9 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 2005 betreffende de bevordering van het gecombineerd goederenvervoer

VERSLAG AAN DE KONING Sire, In de meeste Europese landen kan het gecombineerd vervoer rekenen op een min of meer belangrijke steun van de overheid. In het bijzonder voor afstanden van minder dan 300 km liggen de kosten hoger dan de markttarieven, met name door de overslagkosten die eigen zijn aan dit soort vervoer.

Binnen deze context blijkt dat het gecombineerd spoorvervoer over korte afstanden broos blijft, daar de operatoren en klanten niet geneigd zijn ervan gebruik te maken omwille van de tarieven, die hoger liggen dan de markttarieven, met name die van het wegvervoer.

Bovendien komt het erop aan te handelen volgens het beleid dat tot stand is gekomen door het Witboek van de Europese Commissie, waarin met name het gebruik van het spoor en andere soorten milieuvriendelijk transport aangemoedigd wordt, teneinde hiervan concurrentiële opties te maken om het mobiliteitsprobleem op te lossen.

Daarom werd, in navolging van tal van andere Europese landen, een specifieke financiële steun bedacht, dit niet alleen om het bestaande spoorwegvervoer te kunnen behouden, maar tevens om de ontwikkeling van deze activiteit te steunen. Deze steun bestaat enerzijds uit een premie per vervoerde eenheid, in functie van de afstand, en anderzijds uit een forfait voor de vaste vervoerskosten, waaronder de overslag.

Om elke vorm van concurrentievervalsing op internationaal vlak te vermijden wordt deze slechts toegekend aan binnenlands vervoer van meer dan 50 km.

Deze steun is het voorwerp van een regeling (het koninklijk besluit van 30 september 2005, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 november 2006) waarvan de werking ophoudt op 31 december 2007.

Ook al bleef het verkeer van 2004 (300 000 eenheden van intermodaal vervoer) bij het spoor en heeft het zich zelfs ontwikkeld (+ 11,57 % in 2005, + 6,27 % in 2006, + 15,28 % 2007), toch houdt het gecombineerd weg-spoorverkeer zijn structurele zwakheden door de te beheren tussenschakels en de kosten die deze meebrengen. Vandaar dat een nieuwe regeling werd opgezet om op een meer gerichte manier tegemoet te komen aan de behoeften van het gecombineerd vervoer. De langere dan voorziene duur voor de totstandkoming van de nieuwe regering en de notificatie bij de EU-Commissie waarbij voortaan grondiger tewerk lijkt te worden gegaan, maken dat de toepassing van het nieuwe stelsel van steun niet kan verwacht worden tegen dat het huidige stelsel afloopt.

Om de continuïteit van de staatssteun voor het gecombineerd vervoer te garanderen en in afwachting van de nieuwe regeling heeft de Ministerraad beslist, de huidige regeling in het raam van de lopende zaken te verlengen met één jaar.

Het ontwerp werd goedgekeurd in de Ministerraad van 26 december 2007 en vervolgens hebben de gewestregeringen, die bij het ontwerp werden betrokken, een positief advies gegeven.

De wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen heeft dienovereenkomstig de wet van 27 december 2005 gewijzigd.

Het advies van de Inspectie van Financiën werd gegeven op 9 mei 2008.

Het ontwerp van koninklijk besluit werd voorgelegd aan de Raad van State, in het kader van de procedure bedoeld in artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State voor een advies te ontvangen binnen een termijn van 5 dagen.

Het advies werd uitgebracht op 20 augustus 2008.

Bovendien zijn de teksten het voorwerp geweest van een vereenvoudigde notificatie aan de Europese Commissie krachtens de bepalingen van de artikelen 73 en 87 van het Verdrag. De beschikking, die werd verleend op 14 december 2007 bevat geen enkel bezwaar.

Ter herinnering, in haar notificatie van 5 juli 2005, was de Commissie van oordeel dat het effect van de maatregel zeer beperkt zou zijn wat de concurrentie tussen het vervoer per spoor en via de waterwegen betreft.

De huidige steunregeling aan het gecombineerd vervoer wordt verder toegepast en zou moeten eindigen op 31 december 2008. Deze regeling heeft een kostprijs van 30 miljoen euro ten laste van de basisallocatie 51.14.31.01 van het budget van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, waarvan de kredieten beschikbaar en voldoende zijn.

Bespreking van de artikelen van het koninklijk besluit

Artikel 1.- De wijziging beoogt, in de Franse tekst de overbodige notie van 'jaarlijks' uit de regeling te verwijderen.

Art. 2 en 3.- De wijzigingen betreffen uitsluitend de verlenging van de toepassing van de regeling tot en met 31 december 2008.

Art. 4 en 5. - Deze artikelen behoeven geen commentaar.

Dit is het voorwerp van het koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 2005 betreffende de bevordering van het gecombineerd goederenvervoer.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van uw Majesteit, De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

9 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 2005 betreffende de bevordering van het gecombineerd goederenvervoer ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 december 2005 houdende diverse bepalingen, gewijzigd bij de wet van 21 december 2007, artikel 58;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 september 2005 betreffende de bevordering van het gecombineerd goederenvervoer, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 november 2006;

Gelet op de beslissing van de Commissie van de Europese Gemeenschappen, genomen op 14 december 2007;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 mei 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting van 29 mei 2008;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de noodzaak aan een ononderbroken toepassing van een steunstelsel dat de aan gang zijnde modal shift consolideert en dat zo snel mogelijk toegankelijk dient te zijn voor de operatoren van de betrokken sector. Om ervoor te zorgen dat de continuïteit wordt verzekerd door de verlenging van het regime 2005 - 2007 is het nodig dat de regeling terugwerkt tot 1 januari 2008 terwijl de beschikbare begrotingsmiddelen werden bevestigd op het ministerieel conclaaf van 24 februari 2008;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 45.108/2/V gegeven op 20 augustus 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Eerste Minister en de Staatssecretaris voor Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 9 van het koninklijk besluit van 30 september 2005 betreffende de bevordering van het gecombineerd goederenvervoer, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 november 2006, wordt de Franse tekst van § 1 vervangen door de volgende tekst: "Le Ministre répartit le crédit inscrit à l'article 51.14.31.01 du budget du SPF Mobilité et Transports entre les opérateurs dont la demande est conforme aux conditions du présent arrêté. Ceux-ci en sont informés par l'Administration. »

Art. 2.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling: « De in artikel 2, § 1, bedoelde subsidie wordt toegekend met terugwerkende kracht voor het vervoer dat werd verricht vanaf 1 januari 2008. »

Art. 3.Artikel 17 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling: «

Art. 17.- Dit besluit heeft uitwerking van 1 januari 2005 tot 31 december 2008. »

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008.

Art. 5.De Minister bevoegd voor Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 9 oktober 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE