Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 09 juli 2012
gepubliceerd op 17 juli 2012

Koninklijk besluit nr. 44 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2012003213
pub.
17/07/2012
prom.
09/07/2012
ELI
eli/besluit/2012/07/09/2012003213/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

9 JULI 2012. - Koninklijk besluit nr. 44 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Artikel 70, § 4, eerste lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij artikel 41 van de programmawet van 22 juni 2012Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/06/2012 pub. 28/06/2012 numac 2012021092 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, bepaalt de minimum- en maximumbedragen van de niet-proportionele fiscale geldboeten ten aanzien van overtredingen van het Wetboek en van de in uitvoering ervan genomen koninklijke besluiten. Het heeft tot doel om een ontradend effect te creëren ten aanzien van de niet-naleving van de verplichtingen zoals dat al bestaat in artikel 444 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB 92) en de belastingplichtigen ertoe aan te zetten hun fiscale verplichtingen na te leven, vooral wat de indiening van aangiften betreft en, in voorkomend geval, de niet-naleving van deze verplichtingen te bestraffen in functie van de aard en de ernst van de overtreding.

Deze bepaling machtigt de Koning om de schalen van de trappen van deze geldboeten te bepalen, rekening houdend in het bijzonder met de ernst van de overtreding.

Artikel 2 van het koninklijk besluit betreft een bepaling waardoor overtredingen die begaan werden met het oogmerk om de belasting te ontduiken, op een meer consequente wijze worden bestraft steeds evenwel binnen de grenzen van het maximumbedrag van 5.000 euro zoals bepaald in artikel 70, § 4, eerste lid, van het Wetboek.

Artikel 3 van dit besluit regelt de wijze waarop de geldboeten worden toegepast voor dezelfde overtredingen.

De bijlage bij dit koninklijk besluit dat de schaal bepaalt van de geldboeten in functie van de aard van de overtreding, houdt rekening met voornoemde beginselen en de minimum- en maximumbedragen zoals bepaald in artikel 70, § 4, eerste lid, van het Wetboek.

Onderhavig ontwerp treedt in werking op 1 juli 2012, zijnde de datum van inwerkingtreding van artikel 70, § 4, eerste lid, van het Wetboek.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, S. VANACKERE

Advies 51.589/1 van 28 juni 2012 van de afdeling Wetgeving van de Raad van State De Raad van State, afdeling Wetgeving, eerste kamer, op 25 juni 2012 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van vijf werkdagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit nr. 44 'tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde', heeft het volgende advies gegeven : 1. Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan. In het onderhavige geval wordt het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid « - dat artikel 70, § 4, eerste lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij de programmawet van 22 juni 2012Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/06/2012 pub. 28/06/2012 numac 2012021092 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, op 1 juli 2012 in werking treedt; - dat de bepalingen van onderhavig besluit, genomen in uitvoering van artikel 70, § 4, eerste lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, in werking moeten treden op de hiervoor vermelde datum teneinde de rechtszekerheid ervan te verzekeren; - dat dit besluit dus onverwijld moet worden genomen ». 2. Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, heeft de afdeling Wetgeving zich moeten beperken tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan. Strekking van het ontwerp 3. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe uitvoering te geven aan artikel 70, § 4, eerste lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde (hierna : Btw-wetboek).Dat lid luidt met ingang van 1 juli 2012 : « De niet in de §§ 1, 2 en 3 bedoelde overtredingen van dit Wetboek of van de besluiten genomen ter uitvoering ervan, worden bestraft met een niet-proportionele geldboete van 50 euro tot 5.000 euro per overtreding. Het bedrag van deze geldboete wordt naar gelang van de aard en de ernst van de overtreding bepaald volgens een schaal waarvan de trappen door de Koning worden vastgesteld. » (1) 4. De bedragen van de beoogde fiscale geldboeten zijn opgenomen in de bijlage bij het ontwerp (zie artikel 1 van het ontwerp).Indien de overtreding werd begaan met de bedoeling om de belasting te ontduiken, wordt het bedrag van de hoogste geldboete verdubbeld, zonder dat het 5.000 euro mag overschrijden (artikel 2). In artikel 3 van het ontwerp wordt bepaald wat onder « eerste overtreding » dient te worden verstaan (tweede lid) en dat overtredingen begaan meer dan vier jaar eerder niet in aanmerking worden genomen om een verhoging wegens herhaling toe te passen (eerste lid). 5. De thans geldende regeling, nl.het koninklijk besluit nr. 44 van 21 oktober 1993 'tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde', wordt « vervang[en] » (lees : opgeheven) (artikel 4). 6. Luidens artikel 5 van het ontwerp treedt de nieuwe regeling « in werking op 1 juli 2012 » (lees in overeenstemming met artikel 42 van de programmawet van 22 juni 2012Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/06/2012 pub. 28/06/2012 numac 2012021092 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten : is van toepassing voor de overtredingen begaan vanaf 1 juli 2012). Rechtsgrond 7. Voor het ontwerp kan rechtsgrond worden gevonden in de tweede zin van artikel 70, § 4, eerste lid, van het Btw-wetboek. Onderzoek van de tekst Artikel 3 8. In beide leden van artikel 3 van het ontwerp is sprake van « gelijkaardige overtredingen ».De term 'gelijkaardig' is onduidelijk.

