Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 februari 1998
gepubliceerd op 04 maart 1998

Koninklijk besluit tot vaststelling van de parameters voor de berekening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen voor het begrotingsjaar 1996

bron
ministerie van financien
numac
1998003109
pub.
04/03/1998
prom.
10/02/1998
ELI
eli/besluit/1998/02/10/1998003109/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 FEBRUARI 1998. Koninklijk besluit tot vaststelling van de parameters voor de berekening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten toegewezen gedeelten van de opbrengst van belastingen voor het begrotingsjaar 1996


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, inzonderheid op de artikelen 7, § 2, 38, § 4 en 44, § 2;

Gelet op de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, inzonderheid op artikel 127;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 12 december 1997;

Gelet op de nota van 24 maart 1997 van Onze Minister van Financiën gericht aan de Ministers van de Gemeenschaps- en de Gewestregeringen bevoegd voor Financiën en Begroting, betreffende de definitieve afrekening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten door te storten gedeelten van de personenbelasting en de B.T.W. voor het begrotingsjaar 1996;

Gelet op het feit dat het voorafgaand overleg van voormelde nota van 24 maart 1997 met de Gemeenschaps- en Gewestregeringen heeft plaatsgevonden binnen de interministeriële conferentie van de Ministers van Financiën en Begroting van 8 juli 1997;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. De ontvangsten inzake personenbelasting bedoeld in artikel 7, § 2, tweede lid van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten stemmen voor het begrotingsjaar 1996 overeen met de opbrengst van de belasting voor het aanslagjaar 1995 vastgesteld bij het verstrijken op 30 juni 1996 van de in artikel 359 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bedoelde aanslagtermijn. § 2. De ontvangsten inzake personenbelasting per Gewest bedoeld in artikel 7, § 2, eerste lid van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 bedragen voor het begrotingsjaar 1996 : - voor het Vlaamse Gewest : 528 746,1 miljoen frank; - voor het Waalse Gewest : 247 977,1 miljoen frank; - voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 81 238,4 miljoen frank. § 3. De per taalgebied gelokaliseerde ontvangsten inzake personenbelasting bedoeld in artikel 44, § 2 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 zijn voor het begrotingsjaar 1996 vastgesteld als volgt : - voor het Nederlands taalgebied : 528 746,1 miljoen frank; - voor het Frans taalgebied : 243 147,3 miljoen frank; - voor het tweetalig gebied Brussel- Hoofdstad : 81 238,4 miljoen frank; - voor het Duits taalgebied : 4 829,8 miljoen frank.

Art. 2.Het inwonertal van elk Gewest bedoeld in artikel 7, § 2, eerste lid van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 stemt voor het begrotingsjaar 1996 overeen met de toestand vastgesteld op 1 januari 1995 hetzij : - in het Vlaamse Gewest : 5 866 106; - in het Waalse Gewest : 3 312 888; - in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : 951 580.

Art. 3.De aanpassingsfactor bedoeld in artikel 38, § 4 van dezelfde bijzondere wet van 16 januari 1989 is voor het begrotingsjaar 1996 vastgesteld op 99,446 percent.

Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 februari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en van Buitenlandse Handel, Ph. MAYSTADT

^