Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 07 november 2013
gepubliceerd op 13 november 2013

Koninklijk besluit tot hervorming van de structuren van de NMBS Holding, Infrabel en de NMBS

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2013014665
pub.
13/11/2013
prom.
07/11/2013
ELI
eli/besluit/2013/11/07/2013014665/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

7 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot hervorming van de structuren van de NMBS Holding, Infrabel en de NMBS (1)


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, wordt genomen in uitvoering van de artikelen 3 tot 5, 7 en 11 van de wet van 30 augustus 2013 betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen.

Het advies van de Raad van State werd gevolgd, met dien verstande dat, vermits artikel 13 van het besluit de vennootschappen machtigt om hun maatschappelijk doel in overeenstemming te brengen met artikel 5, 1° tot 6°, respectievelijk artikel 4, § 1, 1° tot 6° van de wet van 30 augustus 2013, de verwijzing naar de artikelen 4 en 5 van de wet van 30 augustus 2013 in de preambule werd behouden, Deze wet machtigt de Koning om met inachtneming van de daarin vastgelegde beginselen en principes alle nuttige maatregelen te nemen met het oog op de reorganisatie van de activiteiten en structuren van NMBS Holding, Infrabel en NMBS (de NMBS groep), tot twee autonome overheidsbedrijven met de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht in de zin van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven (een infrastructuurbeheerder en een spoorwegonderneming) die, samen met de Staat, zullen participeren in een dochtervennootschap van publiek recht, "HR Rail", die als enige werkgever voor het voltallige personeel van de huidige NMBS groep zal optreden.

De overgang naar de nieuwe structuur valt in grote lijnen uiteen in drie operaties die simultaan verlopen : (i) de fusie van NMBS Holding en NMBS via de techniek van een fusie door overneming van NMBS door NMBS Holding, (ii) de overgang van bepaalde activiteiten en vermogensbestanddelen van NMBS Holding naar Infrabel via een partiële splitsing, met daarmee verbonden de ontkoppeling van de huidige participatie van NMBS Holding in Infrabel, en (iii) de totstandbrenging van HR Rail als naamloze vennootschap van publiek recht, die de werkgever van het personeel zal zijn, en waarin de activa en passiva van de huidige bedrijfsactiviteit "human resources" van NMBS Holding zullen worden ingebracht. Daaraan zijn nog een aantal flankerende operaties gekoppeld, zoals kapitaalverhogingen en overdrachten van bepaalde activa en passiva.

Dit besluit strekt ertoe het voor de betrokken vennootschappen mogelijk te maken de vereiste structuuroperaties te initiëren en door te voeren, in het bijzonder met betrekking tot de fusie, de partiële splitsing, de inbreng van de voormelde activa en passiva vanuit NMBS Holding in HR Rail, en de flankerende operaties. Het betreft verrichtingen waaraan binnen de vennootschappen en ten aanzien van derde belanghebbenden zekere doorlooptijden verbonden zijn, en die derhalve bij absolute hoogdringendheid moeten kunnen worden geïnitieerd om de hervorming tijdig tot een goed einde te brengen.

Daartoe worden deze aspecten van de hervorming afgezonderd in onderhavig besluit, dat het eerste uitmaakt van een drieluik van structuurbesluiten op grond van de wet van 30 augustus 2013, waarvan de andere twee U afzonderlijk ter ondertekening zullen worden voorgelegd. Het is daarbij de bedoeling van de Regering dat de hervorming in zijn geheel op 1 januari 2014 in werking kan treden.

Een tweede structuurbesluit zal de wijzigingen aan (onder meer) de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en van 23 juli 1926 betreffende NMBS Holding en haar verbonden vennootschappen, alsook een aantal daarmee verbonden maatregelen bevatten, die als gevolg van de nieuwe structuur vanaf 1 januari 2014 in voege zullen treden.

Een derde besluit zal HR Rail als naamloze vennootschap van publiek recht tot stand brengen, haar organiek statuut vaststellen, en de nodige regelingen inzake de overdracht van het personeel en de personeelsaangelegenheden omvatten.

Bepaalde aangelegenheden van spoorwegreglementering, zoals voorzien in artikel 9 en artikel 10 van de wet van 30 augustus 2013, zullen nog in afzonderlijke besluiten genomen op grond van deze wet, worden geregeld.

Aangezien het volgens de vennootschappen van de groep evenwel vanuit strategisch, juridisch, boekhoudkundig, fiscaal en operationeel oogpunt cruciaal is dat de hervorming in zijn geheel op 1 januari 2014 in werking treedt, strekt voorliggend besluit er alvast toe het voor de betrokken vennootschappen mogelijk te maken de vereiste stappen te zetten. De Regering onderschrijft geheel deze redenen van hoogdringendheid, die verder worden ondersteund door haar eigen hoogdringende bekommernissen met betrekking tot de beheersing van de schuld van de groep en de continuïteit en kwaliteit van de openbare dienstverlening.

Zoals hierna bij de commentaar van artikel 15 nog wordt toegelicht, zullen de bevoegde vennootschapsorganen hun beslissingen van de totstandkoming van deze andere besluiten afhankelijk kunnen maken, indien zulks op dat ogenblik nodig is. Zodoende wordt gegarandeerd dat de hervorming op globale en coherente wijze in werking kan treden op 1 januari 2014.

Artikelsgewijze commentaar De artikelen 2 tot 4 van dit besluit regelen de fusie tussen NMBS Holding en NMBS waarbij, via de techniek van fusie door overneming van NMBS door NMBS Holding, de nieuwe spoorwegonderneming tot stand wordt gebracht, in continuïteit en zonder vereffening van het vermogen van NMBS. Deze bepalingen komen daarmee tegemoet aan artikel 41, § 5 van de wet van 21 maart 1991 houdende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. Alle activiteiten en het volledige vermogen gaan ingevolge deze fusie van rechtswege en zonder onderbreking van continuïteit van rechtspersoonlijkheid over op de nieuwe spoorwegonderneming die tevens de naam Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (afgekort, "NMBS") zal aannemen.

