tot bescherming van de persoon van de geesteszieke omdat dit een apart tarief is, voor weliswaar gelijkaardige onderzoeken door dezelfde artsen, maar met een geheel verschillend doel (burgerlijk en privaat resp. strafrechtelijk en publiek kader) en eventuele gevolgen (hier geen vrijheidsbeneming).

De huidige toegepaste tarieven voor het onderzoek in strafzaken zijn vastgelegd in de omzendbrief 131quater betreffende gerechtskosten in strafzaken. De tariefstructuur hiervan is verouderd, archaïsch geformuleerd, te gedetailleerd en onduidelijk.

Tekortkomingen huidig systeem Het bestaande systeem houdt nog geen rekening met de fundamentele hervormingen die de internering heeft ondergaan met de in 2014 aangenomen nieuwe wet, die intussen nog tweemaal werd aangepast aan de realiteit op het terrein. Het houdt evenmin rekening met de recent ingevoerde figuur van de forensisch psychiater (art. 1, 1° ).

Het strafrechtelijk luik wordt beter uitgewerkt, met nadruk op het budgettair kader en de kwaliteit van de onderzoeken. Zo wordt het duidelijk dat er voorwaarden worden opgelegd aan het psychiatrisch onderzoek, zoals het maximum aantal sessies die daarvoor mogen worden uitgetrokken.

Statistieken Momenteel bestaan er geen andere statistieken over het aantal onderzoeken in verband met personen die eventueel zouden moeten worden geïnterneerd, dan de gerechtelijke statistieken. Die hebben alleen betrekking op het aantal veroordelingen voor een reeks vooropgezette juridische kwalificaties, en zeggen dus niets over de gevolgde procedure, de gemaakte expertenkosten, het lot van de zaken waarbij de vervolging is gestaakt om diverse redenen of er niet werd besloten tot internering maar tot een veroordeling tot een straf, de opvolging van de geïnterneerde, enz... Zo weten we slechts per rechtsgebied en per arrondissement, per jaar, hoeveel interneringen er bij vonnis werden uitgesproken voor bepaalde categorieën van inbreuken. Daarbij moet ook nog rekening worden gehouden met dubbeltellingen in de gevallen iemand werd veroordeeld voor meerdere inbreuken tegelijk.

Zuiver ter illustratie : in 2015 zijn 826 uitspraken gedaan, waarbij internering werd opgelegd. In de voorgaande jaren schommelde dit vrij stabiel tussen de 667 en 1050, met een gemiddelde van 840 per jaar.

Wat de kosten betreft, die werden gemaakt voor de psychiatrische expertises in het kader van de interneringswet, geven de volgende cijfers het jaarlijkse totale bedrag weer, dat werd besteed aan gerechtskosten. Dit cijfer slaat op alle vormen van psychiatrische onderzoeken samen, dit is op veel meer zaken dan de hoger geciteerde veroordelingsstatistieken. Het heeft betrekking op alle door de gerechtelijke overheden bevolen onderzoeken naar verdachten, van wie men wil laten vaststellen of ze in aanmerking komen voor internering, ongeacht het resultaat daarvan. Het heeft eveneens betrekking op de onderzoeken naar de evolutie van de toestand van reeds eerder onderzochte personen, die nog verdachten kunnen zijn, reeds geïnterneerd kunnen zijn, of in aanmerking kunnen komen voor vrijlating. De cijfers zijn constant te noemen. 2011 : 1.258.394,98 € in 2885 staten 2012 : 1.564.690,72 € in 3711 staten 2013 : 1.356.676,33 € in 2882 staten 2014 : 1.858.667,56 € in 3829 staten 2015 : 1.430.736,34 € in 3048 staten 2016 : 1.274.778,21 € in 2692 staten 2017 : 1.628.548,84 € in 3271 staten De uitgaven voor de psychologen die de gerechtspsychiaters vaak bijstaan en meestal instaan voor het afnemen van testen, worden apart geboekt. In alle zaken waarin zij werden gevorderd gaf hun hulp aanleiding tot de betaling van de volgende gerechtskosten. De cijfers vertonen een dalende tendens, wellicht doordat minder psychologen rechtstreeks worden aangesteld en men duidelijk wil maken dat de eindverantwoordelijkheid voor deze onderzoeken bij de gerechtspsychiater ligt. Van hem wordt objectiviteit verwacht. 2011 : 680.948,15 € in 1607 staten 2012 : 859.033,16 € in 1986 staten 2013 : 717.948,99 € in 1561 staten 2014 : 509.991,23 € in 947 staten 2015 : 322.997,18 € in 582 staten 2016 : 307.572,18 € in 553 staten 2017 : 372.004,36 € in 650 staten Basis voor het nieuwe systeem Het nieuwe voorstel van tarieven tracht aan de tekortkomingen van het systeem een einde te maken door : 1)Het integreren van alle onderdelen van het onderzoek (voorbereidende en beschrijvende stappen, diverse kosten en bijkomende onderzoeken) in één tarief. Hierdoor wordt de tariefstructuur sterk vereenvoudigd. 2) Het duidelijk beschrijven van de aard van de in dit besluit vermelde expertises. Dit leidt tot tarieven waarbij de vergoeding afgestemd wordt op het bedrag dat "geconventioneerde" artsen ontvangen van het RIZIV, terwijl evenwel ter wille van de gewenste kwaliteit het aantal tariefuren werd opgetrokken.

Dit koninklijk besluit wordt opgedeeld in drie hoofdstukken, namelijk : - Hoofdstuk 1. Definities (art. 1) - Hoofdstuk 2. Psychiatrische onderzoeken en hun honoraria (art. 2) - Hoofdstuk 3. Het forfaitair tarief voor de prestaties bij het psychiatrisch deskundigenonderzoek en zijn samenstelling (art. 3 - 5) - Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen ( art. 6 - 9) Artikelsgewijze bespreking. HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Dit artikel bevat de definities.

De notie van forensisch psychiater, die wettelijk is geregeld in het MB van 28/10/15 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de forensische psychiatrie, alsmede van stagemeesters en stagediensten, wordt hier in het tarief ingevoerd. De forensisch psychiater zal worden vergoed aan het geldende RIZIV-tarief omdat deze beroepsgroep taken krijgt, die bijzonder delicaat zijn en gepaard gaan met een zeer grote verantwoordelijkheid vermits het toekomstig leven van een persoon volledig kan afhangen van de kennis, ervaring en het inzicht van de forensisch psychiater, die een onderdeel van de geneeskunde beoefent, dat geen exacte wetenschap is, en waarbij het gebruik van apparatuur niet vaak leidt tot objectieve conclusies waaruit met zekerheid zaken van strafrechtelijke aard kunnen worden afgeleid.

De term "vorderende overheid" wordt in het derde punt ingevoerd om duidelijk te stellen dat door de FOD Justitie enkel de kostenstaten worden betaald van psychiatrische onderzoeken gevorderd door de magistraten bevoegd in strafzaken in het kader van hoofdstuk 2 van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten betreffende de internering. HOOFDSTUK II. - De vordering van psychiatrische onderzoeken

Art. 2.Het is de bedoeling dat er één forensisch psychiater wordt aangesteld. In dat geval is hij alleen verantwoordelijk voor de uitvoering van de taak, de keuze van de middelen en het resultaat. Als hij beroep doet op een helper, dan is dat uitsluitend in ondergeschikt verband en alleen voor deeltaken.

Ten gevolge van de opmerking van de Raad van State hierover, dient hier te worden gepreciseerd dat slechts wanneer de beoogde of aangestelde forensisch psychiater bij kennisname van de zaak aan de vorderende magistraat meedeelt dat hij de opdracht alleen kan aanvaarden als hij ze mag uitvoeren in college, dat er meerdere experten kunnen worden aangesteld op voet van gelijkheid. Alleen in dat geval dienen ze elk een gedeelde kostenstaat in. Is er alleen sprake van helpers, dan staat de aangestelde expert zelf in voor zijn vergoeding.

In artikel 2 worden ook voorwaarden bepaald, waaraan de colleges van deskundigen moeten voldoen om in aanmerking te komen voor het hier bepaalde tarief. Dit hoeft niet te worden beschouwd als het opleggen van bijkomende voorwaarden waarin artikel 5, § 2 van de Interneringswet niet voorziet. Het gaat wel om nadere regels zoals bedoeld in artikel 5, § 5 van die wet, die bepalen hoe de deskundige of het college van deskundigen een honorarium kunnen ontvangen.

Aangezien er op heden soms weinig duidelijkheid is over wie de verantwoordelijkheid voor het geheel draagt, wanneer de aangestelde forensisch psychiater de hulp van collega's of van psychologen inroept bij het te voeren onderzoek, wordt hier elke discussie uitgesloten.

