Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 januari 2003
gepubliceerd op 11 februari 2003

Koninklijk besluit tot vaststelling van de dotaties, bedoeld in Titel IV van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003012035
pub.
11/02/2003
prom.
09/01/2003
ELI
eli/besluit/2003/01/09/2003012035/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de dotaties, bedoeld in Titel IV van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profitsector


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, inzonderheid op artikel 35, § 5, derde lid, gewijzigd bij de wetten van 26 maart 1999, 24 december 1999, 30 december 2001 en 2 augustus 2002;

Gelet op de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 71, gewijzigd bij de wetten van 24 december 1999 en 30 december 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 december 2002;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 28 november 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 19 december 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het bedrag dat gestort wordt aan de sectorale fondsen opgericht in het kader van de Sociale Maribel voor het eerste semester 2003 moet worden vastgesteld om de verdere financiering van de bijkomende tewerkstelling die inmiddels gecreëerd werd niet in het gedrang te brengen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor het eerste semester van het jaar 2003, stort de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan de Fondsen Sociale Maribel de volgende bedragen : - Fonds voor de ziekenhuizen en de psychiatrische verzorgingstehuizen van de publieke sector aangesloten bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid : 6 002 544,45 EUR; - Fonds voor de privé-ziekenhuizen : 55 036 855,01 EUR; - Fonds voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten : 45 634 308,17 EUR; - Fonds voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp : 191 160,17 EUR; - Fonds voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap : 3 037 258,70 EUR; - Fonds voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap : 6 403 289,86 EUR; - Fonds voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten : 155 461,58 EUR; - Fonds voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap : 15 447 699,28 EUR; - Fonds voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Franse Gemeenschap : 8 738 092,52 EUR; - Fonds voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen Vlaanderen : 10 486 784,08 EUR; - Fonds social bruxellois Maribel social voor de bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen : 972 813,60 EUR; - Sociaal Fonds ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen (Wallonië) : 3 667 390,11 EUR; - Fonds voor de socio-culturele sector : 777 204,27 EUR; - Sociaal Fonds Sociale Maribel van de sociaal-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap : 6 088 100,14 EUR; - Fonds social maribel social du secteur socioculturel des Communauté française et germanophone : 6 088 100,14 EUR.

Art. 2.De bedragen zoals bepaald in artikel 1 van dit besluit door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid te storten aan de Sectorale Fondsen Sociale Maribel zoals bedoeld in artikel 15 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002, worden ten vroegste uitbetaald zodra aan de volgende twee voorwaarden voldaan is : 1° De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid is in het bezit van een brief uitgaande van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, waarin gesteld wordt dat voor de paritaire comités of paritaire subcomités zoals vermeld in artikel 1, 1° van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 collectieve arbeidsovereenkomsten zoals bedoeld in artikel 8 van hetzelfde besluit die overeenstemmen met het bevoegdheidsgebied van de voormelde paritaire comités of subcomités die uitwerking hebben vanaf 1 januari 2003 werden afgesloten;2° de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid is in het bezit van een brief uitgaande van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid, waarin gesteld wordt dat het Sectoraal Fonds Sociale Maribel zoals bedoeld in de artikelen 15 en 16 van hetzelfde besluit werd opgericht en in werking treedt op 1 januari 2003.

Art. 3.Voor het eerste semester van het jaar 2003, stort de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid aan het Fonds voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten de volgende bedragen : 1) voor de thuisverpleging : 9 299 404 EUR;2) voor de diensten van het bloed van het Rode Kruis : 3 321 216 EUR. De bedragen vermeld in dit artikel worden enkel aangewend voor de harmonisering en de verhoging van de barema's zoals voorzien in het akkoord voor de gezondheidssector van 1 maart 2000 gesloten tussen de Regering en de Sociale Gesprekspartners.

Art. 4.De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid stort aan het Fonds voor de openbare sector aangesloten bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid 217 133,80 EUR met toepassing van artikel 35, § 5, derde lid, 1°, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, gewijzigd bij de wetten van 30 december 2001 en 2 augustus 2002, en van artikel 71, 1° en 2°, van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, gewijzigd bij de wet van 30 december 2001.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.

Art. 6.Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 januari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^