Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 april 2000
gepubliceerd op 02 augustus 2000

Koninklijk besluit houdende bepalingen betreffende de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu en ministerie van middenstand en landbouw
numac
2000016161
pub.
02/08/2000
prom.
10/04/2000
ELI
eli/besluit/2000/04/10/2000016161/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 APRIL 2000. - Koninklijk besluit houdende bepalingen betreffende de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde inzonderheid de artikelen 6, § 2, 11, § 3 en 12, § 3;

Gelet op het advies van de Hoge Raad van de Orde der Dierenartsen, gegeven in november 1997;

Gelet op het advies van de Nationale Landbouwraad, gegeven op 27 november 1997;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en van Onze Minister van Landbouw en Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor toepassing van dit besluit moet men verstaan onder : 1° Verantwoordelijke : de eigenaar of de houder bedoeld in artikel 1, 3°, van de wet;2° Dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding : de dierenarts die een geschreven overeenkomst voor diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding afsluit met een verantwoordelijke;3° Derde partij : een organisatie, een universitair instituut of een wetenschappelijke instelling, die betrokken wordt bij de diergeneeskundige bedrijfs-begeleiding, en die daartoe erkend is door de minister die de landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, overeenkomstig artikel 6, § 1, van de wet;4° Diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding : een geheel van activiteiten van informatie, raadgevingen, toezicht, beoordeling, preventie en behandeling met het doel een optimale en wetenschappelijk verantwoorde gezondheidstoestand van een groep dieren te bekomen, als bedoeld in artikel 1, 5°, van de wet;5° Geneesmiddel : een geneesmiddel zoals bedoeld in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen;6° Geneesmiddelenvoorraad : een depot zoals bedoeld in artikel 11, § 2, van de wet;7° Beslag : het geheel van de nutsdieren gehouden in een geografische entiteit en die een duidelijk omschreven eenheid vormen op basis van de epidemiologische banden, vastgesteld door de inspecteur-dierenarts;8° Geografische entiteit : elk gebouw of complex van gebouwen dat een eenheid vormt, de erbij horende terreinen daarin begrepen, waar nutsdieren worden gehouden of die daartoe bestemd zijn;9° Inspecteur-dierenarts : de inspecteur-dierenarts bevoegd voor het ambtsgebied waar de geografische entiteit gelegen is;10° Wet : tenzij anders aangegeven de wet van 28 augustus 1991 op de uitoefening van de diergeneeskunde Art.2. § 1. Het voorschrijven of verschaffen van geneesmiddelen door de dierenarts mag slechts gebeuren na een diagnose en de instelling van een behandeling door die zelfde dierenarts. De hoeveelheid voorgeschreven of verschafte geneesmiddelen moet beperkt blijven tot de voortzetting van de ingestelde behandeling en voor maximaal vijf dagen. § 2. De verantwoordelijke mag enkel geneesmiddelen bezitten die voorgeschreven of verschaft werden overeenkomstig de bepalingen van § 1.

Hij moet op elk ogenblik het verwerven, het in bezit hebben en de toediening ervan kunnen verantwoorden overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IV van het koninklijk besluit houdende bijzondere bepalingen inzake het verwerven, het in depot houden, het voorschrijven en het verschaffen van geneesmiddelen bestemd voor dieren door de dierenarts en inzake het bezit en het toedienen van geneesmiddelen bestemd voor dieren door de verantwoordelijke voor de dieren. HOOFDSTUK II. - Administratieve bepalingen

Art. 3.§ 1. Elke verantwoordelijke kan een dierenarts, erkend overeenkomstig artikel 4, vierde lid van de wet, aanwijzen als dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding. De erkende dierenarts kan deze aanwijzing weigeren.

De verantwoordelijke en de erkende dierenarts, die aldus aangewezen is en die deze opdracht aanvaardt, stellen in twee exemplaren een bedrijfsbegeleidingsovereenkomst op, waarvan het model zich in bijlage I bij dit besluit bevindt en die een overeenkomst tussen de twee partijen inhoudt. Deze overeenkomst is opgesteld per beslag voor één enkele diersoort, ofwel voor meerdere diersoorten ofwel voor alle nutsdieren.

Als voor een bepaalde diersoort een geschreven overeenkomst, met het oog op de epidemiologische bewaking en de preventie van aangifteplichtige ziekten, gesloten is tussen de verantwoordelijke en de erkende dierenarts, dan moet de bedrijfsbegeleidingsovereenkomst voor diezelfde diersoort met dezelfde erkende dierenarts afgesloten worden.