Het is de aangestelde psychiater en hij alleen die geldt als uitvoerder van de opdracht, en zijn helpers werken onder zijn leiding en toezicht. De helpers geven een advies in hun eigen naam, ze nemen testen af, al dan niet met behulp van apparatuur, of ze onderzoeken slechts een bepaald aspect van de zaak. Wat de aangestelde forensisch psychiater doet met het resultaat van hun werk, is zijn verantwoordelijkheid. Het spreekt verder voor zich dat de aangestelde forensisch psychiater in geen geval zijn taak mag delegeren aan een derde. De forensisch psychiater is immers intuitu personae gekozen uit een lijst van experten die zijn opgenomen in het register bedoeld in de wet van 10 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/2014 pub. 19/12/2014 numac 2014009214 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken type wet prom. 10/04/2014 pub. 21/05/2015 numac 2015000259 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van verschillende bepalingen met het oog op de oprichting van een nationaal register voor gerechtsdeskundigen en tot oprichting van een nationaal register voor beëdigd vertalers, tolken en vertalers-tolken. HOOFDSTUK III Het forfaitair tarief voor de prestaties en zijn samenstelling

Art. 3.Het tarief voor alle "uitgebreide" types van psychiatrisch onderzoek, die worden bedoeld in de interneringswet (1), is hetzelfde dat een "geconventioneerd" arts mag aanrekenen voor een gewoon (dit wil zeggen : vrijwillig) psychiatrisch onderzoek volgens de toepasselijke RIZIV-tarieven ("Raadpleging door een geneesheer-specialist in de psychiatrie geaccrediteerd"). Dit is een forfait per ontmoeting tussen de psychiater en de betrokken persoon, raadpleging genoemd.

De « raadplegingen » waarvan sprake in het RIZIV-tarief zijn ontmoetingen tussen de arts en de betrokkene, die in de praktijk zijn beperkt tot 45 minuten. 18 van deze raadplegingen staan dus voor 13,5 uren. Dit aantal is hoger dan in het bestaande tarief en laat een kwaliteitsverbetering toe op het vlak van onderzoek, diagnose en behandeling. Het zal de behandeling van de betrokkene gerichter maken en de beveiliging van de maatschappij vergroten. Dit aantal raadplegingen kan de vergelijking met onze buurlanden beter doorstaan (in Nederland is het maximum 25 uren en in het VK is het 30 uren) en zal de terechte kritiek op het huidige lage aantal doen verminderen.

Het tarief geldt in alle gevallen : zowel voor de alleenwerkende deskundige, als voor de leden van een college van deskundigen, die het tarief onder elkaar verdelen, en eveneens voor de deskundige (of het college van deskundigen) die zich laat bijstaan door een assistent van een andere discipline van de gedragswetenschappen, die hij zal moeten betalen uit de door hem ontvangen vergoeding.

Art. 4.Het tarief voor alle "beperkte" types van psychiatrisch onderzoek die worden bedoeld in de interneringswet (2), is de helft van het tarief voor de "uitgebreide" onderzoeken. Het gaat hier over evolutie- of opvolgingsonderzoeken van personen die al eerder zijn onderzocht.

Art. 5.De in dit besluit bepaalde tarieven gaan uit van een forfait voor één bepaald type deskundigenonderzoek. In artikel 5 worden alle kosten opgesomd die deel uit maken van dit forfait, zodat er geen interpretaties meer mogelijk zijn bij het opstellen van de kostenstaat. De lijst is louter exemplatief. Bovendien zijn alle voorbereidende stappen om tot een kwalitatief (identificatie) en kwantitatief (gehaltebepaling) resultaat te komen in het forfait inbegrepen. HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 6.Zoals is bepaald in de wetgeving met betrekking tot het nationaal register van gerechtsdeskundigen, die in werking treedt op 1 december 2017, hebben de gerechtspsychiaters ook voor de toepassing van dit besluit een overgangsperiode van vijf jaar waarbinnen ze als zodanig moeten worden erkend. Deze regel is ook van toepassing op deskundigen die de forensisch psychiater bijstaan.

Art. 7.Vrijwaart de rechten van de psychiaters die door de invoering van het nieuwe tarief dreigen naast een hogere vergoeding op basis van het oude tarief te grijpen.

