Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 januari 1998
gepubliceerd op 27 mei 1998

Koninklijk besluit houdende toekenning van de waardigheid van Eredeken van de Arbeid dierlijke productie

bron
ministerie van economische zaken, ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van middenstand en landbouw
numac
1998011029
pub.
27/05/1998
prom.
07/01/1998
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

7 JANUARI 1998. - Koninklijk besluit houdende toekenning van de waardigheid van Eredeken van de Arbeid dierlijke productie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het besluit van de Regent van 12 november 1948, houdende nadere omschrijving van de officiële modellen der erekentekens van de Arbeid;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 juli 1954, houdende goedkeuring der statuten van de Instelling van openbaar nut genoemd "Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, Albert I - Nationale Arbeidstentoonstellingen";

Gelet op het advies van het bevoegd Nationaal Comité, gegeven op 9 september 1997;

Gelet op het advies van de Commissaris-generaal der Regering bij het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, gegeven op 16 september 1997;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De waardigheid van Eredeken van de Arbeid wordt toegekend aan de hieronder vermelde personen, die geacht worden de nodige hoedanigheden te bezitten om de tradities, alsmede het moreel en het sociaal aanzien van hun beroep of functie te verpersoonlijken : RUNDVEEFOKKERIJ. - ELEVAGE BOVIN Herman Henri J.A., Bassenge KLEINVEE. - PETIT ELEVAGE Taghon Antoine R.J., Gent DIERENZIEKTEBESTRIJDING. - LUTTE CONTRE LES MALADIES DU BETAIL Catrysse Robert W.J., Middelkerke

Art. 2.Deze opdracht wordt hun gegeven voor een termijn van vijf jaar. Zij kan een einde nemen voor het verstrijken van die termijn, indien de titularis ophoudt zijn beroepsactiviteiten uit te oefenen.

Art. 3.Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren, Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid en Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 januari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, E. DI RUPO De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^