Beide partijen ondertekenen beide exemplaren van de bedrijfsbegeleidingsovereenkomst en bewaren elk een exemplaar. Een erkende dierenarts mag, ongeacht de diersoort, maximaal 150 bedrijfsbegeleidingsovereenkomsten met verantwoordelijken sluiten. De ondertekenende dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding stuurt zonder uitstel een copie van zijn exemplaar aan de inspecteur-dierenarts van de omschrijving waar het beslag zich bevindt.

Hij stuurt eveneens een copie van de bedrijfsbegeleidingsovereenkomst aan de Gewestelijke Raad van de Orde der Dierenartsen. § 2. De ondertekenende partijen kunnen de in de voorgaande paragraaf bedoelde bedrijfsbegeleidingsovereenkomst beëindigen met een aangetekend schrijven, geadresseerd aan de andere partij en waarvan terzelfdertijd een copie aan de inspecteur-dierenarts overgemaakt wordt. De overeenkomst eindigt vanaf het bericht van ontvangst door de opgezegde partij. Voor zover de verantwoordelijke wil beschikken over een geneesmiddelenreserve wijst hij, binnen de 15 dagen na het opzeggen van de bedrijfsbegeleidingsovereenkomst, een nieuwe dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding aan. Deze laatste maakt een inventaris op van de geneesmiddelenvoorraad van de verantwoordelijke en stuurt een copie van de inventaris aan de inspecteur-dierenarts. De Orde der Dierenartsen moet door de vertrekkende dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding geïnformeerd worden over elke wijziging of beëindiging van de bedrijfsbegeleidingsovereenkomst.

Art. 4.Als, op welke wijze ook, de verantwoordelijke of de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding de uitvoering van de bedrijfsbegeleidingsovereenkomst verwaarloost, verhindert of onwerkzaam maakt dan is de andere partij eraan gehouden zonder verwijl bij aangetekend schrijven de inspecteur-dierenarts hierover in te lichten. HOOFDSTUK III. - Rechten en plichten van de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding

Art. 5.§ 1. De dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding moet aan de verantwoordelijke alle noodzakelijke inlichtingen en adviezen verstrekken, nodig voor het optimaliseren en het instandhouden van de gezondheidstoestand, de productie en het welzijn van het beslag.

De dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding moet de verantwoordelijke inlichten over de diagnosen die hij stelt en over alle behandelingen die hij instelt, niet enkel deze die hij persoonlijk uitvoert maar ook deze die de verantwoordelijke zelf mag uitvoeren op één of meerdere dieren van het beslag. § 2. Op vraag van de verantwoordelijke bezoekt de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding het bedrijf overeenkomstig de bepalingen van artikel 6, § 2. Ter gelegenheid van dit bedrijfsbezoek ondertekent de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding het geneesmiddelenregister bedoeld in het koninklijk besluit houdende bijzondere bepalingen inzake het verwerven, het in depot houden, het voorschrijven en het verschaffen van geneesmiddelen bestemd voor dieren door de dierenarts en inzake het bezit en het toedienen van geneesmiddelen bestemd voor dieren door de verantwoordelijke voor de dieren.

Om de vier maanden wordt een algemene evaluatie van het beslag gemaakt, volgens de controlelijst waarvan een model in bijlage II bij dit besluit gevoegd is. Dit evaluatierapport wordt in tweevoud opgesteld, medeondertekend en bewaard door elke contracterende partij gedurende minstens 3 jaar. Deze gegevens kunnen eveneens electronisch verwerkt en opgeslagen worden op voorwaarde dat de duurzaamheid en de beschikbaarheid ervan verzekerd blijven.

Ter gelegenheid van het bedrijfsbezoek maken minstens alle categorieën van de diersoort, waarop de overeenkomst betrekking heeft van het beslag, en die aanwezig zijn op die plaats van het bedrijf het voorwerp uit van een visuele klinische inspectie.

