Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 juli 2006
gepubliceerd op 14 juli 2006

Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2006014162
pub.
14/07/2006
prom.
10/07/2006
ELI
eli/besluit/2006/07/10/2006014162/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 JULI 2006. - Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, hervormt de rijopleiding voor motorvoertuigen van categorie B. Jonge bestuurders zijn oververtegenwoordigd in de ongevallenstatistieken. Zij zijn het vaakst betrokken bij ongevallen.

Een verbeterde rijopleiding moet bijdragen tot een oplossing voor dit fenomeen.

Onder het huidige opleidingssysteem wordt teveel de nadruk gelegd op risicobeheersing en te weinig op risicovermijding. De aandacht mag niet alleen gaan naar het aanleren van de technische basisvaardigheden (voertuigbeheersing), maar ook naar het verwerken van informatie op de weg, de juiste inschatting van risico's, een goede verkeersattitude in het algemeen en de vaardigheid tot zelfcontrole in het bijzonder. Deze laatste vaardigheden worden niet aangeleerd op korte tijd. Daarom heeft de regering een hervorming uitgewerkt op basis van een meerfasensysteem, waarbij de jonge bestuurder stap voor stap meer ervaring opdoet en stap voor stap rechten op participatie aan het verkeer opbouwt.

De scholing via de leervergunning, het voorlopig rijbewijs model 1 en model 2 worden afgeschaft. De scholing via het voorlopig rijbewijs model 3 wordt afgeschaft voor wat betreft de rijopleiding voor voertuigen van categorie B. De rijopleiding voor motorvoertuigen van categorie B wordt vervangen door de hiernavolgende opleiding.

De kandidaat legt het theoretisch rijexamen af. Dit kan vanaf 17 jaar.

Na het slagen voor het theoretisch rijexamen krijgt de kandidaat het voorlopig rijbewijs dat drie jaar geldig is.

Na het verstrijken van deze geldigheidsduur kan de kandidaat zijn voorlopig rijbewijs pas vernieuwen na het opnieuw slagen voor het theoretisch rijexamen.

Door het voorlopig rijbewijs op deze manier te beperken in duur wordt de kandidaat gestimuleerd om binnen een redelijke termijn zijn praktisch rijexamen af te leggen en te slagen.

Tijdens de stageperiode moet de kandidaat in het voertuig steeds begeleid zijn van een persoon die minstens 8 jaar houder is van het rijbewijs B. Daarnaast mag nog één persoon vervoerd worden.

Deze begeleider mag niet tegen betaling begeleiden, behalve wanneer hij een gebrevetteerde rij-instructeur is.

De kandidaat kan kiezen om een opleiding te volgen via de rijschool.

Elke rijschool biedt binnen dit opleidingsaanbod minstens één opleidingspakket aan dat uit hoogstens 6-uur rijopleiding bestaat.

Heeft de kandidaat 20 uur rijopleiding gevolgd en is hij minstens 18 jaar, dan kan hij een voorlopig rijbewijs krijgen dat voor 18 maanden geldig is en dat hem toelaat zonder begeleider te rijden. In dat geval mag hij nog één persoon vervoeren die minstens 24 jaar is en houder is van een rijbewijs B. Het voorlopig rijbewijs zonder begeleider is niet hernieuwbaar.

De kandidaat mag niet rijden van 22u. tot 6u. 's anderendaags op vrijdag, zaterdag, zondag, de vooravond van de wettelijke feestdagen en de wettelijke feestdagen.

Na een stageperiode van minimum 3 maanden kan de kandidaat het praktisch examen afleggen.

Telkens wanneer de kandidaat twee maal na elkaar niet slaagt voor het praktisch examen moet hij zes uren praktisch rijonderricht volgen bij een rijschool vooraleer hij terug toegelaten wordt tot het praktisch examen.

Na het slagen voor het praktisch examen volgt een proefjaar binnen dewelke de kandidaat geen zware overtredingen mag maken.