De fusie vindt plaats overeenkomstig de procedure voorzien in het Wetboek van vennootschappen, met dien verstande dat, zonder afbreuk te doen aan de rechten van belanghebbenden, de wachttermijn van zes weken op grond van artikel 4 van dit besluit tot de in artikel 6, eerste lid van Richtlijn van 5 april 2011 betreffende fusies van naamloze vennootschappen (Richtlijn 2011/35/EU) bepaalde minimumtermijn van één maand wordt herleid. Daartoe schrijft artikel 4 van het besluit voor dat het fusievoorstel wordt neergelegd ter griffie en gelijktijdig bekendgemaakt op de website van de fuserende vennootschappen. De wachttermijn van een maand wordt berekend op basis van de datum van neerlegging ter griffie en bekendmaking op de website. De bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad overeenkomstig artikel 74 of artikel 75 van het Wetboek van vennootschappen kan vervolgens het gewone traject volgen, maar verhindert de start van de wachttermijn niet. Zodoende is de voorgeschreven regeling in het belang van de aandeelhouders en de derden volledig conform aan artikel 6 van de voormelde Fusierichtlijn 2011/35/EU, zonder overigens dat dit besluit beoogt daarmee standpunt in te nemen over de twistvraag of naamloze vennootschappen van publiek recht onder het toepassingsgebied van de Europese vennootschapsrichtlijnen met betrekking tot de naamloze vennootschap vallen. Belanghebbenden zullen immers ook reeds op grond van de bekendmaking van onderhavig besluit van de voorgenomen fusie op de hoogte zijn. Deze termijnverkorting wordt ingegeven door dezelfde dringende redenen van algemeen belang en continuïteit van de openbare dienst die ook tot in de aanhef van dit besluit gemotiveerde verzoek om spoedadvies van de Raad van State hebben geleid.

De artikelen 5 tot 7 van dit besluit machtigen NMBS Holding en Infrabel om via de techniek van de partiële splitsing bepaalde activa en passiva van NMBS Holding aan Infrabel over te dragen. Hiermee wordt een dubbel doel beoogd. Enerzijds laat de overdracht toe Infrabel haar nieuwe vorm te geven in functie van het doel en de opdrachten van openbare dienst zoals bepaald in artikel 4 van de wet van 30 augustus 2013. De notie van activa en passiva moet daarbij in de ruime zin worden begrepen en omvat goederen en schulden evenals rechten en verbintenissen, van contractuele of andere oorsprong, ongeacht of zij zijn ingeschreven op de balans van de NMBS Holding.Zij omvat ook participaties in vennootschappen en/of verenigingen die in de huidige structuur door NMBS Holding worden aangehouden. Zo zullen op grond van de partiële splitsing alle activa en passiva die de bedrijfsactiviteit "Information & Communication Technology for Rail" vormen aan Infrabel worden overgedragen, in de mate dat zij geen betrekking hebben op de activiteiten van de nieuwe spoorwegonderneming en HR Rail, zodat Infrabel over de activa beschikt om het onderdeel van haar doel bepaald in artikel 4, § 1, 6° van de wet van 30 augustus 2013 te verwezenlijken. Zo zal Infrabel ook het beheer overnemen van de onroerende goederen die zij in hoofdzaak bezet. Het betreft onder meer het beheer van huurovereenkomsten die op dit ogenblik door NMBS Holding wordt verzorgd, m.b.t. gebouwen die door Infrabel worden bezet.

Anderzijds omvat de partiële splitsing ook de overdracht van alle aandelen die NMBS Holding aanhoudt in Infrabel. Op die manier wordt vermeden dat de aandelen die NMBS Holding momenteel in Infrabel aanhoudt na de fusie met NMBS in handen zouden komen van de spoorwegonderneming. Artikel 5, § 3 bepaalt bovendien dat deze aandelen onmiddellijk na verkrijging door Infrabel moeten worden vernietigd. Op die manier verzekert de operatie dat Infrabel na de hervorming niet langer onder een holdingstructuur fungeert, maar rechtstreeks onder de Belgische Staat valt. Met het oog op deze vernietiging zal Infrabel moeten overgaan tot een vermindering van haar kapitaal overeenkomstig artikel 612 van het Wetboek van vennootschappen.

De partiële splitsing heeft tevens betrekking op een gedeelte van de financiële schuld van NMBS Holding. Het spreekt voor zich dat de financiële schuld van de groep, die door NMBS Holding werd beheerd, in het kader van de beoogde hervorming naar een tweeledige structuur, tussen de spoorwegonderneming en de infrastructuurbeheerder moet worden verdeeld, rekening houdend met de noden van hun financieel-economische leefbaarheid, maar ook met andere parameters, zoals de toepasselijke Europese regelgeving, en dit zonder weerslag op de overheidsschuld. De verdeling van de schuld heeft het voorwerp uitgemaakt van uitgebreide besprekingen tussen NMBS Holding, Infrabel en NMBS die geleid hebben tot een akkoord over de verdeelsleutel vermeld in artikel 5, § 1, 4° van het besluit. Inzake de verdeling van de schuld werd eveneens overleg gepleegd met de Europese Commissie.

De in dit besluit voorgestelde verrichtingen leiden tot de gewenste schuldverdeling over de infrastructuurbeheerder en de spoorwegonderneming via de gecombineerde werking van de fusie en de partiële splitsing.

De mogelijkheid voor NMBS Holding en Infrabel, voorzien in artikel 5, § 4 van dit besluit, om met onderlinge toestemming wijzigingen aan te brengen aan de hiervoor vermelde verrichtingen verleent hen de mogelijkheid om wegens technische redenen wijzigingen aan te brengen aan voorgestelde verrichtingen indien zich tijdens de uitvoering ervan complicaties van, bijvoorbeeld, juridisch, financiële, boekhoudkundige of fiscale aard zouden voordoen, waardoor andere technische oplossingen mee aangewezen zouden blijken. De vervangende verrichtingen dienen echter steeds tot het gestelde resultaat te leiden. De verwijzing naar de overgang in economische zin van de participatie die NMBS Holding in Infrabel aanhoudt, verwijst naar het feit dat er verrichtingen denkbaar zijn die, zonder dat de Infrabel-aandelen van NMBS Holding aan de Staat worden overgedragen, economisch gezien hetzelfde resultaat bereiken via het effect op de bestaande participatie van de Staat in Infrabel (zoals bijvoorbeeld het geval is ingevolge hun vernietiging).