Telkens de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding afwijkingen vaststelt bij een bepaald aantal dieren of groepen dieren, wordt een individueel onderzoek op de dieren uitgevoerd en worden de nodige monsters genomen voor diagnose. § 3. Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 29 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor het voorschrijven van geneesmiddelen door de dierenarts, het koninklijk besluit van 29 juni 1999 tot vaststelling van de voorwaarden voor de aflevering van diergeneesmiddelen, bijlage 2 van het koninklijk besluit houdende bijzondere bepalingen inzake het verwerven, het in depot houden, het voorschrijven en het verschaffen van geneesmiddelen bestemd voor dieren door de dierenarts en inzake het bezit en het toedienen van geneesmiddelen bestemd voor dieren door de verantwoordelijke voor de dieren en in afwijking op artikel 2, § 1, is de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding op basis van de evaluatie en eventueel van de diagnose bedoeld in § 2, gemachtigd voor te schrijven en te verschaffen: 1. geneesmiddelen bestemd voor dieren met preventief karakter welke aangewend worden in het kader van de normale bedrijfsplanning;2. geneesmiddelen bestemd voor dieren die occasioneel aangewend worden volgens een lijst van diergeneeskundige handelingen toegestaan in toepassing van artikel 5 1° van de wet, en mits een schriftelijk akkoord van de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding in toepassing van artikel 5 2°van de wet;3. geneesmiddelen bestemd voor dieren die gebruikt worden op het bedrijf voor problemen die het voorwerp uitmaken van een initiële diagnose. Het volume geneesmiddelen dat zich in de voorraad bevindt mag niet groter zijn dan het volume voor een periode overeenstemmend met de maximale tussentijd, bedoeld in artikel 6, § 2. § 4. Om te voldoen aan de opdracht van diagnosestelling, preventie en behandeling, evenals aan zijn adviserende en evaluerende taken moet de met de bedrijfsbegeleiding belast dierenarts zijn vorming voortzetten derwijze dat hij steeds op de hoogte blijft van de evolutie in de diergeneeskundige wetenschappen. § 5. De dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding kan, in overleg met de verantwoordelijke, de assistentie van een derde partij inroepen. HOOFDSTUK IV. - Rechten en plichten van de verantwoordelijke

Art. 6.§ 1. De verantwoordelijke moet regelmatig, afzonderlijk of gezamelijk, aan de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding alle inlichtingen en alle waarnemingen meedelen die van belang kunnen zijn voor of invloed kunnen hebben op de evaluatie van de sanitaire toestand van zijn beslag. § 2. De verantwoordelijke moet zich zes maal per jaar met een maximale tussentijd van 2 maanden verzekeren van de aanwezigheid van de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding en indien de produktieronden elkaar opvolgen in een ritme sneller dan zes rondes per jaar, tenminste één maal per productieronde. § 3. In afwijking op de bepalingen in artikel 2, § 2, mag de verantwoordelijke in zijn voorraad geneesmiddelen bezitten die overeenkomstig artikel 5, § 3, verschaft of voorgeschreven werden door de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding. Hij moet op elk ogenblik het verwerven, het bezit en de toediening ervan kunnen verantwoorden overeenkomstig de bepalingen van Hoofdstuk 4 van het koninklijk besluit houdende bijzondere bepalingen inzake het verwerven, het in depot houden, het voorschrijven en het verschaffen van geneesmiddelen bestemd voor dieren door de dierenarts en inzake het bezit en het toedienen van geneesmiddelen bestemd voor dieren oor de verantwoordelijke voor de dieren. § 4. De voorraad geneesmiddelen is ondeelbaar en bevindt zich op de geografische entiteit. De verantwoordelijke bewaart de geneesmiddelen overeenkomstig de instructies van de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding in een kast of koelkast die zich in een lokaal bevindt dat afgescheiden is van de dieren en van de als woonst gebruikte plaatsen. § 5. De verantwoordelijke kan de assistentie van een derde partij vragen in overleg met de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding.

Art. 7.De geneesmiddelen die hormonale of antihormonale stoffen of stoffen met hormonale of antihormonale werking bevatten en die uitsluitend bestemd zijn voor gezelschapsdieren waarvan het vlees of de producten niet zullen bestemd zijn voor consumptie, mogen in het bezit zijn van de verantwoordelijke van hogergenoemde dieren om een behandeling voort te zetten op voorwaarde echter dat hij in het bezit is van een geschreven overeenkomst tussen de behandelende dierenarts en hemzelf. Deze overeenkomst is beperkt in tijd. Deze geneesmiddelen mogen in geen geval aan andere dieren toegediend worden. HOOFDSTUK V. - Derde partij

Art. 8.§ 1. In toepassing van dit besluit bestaat de opdracht van de derde partij uitsluitend uit het leveren van diensten en het begeleiden met uitzondering van opdrachten voorzien in het kader van de epidemiologische bewaking en de preventie van aangifteplichtige ziekten. § 2. De derde partij moet, om erkend te worden : - beschikken over een voldoende en polyvalente laboratoriuminfrastructuur om een aangepaste dienstverlening te kunnen leveren; - beschikken over deskundigen, met name dierenartsen die in een bepaald domein gespecialiseerd zijn; - zich ertoe verbinden niet rechtstreeks in een bedrijf op te treden zonder tussenkomst van de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding; - zich ertoe verbinden alle informatie te verstrekken aan de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding, de verantwoordelijke en, op uitdrukkelijk verzoek, aan de Veterinaire Diensten. § 3. De Minister bevoegd voor Landbouw bepaalt de modaliteiten voor de toekenning, de schorsing of de intrekking van de erkenning. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 9.De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden opgespoord en vastgesteld overeenkomstig artikel 34 van de wet.