De gemachtigde heeft verklaard dat het om dezelfde, identieke overtreding dient te gaan. De betrokken bepaling zal in die zin moeten worden aangepast.

Artikel 6 9. De programmawet van 22 juni 2012Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/06/2012 pub. 28/06/2012 numac 2012021092 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten heeft het minimum- en maximumbedrag van de niet-proportionele fiscale geldboetes bedoeld in artikel 70, § 4, van het Btw-wetboek verdubbeld.Die laatste bepaling laat het echter over aan de Koning om de overtredingen aan te wijzen en, binnen de gestelde grensbedragen en naar gelang van de aard en de ernst van de overtreding, de straffen te bepalen die op elk daarvan van toepassing zijn. Om de sanctieregeling te effectueren is een uitvoeringsbesluit bijgevolg noodzakelijk.

Artikel 42 van de programmawet van 22 juni 2012Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/06/2012 pub. 28/06/2012 numac 2012021092 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten bepaalt dat de nieuwe regeling op 1 juli 2012 in werking treedt en van toepassing is voor de overtredingen begaan vanaf deze datum. Voor de overtredingen begaan tot en met 30 juni 2012 is derhalve de oude regeling, opgenomen in het koninklijk besluit nr. 44 van 21 oktober 1993, van toepassing. Gelet op de redactie van de bepaling van inwerkingtreding was het de bedoeling van de wetgever dat de nieuwe regeling tegen 1 juli 2012 in werking is, zodat het uitvoeringsbesluit er tegen die datum had moeten zijn. Het om advies voorgelegde ontwerp kan echter tegen 1 juli 2012 niet meer aangenomen en bekendgemaakt worden, zodat aan de nieuwe regels terugwerkende kracht zal worden verleend, althans als artikel 5 ongewijzigd behouden blijft.

De fiscale geldboeten waarover het hier gaat zijn strafrechtelijk in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (2). Artikel 7, lid 1, van hetzelfde verdrag (en artikel 15, lid 1, van het BUPO-verdrag(3)) houden het verbod in om met terugwerkende kracht nieuwe, zwaardere straffen in te voeren.

De retroactiviteit die besloten ligt in artikel 5 van het ontwerp is derhalve problematisch.

Bijlage 10. Binnen de korte termijn die hem voor zijn advies is gelaten, heeft de Raad van State niet systematisch kunnen nagaan of de onderscheiden overtredingen en de eraan gekoppelde straffen beantwoorden aan de vereisten van de rechtsgrond (« naar gelang de aard en de ernst van de overtreding ») en aan het proportionaliteitsbeginsel (4).Dat vergt immers een doorgedreven toetsing. 11. In afdeling 3, I, E, van de bijlage staat te lezen dat ingeval een verrichte inschrijving of rechtzetting niet conform is met de door of krachtens de regelgeving voorziene bepalingen, bij de eerste overtreding per inschrijving 25 euro boete wordt opgelegd, met een maximum van 250 euro.Aangezien daaruit volgt dat mogelijk een boete van slechts 25 euro zal worden opgelegd, strijdt die bepaling met artikel 70, § 4, eerste lid, eerste zin, van het Btw-wetboek waaruit blijkt dat de geldboete minstens 50 euro per overtreding dient te bedragen.

