Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 augustus 1997
gepubliceerd op 27 augustus 1997

Koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector in toepassing van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
1997002083
pub.
27/08/1997
prom.
08/08/1997
ELI
eli/besluit/1997/08/08/1997002083/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector in toepassing van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie


Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit voor te leggen is één van de maatregelen ter uitvoering van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, en meer bepaald van artikel 3, 1, 4° ervan, dat de Koning in de mogelijkheid stelt maatregelen te nemen om het evenwicht in de sociale zekerheid te verzekeren. Het wordt genomen parallel met het koninklijk besluit van 16 december 1996 dat de wet van 10 april 1971 betreffende de arbeidsongevallen voor de privésector gewijzigd heeft, die gelijkaardige maatregelen voorzien heeft ten opzichte van sommige renten die in de privé-sector uitbetaald worden.

Sedert de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, gebeurt de vergoeding van de arbeidsongeschiktheden van minder dan 10 % die vanaf 1 januari 1994 werden geregeld, in de vorm van een niet-geïndexeerde jaarlijkse rente.

In de lijn van wat men op Europees en zelfs op internationaal vlak verstaat onder kleine blijvende arbeidsongeschiktheden, wordt een uitbreiding van dit systeem tot de arbeidsongeschiktheden van 10 % tot minder dan 16 % voorgesteld.

Een niet-geïndexeerde rente zal uitbetaald worden. Het derde van de waarde van de rente zal niet meer in kapitaal worden uitgekeerd.

Het ontwerpbesluit werd aan de opmerkingen van de Raad van State aangepast, met name wat de datum van inwerkingtreding betreft.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste vakantiekamer, op 22 juli 1997 door de Minister van Ambtenarenzaken verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector in toepassing van artikel 3, 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische Monetaire Unie", heeft op 24 juli 1997 het volgend advies gegeven : Volgens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisend karakter ervan.

In het onderhavige geval wordt het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door : "le fait que l'arrêté royal doit entrer en vigueur le 1er mai 1997 en vue de prendre les mesures nécessaires visant à garantir l'équilibre financier du régime de sécurité sociale".

Gelet op de korte termijn welke hem voor het geven van zijn advies wordt toegemeten, heeft de Raad van State zich moeten bepalen tot het maken van de hiernavolgende opmerkingen.

STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 1. Luidens artikel 12, 1, tweede lid, van de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector geldt de mogelijkheid tot omzetting van een derde van de waarde van de rente in kapitaal, waarin het eerste lid van dat artikel 12, 1, voorziet, niet wanneer de graad van blijvende invaliditeit geen 10 pct.bereikt. Artikel 13, tweede lid van dezelfde wet bepaalt dat de indexering van de renten overeenkomstig het eerste lid van dit artikel niet van toepassing is wanneer de permanente invaliditeit geen 10 pct. bereikt.

Het voor advies voorgelegde ontwerpbesluit strekt ertoe het in de voornoemde artikelen 12 en 13 bedoelde percentage op te trekken van 10 pct. tot 16 pct. 2. Blijkens het opschrift en de aanhef van het ontwerp moet de rechtsgrond voor de ontworpen regeling worden gezocht in artikel 3, 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie. Krachtens die bepaling "(kan) de Koning... maatregelen nemen om... het financieel evenwicht van de stelsels van sociale zekerheid te waarborgen".

Aangezien de ontworpen regeling in de praktijk tot een minderuitgave zal leiden, kan aangenomen worden dat ze rechtgrond vindt in de voormelde bepaling van de wet van 26 juli 1996.

ONDERZOEK VAN DE TEKST Artikel 1 Men schrijve : "In artikel 12, 1, tweede lid, van de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, vervangen bij het koninklijk besluit nr. 419 van 16 juli 1986...".

Artikel 2 Er dient te worden gepreciseerd dat de ontworpen wijziging betrekking heeft op artikel 13, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994.

Artikel 3 Luidens dit artikel zou het ontworpen besluit terugwerken tot 1 mei 1997.

Noch in het verslag aan de Koning, noch in de adviesaanvraag wordt enige verantwoording verstrekt omtrent die terugwerkende kracht.

Het is de Raad van State bijgevolg niet mogelijk zich een oordeel te vormen over de toelaatbaarheid van de retroactiviteit van de ontworpen regeling. Gelet op de mogelijkheid van rechterlijke toetsing van de ontworpen bepalingen, komt het de regering toe, in het verslag aan de Koning een passende verantwoording te geven in verband met de verenigbaarheid van de terugwerkende kracht van het ontworpen besluit met inzonderheid het eigendomsrecht en het gelijkheidsbeginsel en het discriminatieverbod.

De kamer was samengesteld uit : De heren : W. Deroover, voorzitter;

D. Albrecht en P. Lemmens, staatsraden;

A. Alen en Mevr. Y. Merchiers, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevr. A. Becker, griffier.

De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer W. Deroover.

Het verslag werd uitgebracht door de heer G. Van Haegendoren, auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer J. Drijkoningen, referendaris.

De griffier, A. Beckers.

De voorzitter, W. Deroover. 8 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector in toepassing van artikel 3, 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, inzonderheid op artikel 12, gewijzigd bij de koninklijke besluiten nr. 280 van 30 maart 1984 en nr. 419 van 16 juli 1986 en op artikel 13, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 november 1971 en 28 juni 1990 en bij de wet van 30 maart 1994;

Gelet op de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, inzonderheid op artikel 3, 1, 4°;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 januari 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 14 april 1997;

Gelet op het protocol nr. 95/2 van 3 juli 1997 van het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 84, eerste lid, 2°, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat het besluit zo spoedig mogelijk moet in werking treden teneinde de nodige maatregelen te nemen voor de vrijwaring van het financieel evenwicht van het stelsel van de sociale zekerheid;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 juli 1997 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 12, 1, tweede lid, van de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, vervangen bij het koninklijk besluit nr. 419 van 16 juli 1986, wordt het percentage "10 pct." vervangen door het percentage "16 pct."

Art. 2.In artikel 13, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 30 maart 1994, wordt het percentage "10 pct." vervangen door het percentage "16 pct."

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 8 augustus 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT

^