Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 januari 2005
gepubliceerd op 19 januari 2005

Koninklijk besluit tot wijziging, op het stuk van de roerende voorheffing, van het KB/WIB 92, en van het koninklijk besluit van 26 mei 1994 betreffende de inhouding en de vergoeding van de roerende voorheffing overeenkomstig hoofdstuk I van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2005003017
pub.
19/01/2005
prom.
09/01/2005
ELI
eli/besluit/2005/01/09/2005003017/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 JANUARI 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging, op het stuk van de roerende voorheffing, van het KB/WIB 92, en van het koninklijk besluit van 26 mei 1994 betreffende de inhouding en de vergoeding van de roerende voorheffing overeenkomstig hoofdstuk I van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op artikel 266, gewijzigd bij de wetten van 6 juli 1994 en 4 april 1995;

Gelet op de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten, gewijzigd bij de wetten van 4 april en 15 juli 1998, inzonderheid op artikel 16;

Gelet op het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (KB/WIB 92), inzonderheid op artikel 107, § 2, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 mei 1994, 4 december 2000 en 16 mei 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 mei 1994 betreffende de inhouding en de vergoeding van de roerende voorheffing overeenkomstig hoofdstuk I van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 23 januari en 15 december 1995, 7 mei en 11 december 1996, 6 september en 26 november 1998, inzonderheid op artikel 4;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 januari 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 10 december 2004;

Gelet op de bijzonder gemotiveerde hoogdringendheid;

Overwegende dat het bijzonder dringend is om het voorrecht van de vrijstelling van roerende voorheffing toe te kennen aan de sector overheid in de zin van het ESR, en dit voor de effecten uitgegeven door deze sector, noodzakelijke voorwaarde voor het consolideren van de federale staatsschuld en bijgevolg voor het verminderen van de schuldgraad van ons land;

Dat het derhalve past dit besluit onverwijld te nemen;

Op voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 107, § 2, 11° van het KB/WIB 92, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 26 mei 1994, 4 december 2000 en 16 mei 2003, wordt vervangen als volgt : « 11° de inkomsten, andere dan bedoeld in 9°, van leningen aan de Schatkist die niet vertegenwoordigd worden door effecten die toegekend of toegewezen zijn aan rechtspersonen die deel uitmaken van de sector overheid in de zin van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR) voor de toepassing van de Verordening (EG) Nr. 3605/93 van de Raad van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten; ».

Art. 2.Artikel 4, lid 1, 10° van het koninklijk besluit van 26 mei 1994 betreffende de inhouding en vergoeding van de roerende voorheffing overeenkomstig hoofdstuk I van de wet van 6 augustus 1993 betreffende de transacties met bepaalde effecten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 11 december 1996 en 6 september 1998, wordt vervangen als volgt : « 10° uitsluitend wat betreft de inkomsten op effecten uitgegeven door rechtspersonen die deel uitmaken van de sector overheid in de zin van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen (ESR), voor de toepassing van de Verordening (EG) nr. 3605/93 van de Raad van 22 november 1993 betreffende de toepassing van het aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap gehechte Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten, de rechtspersonen die deel uitmaken van de vermelde sector overheid; ».

Art. 3.Dit besluit is van toepassing op de effecten die uitgegeven worden, en de leningen die toegestaan worden, vanaf de eerste dag die volgt op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 januari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^