De kamer was samengesteld uit de Heren M. Van Damme, kamervoorzitter, J. Baert, W. Van Vaerenbergh, staatsraden, M. Rigaux, L. Denys, assessoren van de afdeling Wetgeving, W. Geurts, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door Mevr. A. Somers, auditeur.

De griffier W. Geurts De voorzitter M. Van Damme _______ Nota (1) Artikel 41 van de programmawet van 22 juni 2012Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/06/2012 pub. 28/06/2012 numac 2012021092 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten heeft artikel 70, § 4, eerste lid, van het Btw-wetboek vervangen.Luidens artikel 42 van de programmawet treedt artikel 41 in werking op 1 juli 2012 en is het van toepassing voor de overtredingen begaan vanaf deze datum. In de Nederlandse tekst van de vervangen bepaling, zoals bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 28 juni 2012, wordt als maximum 55.000 euro vermeld. Het gaat om een materiële vergissing. (2) GwH 15 mei 2008, nr.79/2008, B.5. (3) Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, opgemaakt te New York op 16 december 1966.(4) Bijvoorbeeld wordt het niet of niet-tijdig uitreiken van een factuur bestraft met een boete van 50, 125 of 250 euro per overtreding (zie afdeling 2, I, A, van de bijlage), terwijl het niet uitreiken van een kasticket door middel van een geregistreerd kassasysteem (in het geval die verplichting geldt) veel strenger wordt gestraft, nl.met een boete van 1.500, 3.000 of 5.000 euro (afdeling 2, II, A). Hier rijst alvast de vraag of de sanctie niet disproportioneel is.

9 JULI 2012. - Koninklijk besluit nr. 44 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, artikel 70, § 4, eerste lid, vervangen bij de programmawet van 22 juni 2012Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/06/2012 pub. 28/06/2012 numac 2012021092 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 juni 2012;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 22 juni 2012;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit : - dat artikel 70, § 4, eerste lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, vervangen bij de programmawet van 22 juni 2012Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/06/2012 pub. 28/06/2012 numac 2012021092 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, op 1 juli 2012 in werking treedt; - dat de bepalingen van onderhavig besluit, genomen in uitvoering van artikel 70, § 4, eerste lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, in werking moeten treden op de hiervoor vermelde datum teneinde de rechtszekerheid ervan te verzekeren; - dat dit besluit dus onverwijld moet worden genomen;

Gelet op advies nr. 51.589/1 van de Raad van State, gegeven op 28 juni 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bedragen van de niet-proportionele fiscale geldboeten voor de overtredingen beoogd in artikel 70, § 4, eerste lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Art. 2.Wanneer de overtreding werd begaan met de bedoeling om de belasting te ontduiken, wordt het bedrag van de hoogste geldboete die voorzien is voor deze overtreding verdubbeld, zonder dat deze het bedrag van 5.000 euro per overtreding mag overschrijden.

Art. 3.Voor de bepaling van het bedrag van de toe te passen geldboete, wordt rekening gehouden met dezelfde overtredingen die werden begaan gedurende een periode van vier jaren die voorafgaat aan het tijdstip waarop de overtreding wordt begaan.

De overtredingen worden aangemerkt als eerste overtreding indien dezelfde overtredingen niet werden bestraft voorafgaand aan de datum waarop deze werden begaan.

Art. 4.Dit besluit vervangt het koninklijk besluit nr. 44 van 21 oktober 1993 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2012.

Art. 6.De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 juli 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, S. VANACKERE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde type wet prom. 03/07/1969 pub. 11/04/2016 numac 2016000216 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969; Programmawet van 22 juni 2012Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/06/2012 pub. 28/06/2012 numac 2012021092 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, Belgisch Staatsblad van 28 juni 2012;

Koninklijk besluit nr. 44 van 21 oktober 1993, Belgisch Staatsblad van 28 oktober 1993;

Gecoördineerde wetten op de Raad van State, koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit nr. 44 van 9 juli 2012 2012 tot vaststelling van het bedrag van de niet-proportionele fiscale geldboeten op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, S. VANACKERE

^