Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 juli 2011
gepubliceerd op 25 juli 2011

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 10, § 1, derde lid, van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de pensioenen van het benoemd personeel van de plaatselijke besturen voor de jaren 2008 en 2009

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2011022251
pub.
25/07/2011
prom.
08/07/2011
ELI
eli/besluit/2011/07/08/2011022251/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 JULI 2011. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 10, § 1, derde lid, van de wet van 6 augustus 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/08/1993 pub. 18/12/1998 numac 1998015163 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 148 betreffende de bescherming van de werknemers tegen beroepsrisico's op de werkplaatsen als gevolg van luchtverontreiniging, lawaai en trillingen, aangenomen te Genève op 20 juni 1977 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar drieënzestigste zitting type wet prom. 06/08/1993 pub. 04/06/2015 numac 2015000253 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende goedkeuring en uitvoering van het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, opgemaakt te Brussel op 18 december 1971, en houdende uitvoering van de Protocollen bij dit Verdrag, opgemaakt te Londen op 27 november 1992 en 16 mei 2003. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de pensioenen van het benoemd personeel van de plaatselijke besturen voor de jaren 2008 en 2009


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 6 augustus 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/08/1993 pub. 18/12/1998 numac 1998015163 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 148 betreffende de bescherming van de werknemers tegen beroepsrisico's op de werkplaatsen als gevolg van luchtverontreiniging, lawaai en trillingen, aangenomen te Genève op 20 juni 1977 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar drieënzestigste zitting type wet prom. 06/08/1993 pub. 04/06/2015 numac 2015000253 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende goedkeuring en uitvoering van het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, opgemaakt te Brussel op 18 december 1971, en houdende uitvoering van de Protocollen bij dit Verdrag, opgemaakt te Londen op 27 november 1992 en 16 mei 2003. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de pensioenen van het benoemd personeel van de plaatselijke besturen, inzonderheid artikel 10, § 1, derde lid;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten, gegeven op 11 oktober 2010;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 november 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 16 december 2010;

Gelet op het advies 48.283/2 van de Raad van State gegeven op 16 maart 2011 met toepassing van artikel 84, § 1, 1e lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat voor de jaren 2008 en 2009 het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen (pool 1) op 31 december 2009 een gecumuleerd negatief saldo van 172.890.194,13 euro optekent;

Overwegende dat voor de jaren 2008 en 2009 het stelsel van de nieuwe bij de Rijksdienst aangeslotenen (pool 2) op 31 december 2009 een gecumuleerd negatief saldo van 266.077.363,45 euro optekent;

Overwegende dat het saldo van het egalisatiefonds op 31 december 2009 362.314.336,17 euro bedraagt en dus niet toelaat om zowel het deficit van pool 2 als dat van pool 1 te dekken op die datum;

Overwegende dat in tegenstelling tot pool 1, die over een reservefonds beschikt, pool 2 over geen enkele reserve beschikt;

Overwegende dat krachtens artikel 10, § 1, 1e lid van voornoemde wet van 6 augustus 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/08/1993 pub. 18/12/1998 numac 1998015163 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 148 betreffende de bescherming van de werknemers tegen beroepsrisico's op de werkplaatsen als gevolg van luchtverontreiniging, lawaai en trillingen, aangenomen te Genève op 20 juni 1977 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar drieënzestigste zitting type wet prom. 06/08/1993 pub. 04/06/2015 numac 2015000253 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende goedkeuring en uitvoering van het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, opgemaakt te Brussel op 18 december 1971, en houdende uitvoering van de Protocollen bij dit Verdrag, opgemaakt te Londen op 27 november 1992 en 16 mei 2003. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, de opbrengst van het fonds voor egalisatie van het percentage van de pensioenbijdragen kan worden besteed voor de financiering van hetzij het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen, hetzij het stelsel van de nieuwe bij de Rijksdienst aangeslotenen, teneinde bij te dragen tot de overeenstemming van de bijdragepercentages die eigen zijn aan die twee stelsels;

Overwegende dat de bijdragevoeten van het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de plaatselijke besturen (pool 1) en van het stelsel van de nieuwe bij de Rijksdienst aangeslotenen (pool 2) zowel voor het jaar 2008 als voor het jaar 2009 door het Beheerscomité van de RSZPPO werden vastgesteld op respectievelijk 27,5 % (pool 1) en 34,5 % (pool 2);

Overwegende dat het verschil tussen de bijdragevoeten van pool 1 en pool 2 dus 7 % is in 2008 en 2009 (34,5 % - 27,5 %) en dat de aanwending van het fonds in het uitsluitende voordeel van pool 2 vermijdt dat het verschil van 7 % tussen de vastgestelde bijdragevoeten verder oploopt;

Overwegende dat, aangezien pool 2 geen reserves heeft, er in afwachting van de hervorming van de wetgeving geen andere oplossing bestaat dan het egalisatiefonds overeenkomstig zijn wettelijk doel aan te wenden om de deficits van pool 2 voor de jaren 2008 en 2009 te dekken;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, van Onze Minister van Werk, van Onze Minister van Pensioenen en van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De opbrengst van het fonds voor egalisatie van het percentage van de pensioenbijdragen, dat bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten ingesteld is bij artikel 10 van de wet van 6 augustus 1993Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/08/1993 pub. 18/12/1998 numac 1998015163 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Verdrag nr. 148 betreffende de bescherming van de werknemers tegen beroepsrisico's op de werkplaatsen als gevolg van luchtverontreiniging, lawaai en trillingen, aangenomen te Genève op 20 juni 1977 door de Internationale Arbeidsconferentie tijdens haar drieënzestigste zitting type wet prom. 06/08/1993 pub. 04/06/2015 numac 2015000253 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende goedkeuring en uitvoering van het Internationaal Verdrag ter oprichting van een internationaal fonds voor vergoeding van schade door verontreiniging door olie, opgemaakt te Brussel op 18 december 1971, en houdende uitvoering van de Protocollen bij dit Verdrag, opgemaakt te Londen op 27 november 1992 en 16 mei 2003. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de pensioenen van het benoemd personeel van de plaatselijke besturen wordt aangewend tot dekking van de tekorten van het stelsel van de nieuwe bij de Rijksdienst aangeslotenen voor de jaren 2008 en 2009, die respectievelijk 124.953.670,00 euro en 141.123.693,45 euro belopen.

Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken, Onze Minister van Werk, Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 juli 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Werk, Mevr. J. MILQUET De Minister van Pensioenen, M. DAERDEN De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM

^