Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 januari 2004
gepubliceerd op 30 januari 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de uitvoering van het kaderakkoord 2001-2005 voor de non-profitsector van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel - 1e fase effectief op 1 oktober 2001 (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004200024
pub.
30/01/2004
prom.
08/01/2004
ELI
eli/besluit/2004/01/08/2004200024/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 JANUARI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de uitvoering van het kaderakkoord 2001-2005 voor de non-profitsector van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel - 1e fase effectief op 1 oktober 2001 (sector "milieux d'accueil d'enfants") (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten, betreffende de uitvoering van het kaderakkoord 2001-2005 voor de non-profitsector van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel - 1e fase effectief op 1 oktober 2001 (sector "milieux d'accueil d'enfants").

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 januari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage- Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 Uitvoering van het kaderakkoord 2001-2005 voor de non-profitsector van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel - 1e fase effectief op 1 oktober 2001 (sector "milieu d'accueil d'enfants") (Overeenkomst geregistreerd op 18 april 2002 onder het nummer 62123/CO/305.02) Gelet op het kaderakkoord 2001-2005 voor de non-profitsector van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel van 29 juni 2000, gesloten tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de vertegenwoordigers van de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties, wordt tussen de ondertekende partijen het volgende overeengekomen :

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de kinderkribben, peutertuinen, diensten voor omkaderde thuisoppas, gemeentelijke huizen voor kinderopvang, diensten voor thuisoppas van zieke kinderen, diensten voor buitenschoolse kinderopvang en gelijkaardige inrichtingen en diensten voor kinderopvang die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en diensten.

Art. 2.Als werknemers die recht hebben op de voordelen bepaald in het volgende artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, moeten worden beschouwd : alle mannelijke en vrouwelijke bedienden en arbeiders, tewerkgesteld in de in artikel 1 opgesomde inrichtingen en diensten.

Art. 3.Evenwel kan voor de werknemers die tewerkgesteld zijn in de in artikel 1 opgesomde inrichtingen en diensten maar die ten laste vallen van andere overheden dan de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel, medeondertekenaar van het kaderakkoord van 29 juni 2000, de toekenning van het geheel of een deel van de door deze collectieve arbeidsovereenkomst toegekende voordelen uitgesteld worden tot de hiervoor nodige middelen gewaarborgd worden.

Over de modaliteiten van dit uitstel zal worden overlegd in een comité ad hoc dat zal worden opgericht door het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en dat zal bestaan uit de gemachtigde vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers vermeld in artikel 1.

Art. 4.Bij toepassing van de bepalingen van het kaderakkoord van 29 juni 2000 komen de ondertekende partijen overeen de volgende voordelen toe te kennen : 1o Een herwaardering van de loonschalen berekend op basis van de overeenstemmende loonschalen van de personeelsleden van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, zoals vastgesteld door het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap (Belgisch Staatsblad 29 augustus 1996 - blz. 22948 tot 22976). 2o De toekenning van 4 bijkomende vakantiedagen bovenop de 20 wettelijke vakantiedagen per jaar (stelsel van de vijfdagenweek). In geval van deeltijdse arbeid wordt dit voordeel toegekend pro rata temporis. 3o De toekenning van een bijkomende vakantiedag ter gelegenheid van het feest van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel. Deze bijkomende vakantiedag wordt jaarlijks genomen op 27 september of op gelijk welke andere werkdag in de loop van het jaar, in gemeen overleg vastgelegd in de inrichting of dienst.

Art. 5.De herwaardering van de loonschalen waarvan sprake in het artikel 4, 1o is de eerste van 5 opeenvolgende fasen van de harmonisering van de loonschalen waarin het kaderakkoord van 29 juni 2000 voorziet ten gunste van de verschillende subsectors van de non-profit die tot de bevoegdheid behoren van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel, gespreid over de periode van 2001 tot 2005.

Het is de bedoeling om, na de verwezenlijking van het aldus vastgelegde meerjarenprogramma 2001/2005, tot een harmonisering te komen op het niveau van het Paritair Subcomité voor de privé-ziekenhuizen.