De partiële splitsing vindt, net als de fusie, plaats overeenkomstig de procedure voorzien in het Wetboek van vennootschappen, met dien verstande dat, zonder afbreuk te doen aan de rechten van belanghebbenden, de wachttermijn van zes weken in artikel 6 van dit besluit van besluit wordt herleid tot de in artikel 4 van de Zesde richtlijn van 17 december 1982 betreffende splitsingen van naamloze vennootschappen (Richtlijn 82/891/EEG) bepaalde minimumtermijn van één maand. Daartoe schrijft artikel 6 van dit besluit voor dat het splitsingsvoorstel wordt neergelegd ter griffie en gelijktijdig bekendgemaakt op de website van de aan de splitsing deelnemende vennootschappen. De wachttermijn van een maand wordt berekend op basis van de datum van neerlegging en bekendmaking op de website. De bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad overeenkomstig artikel 74 of artikel 75 van het Wetboek van vennootschappen kan vervolgens het gewone traject volgen, maar verhindert de start van de wachttermijn niet. Zodoende is de voorgeschreven regeling in het belang van de aandeelhouders en de derden volledig conform aan artikel 4 van de voormelde Splitsingsrichtlijn 82/891/EEG, zonder dat dit besluit beoogt daarmee standpunt in te nemen over de twistvraag of naamloze vennootschappen van publiek recht onder het toepassingsgebied van de Europese vennootschapsrichtlijnen met betrekking tot de naamloze vennootschap vallen. Belanghebbenden zullen immers ook reeds op grond van de bekendmaking van onderhavig besluit van de voorgenomen splitsing op de hoogte zijn.

Deze termijnverkorting wordt ingegeven door dezelfde dringende redenen van algemeen belang en continuïteit van de openbare dienst die ook tot in de aanhef van het ontwerp van besluit gemotiveerde verzoek om spoedadvies van de Raad van State hebben geleid.

Artikel 7 van het besluit wordt uit voorzorg genomen, voor het geval dit nodig zou zijn in het kader van financieringscontracten die worden beheerst door buitenlands recht. De overdracht van contractuele rechten en verplichtingen binnen het kader van een partiële splitsing worden geregeld door de lex societatis, d.i. het Belgische recht. Het is echter niet uitgesloten dat het internationaal privaatrecht in bepaalde jurisdicties veeleer voorrang geeft aan de lex contractus en dat derhalve in sommige gevallen twijfel kan bestaan omtrent de precieze juridische gevolgen van de opdracht die het gevolg is van de partiële splitsing. In dat geval kunnen alternatieve technieken met een gelijkwaardig resultaat worden overwogen.

Artikel 8 van het besluit geeft aan NMBS Holding, NMBS en Infrabel de uitdrukkelijke machtiging om, in voorkomend geval, in het kader van de uitvoering van voormelde operaties hun kapitaal te verhogen door omzetting van niet verwezenlijkte herwaarderingsmeerwaarden. Waar nodig, impliceert deze machtiging de toelating aan de betrokken vennootschap om tot uitgifte van nieuwe aandelen over te gaan. De kapitaalverhoging door incorporatie is onderworpen aan de voorwaarde dat deze herwaarderingsmeerwaarden door hun respectieve algemene vergaderingen werden vastgelegd op basis van een tussentijds financieel verslag volgens het model van de jaarrekening en dat aan een controle van het college van commissarissen wordt onderworpen (met uitzondering van het opstellen van afzonderlijke rekeningen voor hun taken van openbare dienst enerzijds en hun andere activiteiten anderzijds).

De artikelen 9 en 10 voorzien in de overdracht door Infrabel aan de spoorwegonderneming van de activa en passiva verbonden aan de activiteit informatie aan reizigers, met name Railtime. Het gaat om een zgn. Business To Consumer-activiteit die ingevolge de hervorming tot de nieuwe spoorwegonderneming behoort, en onderdeel uitmaakt van het "onthaal van en informatie aan haar klanten" op grond van de in artikel 5, 1° van de wet van 30 augustus 2013 opgenomen doelomschrijving. Deze overdracht zal worden verwezenlijkt overeenkomstig de procedure vastgelegd in de artikelen 9 en 10.

Deze techniek is geïnspireerd op de overdrachtstechniek gebruikt naar aanleiding van de herstructurering van de toenmalige unitaire NMBS in 2004. De over te dragen activa en passiva zullen door de raad van bestuur van Infrabel worden voorgesteld in lijsten die door de Koning moeten worden vastgesteld en die moeten worden neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel.De bepalingen van het Wetboek van vennootschappen inzake overdracht van een bedrijfstak zijn niet van toepassing op deze verrichting.

Het feit dat artikel 9 bepaald dat Infrabel de betrokken activa en passiva aan de in artikel 3, § 1 bedoelde spoorwegonderneming overdraagt, wordt hierdoor ingegeven dat deze activa en passiva worden overgedragen omdat zij tot de perimeter van de nieuwe spoorwegonderneming behoren, d.w.z. de entiteit die uit de fusie van NMBS Holding en NMBS ontstaat. Dit staat er evenwel niet aan in de weg dat, vanuit technisch oogpunt, alle vennootschapsbeslissingen met betrekking tot de in dit besluit beoogde verrichtingen simultaan op hetzelfde tijdstip worden genomen, en dat derhalve daartoe in de voorbereidings- en beslissingsfase, al naar gelang het geval, de organen van NMBS Holding, Infrabel en NMBS tussenkomen.

