Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 februari 2003
gepubliceerd op 14 februari 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 januari 1978 houdende oprichting van een Consultatieve Commissie voor het toekennen van adellijke gunsten

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2003015027
pub.
14/02/2003
prom.
10/02/2003
ELI
eli/besluit/2003/02/10/2003015027/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 januari 1978 houdende oprichting van een Consultatieve Commissie voor het toekennen van adellijke gunsten


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Verschillende constitutionele, wettelijke en reglementaire bepalingen voorzien in het toekennen, door de Koning, van blijken van erkentelijkheid aan landgenoten die wezenlijk hebben bijgedragen tot het publiek en maatschappelijk gebeuren in Ons land of die aan de Natie uitzonderlijke verdiensten hebben bewezen.

Het koninklijk besluit dat aan Uw handtekening wordt voorgelegd, beoogt de toekenning van eretekens in de drie hoogste graden van de Leopoldsorde en van de Kroonorde te laten ondersteunen door de deskundigheid en kennis van personaliteiten die bijzonder geschikt zijn om de Koning terzake van advies te dienen, met name door bij de keuze van de begunstigden rekening te houden met hun eminente persoonlijke verdiensten.

Daarom wordt met het ontwerp van koninklijk besluit de opdracht van de Consultatieve Commissie voor het toekennen van adellijke gunsten aangepast en uitgebreid: elk jaar zou deze Commissie aan de Koning, door toedoen van de Minister van Buitenlandse Zaken, een evenwichtige lijst van maximum vijftien namen van Belgische personaliteiten voorleggen met het oog op de toekenning van eretekens in de drie hoogste graden van de Leopoldsorde en van de Kroonorde. De toekenning van deze belangrijkste eretekens zou de toekenning van dezelfde eretekens volgens de van kracht zijnde reglementering onverlet laten.

Het koninklijk besluit dat aan Uw handtekening wordt voorgelegd, bevat dienovereenkomstige wijzigingen om het koninklijk besluit van 31 januari 1978 tot oprichting van een Consultatieve Commissie voor het toekennen van adellijke gunsten aan te passen aan en te verruimen tot deze nieuwe opdracht.

Het is de bedoeling om de eerste toekenning van deze hoogste eretekens te laten samenvallen met de feestelijkheden ter gelegenheid van de tiende verjaardag van de Troonsbestijging van Uwe Majesteit. Het is daarom van het grootste belang dat de Commissie deze bijkomende taak zo spoedig mogelijk kan aanvatten. Het is om die reden dat om het advies van de Raad van State niet wordt verzocht.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL

10 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 31 januari 1978 houdende oprichting van een Consultatieve Commissie voor het toekennen van adellijke gunsten ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37, 113 en 114 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 11 juli 1832 houdende instelling van de Leopoldsorde, gewijzigd bij de wet van 28 december 1838;

Gelet op het decreet van 15 oktober 1897 houdende instelling van de Kroonorde, vervolledigd bij het decreet van 25 juni 1898 en gewijzigd bij de wet van 18 oktober 1908;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 januari 1978 tot oprichting van een Consultatieve Commissie voor het toekennen van adellijke gunsten;

Overwegende dat het raadzaam is aan Belgische personaliteiten die uitzonderlijke diensten hebben bewezen en wezenlijk bijgedragen hebben tot het openbaar leven in Ons land, een ereteken van hoge graad in Onze twee hoogste nationale Orden te verlenen;

Overwegende dat Wij bij het toekennen van deze eretekens van hoge graad wensen te kunnen steunen op het advies van personaliteiten die bijzonder bekwaam zijn om Ons voor te lichten, inzonderheid betreffende de keuze van begunstigden in functie van hun eminente persoonlijke verdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat het de bedoeling is om de eerste toekenning van deze eretekens te laten samenvallen met de feestelijkheden ter gelegenheid van de tiende verjaardag van Onze Regering;

Overwegende dat daarom de Consultatieve Commissie bekleed moet worden met de bijkomende bevoegdheid voorzien door dit besluit;

Overwegende bij gevolg dat deze Commissie zo spoedig mogelijk in de gelegenheid gesteld moet worden om haar werkzaamheden aan te vatten;

Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 31 januari 1978 tot oprichting van een Consultatieve Commissie voor het toekennen van adellijke gunsten wordt vervangen door het volgend opschrift: « Koninklijk besluit tot oprichting van een Consultatieve Commissie voor het toekennen van adellijke gunsten en voor het verlenen van eretekens van hoge graad ».

Art. 2.In artikel 1 van hetzelfde besluit worden de woorden »en van eretekens van hoge graad« ingevoegd na de woorden « Consultatieve Commissie voor het toekennen van adellijke gunsten ».

Art. 3.§ 1. In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het volgende lid ingevoegd tussen het eerste en het tweede lid: « De Commissie heeft eveneens als opdracht elk jaar een evenwichtige lijst op te stellen van maximum vijftien namen van Belgische personaliteiten die ze voorlegt aan de Koning bij tussenkomst van de Minister met het oog op het verlenen van eretekens in de drie hoogste graden van de Leopoldsorde en van de Kroonorde. Deze belangrijke toekenningen komen boven op de toekenningen op basis van de van kracht zijnde reglementering. » § 2. In het laatste lid van artikel 2 worden de woorden « van de lijst » vervangen door de woorden « van de lijsten ».

Art. 4.§ 1. In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « de jaarlijkse lijst » vervangen door « de jaarlijkse lijsten ». § 2. In hetzelfde artikel 9, tweede lid, worden de woorden « de definitieve lijst wordt samengesteld » vervangen door « de definitieve lijsten worden samengesteld ».

Art. 5.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de woorden « de door de Commissie opgemaakte lijst » vervangen door « de door de Commissie opgemaakte lijsten ».

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister van Buitenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 februari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL

^