Art. 6.§ 1. In een eerste fase, die van kracht wordt op 1 oktober 2001, komen de ondertekenende partijen overeen de inspanning te concretiseren die moet leiden tot het gelijkschakelen van de loonschalen van het personeel van de diensten voor kinderopvang met de overeenstemmende loonschalen van de AHL (Algemene Herziening van de Loonschalen) voor het overheidspersoneel van de gemeenschap. § 2. Volgens de loonschalen wordt de gelijkschakeling met de ALH geheel of gedeeltelijk verworven, afhankelijk van de grootte van de inhaalbeweging. § 3. De in deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde loonschalen hebben respectievelijk betrekking op het omkaderingspersoneel, het administratief personeel en het intendancepersoneel.

Het omkaderingspersoneel : Het gaat om de volgende functies : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De herwaarderingsmaatregel wordt berekend op 50 pct. van het te overbruggen verschil.

Art. 7.§ 1. De loonschalen waarvan sprake in artikel 6 worden als bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst gevoegd. Zij geven de lonen weer op jaarbasis 100 pct. (op 1 januari 1990) in Belgische franken (bedragen geldig tot 31 december 2001) en in euros. Op de datum van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden ze uitbetaald tegen 126,82 pct. en gekoppeld aan het spilindexcijfer 107,30 (basis 1996 = 100). § 2. Zij evolueren overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, en tegemoetkomingen ten laste van de Openbare Schatkist, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971).

Art. 8.De werkgever past de voorziene loonschaalanciënniteit toe op de werknemers die in de inrichting of dienst tewerkgesteld zijn, ongeacht het tewerkstellingsstatuut of de gepresteerde arbeidstijd.

Voor de in de inrichting of dienst tewerkgestelde werknemers die voor de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bij de werkgever en/of bij vorige werknemers deeltijdse prestaties of prestaties in het kader van de "programma's ter beperking van de werkloosheid" hebben verricht, kan de gehele of gedeeltelijke valorisatie van deze prestaties echter afhankelijk zijn van de waarborg dat zij door de subsidiërende overheid ten laste zullen worden genomen.

Art. 9.Bij een nieuwe indienstneming en op voorwaarde van een voldoende tenlasteneming door de subsidiërende overheid, valoriseert de werkgever de bij de vorige werkgevers verworven loopbaan-anciënniteit, ongeacht het tewerkstellingsstatuut of de gepresteerde arbeidstijd, voorzover zij een ervaring dekt in dezelfde functie, volgens de vereiste bekwaamheid of het gevraagde diploma, of een ervaring die als gelijkwaardig wordt beschouwd.

Art. 10.Het gewaarborgd minimumloon voor de werknemers is hetzelfde als het geldende minimumloon voor de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten.

Aan basis 100 pct. (op 1 januari 1990) beloopt dit 37 710 BEF per maand en 229 BEF per uur.

Aan basis 100 pct. is dit 934,81 EUR per maand en 5,6770 EUR per uur.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2001. Voor wat betreft de toekenning van de bijkomende vakantiedagen voorzien in het artikel 4, 2o en 3o, kan de uitwerking worden uitgesteld tot 1 januari 2002.

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend door middel van een aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten die er de ondertekenende partijen van op de hoogte brengt.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

Bijlage I bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten betreffende uitvoering van het raamakkoord 2001-2005 voor de non-profitsector van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel - 1e fase effectief op 1 oktober 2001 (sector "milieux d'accueil d'enfants").

Loonschalen Jaarbasis aan 100 pct. herzien op 1 oktober 2001 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Overeenkomstig de bepalingen in artikel 4 tot 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, worden de hierboven vermelde bedragen berekend met verwijzing naar de « RGB - Révision générale des Barèmes van toepassing op de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De opwaardering die is gebeurd in de 1e fase van het akkoord 2001/2005 dekt een gedeeltelijke of totale aanpassing van het RGB van het communautaire openbaar ambt volgens het belang van de spreiding die aangepast moet worden : Loonschalen (1) en (2) : gedeeltelijke aanpassing aan 71 pct.

Loonschaal (3) : volledige aanpassing aan 100 pct.