Art. 8.In dit artikel wordt bepaald welke ministers met de uitvoering van het besluit worden belast.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justitie, K. GEENS _______ Nota's (1) Deze bedoeld in artikel 5, § 3, eerste lid (het omstandig verslag), artikel 5, § 4 (het nieuw deskundigenonderzoek), en artikel 77/1, § 3 (het onderzoek nav een nieuwe veroordeling), van de interneringswet.(2) Deze bedoeld in artikel 5, § 3, tweede lid (de actualisering van het onderzoek), artikel 51, § 2 (het aanvullend forensisch psychiatrisch onderzoek), artikel 67, § 1 (het forensisch psychiatrisch onderzoek met het oog op invrijheidstelling), en artikel 77/9, § 5 (het forensisch psychiatrisch onderzoek met het oog op de opheffing van de internering), van de interneringswet. RAAD VAN STATE, afdeling Wetgeving, advies 63.849/1/V van 31 juli 2018 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van artikel 5, § 5, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten betreffende de internering' Voorlopige tekst in één taal. Zolang de vertaling niet beschikbaar is, zijn formele aanpassingen nog mogelijk.

Op 4 juli 2018 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Justitie verzocht binnen een termijn van dertig dagen, van rechtswege verlengd tot 20 augustus 2018, (*) een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot uitvoering van artikel 5, § 5, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten betreffende de internering'.

Het ontwerp is door de eerste vakantiekamer onderzocht op 24 juli 2018. De kamer was samengesteld uit Jo BAERT, kamervoorzitter, Jan SMETS en Bert THYS, staatsraden, Bruno PEETERS, assessor, en Wim GEURTS, griffier. Het verslag is uitgebracht door Frédéric VANNESTE, auditeur.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 31 juli 2018. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING VAN HET ONTWERP 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt er hoofdzakelijk toe de nadere regels te bepalen betreffende het honorarium van de forensische psychiaters die het psychiatrisch deskundigenonderzoek bedoeld in titel III, hoofdstuk I, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten 'betreffende de internering' uitvoeren.Na een artikel waarin wordt bepaald tot wie de vorderingen tot het verrichten van een psychiatrisch onderzoek kunnen worden gericht, bevat het ontwerp vooreerst regels betreffende de toekenning van het forfaitaire tarief dat wordt gehanteerd voor de vergoeding van de in het ontwerp bedoelde forensische psychiatrische onderzoeken. Daarnaast bevat het ontwerp overgangsbepalingen en wordt de temporele werking van het te nemen besluit geregeld. 3.1. De rechtsgrond voor het ontworpen besluit wordt in beginsel geboden door artikel 5, § 5, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten, onder voorbehoud van wat hierna volgt. Deze rechtsgrond werd gekozen boven art. 6 van de programmawet van 2006, die de gewoonlijke basis is voor tariefbesluiten mbt gerechtskosten in strafzaken, om te ontsnappen aan de verplichting het ontwerp voor te moeten leggen aan de ministerraad.

Verderop blijkt dit de mogelijkheden erg te beperken! 3.2. In artikel 2 van het ontworpen besluit, dat in de Nederlandse tekst overigens grammaticaal niet geheel loopt, (1) wordt vooreerst bepaald dat de vorderende overheid de opdracht toewijst aan één forensisch psychiater of, indien het onderzoek "significant complex" is en mits "grondige" motivering, aan een college. Daarnaast wordt in het artikel erin voorzien dat de forensisch psychiater en het college zich kunnen laten bijstaan door andere gedragswetenschappers.

Die bepalingen vormen geen nadere regels betreffende de vaststelling van het honorarium van de deskundige - forensisch psychiater, maar wel regels betreffende de aanstelling van deskundigen om het forensisch psychiatrisch onderzoek uit te voeren, waartoe artikel 5, § 5, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten geen rechtsgrond biedt. Deze en de volgende betrokken bepalingen waren gesteund op art.6 Progw. Door die te schrappen, moeten deze bepalingen verdwijnen, terwijl ze voor het krijgen van het akkoord van begroting net cruciaal zijn. Vooral de extra voorwaarde om een coillege van experte te mogen installeren is heel belangrijk om te kunnen besparen.

De in artikel 2 van het ontworpen besluit opgenomen regeling spoort overigens niet met artikel 5, § 2, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten, doordat aan die bepaling nieuwe voorwaarden worden toegevoegd voor het uitvoeren van een forensisch psychiatrisch deskundigenonderzoek door een college (namelijk dat het moet gaan om een "significant complex" onderzoek en dat een bijzondere (2) motivering vereist is).(3) Voor artikel 2 van het ontworpen besluit kan dan ook niet worden gesteund op de algemene uitvoeringsbevoegdheid van de Koning (artikel 108 van de Grondwet), gelezen in samenhang met artikel 5, § 2, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten.