Artikel 11 van het besluit omschrijft de activa en passiva die zullen worden ingebracht in HR Rail. Het betreft enerzijds de activa en passiva die betrekking hebben op de huidige bedrijfsactiviteit "human resources" van NMBS Holding en anderzijds inbrengen in geld door NMBS Holding en Infrabel. De totale waarde van de door Holding en Infrabel verrichte inbrengen zal op elkaar worden afgestemd. Daarbij zal het bedrag van de opleggen in geld ingegeven worden door het financieel plan voor HR Rail dat de vennootschappen uitwerken. Deze inbrengen zullen worden vergoed door de uitgifte van aandelen van HR Rail.

Infrabel en NMBS Holding doen het nodige opdat de Staat zich, zonder vergoeding, minimaal twee procent van de aandelen van HR Rail ziet toegekend, met naleving van artikel 7, 3° van de Wet van 30 augustus 2013. De afwezigheid van een vergoeding wordt gemotiveerd vanuit de logica dat HR Rail een dotatie van de Staat zal ontvangen. Deze bepaling heeft ook tot doel NMBS Holding en Infrabel toe te laten tijdig de nodige voorbereidende beslissingen met betrekking tot de inbrengen in HR Rail te nemen, zodat de door NMBS Holding op te stellen lijsten van activa en passiva tijdig door de Koning kunnen worden goedgekeurd.

De inbreng zelf zal evenwel ten vroegste plaatsvinden op het ogenblik dat HR Rail als naamloze vennootschap van publiek recht, zoals in artikel 1, 4° van het besluit gedefinieerd, tot stand is gebracht.

Hiervoor wordt verwezen naar wat eerder in het algemene gedeelte van dit Verslag over de diverse aan te nemen besluiten, werd uiteengezet.

De inbreng van de bedrijfsactiviteit "human resources" zal worden verwezenlijkt overeenkomstig de procedure vastgesteld in artikel 11.

Deze techniek is geïnspireerd op de overdrachtstechniek gebruikt naar aanleiding van de herstructurering van de toenmalige unitaire NMBS in 2004.

De in te brengen activa en passiva zullen door de raad van bestuur van NMBS Holding worden voorgesteld in lijsten die door de Koning moeten worden vastgesteld en die moeten worden neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel. De regels inzake inbreng van een bedrijfstak in titel III van boek XI van het Wetboek van vennootschappen zijn niet van toepassing op de inbreng van de bedrijfsactiviteit.

De verrichtingen die in dit besluit worden beoogd, vereisen een complex en goed gecoördineerd samenspel van diverse beslissingen van de organen van de betrokken vennootschappen en van wetgevende akten.

De vennootschapsbeslissingen zullen maximaal met elkaar worden gealigneerd en in beginsel door de diverse tussenkomende vennootschapsorganen simultaan worden genomen, met inwerkingtreding op hetzelfde tijdstip, namelijk 1 januari 2014. Daartoe nemen de vennootschappen zich voor meteen na de inwerkingtreding van dit besluit de nodige beslissingen op niveau van de raden van bestuur te nemen, om vervolgens algemene vergaderingen bijeen te roepen die in de tweede helft van december de voorgestelde verrichtingen goedkeuren, met inwerkingtreding op 1 januari 2014. In de sequentie van de beslissingen zal de in artikel 2 bedoelde fusie voor de in artikel 5 bedoelde splitsing worden geplaatst, onverminderd het feit dat de beslissingen omtrent deze verrichtingen in beginsel op hetzelfde tijdstip worden genomen en op hetzelfde tijdstip in werking treden.

NMBS Holding en Infrabel worden in artikel 13 van dit besluit gemachtigd om hun doel in overeenstemming te brengen met het doel zoals omschreven in artikel 5, 1° tot 6° respectievelijk artikel 4, § 1, 1° tot 6° van de wet van 30 augustus 2013 in het kader van de voormelde verrichtingen. Aangezien de doelwijziging die Infrabel en NMBS Holding dienen door te voeren, voortvloeit uit de wet, voorziet artikel 13 dat de bijzondere procedure van doelwijziging voorgeschreven door artikel 559 van het Wetboek van vennootschappen niet van toepassing is.

Artikel 14 laat toe dat in aanloop naar de fusie tussen NMBS en NMBS Holding eenzelfde persoon als gedelegeerd bestuurder van beide vennootschappen wordt benoemd. Dit laat toe de vlotte overgang naar de gefuseerde vennootschap te verzekeren en is in lijn met de symmetrische samenstelling van de raden van bestuur van NMBS en NMBS Holding in de aanloop naar de fusie.

Nu de verrichtingen waarin dit besluit voorziet, verbonden zijn met wijzigingen aan onder meer de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en aan de wet van 23 juli 1926 betreffende NMBS Holding en haar verbonden vennootschappen, alsook met de totstandbrenging van HR Rail als naamloze vennootschap van publiek recht, de regeling van haar organiek statuut en de vaststelling van bepalingen met betrekking tot de overdracht van het personeel en de personeelsaangelegenheden, en aangezien deze bepalingen zullen worden opgenomen in besluiten die U afzonderlijk ter ondertekening zullen worden voorgelegd zoals hiervoor werd toegelicht, verleent artikel 15 de betrokken vennootschappen voor zoveel als nodig uitdrukkelijk de mogelijkheid om dienaangaande beslissingen te nemen die slechts uitwerking hebben onder voorwaarde van de inwerkingtreding van deze besluiten.

Deze bepaling laat uiteraard de machtiging onverlet die de Koning op grond van de wet van 30 augustus 2013 heeft om ook andere wetten en besluiten met het oog op de hervorming te wijzigen, aan te vullen, te vervangen of op te heffen. De wetten van 21 maart 1991 en van 23 juli 1926 maken echter de organieke wetgeving van NMBS Holding, NMBS en Infrabel uit, zodat het aangewezen is deze vennootschappen voor zoveel als nodig specifiek toe te laten hun beslissingen aangaande de structuurwijziging van de aanpassing van deze wetten aan de nieuwe structuur afhankelijk te maken.

Artikel 16 voorziet in een bepaling die de continuïteit in de lopende onteigeningsprocedures waarborgt.