Er wordt niet voorzien in een aanpassing betreffende de loonschalen van de kleuteronderwijzers.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

Bijlage II bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten betreffende uitvoering van het raamakkoord 2001-2005 voor de non-profitsector van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel - 1e fase effectief op 1 oktober 2001 (sector "milieux d'accueil d'enfants").

Loonschalen Jaarbasis aan 100 pct.

Geherwaardeerd op 1 oktober 2001 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Overeenkomstig de bepalingen in artikel 4 tot 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, worden de hierboven vermelde bedragen berekend met verwijzing naar de « RGB - Révision générale des Barèmes », van toepassing op de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De herwaardering die gebeurt in de 1e fase van het akkoord 2001/2005 dekt een gedeeltelijke of gehele aanpassing op het RGB van het communautair openbaar ambt volgens het belang van de spreiding die moet aangepast worden : Loonschaal (4) : gedeeltelijke aanpassing gespreid van 33,33 pct. (anciënniteit van 0 tot 4 jaar) tot 25 pct. (anciënniteit 5 jaar) en 16,67 pct. vanaf 7 jaar anciënniteit;

Loonschaal (5) : gedeeltelijke aanpassing tot 50 pct.

Gewaarborgd minimumloon op 21 jaar (aan 100 pct.) : 37 710 BEF per maand of 934,81 EUR, 229 BEF per uur of 5,6770 EUR. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

Bijlage III bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten betreffende uitvoering van het raamakkoord 2001-2005 voor de non-profitsector van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel - 1e fase effectief op 1 oktober 2001 (sector "milieux d'accueil d'enfants").

Loonschalen Geïndexeerd maandbedrag - Herwaardering op 1 oktober 2001 Spilindex : 107,30 (1996 = 100) Liquidatiepercentage : 126,82 pct.

Van kracht vanaf 1 juni 2001 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Overeenkomstig de bepalingen in artikelen 4 tot 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, worden de hierboven vermelde bedragen berekend met verwijzing naar de « RGB - Révision générale des Barèmes », van toepassing op de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De opwaardering die is gebeurd in de 1e fase van het akkoord 2001/2005 dekt een gedeeltelijke of totale aanpassing van het RGB van het communautaire openbaar ambt volgens het belang van de spreiding die aangepast moet worden : Loonschalen (1) en (2) : gedeeltelijke aanpassing aan 71 pct.

Loonschaal (3) : volledige aanpassing aan 100 pct.

Er wordt niet voorzien in een aanpassing betreffende de loonschalen van de kleuteronderwijzers.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

Bijlage IV bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001 gesloten in het Paritair Subcomité voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten betreffende uitvoering van het raamakkoord 2001-2005 voor de non-profitsector van de Franse Gemeenschap Wallonië-Brussel - 1e fase effectief op 1 oktober 2001 (sector "milieux d'accueil d'enfants").

Loonschalen Geïndexeerd maandbedrag of uurloon Herwaardering op 1 oktober 2001 Spilindex : 107,30 (1996 = 100) Liquidatiepercentage : 126,82 pct.

Van kracht vanaf 1 juni 2001 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Overeenkomstig de bepalingen in artikelen 4 tot 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2001, worden de hierboven vermelde bedragen berekend met verwijzing naar de « RGB - Révision générale des Barèmes », van toepassing op de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De opwaardering die is gebeurd in de 1e fase van het akkoord 2001/2005 dekt een gedeeltelijke of totale aanpassing van het RGB van het communautaire openbaar ambt volgens het belang van de spreiding die aangepast moet worden : Loonschaal (4) : gedeeltelijke aanpassing gespreid van 33,33 pct. (anciënniteit van 0 tot 4 jaar) tot 25 pct. (anciënniteit 5 jaar) en 16,67 pct. vanaf 7 jaar anciënniteit;

Loonschaal (5) : gedeeltelijke aanpassing tot 50 pct.

Gewaarborgd minimumloon op 21 jaar (aan 100 pct.) : 47 824 BEF per maand of 1.185,52 EUR, 290,42 BEF per uur of 7,1995 EUR. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 8 januari 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^