Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 05 september 2001
gepubliceerd op 28 november 2001

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, gesloten ter uitvoering van het protocolakkoord van 29 september 2000 betreffende de begeleiding van de invoeginterim

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012796
pub.
28/11/2001
prom.
05/09/2001
ELI
eli/besluit/2001/09/05/2001012796/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

5 SEPTEMBER 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, gesloten ter uitvoering van het protocolakkoord van 29 september 2000 betreffende de begeleiding van de invoeginterim (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2000, gesloten in het Paritair Comité voor de uitzendarbeid, gesloten ter uitvoering van het protocolakkoord van 29 september 2000 betreffende de begeleiding van de invoeginterim.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 5 september 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de uitzendarbeid Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 november 2000 Uitvoering van het protocolakkoord van 29 september 2000 betreffende de begeleiding van de invoeginterim (Overeenkomst geregistreerd op 16 januari 2001 onder het nummer 56206/CO/322) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing : a) op de uitzendbedrijven bedoeld in artikel 7, § 1 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers;b) op de uitzendkrachten bedoeld in artikel 194, § 1 van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, namelijk de langdurig niet-werkende werkzoekenden, de bestaansminimumtrekkers of de gerechtigden van de financiële sociale bijstand. HOOFDSTUK II. - Oprichting van een ad hoc commissie betreffende de invoeginterim

Art. 2.Een paritair samengestelde ad hoc commissie wordt opgericht bij het Paritair Comité voor de uitzendarbeid.

De doelstelling van deze commissie bestaat in het opvolgen van het project van invoeginterim, de resultaten ervan te evalueren op kwalitatief en kwantitatief vlak en adviezen te verstrekken aan de bevoegde instanties.

De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van de werknemers- en werkgeversorganisaties die zitting hebben in het paritair comité, en nodigt, desgevallend, de vertegenwoordigers uit van de ministers die betrokken zijn bij de invoeginterim.

De commissie wordt voorgezeten door de voorzitter van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid.

Art. 3.De ad hoc commissie bedoeld in artikel 2 vergadert ten minste twee keer per jaar.

Elke onderneming die betrokken is bij de invoeginterim bezorgt een individueel rapport aan de ad hoc commissie of aan de Beroepsvereniging van Uitzendkrachten (B.V.U.) als zij er lid van is.

De B.V.U. bezorgt aan de leden van de commissie een verslag dat collectieve gegevens en gegevens per onderneming omvat.

Een kwantitatief gedeelte omvat het aantal overeenkomsten, het aantal betrekkingen, het aantal ontslagen.

Een kwalitatief gedeelte omvat het profiel van de betrokken uitzendkrachten, de redenen van ontslag, de plaatsingsgraad en de aangewende invoegmaatregelen.

Art. 4.De leden van de commissie krijgen de mogelijkheid om aanvullende inlichtingen te vragen over individuele gevallen.

Art. 5.De arbeidsovereenkomst die de uitzendkracht sluit met het uitzendbureau vermeldt het bestaan van de ad hoc commissie bedoeld in artikel 2 en haar opdrachten.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2000 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend wordt per aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de uitzendarbeid.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 september 2001.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^