Wie in zijn proefjaar een zware fout begaat moet zijn rijbewijs terug inleveren en zijn theoretisch en/of praktisch rijexamen opnieuw afleggen.

De rijopleiding wordt in beginsel geregeld bij koninklijk besluit. Het concept van het proefjaar vereist evenwel een onafhankelijke instantie die uitsluitsel geeft omtrent de vaststelling van de overtreding en de identiteit van de overtreder. Het is de rechter die hiervoor best in aanmerking komt. De regering zal hieromtrent een wetsontwerp indienen in de Kamer.

De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

10 JULI 2006. - Koninklijk besluit betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de politie van het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985, 5 augustus 2003 en 20 juli 2005, op artikel 21, tweede lid, vervangen bij de wet van 9 juli 1976, op artikel 23, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 1976, 29 februari 1984 en 18 juli 1990, op artikel 26, gewijzigd bij de wet van 9 juli 1976 en op artikel 27, vervangen bij de wet van 9 juli 1976 en gewijzigd bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, inzonderheid op artikel 8, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 maart 1987, 18 september 1991, 23 maart 1998, 24 juni 2000, 14 mei 2002,5 september 2002 en 4 april 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 mei 1999, 20 juli 2000, 14 december 2001, 5 september 2002, 29 september 2003, 22 maart 2004, 15 juli 2004, 17 maart 2005, 20 juli 2005, 30 september 2005, 8 maart 2006 en 24 april 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 17 maart 2005 en 14 februari 2006;

Overwegende de richtlijn 91/439/EEG van de Raad van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs, gewijzigd door de richtlijnen van de Raad 96/47/EG van 23 juli 1996 en 97/26/EG van 2 juni 1997 en door de richtlijn van de Commissie 2000/56 van 14 september 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 en 22 december 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 23 december 2005;

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit betrokken zijn;

Gelet op het advies nr. 40.631/4 van de Raad van State, gegeven op 4 juli 2006, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « voorlopig rijbewijs B » : het voorlopig rijbewijs voor een motorvoertuig van categorie B zoals omschreven in artikel 2, § 1, 3°, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs;2° « theoretisch examen » : het examen bepaald in artikel 23, § 1, 4°, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer;3° « praktisch examen » : het examen bepaald in artikel 23, § 1, 2°, van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer;4° « rijschool » : een rijschool erkend overeenkomstig het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen;5° « gebrevetteerd rij-instructeur » : een instructeur met een brevet van beroepsbekwaamheid dat toegang geeft tot de functie van instructeur die met het praktisch onderricht voor het besturen van voertuigen van categorie B belast wordt, zoals bepaald in artikel 24 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen. HOOFDSTUK II. - Het voorlopig rijbewijs B

Art. 2.De kandidaat voor het rijbewijs B mag deelnemen aan het theoretisch examen vanaf de leeftijd van 17 jaar.

Art. 3.De kandidaat voor het rijbewijs B die geslaagd is voor het theoretisch examen ontvangt een voorlopig rijbewijs B dat drie jaar geldig is.

Het voorlopig rijbewijs B stemt overeen met het model in bijlage 1 bij dit besluit.

Na het verstrijken van de geldigheidsduur kan de kandidaat pas een nieuw voorlopig rijbewijs zoals bedoeld in het eerste lid bekomen na opnieuw het theoretisch examen met goed gevolg te hebben afgelegd.