De artikelen 17 en 18 van het besluit bevatten fiscale bepalingen met betrekking tot de hervorming, inzonderheid betreffende de fiscale gevolgen van de partiële splitsing bedoeld in artikel 5 van het besluit. Voor de berekening van de liquidatiebonus is het voor fiscale doeleinden noodzakelijk om de waarde van de Infrabel-aandelen te bepalen. Na raadpleging van boekhoudkundige en fiscale deskundigen, is de weerhouden methode die van de intrinsieke waarde (geherwaardeerd netto-actief zonder kapitaalsubsidies). Zonder dat dit een fiscale vrijstelling tot gevolg zou hebben en bij gebrek aan een wettelijk aanbevolen methode in fiscale zaken, bepaalt artikel 17 dat deze waarderingsmethode voor fiscale doeleinden mag weerhouden worden voor de waardering van de Infrabel-aandelen. Daarnaast verduidelijkt artikel 18 dat de activa en passiva die worden overgedragen in het kader van de partiële splitsing kwalificeren als een bedrijfsafdeling waardoor deze overdracht in aanmerking komt voor het continuïteitsregime inzake btw.

Om de coördinatie tussen al de in dit besluit voorziene verrichtingen te waarborgen, voorziet artikel 19 dat de verrichtingen vermeld in de artikelen 2, 5, 9 en 11 allen uiterlijk op hetzelfde ogenblik, zijnde 1 januari 2014, uitwerking krijgen en dat de vennootschappen daartoe de nodige stappen dienen te ondernemen, d.w.z. dat de nodige beslissingen moeten worden genomen door hun bevoegde organen opdat de verrichtingen effectief uiterlijk op 1 januari 2014 uitwerking kunnen krijgen. In het Belgisch Staatsblad zal een bericht worden gepubliceerd waarin de datum zal worden bevestigd waarop de verrichtingen effectief uitwerking zullen krijgen.

Wegens de reeds vermelde redenen van hoogdringendheid, is het nodig dit besluit in werking te laten treden op 15 november 2013. De vennootschappen die de voorschriften van dit besluit zullen moeten uitvoeren, hebben zelf op de onmiddellijke inwerkingtreding aangedrongen. De kalender inzake de beslissingen van de vennootschappen die noodzakelijk zijn om ervoor te zorgen dat de verrichtingen bedoeld in dit besluit uitwerking krijgen op 1 januari 2014 vereist immers dat de vennootschappen onmiddellijk na 15 november 2013 de nodige beslissingen zullen nemen op niveau van de raden van bestuur.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Financiën, K. GEENS De Minister van Overheidsbedrijven, J.-P. LABILLE

Raad van State afdeling Wetgeving advies 54.365/4 van 4 november 2013 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot hervorming van de structuren van de NMBS Holding, Infrabel en de NMBS (I)' Op 25 oktober 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Overheidsbedrijven verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot hervorming van de structuren van de NMBS Holding, Infrabel en de NMBS (I)' .

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 4 november 2013. De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Jacques Jaumotte en Bernard Blero, staatsraden, Yves De Cordt en Christian Behrendt, assessoren, en Colette Gigot, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Yves Chauffoureaux, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 4 november 2013.

Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996 en vervangen bij de wet van 2 april 2003, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.

De motivering in de brief luidt als volgt : « L'urgence est motivée par la nécessité de mettre la réforme de la structure des chemins de fer en oeuvre d'urgence puisque : (i) il faut au plus vite mettre fin à l'incertitude, associée à la présente période de transition dans le chef du personnel, des clients et des autres parties prenantes en passant à bref délai à la nouvelle structure, (ii) la qualité des services publics et la ponctualité, pour lesquels la nouvelle structure permettra de prendre les mesures nécessaires, sont à améliorer d'urgence, (iii) l'endettement du groupe SNCB est à maitriser d'urgence dans l'intérêt de la continuité du service public et la trésorerie de l'Etat et (iv) pour des raisons comptables, il est préférable que la nouvelle structure entre en vigueur au début d'une nouvelle année civile, ce qui, au final, permet de conclure que la SNCB Holding, Infrabel et la SCNB doivent être habilitées immédiatement à initier les opérations nécessaires à la réforme, vu que ces opérations requièrent, à leur tour, un certain délai de réalisation, ce qui implique, en pratique, que la nouvelle structure doit impérativement entrer en vigueur au 1er janvier 2014.

Le calendrier relatif aux décisions des sociétés, qui sont nécessaires pour assurer que les opérations visées par le projet d'arrêté prennent effet le 1er janvier 2014, requiert que les sociétés prennent, au plus tard immédiatement après le 15 novembre 2013, les décisions nécessaires au niveau des conseils d'administration. Il est donc nécessaire de faire entrer le présent arrêté en vigueur le 15 novembre 2013 ».

Deze motivering dient integraal overgenomen te worden in de aanhef van het thans voorliggende ontwerp. Het achtste lid van de aanhef moet in die zin worden aangevuld.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het vervangen is bij de wet van 2 april 2003, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerking.

Het voorliggende ontwerp geeft uitvoering aan de machtigingen die aan de Koning zijn verleend door de artikelen 3, 7 en 11 van de wet van 30 augustus 2013 `betreffende de hervorming van de Belgische Spoorwegen'.

In het eerste lid van de aanhef behoort daarentegen niet ook verwezen te worden naar de artikelen 4 en 5 van de wet van 30 augustus 2013.

Aangezien de andere wetsbepalingen waarnaar verwezen wordt in de aanhef geen rechtsgrond opleveren voor het ontwerp, dienen het tweede en het vijfde lid hetzij te worden weggelaten, hetzij te worden gesteld in de vorm van overwegingen.