Art. 10.§ 1. Indien de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding de bepalingen van dit besluit niet naleeft, wordt zijn erkenning, op voorstel van de Veterinaire Diensten, door de minister die de landbouw in zijn bevoegdheid heeft geschorst voor een periode van ten minste drie maanden, bij een eerste overtreding, en voor een periode van ten minste één jaar, in geval van herhaling binnen drie jaar, onverminderd de toepassing van het koninklijk besluit van 3 mei 1999 houdende organiek reglement van de Veterinaire Diensten.

De Veterinaire Diensten doen het in het vorige lid bedoelde voorstel op basis van een verslag van de bevoegde inspecteur-dierenarts. Dit verslag wordt ter kennis gebracht van de betrokken dierenarts, en wordt door deze voor kennisneming ondertekend. De dierenarts kan binnen acht dagen na de kennisgeving de Veterinaire Diensten bij aangetekend schrijven verzoeken om te worden gehoord. Hij moet gehoord worden binnen de veertien dagen na het indienen van dit verzoek. § 2. Elke verantwoordelijke, die de in dit besluit vastgelegde bepalingen overtreedt, zal uitgesloten worden uit de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding voor een periode van tenminste één jaar.

De verantwoordelijke kan binnen de acht dagen die volgen op de kennisneming, om een mondelinge verdediging verzoeken bij de Dienst.

Deze vraag moet per aangetekend schrijven ingediend worden. De mondelinge verdediging moet plaats hebben binnen de 14 dagen die volgen op het schriftelijk verzoek.

Art. 11.De Minister bevoegd voor Landbouw kan het model van het rapport voor bijzondere diersoorten andere dan deze bedoeld in bijlage II van dit besluit, bepalen.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de derde maand na die waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.

Art. 13.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en Onze Minister van Landbouw en Middenstand zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 april 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

Bijlage I bij Ons koninklijk besluit van 10 april 2000 houdende bepalingen betreffende de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding Overeenkomst tussen de verantwoordelijke en de dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding 1. De ondergetekende, .. . . . (naam en voornaam. . . . . (volledig adres) verantwoordelijke voor de diersoort(en) : . . . . . op het beslag met beslagnummer : . . . . . gelegen te . . . . . . . . . . (volledig adres) wijst in toepassing van artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 april 2000 houdende bepalingen betreffende de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding Dr. . . . . . (naam en voornaam) erkende dierenarts te . . . . . (postcode en gemeente) . . . . . (straat en nummer) aan als dierenarts belast met de bedrijfsbegeleiding voor de hogervermelde diersoort(en). 2. De ondergetekende, Dr .. . . . (naam en voornaam) erkende dierenarts te . . . . . (gemeente) ordenummer . . . . . verklaart kennis genomen te hebben van zijn/haar aanwijzing als de met de bedrijfsbegeleiding belast dierenarts voor de diersoort(en) . . . . . . . . . . door de heer/mevrouw . . . . . (naam en voornaam), verantwoordelijke van het beslag met beslagnummer : . . . . . gelegen te . . . . . . . . . . (volledig adres).

Hij verbindt zich ertoe in geval van verhindering een erkende dierenarts ter vervanging aan te wijzen.

Hij machtigt de verantwoordelijke van bovengenoemd beslag de diergeneeskundige handelingen uit te voeren, die vervat zijn in het K.B. houdende uitvoering van artikel 5, 2° van de wet. 3. Opgesteld te .. . . . , op . . . . . in twee exemplaren, één voor de verantwoordelijke en één voor de dierenarts die een afschrift van zijn exemplaar overmaakt aan de inspecteur-dierenarts en aan de Gewestelijke Raad van de Orde der Dierenartsen.

Handtekening van de verantwoordelijke, Handtekening van de dierenarts, Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 april 2000 houdende bepalingen betreffende de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

Bijlage II bij Ons koninklijk besluit van 10 april 2000 houdende bepalingen betreffende de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding Bezoekrapport in het kader van een bedrijfsbegeleidingsovereenkomst runderen Beslagnummer : . . . . . Datum : . . . . . / . . . . . / . . . . .

Gezondheidstoestand van de dieren aanwezig op het bedrijf Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 10 april 2000 houdende bepalingen betreffende de diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

^