Artikel 2 van het ontworpen besluit dient derhalve te worden weggelaten. OF art. 6 Progw. dient te worden toegevoegd als rechtsgrond. 3.3. Artikel 3, derde lid, van het ontworpen besluit(4) heeft betrekking op de honoraria voor onderzoeken die op verzoek van de vorderende overheid (en derhalve niet op verzoek van de optredende forensisch psychiater of van het college van forensische psychiaters) worden uitgevoerd door een psycholoog of door andere gedragswetenschappers, en heeft derhalve geen uitstaans met de uitvoering van artikel 5, § 5, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten, dat betrekking heeft op de honoraria voor het psychiatrisch deskundigenonderzoek. Al kan de eerstgenoemde bepaling rechtsgrond vinden in artikel 6 van de Programmawet II van 27 december 2006, toch hoort ze niet thuis in het ontworpen besluit en wordt ze derhalve beter geschrapt.(5) Eventueel kan de inhoud van de bepaling wel als een toelichting in het verslag aan de Koning worden opgenomen. 3.4. In artikel 4 van het ontworpen besluit wordt onder meer bepaald dat de erin vermelde categorieën van psychiatrische deskundigenonderzoeken niet door een college kunnen worden uitgevoerd.

Ook deze regel gaat de perken van de bij artikel 5, § 5, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten verleende delegatie te buiten, en bovendien wordt erdoor een element aan de wet toegevoegd doordat erin een bijkomende beperking is vervat.

In artikel 4 van het ontwerp dienen de woorden "en zonder mogelijkheid een college ermee te belasten" derhalve te worden weggelaten. Ook dit is allemaal wel mogelijk met art. 6 Progw. Als basis. 3.5. Artikel 7 van het ontworpen besluit bepaalt wie kan worden aangesteld als forensisch psychiater, respectievelijk als gerechtelijk expert, en houdt dienaangaande een (overigens gebrekkig geredigeerde) overgangsregeling in. Het artikel bevat derhalve evenmin een regel betreffende de tarieven van de honoraria van de forensische psychiaters, zodat het geen rechtsgrond kan vinden in artikel 5, § 5, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten. De Raad van State ziet bovendien geen andere rechtsgrond voor dit artikel 7, dat bovendien niet conform de erin vermelde bepalingen lijkt te zijn, die geen ruimte bieden voor een overgangsregeling zoals opgevat in het ontwerp. Het artikel hoort overigens niet thuis in het ontworpen besluit, dat betrekking heeft op honoraria voor de forensische psychiaters. Er was beter van bij het begin werk gemaakt van een KB dat alle tarieven van psychiaters regelt.

Ook artikel 7 van het ontworpen besluit dient derhalve te worden weggelaten.

ONDERZOEK VAN DE TEKST Aanhef 4. Aangezien het uitvoeren van een regelgevingsimpactanalyse met betrekking tot het ontwerp geen verplicht vormvereiste is (zie artikel 6 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten `houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'), late men het vierde lid van de aanhef, dat van plaats dient te wisselen met het daaropvolgende lid, aanvangen met "Overwegende" in plaats van met "Gelet op". 5. De Franse tekst van het vijfde lid van de aanhef dient als volgt te worden geredigeerd : "Vu l'avis 63.849/1/V du Conseil d'Etat, donné le ... juillet 2018, en application de l'article 84, § 1, alinéa 1er, 2°, des lois sur le Conseil d'Etat, coordonnées le 12 janvier 1973;".

Artikel 1 6. In artikel 1, 4°, van het ontwerp dient de erin weergegeven wetshistoriek te worden geschrapt nu het uiteraard niet de bedoeling kan zijn een geclicheerde verwijzing in te voeren. Eenzelfde opmerking geldt ten aanzien van artikel 3, eerste lid, van het ontwerp.(6) Artikel 3 7. Artikel 3, eerste lid, van het ontwerp dient te worden omgewerkt tot een volwaardige volzin. Eenzelfde opmerking geldt ten aanzien van de eerste zin van artikel 4 van het ontwerp. 8. Luidens artikel 3, tweede lid, van het ontwerp gelden de in artikel 3, eerste lid, bedoelde tarieven (lees : het tarief) "voor de onderzoeken gevoerd door een alleen werkende forensisch psychiater". Deze bepaling is enigszins misleidend nu uit artikel 3, vierde lid, van het ontwerp blijkt dat het bedoelde tarief ook geldt voor een door een college uitgevoerd onderzoek, zij het dat het toegekende bedrag tussen de betrokkenen wordt verdeeld.

