Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 januari 1998
gepubliceerd op 30 mei 1998

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de verwijderingsvergoeding in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012880
pub.
30/05/1998
prom.
07/01/1998
ELI
eli/besluit/1998/01/07/1997012880/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 JANUARI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de verwijderingsvergoeding in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de verwijderingsvergoeding in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 januari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 1996 Verwijderingsvergoeding en verblijfsvergoeding in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (Overeenkomst geregistreerd op 7 april 1997 onder het nummer 43752/CO/140.05) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Art. 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten die onder het Paritair Comité voor het vervoer ressorteren alsook op hun werklieden.

Onder « werklieden », wordt bedoeld de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Verwijderingsvergoeding

Art. 2.De verwijderingsvergoeding die in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de arbeidsduur in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten verschuldigd is vastgesteld op F 90 per uur vanaf 1 november 1996.

De verwijderingsvergoeding is alleen verschuldigd op de aanwezigheidsuren die worden vergoed aan 100 pct.

Art. 3.De verwijderingsvergoeding is gekoppeld aan de evolutie van het gezondheidsindex.

Art. 4.Vanaf het jaar 1996, zal de jaarlijkse aanpassing van het bedrag van de verwijderingsvergoeding uitwerking hebben met ingang op 1 november van ieder jaar.

De jaarlijkse aanpassing geschiedt op basis van de volgende elementen : 1° het niet afgeronde bedrag van de verwijderingsvergoeding dat toepasselijk is tot 31 oktober van het jaar tijdens hetwelk de aanpassing ingaat;2° het gezondheidsindex van de maand oktober van hetjaar tijdens hetwelk de aanpassing ingaat;3° het gezondheidsindex van de maand november van het jaar voorafgaand aan het jaar tijdens hetwelk de aanpassing ingaat. HOOFDSTUK III. - Verblijfsvergoeding

Art. 5.De werklieden die wegens dienstnoodzaak gedwongen zijn te overnachten hebben recht op : 1° een vergoeding voor het avondmaal indien de diensttijd van de dag voor de middag (12 uur) aanvangt.2° een vergoeding voor de overnachting en het ontbijt;3° een vergoeding voor het middagmaal indien de terugkomst op de werkplaats na 14 uur plaats heeft.

Art. 6.Voorzover zij minstens de in het arbeidsreglement voorziene arbeidsprestaties hebben verricht en voorzover zij wegens dienstnoodzaak gedwongen zijn op de werkplaats terug te komen na 22 uur hebben de arbeiders recht op de vergoeding voor het avondmaal.

Het voordeel voortspruitend uit artikel 6 is niet cumuleerbaar met dit voortspruitend uit artikel 7.

Art. 7.§ 1. Een aanvullende vergoeding gelijk aan de vergoeding voor het avondmaal wordt toegekend indien de diensttijd van de dag wordt overschreden.

Het voordeel voortspruitend uit artikel 7 is niet cumuleerbaar met dit voortspruitend uit artikel 6. § 2. Voor de toepassing van dit artikel, onder « overschrijding van de diensttijd van de dag » wordt bedoeld de overschrijding van de tijd voor de bedoelde dag vastgesteld ofwel door de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 1988 betreffende de arbeidsduur in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 augustus 1989 (Belgisch Staatsblad van 13 september 1989) ofwel door de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 januari 1996 betreffende de invoering van nieuwe arbeidstijdstelsels in de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten (geregistreerd onder het nummer 40987/CO/140.05).

De diensttijd van de dag moet minstens 10 uur bedragen.

Art. 8.Vanaf 1 november 1996, is het bedrag van de vergoeding voor de overnachting en het ontbijt vastgesteld op F 459.

Art. 9.Vanaf 1 november 1996 is het bedrag van de vergoeding voor het middagmaal vastgesteld op F 366.

Art. 10.Vanaf 1 november 1996 is het bedrag van de vergoeding voor het avondmaal vastgesteld op F 312.

Art. 11.De in de artikelen 8, 9 en 10 vastgestelde bedragen worden met ingang op 1 november van ieder jaar aangepast.

Art. 12.De in de artikelen 8, 9 en 10 vastgestelde bedragen zijn gebonden aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen van de Europese Unie (EUROSTAT).

Om de aanpassing te bepalen wordt er rekening gehouden met de volgende indexcijfers : 1° het indexcijfer van de consumptieprijzen van de Europese Unie betreffende de maand juni van het jaar tijdens hetwelk de aanpassing uitwerking heeft;2° het indexcijfer van de consumptieprijzen van de Europese Unie betreffende de maand juli van het jaar voorafgaand aan het jaar tijdens hetwelk de aanpassing uitwerking heeft. HOOFDSTUK IV. - Opheffingsbepalingen

Art. 13.De artikelen 7 tot 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 januari 1982 houdende vaststelling van de arbeidsvoorwaarden en van de minima uurlonen en koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen voor de arbeiders en arbeidsters van de verhuisondernemingen, meubelbewaring en hun aanverwante activiteiten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 mei 1982 (Belgisch Staatsblad van 31 augustus 1982) houden op van kracht te zijn met ingang van 1 november 1996. HOOFDSTUK V. - Geldigheidsduur

Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang op 1 november 1996 en is voor onbepaalde duur gesloten.

Art. 15.Deze overeenkomst kan opgezegd worden door iedere ondertekenende partij mits betekening, per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer, van een opzeggingstermijn van 6 maanden.

De opzeggingstermijn kan enkel uitwerking hebben met ingang op 1 november van een jaar.

Art. 16.Deze overeenkomst kan herzien worden op verzoek van de meest gerede partij.

De partij die de herziening van de overeenkomst wenst moet de aanvraag indienen bij de voorzitter van het paritair comité en bij de andere ondertekenende partijen.

De aanvraag moet vermelden : 1° de ingeroepen redenen ter staving van de aanvraag tot herziening;2° de voorstellen tot wijziging. De andere ondertekenende partijen nemen de verbintenis aan de aanvraag tot herziening te onderzoeken binnen de drie maanden volgens op de indiening van de aanvraag.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 7 januari 1998.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

^