Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 08 oktober 2004
gepubliceerd op 03 november 2004

Koninklijk besluit betreffende het presentiegeld toegekend aan de leden van de Nationale Tuchtraad

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2004009738
pub.
03/11/2004
prom.
08/10/2004
ELI
eli/besluit/2004/10/08/2004009738/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

8 OKTOBER 2004. - Koninklijk besluit betreffende het presentiegeld toegekend aan de leden van de Nationale Tuchtraad


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 409, gewijzigd bij wet van 7 juli 2002 tot wijziging van deel II, boek II, titel V, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht en tot intrekking van de wet van 7 mei 1999 tot wijziging, wat het tuchtrecht voor de leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek en door de wet van 22 december 2003 houdende diverse bepalingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 2003 tot vaststelling van het aantal plaatsvervangers en van de regels die gelden bij de vervanging van de vaste leden van de Nationale Tuchtraad, tot bepaling van de wijze van de verkiezingen, van de loting en van de aanwijzingen, alsmede van het aantal bij loting aan te wijzen leden en tot vaststelling van de datum van gedeeltelijke inwerkingtreding van artikel 9 van de wet van 7 juli 2002 tot wijziging van deel II, boek II, titel V, van het Gerechtelijk Wetboek betreffende de tucht en tot intrekking van de wet van 7 mei 1999 tot wijziging, wat het tuchtrecht voor leden van de Rechterlijke Orde betreft, van het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 41.

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 september 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 23 oktober 2003;

Gelet op het advies 36.948/2 van de Raad van State, gegeven op 9 juni 2004;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en van Onze Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het presentiegeld toegekend op grond van artikel 409, § 10, van het Gerechtelijk Wetboek aan de leden van de Nationale Tuchtraad wordt vastgesteld op 50 euro per zitting van ten minste 3 uur. Dit bedrag is onderworpen aan de mobiliteitsregeling voor de bezoldiging van het rijkspersoneel in actieve dienst en wordt gekoppeld aan de spilindex 138,01.

Art. 2.In geval de zittingen minder dan drie uur duren, wordt het presentiegeld met de helft verminderd.

Art. 3.De aanvraag tot betaling van het presentiegeld wordt, gedagtekend en ondertekend, in drie exemplaren toegestuurd aan de Minister van Justitie. Die aanvraag wordt per kalendertrimester opgemaakt. Ze vermeldt de hoedanigheid van de belanghebbende, de data en de duur van de prestaties.

Zij moet eindigen met de woorden : « ik bevestig op de eer dat deze verklaring echt en volledig is ».

Art. 4.De secretaris van elk kamer van de Nationale Tuchtraad stuurt elke trimester een lijst van de zittingen en de namen van de vaste en plaatsvervangende leden die gezeteld hebben evenals de duur van de zittingen toe aan de Minister van Justitie.

Art. 5.Onze Minister bevoegd voor Justitie en Onze minister bevoegd voor Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 8 oktober 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE

^