Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 januari 2017
gepubliceerd op 20 januari 2017

Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2017010076
pub.
20/01/2017
prom.
08/01/2017
ELI
eli/besluit/2017/01/08/2017010076/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JANUARI 2017. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, artikel 15, § 3, laatst gewijzigd bij de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten en artikel 20, § 1, vijfde lid, vervangen bij de wet van 30 maart 1994 en gewijzigd bij de wet van 23 december 2009;

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wetten van 22 augustus 2002 en 29 maart 2012;

Gelet op de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen, artikel 17;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en de meewerkende echtgenoten;

Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité voor het Sociaal Statuut der Zelfstandigen, gegeven op 22 september 2016;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 27 september 2016;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 6 juli 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 14 juli 2016;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies nr. 60.506/1 van de Raad van State, gegeven op 16 december 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hoofdstuk 1. - Inleidende bepaling

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "het koninklijk besluit nr.38": het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen; 2° "de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten": de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen;3° "het koninklijk besluit van 20 juli 1971": het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten;4° "de zelfstandige": de zelfstandige bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit nr.38; 5° "de helper": de helper bedoeld in artikel 6 van het koninklijk besluit nr.38, die geen meewerkende echtgenoot is; 6° "de meewerkende echtgenoot": de meewerkende echtgenoot bedoeld in artikel 7bis van het koninklijk besluit nr.38; 7° "het overbruggingsrecht": het overbruggingsrecht bedoeld in artikel 3 van de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten;8° "de aanvrager": de zelfstandige, helper of meewerkende echtgenoot die een aanvraag indient tot het bekomen van het overbruggingsrecht;9° "het sociaal verzekeringsfonds": de sociale verzekeringskas voor zelfstandigen bedoeld in artikel 20, §§ 1 en 3, van het koninklijk besluit nr.38; 10° "de Commissie voor vrijstelling van bijdragen": de Commissie voor vrijstelling van bijdragen bedoeld in artikel 22 van het koninklijk besluit nr.38; 11° "de stopzetting": de officiële stopzetting van de zelfstandige activiteit door de zelfstandige, helper of meewerkende echtgenoot, zoals geregistreerd door zijn sociaal verzekeringsfonds;12° "de financiële uitkering": de krachtens de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten toegekende uitkering;13° "de sociale rechten": de krachtens de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten toegekende rechten. Hoofdstuk 2. - Het overbruggingsrecht in de gevallen bedoeld in artikel 4, 3°, van de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten

Art. 2.§ 1. Om het overbruggingsrecht in de gevallen bedoeld in artikel 4, 3°, van de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten te genieten, moet de aanvrager het slachtoffer zijn van één van de volgende situaties die, onafhankelijk van zijn wil, de uitoefening van elke zelfstandige activiteit tijdelijk of definitief onmogelijk heeft gemaakt: 1° Een natuurramp. Onder "natuurramp" wordt verstaan: a) elk natuurverschijnsel met uitzonderlijk karakter in de zin van artikel 2, § 1, van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen;b) elke natuurramp in de zin van artikel 124 van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen type wet prom. 04/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014022168 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders sluiten betreffende de verzekeringen; die de voor professioneel gebruik bedoelde gebouwen of de professionele uitrusting van de zelfstandige en, indien van toepassing, van zijn helper en/of meewerkende echtgenoot heeft beschadigd. 2° Een brand. Onder "brand" wordt verstaan: elke gebeurtenis bedoeld in 115 van voornoemde wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 30/04/2014 numac 2014011239 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet betreffende de verzekeringen type wet prom. 04/04/2014 pub. 05/05/2014 numac 2014022168 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet tot wijziging van de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders sluiten, die de voor professioneel gebruik bedoelde gebouwen of de professionele uitrusting van de zelfstandige en, indien van toepassing, van zijn helper en/of meewerkende echtgenoot heeft beschadigd. 3° Een vernieling. Onder "vernieling" wordt verstaan: elke vernieling van de voor professioneel gebruik bedoelde gebouwen of de professionele uitrusting van de zelfstandige en, indien van toepassing, van zijn helper en/of meewerkende echtgenoot ten gevolge van een gebeurtenis, anders dan deze bedoeld onder 1° en 2° en die door een derde is veroorzaakt. 4° Een allergie. Onder "allergie" wordt verstaan: elke allergie waaraan de aanvrager lijdt. De volgende cumulatieve voorwaarden moeten voldaan zijn: a) de allergie werd erkend door de adviserend geneesheer van zijn verzekeringsinstelling, bedoeld in artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971;b) de allergie is veroorzaakt door de uitoefening van de specifieke zelfstandige activiteit van de aanvrager en c) de aanvrager wordt, na het uitputten van zijn rechten op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen gedurende het tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid bedoeld in artikel 6, 1° en 2°, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971, op grond van een beslissing van het bevoegde medische orgaan niet erkend tijdens het tijdvak van invaliditeit bedoeld in artikel 6, 3°, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971. § 2. Onverminderd paragraaf 1, komen de helper en meewerkende echtgenoot slechts in aanmerking om het overbruggingsrecht in geval van natuurramp, brand of vernieling te genieten, indien ook de geholpen zelfstandige het slachtoffer is van de desbetreffende situatie. Dezelfde situatie moet de uitoefening van elke zelfstandige activiteit van zowel de geholpen zelfstandige, als zijn helper en/of meewerkende echtgenoot tijdelijk of definitief onmogelijk hebben gemaakt, onafhankelijk van hun wil.