De griffier Colette Gigot De voorzitter Pierre Liénardy

7 NOVEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot hervorming van de structuren van de NMBS Holding, Infrabel en de NMBS (1) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 augustus 2013 betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen, inzonderheid op artikelen 3 tot en met 5, 7 en 11;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën gegeven op 21 oktober 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting gegeven op 22 oktober 2013;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat de hervorming van de structuur van de spoorwegen dringend moet worden uitgevoerd omdat (i) de met de huidige overgangsperiode gepaard gaande onzekerheid voor het personeel, het cliënteel en andere belanghebbende partijen dringend moet worden beëindigd door op korte termijn naar de nieuwe structuur over te stappen, (ii) de kwaliteit van de openbare dienstverlening en de stiptheid dringend moeten worden verbeterd, waartoe de nieuwe structuur de nodige maatregelen zal toelaten, (iii) de schuldpositie van de huidige NMBS groep dringend moet worden beheerst in het belang van de continuïteit van de openbare dienst en de Staatsfinanciën en (iv) een nieuwe structuur om boekhoudkundige redenen bij voorkeur bij de aanvang van een nieuw kalenderjaar in werking treedt, wat er samen toe leidt dat NMBS Holding, Infrabel en NMBS bij hoogdringendheid moeten worden gemachtigd om de met het oog op de hervorming vereiste verrichtingen te initiëren, aangezien die verrichtingen op hun beurt een zekere doorlooptijd in beslag nemen en wat praktisch gezien met zich meebrengt dat de nieuwe structuur op 1 januari 2014 in werking dient te treden;

Gelet op het feit dat, om ervoor te zorgen dat de verrichtingen bedoeld in dit besluit uitwerking krijgen op 1 januari 2014, de planning van de beslissingen van de vennootschappen die hiervoor noodzakelijk zijn, vereist dat de vennootschappen ten laatste uiterlijk na 15 november 2013 de nodige beslissingen nemen op niveau van de raden van bestuur;

Gelet op het feit dat het aldus nodig is dit besluit in werking te laten treden op 15 november 2013;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 54.365/4, gegeven op 4 november 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende de wet van 23 juli 1926 betreffende N.M.B.S. Holding en haar verbonden vennootschappen;

Overwegende de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;

Overwegende het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992;

Overwegende het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde;

Op de voordracht van de Minister van Overheidsbedrijven en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden, en van de Minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken, en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Infrabel : de naamloze vennootschap van publiek recht Infrabel;2° NMBS : de naamloze vennootschap van publiek recht Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen;3° NMBS Holding : de naamloze vennootschap van publiek recht NMBS Holding;4° HR Rail : de naamloze vennootschap van publiek recht HR Rail bedoeld in artikel 7, 1° van de wet van 30 augustus 2013 betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen;5° Wetboek van vennootschappen : de wet van 7 mei 1999 houdende het Wetboek van vennootschappen. HOOFDSTUK II. - Spoorwegonderneming

Art. 2.NMBS Holding en NMBS worden gemachtigd om deel te nemen aan een met fusie door overneming gelijkgestelde verrichting in de zin van artikel 676, 1° juncto artikel 671 van het Wetboek van vennootschappen waarbij het gehele vermogen van NMBS als overgenomen vennootschap als gevolg van een ontbinding zonder vereffening op NMBS Holding als overnemende vennootschap overgaat.

Art. 3.§ 1. De gefuseerde vennootschap die als gevolg van de in artikel 2 bedoelde fusie ontstaat, wordt op dat ogenblik, zonder onderbreking van de continuïteit van de rechtspersoonlijkheid en de activiteiten van beide daaraan deelnemende vennootschappen de spoorwegonderneming bedoeld in artikel 2, 6° van de wet van 30 augustus 2013 betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen. § 2. De spoorwegonderneming bedoeld in paragraaf 1 neemt het gehele vermogen van NMBS over op het tijdstip van de in artikel 2 bedoelde fusie van rechtswege onder algemene titel en zet de gehele activiteit van NMBS verder zonder onderbreking van de continuïteit. § 3. Vanaf het tijdstip van de in artikel 2 bedoelde fusie neemt NMBS Holding de naam "Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen", afgekort "NMBS" aan.

Art. 4.In afwijking van artikel 719, laatste lid van het Wetboek van vennootschappen, wordt het fusievoorstel uiterlijk een maand voor de algemene vergadering die over de fusie moet besluiten ter griffie van de territoriaal bevoegde rechtbank van koophandel neergelegd, en gelijktijdig gratis openbaar gemaakt op de website van NMBS Holding en op de website van NMBS, voor een ononderbroken periode die loopt tot aan de sluiting van de algemene vergadering. HOOFDSTUK III. - Infrastructuurbeheerder

Art. 5.§ 1. NMBS Holding en Infrabel worden gemachtigd om deel te nemen aan een partiële splitsing in de zin van artikel 677 juncto artikel 673 van het Wetboek van vennootschappen, waarbij de volgende activa en passiva van de NMBS Holding als overdragende vennootschap op Infrabel als verkrijgende vennootschap overgaan : 1° alle aandelen die NMBS Holding aanhoudt in Infrabel;2° de activa en passiva die de bedrijfsactiviteit "Information & Communication Technology for Rail" van NMBS Holding uitmaken, met inbegrip van de aandelen van dochtervennootschappen die van deze activiteit onderdeel uitmaken, maar met uitzondering van bepaalde activa en passiva die betrekking hebben op de activiteiten die tot de perimeter behoren van de gefuseerde vennootschap bedoeld in artikel 2 en van HR Rail;3° de activa en passiva die de bedrijfsactiviteit "beheer van de onroerende goederen" van NMBS Holding uitmaken, voor zover dit beheer betrekking heeft op onroerende goederen die NMBS Holding niet in eigendom heeft en die hoofdzakelijk door Infrabel worden bezet;4° de geconsolideerde financiële netto schulden op 31 december 2013 (behoudens de schulden van SNCB Logistics) voor een totaal bedrag bepaald als volgt : a) de schulden die onmiddellijk toerekenbaar zijn aan Infrabel, dat wil zeggen : -het bedrag van de exploitatiesubsidies die aan Infrabel zijn toegekend voor prestaties vóór 1 januari 2014, maar die nog niet werden gestort; - het bedrag van de kapitaalsubsidies die door Infrabel werden geïnd maar waarvoor nog geen investeringen werden gedaan; - het door NMBS Holding geleende netto bedrag voor de regionale prefinancieringen en de regionale cofinancieringen voor de spoorweginfrastructuur; - de bedragen die door NMBS Holding werden geleend voor de Credit Support Annexes overgedragen aan Infrabel (en de verbonden deposito's); b) 45 % van het bedrag van de schulden die niet onmiddellijk toerekenbaar zijn aan NMBS Holding, Infrabel of NMBS, ermee rekening houdend dat : - het saldo, op 31 december 2013, van de "intercompany" relaties zal worden aangezuiverd; - 45 % van de patronale bijdragen die in 2014 door de gefuseerde entiteit bedoeld in artikel 3 moeten worden betaald voor prestaties vóór 1 januari 2014 zullen worden geïncorporeerd in de schuld die wordt overgedragen aan Infrabel; - 45 % van het voorschot dat werd toegekend aan de Pensioendienst voor de Overheidssector in december 2013 en dat wordt vergoed aan de gefuseerde entiteit bedoeld in artikel 3 zal worden in mindering gebracht van de schuld die aan Infrabel wordt overgedragen; - de inrichtingswerken betreffende gehuurde materiële activa waarvan het huurcontract wordt overgedragen aan Infrabel worden voor 45% gefinancierd door Infrabel.

