Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 06 september 1998
gepubliceerd op 17 september 1998

Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met informaticataken bij sommige overheidsdiensten

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
1998002091
pub.
17/09/1998
prom.
06/09/1998
ELI
eli/besluit/1998/09/06/1998002091/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

6 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een toelage aan de personeelsleden belast met informaticataken bij sommige overheidsdiensten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, 2e lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965 houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 april 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 24 juli 1998;

Gelet op het protocol nr. 304 van 17 juli 1998 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de enorme druk die heerst op de arbeidsmarkt voor de indienstneming van informaticapersoneel en de toekomstige verhoging van deze druk te wijten aan de verplichtingen tot aanpassing van de informaticatoepassingen aan de overgang naar het jaar 2000 en aan de invoering van de Europese munteenheid;

Overwegende dat het gepast is om binnen de kortst mogelijke termijnen de nodige maatregelen te treffen opdat het bedoeld personeel in dienst blijft gedurende deze periode;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van : 1° de ministeries en de andere diensten van de ministeries;2° de volgende openbare instellingen die onder het gezag, de controle of het toezicht van de Staat vallen: - het Hulp- en informatiebureau voor gezinnen van militairen; - de Regie der gebouwen; - de Regie voor maritiem transport; - het Instituut voor veterinaire keuring; - de Dienst voor regeling der binnenvaart; - het Nationaal onderzoeksinstituut voor arbeidsomstandigheden; - het Belgisch instituut voor postdiensten en telecommunicatie; - het Federaal planbureau; - de Belgische dienst voor de buitenlandse handel; - het Belgisch interventie- en restitutiebureau; - het Belgisch instituut voor normalisatie; - de Centrale dienst voor sociale en culturele actie ten behoeve van de leden van de militaire gemeenschap; - het Nationaal geografisch instituut; - het Nationaal instituut voor Oorlogsinvaliden, Oud-strijders en Oorlogsslachtoffers; - het Nationaal orkest van België; - de Koninklijke Muntschouwburg; - het Paleis voor schone kunsten; - de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen; - de Controledienst voor de verzekeringen; - het Federaal agentschap voor nucleaire controle; - de Bijzondere verrekenkas voor gezinsvergoedingen ten bate van de arbeiders der diamantnijverheid; - de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid; - het Fonds voor arbeidsongevallen; - het Fonds voor beroepsziekten; - de Hulp- en voorzorgskas voor zeevarenden; - de Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen; - de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering; - het Nationaal pensioenfonds voor mijnwerkers; - de Pool van de zeelieden ter koopvaardij; - de Rijksdienst voor kinderbijslag voor werknemers; - de Rijksdienst voor sociale zekerheid; - de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten; - het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen; - het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering; - de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie; - de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening; - de Rijksdienst voor pensioenen; - de Kruispuntbank van de sociale zekerheid.

Art. 2.§ 1. Een toelage wordt toegekend aan de statutaire en contractuele personeelsleden van niveau 1, 2+ en 2, belast met informaticataken die betrekking hebben op de conceptie, de coördinatie, de analyse, de programmatie en de produktie van informaticatoepassingen en die hun functies voltijds uitoefenen. § 2. De lijst van de personeelsleden die aan de voorwaarden bedoeld in § 1 beantwoorden, evenals de bijwerkingen van deze lijst, word(t)(en) opgesteld door de leidend ambtenaar van het ministerie, wetenschappelijke inrichting van de Staat of van de instelling van openbaar nut. Een motivatie is vereist voor de personeelsleden die niet bekleed zijn met een informaticagraad. Deze motivatie is gebaseerd op de criteria vastgesteld door de Ministers van Begroting en Ambtenarenzaken, op voorstel van de Korpsoverste van het Adviesbureau voor Organisatie en Beheer.

De lijst en de bijwerkingen bedoeld in het eerste lid, moeten voorzien worden van een visum van de Inspecteur van Financiën.