In geval van allergie komt enkel de door de allergie getroffen zelfstandige, helper of meewerkende echtgenoot, van wie elke zelfstandige activiteit tijdelijk of definitief onmogelijk werd gemaakt, onafhankelijk van zijn wil, in aanmerking om het overbruggingsrecht te genieten.

Art. 3.§ 1. De onderbreking van de zelfstandige activiteit naar aanleiding van de in artikel 2, § 1, 1° tot 3°, bedoelde situaties vangt aan op de datum waarop de desbetreffende situatie zich voordoet. § 2. De onderbreking van de zelfstandige activiteit naar aanleiding van de in artikel 2, § 1, 4°, bedoelde situatie wordt geacht aan te vangen op de datum waarop de aanvrager niet erkend wordt tijdens het tijdvak van invaliditeit bedoeld in artikel 6, 3°, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971.

Art. 4.§ 1. Bij de in artikel 8 van de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten bedoelde aanvraag voegt de aanvrager een reeks documenten die toelaten de in artikel 2, § 1, bedoelde situatie, waarvan hij het slachtoffer is en de gedwongen onderbreking van zijn zelfstandige activiteit die eruit voortvloeit, vast te stellen. § 2. De aanvrager bezorgt onmiddellijk elk later verkregen document met betrekking tot de in artikel 2, § 1, bedoelde situatie aan zijn sociaal verzekeringsfonds.

Art. 5.Het sociaal verzekeringsfonds gaat na of de in artikel 2 bedoelde voorwaarden vervuld zijn, op basis van de in artikel 4 bedoelde documenten.

Tot bewijs van het tegendeel worden de voorwaarden geacht vervuld te zijn, wanneer: 1° in geval van de in artikel 2, § 1, 1° tot 3°, bedoelde situaties, afdoende documenten toelaten om vast te stellen dat: a) de situatie zich heeft voorgedaan op een bepaalde datum en b) de situatie de oorzaak is van de schade die de voor professioneel gebruik bedoelde gebouwen of de professionele uitrusting van de zelfstandige en, indien van toepassing, van zijn helper en/of meewerkende echtgenoot, heeft getroffen en c) de situatie de oorzaak is van de tijdelijke of definitieve onmogelijkheid van de zelfstandige en, indien van toepassing, van zijn helper en/of meewerkende echtgenoot om elke zelfstandige activiteit verder te zetten vanaf de onder a) vermelde datum;2° in geval van een in artikel 2, § 1, 4°, bedoelde situatie, documenten van het bevoegde medische orgaan toelaten om vast te stellen dat: a) de allergie van de aanvrager veroorzaakt is door de uitoefening van zijn specifieke zelfstandige activiteit en onverenigbaar is met het verder zetten van die specifieke zelfstandige activiteit en b) de aanvrager, na het uitputten van zijn rechten op arbeidsongeschiktheidsuitkeringen gedurende het tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid bedoeld in artikel 6, 1° en 2°, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971, niet erkend wordt tijdens het tijdvak van invaliditeit bedoeld in artikel 6, 3°, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971. Hoofdstuk 3. - Het overbruggingsrecht in de gevallen bedoeld in artikel 4, 4°, van de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten

Art. 6.§ 1. Om het overbruggingsrecht in de gevallen bedoeld in artikel 4, 4°, van de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten te genieten, moet de aanvrager de volgende cumulatieve voorwaarden vervullen : 1° elke zelfstandige activiteit officieel stopzetten en 2° zich in economische moeilijkheden bevinden. § 2. De zelfstandige, helper of meewerkende echtgenoot bevindt zich in economische moeilijkheden, indien hij zich in één van de volgende situaties bevindt: 1° hij ontvangt op het ogenblik van de stopzetting van zijn zelfstandige activiteit een leefloon, overeenkomstig de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie;2° hij heeft in de periode van twaalf maanden voorafgaand aan de maand van de stopzetting, in het kader van een procedure voor de Commissie voor vrijstelling van bijdragen, een beslissing tot volledige of gedeeltelijke vrijstelling van bijdragebetaling bekomen;3° hij beschikt over een inkomen dat de minimale bijdragedrempel, beoogd in artikel 12 van het koninklijk besluit nr.38, niet overschrijdt, zowel tijdens het jaar van de stopzetting, als in het daaraan voorafgaande jaar: a) voor de zelfstandige en de helper betreft het de minimale bijdragedrempel beoogd in artikel 12, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit nr.38; b) voor de meewerkende echtgenoot betreft het de minimale bijdragedrempel beoogd in artikel 12, § 1ter, eerste lid, van het koninklijk besluit nr.38.

De helper en de meewerkende echtgenoot komen evenwel slechts in aanmerking om het overbruggingsrecht te genieten in de situatie onder 3°, indien ook de geholpen zelfstandige kan aantonen dat zijn inkomen tijdens dezelfde periode de minimale bijdragedrempel beoogd in a) niet overschrijdt.

De minister bevoegd voor de Zelfstandigen kan bijkomende voorwaarden bepalen in het geval de aanvrager op het ogenblik van zijn stopzetting, als zaakvoerder, bestuurder of werkend vennoot verzekeringsplichtig was in het sociaal statuut van de zelfstandigen.

Deze voorwaarden houden verband met de ontbinding en vereffening van de vennootschap en de hoogte van de inkomsten en vermogensvoordelen uit de vennootschap, andere dan deze die bedoeld zijn in het eerste lid, 3°, waarvan zij genoten hebben tijdens het jaar voorafgaand aan de stopzetting, tijdens het jaar van de stopzetting of in het kader van de vereffening van de vennootschap.

Art. 7.§ 1. Het sociaal verzekeringsfonds is gehouden de in artikel 6 bedoelde situatie waarin de aanvrager zich bevindt te verifiëren aan de hand van volgende bewijsstukken: 1° in geval van een in artikel 6, § 2, 1°, bedoelde situatie: een attest van het bevoegde Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn;2° in geval van een in artikel 6, § 2, 2°, bedoelde situatie: de beslissing van de Commissie voor vrijstelling van bijdragen tot toekenning van een volledige of gedeeltelijke vrijstelling van bijdragebetaling;3° in geval van een in artikel 6, § 2, 3°, bedoelde situatie: objectieve elementen die aannemelijk maken dat het inkomen van de zelfstandige en, indien van toepassing, van de helper en/of meewerkende echtgenoot zich onder de minimale bijdragedrempel bevindt. In geval van een vennootschap, kan de Minister bevoegd voor de Zelfstandigen aanvullende bewijsstukken opleggen. § 2. Enkel wanneer het sociaal verzekeringsfonds zelf niet over deze informatie beschikt, moet de aanvrager deze bewijsstukken bij zijn in artikel 8 van de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten bedoelde aanvraag voegen.