Artikel 3, tweede lid, van het ontwerp dient derhalve te worden weggelaten. 9. Zoals reeds is opgemerkt sub 3.3, hoort artikel 3, derde lid, van het ontwerp erin niet thuis. De vraag rijst evenwel of niet in een regeling betreffende de honoraria voor de gedragswetenschappers dient te worden voorzien waarop de betrokken forensisch psychiater of het college van forensisch psychiaters zelf met toepassing van artikel 5, § 2, tweede lid, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten een beroep kunnen doen.(7) Artikel 4 10. In de tweede zin van artikel 4 van het ontwerp wordt bepaald dat indien de (forensisch) psychiater een beroep doet op onderzoeken door psychologen en (lees : of) andere gedragswetenschappers, artikel 3, derde lid, geldt.Die zin kan enkel behouden blijven zo artikel 3, derde lid, van het ontwerp wordt aangepast zoals in de vorige opmerking wordt aangegeven.

Artikel 5 11. Luidens artikel 5, § 2, van het ontwerp zijn de vastgestelde honoraria niet vatbaar voor verhoging.Deze bepaling wordt beter weggelaten omdat de honoraria enkel zouden kunnen worden verhoogd als daarvoor een specifieke wettelijke of reglementaire bepaling voorhanden zou zijn. Bij gebreke daarvan kan die verhoging sowieso niet plaatsvinden, zodat een uitdrukkelijke bepaling in die zin geheel overbodig is.

Artikel 6 12. Artikel 6 van het ontwerp, dat beter als tweede lid van artikel 8 van het ontwerp zou worden opgenomen, voorziet in een regeling voor de onderzoeken ter uitvoering van een schriftelijke vordering daterend van voor "de inwerkingtreding" van het te nemen besluit.In "afwijking" van de tarieven bepaald in hoofdstuk 3 van het te nemen besluit komen die onderzoeken in aanmerking voor een vergoeding overeenkomstig het tarief vermeld in de ministeriële omzendbrief 131quater van 31 januari 2013 `betreffend[e] gerechtskosten in strafzaken',(8) met uitzondering van de gevallen waar dat tarief verschilt van dat in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen.

Het toepassingsgebied van de in dit artikel 6 vervatte regeling is volkomen onduidelijk en ook het verslag aan de Koning of de uitleg van de gemachtigde omtrent dit artikel bieden geen verheldering.

Volgens de tekst van het artikel gaat het om onderzoeken die zijn uitgevoerd op grond van een vordering daterend van voor de "inwerkingtreding" van het te nemen besluit (lees : de datum waarop dat besluit uitwerking krijgt), maar het kan bezwaarlijk gaan om gelijk welke dusdanige vordering; allicht worden bedoeld onderzoeken gevorderd voor de genoemde datum (1 oktober 2016), maar waarvan de kosten- en ereloonstaten pas zijn gedateerd na die datum.

Maar ook met die precisering is de draagwijdte van artikel 6 van het ontwerp allerminst duidelijk. Het valt moeilijk te begrijpen waarom het gaat om een "afwijking" nu enerzijds het artikel geen betrekking kan hebben op de in hoofdstuk 3 van het ontwerp bedoelde tarieven(9) en anderzijds juist wordt bepaald dat de "afwijking" niet geldt in de gevallen waar het tarief verschilt van dat in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, waarnaar net in de artikelen 3 en 4 van het ontwerp wordt verwezen.

Het is derhalve onontbeerlijk om het artikel geheel te herschrijven in het licht van wat ermee wordt beoogd. Aangezien het artikel terugwerkt, zal erover dienen te worden gewaakt dat het zo wordt opgevat dat de in de volgende opmerking in herinnering gebrachte voorwaarden waarbinnen terugwerkende kracht mogelijk is, worden nageleefd. Dit is een zeer klassieke, licht voorbijgestreefde principiële stellingname die ze niet hoefden te doen, hadden ze de bepaling gewoon willen lezen.

Artikel 8 13. Luidens artikel 8 is het te nemen besluit van toepassing op de kosten- en ereloonstaten voortvloeiend uit vorderingen gedateerd vanaf 1 oktober 2016.Het artikel komt erop neer dat aan het te nemen besluit terugwerkende kracht wordt verleend. In dat verband moet worden opgemerkt dat het verlenen van terugwerkende kracht aan besluiten slechts onder bepaalde voorwaarden toelaatbaar kan worden geacht.