Art. 3.§ 1. Het personeelslid bekomt in de maand april 2000 een toelage waarvan het bedrag gelijk is aan 6,25 % van zijn brutojaarwedde voor zover het informaticataken verrichtte in de periode van 1 september 1998 tot en met 31 december 1998. § 2. Het personeelslid bekomt in de maand april 2000 een toelage waarvan het bedrag gelijk is aan 18,75 % van zijn brutojaarwedde voor zover het informaticataken verrichtte in de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 1999. § 3. Het personeelslid bekomt in de maand april 2002 een toelage waarvan het bedrag gelijk is aan 12,5 % van zijn brutojaarwedde voor zover het informaticataken verrichtte in de periode van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2000. § 4. Het personeelslid bekomt in de maand april 2002 een toelage waarvan het bedrag gelijk is aan 12,5 % van zijn brutojaarwedde voor zover het informaticataken verrichtte in de periode van 1 januari 2001 tot en met 31 december 2001. § 5. Onder jaarwedde wordt verstaan de wedde, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage.

De jaarwedde die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het bedrag van de toelage is deze welke verschuldigd is voor de maand januari van het uitbetalingsjaar. § 6. De helft van de in de §§ 1 tot 4 vastgestelde bedragen wordt toegekend aan het personeelslid. De tweede helft wordt toegekend na beslissing van de leidend ambtenaar van het ministerie, de wetenschappelijke inrichting van de Staat of de instelling van openbaar nut, op basis van de verhouding waarin het betrokken personeelslid heeft bijgedragen in de informaticataken zoals omschreven in artikel 2, § 1, en nadat hij kennis heeft genomen van een rapport over de activiteiten uitgevoerd door het betrokken personeelslid en na advies van het hoofd van de betrokken dienst.

Dit rapport dient voor 31 januari van het betalingsjaar te worden toegestuurd door het personeelslid.

Art. 4.§ 1. De toelage is onderworpen, voor de statutaire personeelsleden, aan de bijdrage voor het stelsel van de verplichte verzekering tegen ziekte en invaliditeit (sector geneeskundige zorgen) en aan de bijzondere bijdrage voor de financiering van het stelsel van de sociale zekerheid.

De toelage is evenwel niet onderworpen aan de inhouding bestemd voor het Fonds voor overlevingspensioenen. § 2. De toelage is onderworpen, voor de contractuele personeelsleden, aan de sociale zekerheidsbijdragen en aan de bijzondere bijdrage voor de financiering van het stelsel van de sociale zekerheid.

Art. 5.§ 1. Het bedrag van de in artikel 3 vastgestelde toelage is niet verschuldigd voor iedere hierin bedoelde periode die wordt onderbroken door : - verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheid; - de vrijwillige vierdagenweek; - de halftijdse vervroegde uittreding; - een opleidingsverlof; - een verlof wegens opdracht; - een verlof voor loopbaanonderbreking; - een afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden; - disponibiliteit wegens ambtsontheffing in het belang van de dienst. § 2. Het bedrag van de in artikel 3 vastgestelde toelage wordt naar verhouding verminderd wanneer het personeelslid in dienst treedt in de loop van de hierin bedoelde periode, evenals voor iedere hierin bedoelde periode die wordt onderbroken door : - de oppensioenstelling; - een afwezigheid wegens ziekte; - een verlof wegens dwingende redenen van familiaal belang; - uitzonderlijk verlof; - een afwezigheid in het raam van de moederschapsbescherming; - verminderde prestaties wegens ziekte; - een verlof voor loopbaanonderbreking voor het verstrekken van palliatieve zorgen; -een voorbehoedsverlof; - een ouderschapsverlof. § 3. In afwijking van § 1, wordt, voor de personeelsleden die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit geopteerd hebben voor een hiernavermeld verlof of afwezigheid, het bedrag van de in artikel 3 vastgestelde toelage naar verhouding verminderd tot op het einde van de lopende verlof- of afwezigheidsperiode : - de halftijdse vervroegde uittreding; - de vrijwillige vierdagenweek; - het verlof voor loopbaanonderbreking; - de afwezigheid van lange duur wegens persoonlijke aangelegenheden; - verminderde prestaties voor persoonlijke aangelegenheden.

Art. 6.De volgende verloven en afwezigheden hebben geen invloed op de vaststelling van het bedrag van de toelage : - het jaarlijks vakantieverlof; - de verloven voor feestdagen; - het bevallingsverlof; - het opvangverlof; - het omstandigheidsverlof; - de dienstvrijstelling voor het volgen van een opleiding verbonden aan de functie.

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1998.

Art. 8.Onze Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 6 september 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT

^