De houder van het voorlopig rijbewijs B moet vergezeld zijn van een begeleider die aan de volgende voorwaarden voldoet : a) hij moet beantwoorden aan de in artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bedoelde voorwaarden om een rijbewijs te verkrijgen;b) hij moet sedert ten minste 8 jaar houder zijn van, en tevens bij zich hebben, een Belgisch of Europees rijbewijs geldig om het voertuig te besturen aan boord waarvan hij de kandidaat vergezelt.De bestuurder die overeenkomstig artikel 44, § 5 of artikel 45 van het hierboven vermelde koninklijk besluit van 23 maart 1998, enkel een speciaal aan zijn handicap aangepast voertuig mag besturen, mag niet als begeleider bij de scholing optreden, behalve indien de kandidaat aan dezelfde handicap lijdt en eveneens een speciaal aan deze handicap aangepast voertuig bestuurt; c) hij mag niet vervallen zijn of mag gedurende de laatste drie jaar niet vervallen geweest zijn van het recht om een motorvoertuig te besturen en moet voldaan hebben aan de examens en onderzoeken die eventueel krachtens artikel 38 van de wet 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer werden opgelegd. De houder van het voorlopig rijbewijs B mag, naast de begeleider, vergezeld zijn van één andere persoon.

Art. 4.De kandidaat voor het rijbewijs B die geslaagd is voor het theoretisch examen, minstens 18 jaar is en 20 uur praktisch rijonderricht heeft gevolgd in een rijschool heeft recht op een voorlopig rijbewijs B dat hem toelaat zonder begeleider te rijden. Dit voorlopig rijbewijs is 18 maanden geldig.

Het voorlopig rijbewijs B stemt overeen met het model in bijlage 2 bij dit besluit.

De houder van het voorlopig rijbewijs B zonder begeleider mag vergezeld zijn van één persoon van minstens 24 jaar die houder is en in het bezit is van een rijbewijs dat ten minste geldig is voor voertuigen van categorie B. Het voorlopig rijbewijs zonder begeleider is niet verlengbaar of hernieuwbaar. Na het verstrijken van de geldigheidsduur, kan de kandidaat enkel nog aanspraak maken op het in artikel 3 bedoelde voorlopig rijbewijs.

Art. 5.Het in artikel 3 of 4 bedoelde voorlopig rijbewijs moet worden aangevraagd binnen de drie jaar na het slagen voor het theoretisch examen. Na het verstrijken van deze termijn kan de kandidaat pas terug een voorlopig rijbewijs aanvragen na opnieuw het theoretisch examen met goed gevolg te hebben afgelegd.

Art. 6.De kandidaat mag niet rijden van 22u. tot 6u. 's anderendaags op vrijdag, zaterdag, zondag, de vooravond van de wettelijke feestdagen en de wettelijke feestdagen.

Art. 7.Met uitzondering van gebrevetteerde rij-instructeurs mag niemand de houder van een voorlopig rijbewijs B tegen betaling begeleiden. HOOFDSTUK III. - Het praktisch examen

Art. 8.De kandidaat voor het rijbewijs B mag deelnemen aan het praktisch examen vanaf de leeftijd van 18 jaar. Hij moet sinds minstens drie maanden houder zijn van een voorlopig rijbewijs B. Het examen wordt afgelegd met een voertuig van de categorie of subcategorie waarvoor het rijbewijs wordt aangevraagd. Het voertuig voldoet aan de voorwaarden bepaald in artikel 6, 2°, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.

Wanneer de kandidaat zich aanbiedt met een instructeur van een rijschool dan legt hij het examen af met een scholingsvoertuig van de rijschool dat voldoet aan de voorwaarden bepaald in het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen.

Art. 9.De kandidaat die twee maal na elkaar niet slaagt voor het praktisch examen moet zes uren praktisch rijonderricht volgen bij een rijschool vooraleer hij terug toegelaten wordt tot het praktisch examen. HOOFDSTUK IV. - Uitreiking

Art. 10.Het voorlopige rijbewijs en het rijbewijs wordt uitgereikt door de overheid bedoeld in artikel 7 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.

Het voorlopig rijbewijs zonder begeleider zoals bedoeld in artikel 4 kan pas uitgereikt worden na vertoon van het bekwaamheidsgetuigeschrift bedoeld in artikel 23, § 6, van koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen. HOOFDSTUK V. - Wijzigings- en opheffingsbepalingen

Art. 11.- De bepalingen van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs zijn van toepassing op de voorlopige rijbewijzen B en op de theoretisch en praktisch examens, bedoeld in dit besluit, met uitzondering van artikel 6, 1°, b), f), h) en j) et 2°, b) en 3°, artikel 8, § 6, 1°, § 7, artikel 9, artikel 34 en artikel 69, § 7, derde lid.

