Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 april 2000
gepubliceerd op 18 april 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1998 betreffende de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging

bron
diensten van de eerste minister
numac
2000021189
pub.
18/04/2000
prom.
10/04/2000
ELI
eli/besluit/2000/04/10/2000021189/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 APRIL 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 23 december 1998 betreffende de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, inzonderheid op artikel 40, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 december 1998 betreffende de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 28 maart 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het, met het oog op een optimale efficiëntie, noodzakelijk is zo snel mogelijk duidelijker de samenwerking te bepalen tussen de Regeringscommissaris belast met de administratieve vereenvoudiging en de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging, zoals voorzien in artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 juli 1999 tot benoeming van de Regeringscommissaris belast met de administratieve vereenvoudiging en tot bepaling van haar opdracht;

Dat het daarom noodzakelijk is een voorlopige bepaling te voorzien, die onverwijld de functionele relaties tussen de Regeringscommissaris belast met de administratieve vereenvoudiging en de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging regelt om op korte termijn de realisatie van de doelstellingen, bepaald door de Regering inzake administratieve vereenvoudiging voor wat betreft de KMO's, mogelijk te maken;

En dat het eveneens aangewezen is om in dit verband de titel van commissaris-generaal en adjunct-commissaris-generaal te wijzigen om elke verwarring met de functie van Regeringscommissaris te vermijden;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister, Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 december 1998 betreffende de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging, worden de woorden « die respectievelijk de titel dragen van « commissaris-generaal voor de administratieve vereenvoudiging » en « adjunct-commissaris-generaal voor de administratieve vereenvoudiging » » vervangen door de woorden « die respectievelijk de titel dragen van « directeur-generaal van de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging » en « adjunct-directeur-generaal van de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging » ».

Art. 2.In hetzelfde besluit worden de woorden « commissaris-generaal » en « commissaris-generaal voor de administratieve vereenvoudiging » vervangen door het woord « directeur-generaal » en de woorden « adjunct-commissaris-generaal » en « adjunct-commissaris-generaal voor de administratieve vereenvoudiging » door het woord « adjunct-directeur-generaal ».

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 21bis ingevoegd, luidende : «

Art. 21bis.Tijdens de duur van haar mandaat, voorzien in het koninklijk besluit van 20 juli 1999 tot benoeming van de Regeringscommissaris belast met de administratieve vereenvoudiging en tot bepaling van haar opdracht : 1° oefent de Regeringscommissaris belast met de administratieve vereenvoudiging, in naam van de Eerste Minister, het gezag, bedoeld in artikel 6, § 2, uit;2° geeft de directeur-generaal bovendien de Regeringcommissaris belast met de administratieve vereenvoudiging kennis van de elementen, bedoeld in §1 van hetzelfde artikel en doet haar elk nuttig voorstel, bedoeld in dezelfde paragraaf, na advies van het Sturingscomité;3° legt de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging aan de Eerste Minister, na advies van het Sturingscomité, via de Regeringscommissaris belast met de administratieve vereenvoudiging, het verslag bedoeld in artikel 21 voor.».

Art. 4.Dit besluit treedt heden in werking.

Art. 5.Onze Eerste Minister en Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 april 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^