Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 januari 2000
gepubliceerd op 03 maart 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022065
pub.
03/03/2000
prom.
09/01/2000
ELI
eli/besluit/2000/01/09/2000022065/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 2, op artikel 5, op artikel 18 en op artikel 20, § 4;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 27 september 1993, 4 december 1995 en 1 oktober 1997;

Gelet op de richtlijn 98/36/EG van de Commissie van 2 juni 1998 tot wijziging van richtlijn 96/5/EG inzake bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters;

Gelet op de richtlijn 99/39/EG van de Commissie van 6 mei 1999 tot wijziging van richtlijn 96/5/EG inzake bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen en babyvoeding voor zuigelingen en peuters;

Gelet op de richtlijn 99/50/EG van de Commissie van 25 mei 1999 tot wijziging van richtlijn 91/321/EG inzake volledige zuigelingenvoeding en opvolgzuigelingenvoeding;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat deze bepalingen zonder verwijl moeten vastgelegd worden overeenkomstig het dwingend advies van de Commissie van de Europese Gemeenschap van 19 maart 1999;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Na artikel 9 van het koninklijk besluit van 18 februari 1991 betreffende voedingsmiddelen bestemd voor bijzondere voeding wordt een nieuw artikel 9bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Artikel 9bis.Zijn als schadelijk te beschouwen in de zin van artikel 18 van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, de waren die niet voldoen aan de bepalingen van de punten 5.0.2.6. en 5.0.2.7. van de bijlage van dit besluit. »

Art. 2.Aan de bijlage van het voornoemde koninklijk besluit van 18 februari 1991 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° na punt 5.0.1.2. wordt het punt 5.0.1.3. opgenomen in de bijlage van dit besluit toegevoegd; 2° na punt 5.0.2.5. worden de punten 5.0.2.6. en 5.0.2.7. opgenomen in de bijlage van dit besluit toegevoegd; 3° de punten 5.3.2.1., 5.3.2.2., 5.3.2.3., 5.3.2.4., 5.3.2.5. en 5.4.2.1. worden respectievelijk vervangen door de punten 5.3.2.1., 5.3.2.2., 5.3.2.3., 5.3.2.4., 5.3.2.5. en 5.4.2.1. opgenomen in de bijlage van dit besluit.

Art. 3.Bij wijze van overgangsmaatregel en dit tot 1 januari 2000, mogen de voedingsmiddelen, die niet aan de bepalingen van artikel 2, 3° van dit besluit voldoen, in de handel worden gebracht mits ze voldoen aan de bepalingen van het voornoemde koninklijk besluit van 18 februari 1991.

Art. 4.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 januari 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET

Bijlage 5.0.1.3. Residuen van bestrijdingsmiddelen : de resten van bestrijdingsmiddelen of van gewasbeschermingsmiddelen alsmede de metabolieten, afbraakproducten of reactieproducten daarvan, die aanwezig zijn als contaminanten in en op een voedingsmiddel. 5.0.2.6. De waren mogen geen enkele stof bevatten in zodanige hoeveelheid dat daarmee de gezondheid van zuigelingen en van kleuters in gevaar wordt gebracht. 5.0.2.7. De waren mogen geen residuen van afzonderlijke bestrijdingsmiddelen bevatten met gehalten, die hoger liggen dan 0,01 mg/kg.

Deze aangegeven waarde heeft betrekking op de waren als aangeboden voor gebruik of als gereconstitueerd volgens de aanwijzingen van de fabrikant.

De analytische methoden ter bepaling van de gehalten voor residuen van bestrijdingsmiddelen zijn de algemeen aanvaarde gestandaardiseerde methoden. 5.3.2.1. Algemene samenstellingseisen. 1. Graangehalte Bewerkte voedingsmiddelen op basis van granen moeten voornamelijk gefabriceerd zijn uit één of meer gemalen graansoorten en/of zetmeelhoudende wortelproducten. Het gehalte aan graan en/of wortelproduct mag niet lager zijn dan 25 % (g/g) van het droge eindmengsel. 2. Mineralen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Ons bekend om te worden gevoegd bij Ons besluit van 9 januari 2000. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET

^