Het verlenen van terugwerkende kracht aan besluiten is enkel toelaatbaar ingeval voor de retroactiviteit een wettelijke grondslag bestaat, de retroactiviteit betrekking heeft op een regeling waarbij, met inachtneming van het gelijkheidsbeginsel, voordelen worden toegekend of in zoverre de retroactiviteit noodzakelijk is voor de continuïteit of de goede werking van het bestuur en daardoor, in beginsel, geen verkregen situaties worden aangetast.

In het verslag aan de Koning wordt erop gewezen dat de in te voeren regeling gelet op de verhoging van het toegelaten aantal contacten tussen de forensisch psychiater en de betrokkene een voordeel inhoudt voor de betrokken psychiaters. Anderzijds lijkt het evenwel zo te zijn dat bepaalde kosten die thans nog wel kunnen worden aangerekend, in de nieuwe regeling niet meer in aanmerking komen voor vergoeding. De gemachtigde verklaarde in dit verband wat volgt : "U hebt gelijk dat er gevallen kunnen zijn waar een psychiater door het nieuwe forfaitaire tarief minder zullen kunnen verdienen aan een opdracht.

Dat zijn de gevallen die we nu ervaren als pogingen om het onderste uit de kan te halen, ook al is er dan vaak al een hogere verdienste dankzij het « suggereren » aan de opdrachtgever van het aanstellen van een college.

Ik begrijp dat er dan een overgangsmaatregel moet komen voor wie benadeeld wordt. Dit is echter niet eenvoudig te realiseren omdat men wel kan beweren minder te zullen verdienen door niet langer bepaalde zaken te mogen aanrekenen, maar niets zegt dat mocht er geen nieuw tarief zijn, die zaken ook effectief zouden worden aangerekend. Het zal vaak gaan over het verlies van een potentieel deel van de verdiensten, maar de vraag is dan of dit volstaat om een compenserende maatregel te eisen." Uit wat voorafgaat blijkt dat de nieuwe regeling wel degelijk een nadelig gevolg kan inhouden voor bepaalde deskundigen, zodat niet is voldaan aan de voorwaarden waaronder terugwerkende kracht geoorloofd is. Dat het uitwerken van een overgangsregeling om de nadelige gevolgen van de terugwerkende kracht op te vangen, op praktische moeilijkheden kan stuiten of dat de bestaande regeling ongewenste effecten heeft, volstaat niet om de terugwerkende kracht te billijken.

Er zal derhalve dienen te worden afgezien van de terugwerkende kracht of te worden voorzien in specifieke bepalingen om de ongunstige gevolgen ervan te vermijden. Dit moet nog nader worden onderzocht, het is niet echt zeker of er ook in de realiteit zulke gevallen bestaan. _______ Nota's 1In de eerste zin ervan ontbreekt het woord "en" voor de woorden "haar beslissing". 2 Dat is wellicht wat wordt bedoeld met het vereiste van een "grondige" motivering. 3 Tevens is de verwijzing, wat betreft de samenstelling van het college, naar het laatste lid van artikel 5, § 2, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten niet correct : die bepaling heeft immers geen betrekking op die samenstelling. 4 Waarin verkeerdelijk nog gewag wordt gemaakt van het koninklijk besluit van 28 december 1950 `houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken'. Dat besluit is vervangen bij het koninklijk besluit van 27 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/04/2007 pub. 25/05/2007 numac 2007009447 bron federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken sluiten `houdende algemeen reglement op de gerechtskosten in strafzaken'. 5 Zie voorts opmerking 9. 6 En artikel 7, tweede lid, ervan, dat evenwel dient te vervallen (zie opmerking 3.5) 7 De rechtsgrond daartoe is wel niet artikel 5, § 5, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten, dat enkel betrekking heeft op de honoraria van de forensische psychiaters, maar wel artikel 6 van de Programmawet II van 27 december 2006, gecombineerd met artikel 108 van de Grondwet, gelezen in samenhang met artikel 5, § 2, tweede lid, van de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten. Die rechtsgrond biedende bepalingen dienen, zo het ontwerp op dit vlak zou worden aangepast, in de aanhef te worden vermeld. Ook het opschrift van het ontworpen besluit zou dan moeten worden aangepast. 8 Die omzendbrief is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 1 maart 2013. 9 Zie artikel 8 van het ontwerp, naar luid waarvan het te nemen besluit van toepassing is op de kosten- en ereloonstaten voortvloeiend uit vorderingen gedateerd vanaf 1 oktober 2016.