Art. 12.In artikel 4, 1°, eerste lid worden de woorden « overeenkomstig de bepalingen van dit besluit » vervangen door de woorden « overeenkomstig de bepalingen van dit besluit of van het besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B ».

Art. 13.Artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 maart 2003 en 15 juli 2004 wordt vervangen als volgt : « § 1 Elke kandidaat voor het rijbewijs geldig voor de categorie A3, A, B+E, C, C+E, D of D+E of voor de subcatégorie C1, C1+E, D1 ou D1+E of elke houder van een rijbewijs met de vermelding « automatisch » die een rijbewijs waarop deze vermelding niet voorkomt wil behalen moet een scholing doorlopen : 1° hetzij door, in een rijschool het praktisch onderricht bedoeld in artikel 15 te volgen;2° hetzij op basis van een voorlopige rijbewijs model 3, overeenkomstig de regels voorgeschreven in afdeling II. Elke kandidaat voor het rijbewijs geldig voor de categorie B moet een scholing doorlopen overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van de categorie B. ».

Art. 14.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002 en 15 juli 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° onderdeel 1°, f), wordt vervangen als volgt : « f) mag geen houder geweest zijn van een voorlopig rijbewijs geldig voor dezelfde categorie of subcategorie van voertuigen. Dit verbod is evenwel niet van toepassing : - op de kandidaat die houder geweest is van een voorlopig rijbewijs geldig voor dezelfde categorie of subcategorie van voertuigen waarvan de geldigheid sinds meer dan drie jaar verstreken is. In dit geval, worden de mislukkingen voor de praktische examens die voor de afgifte van het nieuwe voorlopige rijbewijs werden afgelegd niet meegerekend voor de toepassing van artikelen 15, 1°, en 38, § 14; - op de houder van een rijbewijs met de vermelding « automatisch » die een voorlopig rijbewijs model 3 wil behalen voor het aanleren van het besturen van voertuigen van dezelfde categorie of subcategorie, uitgerust met een handschakeling : - op de houder van een rijbewijs of van een voorlopig rijbewijs A dat de vermelding « A < 25kW en < 0,16kW/kg » draagt, voor het behalen van een voorlopig rijbewijs voor het aanleren van het besturen van motorfietsen met een vermogen van meer dan 25 kW of met een vermogen/gewichtsverhouding van meer dan 0,16 kW/kg; »; 2° onderdeel 1°, g) wordt vervangen als volgt : « g) moet, in een rijschool, het praktisch onderricht bedoeld in artikel 15, 3°, a), gevolgd hebben als het gaat om een kandidaat voor een voorlopig rijbewijs voor het besturen van motorfietsen, tenzij hij houder is van een rijbewijs met de vermelding « A <= 25kW en <= 0,16kW/kg »;3° in onderdeel 1°, h), worden de woorden « categorieën A, B, B+E, C en C+E » vervangen door de woorden « categorieën A, B+E, C en C+E »;4° in onderdeel, 1°, j), vervallen de woorden « of van een voorlopig rijbewijs model 2 »;5° in onderdeel 2°, f), worden de woorden « moet, tenzij de bestuurder houder is van een voorlopig rijbewijs model 2, voorzien zijn » vervangen door de woorden « moet, tenzij de bestuurder houder is van een voorlopig rijbewijs zonder begeleider zoals bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B, voorzien zijn »;6° in onderdeel 3°, b), worden de woorden « categorie B, B+E, C of C+E » vervangen door de woorden « categorie B+E, C of C+E ».

Art. 15.Artikel 7, eerste lid van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Het voorlopige rijbewijs model 3 stemt overeen met het model van bijlage 2. ».