Art. 8.Onverminderd de toepassing van artikel 5, § 1, en artikel 7, § 3, van de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten moet de aanvrager die zich in één van de in artikel 6 bedoelde situaties bevindt, om het overbruggingsrecht te genieten, een minimum aantal kwartalen bewijzen over zijn volledige loopbaan waarvoor pensioenrechten worden geopend overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen: 1° in het geval de aanvrager minder dan acht kwartalen kan aantonen, heeft hij geen recht op het overbruggingsrecht;2° in het geval de aanvrager minstens acht kwartalen kan aantonen, maar minder dan twintig, heeft hij recht op a) de financiële uitkering gedurende maximaal drie maanden en b) de sociale rechten gedurende maximaal één kwartaal;3° in het geval de aanvrager minstens twintig kwartalen kan aantonen, maar minder dan zestig, heeft hij recht op a) de financiële uitkering gedurende maximaal zes maanden en b) de sociale rechten gedurende maximaal twee kwartalen;4° in het geval de aanvrager minstens zestig kwartalen kan aantonen, heeft hij recht op a) de financiële uitkering gedurende maximaal twaalf maanden en b) de sociale rechten gedurende maximaal vier kwartalen. Hoofdstuk 4. - Wijzigingsbepalingen Afdeling 1. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 19 december

1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen

Art. 9.Artikel 50, § 4, van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 13/03/2013 pub. 15/05/2013 numac 2013012070 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 december 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw, tot wijziging van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en van het pensioenreglement type koninklijk besluit prom. 13/03/2013 pub. 15/05/2013 numac 2013012091 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 januari 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, tot uitvoering van het protocolakkoord gesloten op 24 november 2011 type koninklijk besluit prom. 13/03/2013 pub. 15/05/2013 numac 2013012082 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2011, gesloten in het Paritair Comité voor het glasbedrijf, betreffende de arbeids- en loonvoorwaarden, de akkoorden voor de werkgelegenheid en de vorming en andere arbeidsmodaliteiten in de sector van de spiegelmakerij en de fabricage van kunstramen sluiten, wordt vervangen als volgt: " § 4. De zelfstandigen zijn geen enkele bijdrage verschuldigd voor de kwartalen waarvoor zij, in de gevallen bedoeld in artikel 4, 3°, van de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen, het behoud van de sociale rechten in het kader van het overbruggingsrecht genieten, bedoeld in artikel 3, 2°, van voornoemde wet.".

Art. 10.In artikel 51, § 1, van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 juli 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/07/2009 pub. 10/07/2009 numac 2009011299 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen en van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, betreffende het onvoorwaardelijk pensioen sluiten, worden de woorden "de sociale verzekering in geval van faillissement" vervangen door de woorden "het overbruggingsrecht". Afdeling 2. - Wijzigingen van het koninklijk besluit van 20 juli 1971

houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en de meewerkende echtgenoten

Art. 11.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en de meewerkende echtgenoten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 21 februari 2010 en 13 maart 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de bepaling onder 5° worden de woorden " § 3 en § 4" geschrapt; 2° een bepaling onder 6° wordt ingevoegd, luidende : "6° De zelfstandige beoogd in 1° of de meewerkende echtgenoot beoogd in 4° die het behoud van de sociale rechten in het kader van het overbruggingsrecht geniet, bedoeld in artikel 3, 2°, van de wet van 22 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2016 pub. 06/01/2017 numac 2016022509 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen sluiten houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen.".

Hoofdstuk 5. - Overgangs- en inwerkingtredingsbepalingen

Art. 12.Dit besluit is van toepassing op : 1° de in artikel 3 bedoelde onderbrekingen die aanvangen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit;2° de in artikel 6, § 1, 1°, bedoelde stopzettingen die plaatsvinden vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2017.

Art. 14.De minister bevoegd voor de Zelfstandigen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 januari 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE BLOCK De Minister van Zelfstandigen, W. BORSUS

^