De griffier, Wim GEURTS De voorzitter, Jo BAERT _______ Nota (*) Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, in fine, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, waarin wordt bepaald dat deze termijn van rechtswege verlengd wordt met vijftien dagen wanneer hij begint te lopen tussen 15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 augustus.

5 OKTOBER 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het forfaitair tarief voor de prestaties bij het psychiatrisch deskundigen-onderzoek in het kader van een interneringsprocedure FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet (II) van 27 december 2006, artikel 6;

Gelet op de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten betreffende de internering, artikel 5, § 5, vervangen door de wet van 4 mei 2016 ;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën bij de minister van Justitie, gegeven op 15 juni 2017 en dat van de Inspecteur van Financiën bij de minister van Volksgezondheid, gegeven op 6 februari 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 13 juni 2018;

Overwegende de regelgevingsimpactanalyse, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op advies 63.849/1/V van de Raad van State, gegeven op 31 juli 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "forensisch psychiater" : de arts die voldoet aan de voorwaarden die zijn gesteld krachtens de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen;2° "het geldende RIZIV-tarief" : het tarief met nummer 102690 dat voor een raadpleging van een geaccrediteerde psychiater is vastgelegd in de nomenclatuur voor de geneeskundige verstrekkingen;3° "de vorderende overheid" : alle gerechtelijke overheden in strafzaken;4° "de interneringswet" : de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten betreffende de internering, vervangen door de wet van 4 mei 2016. HOOFDSTUK II. - De vordering van psychiatrische onderzoeken

Art. 2.De vorderende overheid vertrouwt haar opdracht toe aan één forensisch psychiater in persoon of, indien het onderzoek significant complex is, en haar beslissing grondig is gemotiveerd, aan een college samengesteld overeenkomstig art. 5, § 2, laatste lid van de interneringswet. De forensisch psychiater en het college kunnen zich ook laten bijstaan door andere gedragswetenschappers. HOOFDSTUK III Het forfaitair tarief voor de prestaties en zijn samenstelling

Art. 3.Voor de psychiatrische onderzoeken bedoeld in artikel 5, § 3, eerste lid, artikel 5, § 4, en artikel 77/1, § 3, van de interneringswet wordt hiervoor het bedrag toegekend, overeenkomstig het geldende RIZIV-tarief, met een maximum van 18 raadplegingen.

Als de vorderende overheid ook een onderzoek laat uitvoeren door een psycholoog of een andere gedragswetenschapper, dan wordt die gedragswetenschapper vergoed overeenkomstig het tarief geldend voor niet nader gespecificeerde deskundigen met een universitaire opleiding.

Als de onderzoeken worden uitgevoerd door een college van forensisch psychiaters, wordt elk van hen, tenzij anders is bedongen, vergoed met een gelijk deel van het tarief bedoeld in het eerste lid, met een maximum van 21 raadplegingen.

Art. 4.Voor de psychiatrische onderzoeken bedoeld in artikel 5, § 3, tweede lid, artikel 51, § 2, artikel 67, § 1, en artikel 77/9, § 5, van de interneringswet wordt hiervoor het bedrag toegekend overeenkomstig het geldende RIZIV-tarief, met een maximum van 9 raadplegingen en zonder mogelijkheid een college ermee te belasten.

Voor onderzoeken door psychologen en andere gedragswetenschappers geldt artikel 3, tweede lid.

Art. 5.Alle voorbereidende stappen om tot een kwalitatief onderzoek te komen zijn inbegrepen in het forfaitair tarief. Het forfaitair tarief van de in dit besluit vastgestelde honoraria omvat alle kosten, in het bijzonder het gebruik van de infrastructuur, de personeelskost en de kosten voor de benodigdheden, apparatuur, hulpmiddelen, afvalverwerking, foto's, opzoekingen in de wetenschappelijke literatuur, de archivering van de overtuigingsstukken of de externe overdracht, het opstellen van het verslag, de kopies, de correspondentiekosten, de kosten voor archivering van alle data gebruikt voor de expertise tijdens een wettelijk bepaalde duur en het onderhouden van het kwaliteitssysteem. De kosten voor psychologen en andere gedragswetenschappers vallen hier niet onder. HOOFDSTUK IV. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 6.Als bij de inwerkingtreding van dit besluit de forensisch psychiater bij een nog niet afgewerkte procedure een hogere vergoeding had kunnen krijgen met het oude tarief, dan kan hij dit verschil opvragen.

Art. 7.De Minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 5 oktober 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS

^