De colleges van commissarissen van Infrabel en van de in artikel 3, paragraaf 1 bedoelde spoorwegonderneming gaan de toepassing van voormelde formule van schuldverdeling na in een gezamenlijk bijzonder verslag dat uiterlijk zes maanden na de in artikel 19 bedoelde datum, wordt afgeleverd. 5° bijkomstig, eventuele andere activa en passiva met onderlinge toestemming van NMBS Holding en Infrabel bepaald. § 2. Infrabel wordt gemachtigd om in het kader van de partiële splitsing bedoeld in paragraaf 1 over te gaan tot de uitgifte van nieuwe aandelen. § 3. Infrabel gaat over tot de onmiddellijke vernietiging van de eigen aandelen die zij als gevolg van de in paragraaf 1 bedoelde partiële splitsing verkrijgt. § 4. NMBS Holding en Infrabel kunnen met onderlinge toestemming beslissen de in paragrafen 1 tot 3 bedoelde verrichtingen te wijzigen, voor zover die gewijzigde verrichtingen samen genomen tot het resultaat leiden dat enerzijds de in paragraaf 1, 2° tot 4° bedoelde activa en passiva aan Infrabel worden overgedragen en anderzijds de participatie die NMBS Holding in Infrabel aanhoudt op de Staat overgaat, hetzij in juridische, hetzij in economische zin.

Art. 6.In afwijking van artikel 728, laatste lid van het Wetboek van vennootschappen, wordt het splitsingsvoorstel uiterlijk een maand voor de algemene vergadering die over de splitsing moet besluiten ter griffie van de territoriaal bevoegde rechtbank van koophandel neergelegd, en gelijktijdig gratis openbaar gemaakt op de website van NMBS Holding en op de website van Infrabel, voor een ononderbroken periode die loopt tot aan de sluiting van de algemene vergadering.

Art. 7.Zo leningen of schulden bedoeld in artikel 5, § 1, 4° niet kunnen worden overgedragen mits bevrijding van NMBS Holding van haar verbintenissen, wordt de overdracht van de betreffende verbintenissen en lasten tot stand gebracht door een andere techniek met evenwaardig resultaat. HOOFDSTUK IV. - Kapitaalverhoging door omzetting van herwaarderingsmeerwaarden

Art. 8.NMBS Holding, Infrabel en NMBS worden, elk voor zich, gemachtigd om vooraf aan of in samenhang met de in dit besluit bedoelde verrichtingen, lopende het huidige boekjaar, over te gaan tot verhoging van hun kapitaal door omzetting van niet verwezenlijkte herwaarderingsmeerwaarden in kapitaal op voorwaarde dat deze herwaarderingsmeerwaarden uiterlijk op het ogenblik waarop hun algemene vergadering tot kapitaalverhoging door omzetting beslist, zijn vastgesteld in een door hun algemene vergadering goedgekeurd tussentijds financieel verslag, bestaande uit een tussentijdse balans, een tussentijdse resultatenrekening en de toelichting daarbij die volgens dezelfde methoden en dezelfde opstelling worden opgemaakt als de jaarrekening en aan een gelijkaardige controle als de jaarrekening worden onderworpen vanwege het college van commissarissen bedoeld in artikel 25 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.

In afwijking van het voorgaande lid, dient niet te worden voorzien in een afzonderlijk stelsel van rekeningen zoals bedoeld in artikel 27, paragraaf 1 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. HOOFDSTUK V. - Overdrachten van activa en passiva

Art. 9.§ 1. Infrabel draagt aan de spoorwegonderneming bedoeld in artikel 3, § 1 zonder vergoeding volgende activa en passiva over : 1° de activa en passiva die de activiteit informatie aan reizigers van Infrabel uitmaken, met name "Railtime", en waarvan de lijst door de Koning wordt bepaald bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad;2° bijkomstig, eventuele andere activa en passiva waarvan de lijst door de Koning wordt bepaald bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad. § 2. Titel IV van boek XI van het Wetboek van vennootschappen is niet van toepassing op de overdracht bedoeld in paragraaf 1. § 3. De Koning stelt bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de lijst bedoeld in paragraaf 1, 1° vast.

Deze lijst wordt neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, waar eenieder er kosteloos kennis van kan nemen en er een volledige of gedeeltelijke kopie van kan bekomen mits betaling van de griffierechten. § 4. De verrichtingen bedoeld in paragraaf 1 brengen van rechtswege de overdracht mee van de activa en passiva die er deel van uitmaken op de datum bedoeld in artikel 19, en de overdracht is vanaf die datum volledig tegenwerpelijk aan derden.

Art. 10.Indien de activa die in het kader van een van de verrichtingen bedoeld in artikel 9 worden overgedragen, zakelijke rechten op onroerende goederen omvatten, worden deze beschreven in een afzonderlijke afdeling van de lijst van activa en passiva. Deze lijst geldt als akte tot overdracht of vestiging van die rechten. De afzonderlijke afdeling van de lijst wordt overgeschreven in het daartoe bestemd register op elk kantoor van bewaring der hypotheken in wiens ambtsgebied de betrokken onroerende goederen zijn gelegen. De termijn voor de overschrijving loopt vanaf de datum bedoeld in artikel 9. HOOFDSTUK VI. - Inbrengen in HR Rail

Art. 11.§ 1. NMBS Holding brengt in HR Rail de volgende activa en passiva in : 1° de activa en passiva die de bedrijfsactiviteit "human resources" van NMBS Holding uitmaken en waarvan de lijst door de Koning wordt bepaald bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad;2° een opleg in geld voor een totaal bedrag dat wordt bepaald op grond van een financieel plan, met onderlinge toestemming van NMBS Holding en Infrabel bepaald. § 2. Infrabel doet een inbreng in geld in HR Rail voor een bedrag dat overeenstemt met de waarde van de totale inbreng van NMBS Holding overeenkomstig paragraaf 1. § 3. De inbrengen bedoeld in paragrafen 1 en 2 worden vergoed door aandelen in het kapitaal van HR Rail. § 4. NMBS Holding en Infrabel doen het nodige zodat aan de Staat, zonder vergoeding, minimaal twee procent van de aandelen die het maatschappelijk kapitaal van HR Rail vertegenwoordigen worden toegekend en de overige aandelen die het maatschappelijk kapitaal van HR Rail vertegenwoordigen in gelijke delen door NMBS Holding en Infrabel worden aangehouden. § 5. Titel III van boek XI van het Wetboek van vennootschappen is niet van toepassing op de inbreng bedoeld in paragraaf 1. § 6. De Koning stelt bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de lijst bedoeld in paragraaf 1 vast.

Deze lijst wordt neergelegd ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, waar eenieder er kosteloos kennis van kan nemen en er een volledige of gedeeltelijke kopie van kan bekomen mits betaling van de griffierechten. § 7. De verrichting bedoeld in paragraaf 1, 1° brengt van rechtswege de overdracht mee van de activa en passiva die er deel van uitmaken op de datum bedoeld in artikel 19, en de overdracht is vanaf die datum volledig tegenwerpelijk aan derden.

Art. 12.Indien de activa die in het kader van een van de verrichtingen bedoeld in artikel 11 worden overgedragen, zakelijke rechten op onroerende goederen omvatten, worden deze beschreven in een afzonderlijke afdeling van de lijst van activa en passiva. Deze lijst geldt als akte tot overdracht of vestiging van die rechten. De afzonderlijke afdeling van de lijst wordt overgeschreven in het daartoe bestemd register op elk kantoor van bewaring der hypotheken in wiens ambtsgebied de betrokken onroerende goederen zijn gelegen. De termijn voor de overschrijving loopt vanaf de datum waarop de verrichtingen bedoeld in artikel 11 uitwerking hebben. HOOFDSTUK VII. - Gemeenschappelijke en diverse bepalingen

Art. 13.NMBS Holding en Infrabel worden gemachtigd om, in het kader van de verrichtingen bedoeld in dit besluit, hun doel in overeenstemming te brengen met artikel 5, 1° tot 6°, respectievelijk artikel 4, § 1, 1° tot 6° van de wet van 30 augustus 2013 betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen. Artikel 559 van het Wetboek van vennootschappen is niet van toepassing op deze doelwijzigingen.

Art. 14.De functies van gedelegeerd bestuurder van NMBS en gedelegeerd bestuurder van NMBS Holding kunnen worden gecumuleerd tot op het ogenblik dat de fusie bedoeld in artikel 2 uitwerking heeft.

Art. 15.§ 1. Op grond van de machten die hem door de wet van 30 augustus 2013 betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen zijn toegekend, stelt de Koning bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de wijzigingen aan de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven en aan de wet van 23 juli 1926 betreffende NMBS Holding en haar verbonden vennootschappen vast, die met de in dit besluit bedoelde verrichtingen samenhangen. § 2. Op grond van de machten die hem door de wet van 30 augustus 2013 betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen zijn toegekend, regelt de Koning bij besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad de oprichting van HR Rail en stelt hij haar organiek statuut vast. § 3. De beslissingen van de bevoegde organen van NMBS Holding, NMBS, Infrabel en HR Rail met betrekking tot de verrichtingen bedoeld in dit besluit, kunnen, indien nodig, van de voorwaarde van de totstandkoming van de in paragrafen 1 en 2 bedoelde besluiten afhankelijk worden gemaakt.

Art. 16.De overnemende vennootschap treedt in de rechten en verplichtingen van de overdragende vennootschap die voortvloeien uit lopende onteigeningsprocedures op datum van inwerkingtreding van de overdrachten die naar aanleiding van een van de verrichtingen bedoeld in dit besluit plaatsvinden.

Art. 17.De pro fisco waarde van de Infrabel-aandelen die door NMBS Holding worden aangehouden en die het voorwerp uitmaken van een inbreng door middel van een partiële splitsing bedoeld in artikel 5, is gelijk aan de waarde van het eigen vermogen van Infrabel met uitsluiting van de kapitaalsubsidies, zoals vastgesteld op de dag waarop voormelde splitsing juridisch uitwerking krijgt.

Art. 18.De in artikel 5 bedoelde activa en passiva die worden overgedragen door NMBS Holding aan Infrabel in het kader van de partiële splitsing kwalificeren als een bedrijfsafdeling in de zin van de artikelen 11 en 18 van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 19.§ 1. De verrichtingen bedoeld in de artikelen 2, 5, 9 en 11 hebben uitwerking uiterlijk op 1 januari 2014. NMBS Holding, Infrabel, NMBS en HR Rail nemen daartoe tijdig de nodige beslissingen. § 2. Een bericht, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, bevestigt de datum waarop de verrichtingen uitwerking hebben, zoals bedoeld in paragraaf 1.

Art. 20.Dit besluit treedt in werking op 15 november 2013.

Art. 21.De minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor Overheidsbedrijven zijn wat hun betreft, belast met de uitwerking van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 7 november 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, K. GEENS De Minister van Overheidsbedrijven, J.-P. LABILLE

^