Art. 16.In artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid wordt vervangen als volgt : « Het voorlopig rijbewijs model 3 is twaalf maanden geldig.»; 2° § 2, eerste lid wordt vervangen als volgt : « De overheid bedoeld in artikel 7 maakt het voorlopige rijbewijs geldig voor de categorie A3, A, B, B+E, C, C+E, D of D+E of voor de subcategorie C1, C1+E, D1 of D1+E.»; 3° in § 6, 2°, vervallen de woorden « Bij teruggave van het document, overeenkomstig artikel 68, verlengt de overheid, bedoeld in artikel 7, de geldigheid van het voorlopige rijbewijs met een termijn die gelijk is aan de periode gedurende dewelke de geldigheid van het document opgeschort is geweest ».

Art. 17.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art.9. De kandidaat van minder dan 24 jaar mag niet rijden van tweeëntwintig uur tot zes uur 's anderendaags op vrijdag, zaterdag, zondag, de vooravond van de wettelijke feestdagen en de wettelijke feestdagen De houder van een voorlopige rijbewijs mag, naast de begeleider, vergezeld zijn van één andere persoon. ».

Art. 18.In hetzelfde besluit wordt afdeling III « leervergunning » opgeheven :

Art. 19.In artikel 15 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in onderdeel 1°, wordt g) en j) opgeheven;2° in onderdeel 2°, a), worden de woorden « categorie B, B+E, C, C+E, D of D+E » vervangen door de woorden « categorie B+E, C, C+E, D of D+E »;3° onderdeel 2°, b), wordt opgeheven;4° in onderdeel 4°, b), worden de woorden « categorie B, B+E, C, C+E, D of D+E » vervangen door de woorden « categorie B+E, C, C+E, D of D+E »;5° in onderdeel 4°, worden c) en d) opgeheven;6° onderdeel 6° en 7° worden opgeheven.

Art. 20.- In artikel 16, eerste lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « of van een leervergunning » opgeheven;2° in het derde lid wordt de laatste zin opgeheven.

Art. 21.Artikel 29, 2°, tweede lid van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « De kandidaat voor het rijbewijs geldig voor de categorie B volgt daarenboven een scholing van ten minste drie maanden op basis van een voorlopige rijbewijs, bedoeld in het koninklijk besluit van 610 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van de categorie B. ».

Art. 22.In artikel 30 van hetzelfde besluit vervallen de woorden « of op de aanvraag om een leervergunning ».

Art. 23.In artikel 32 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 september 2002 en 15 juli 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het tweede lid, eerste streepje, wordt vervangen als volgt : « - 17 jaar voor het examen voor het verkrijgen van het voorlopige rijbewijs B, bedoeld in het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van de categorie B;»; 2° in § 2, wordt het tweede lid opgeheven;3° in § 7, eerste lid, vervallen de woorden « of op de aanvraag om een leervergunning ».

Art. 24.Artikel 34, tweede lid van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Het praktisch examen kan op zijn vroegst één maand na de afgifte van het voorlopige rijbewijs model 3 plaatsvinden. »

Art. 25.In artikel 35, onderdeel 2° van hetzelfde besluit, woorden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in a) wordt het vierde lid opgeheven;2° b) wordt vervangen als volgt : « b) het nog geldige voorlopige rijbewijs.Het voorlopige rijbewijs is, in voorkomend geval, vervolledigd met de vermelding dat de lesuren voorgeschreven na twee mislukkingen gevolgd zijn. » 3° c) worden opgeheven.

Art. 26.In artikel 38 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 juli 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 3, eerste lid, wordt het woord « vier » vervangen door « drie », in § 3, tweede lid vervallen de woorden « voor- en achteraan »;2° § 14 wordt vervangen als volgt : « § 14.De kandidaat die zich aanbiedt met een rijschool legt het praktisch examen af met de bijstand van een instructeur en met een scholingsvoertuig van de rijschool waar hij het praktisch onderricht volgde en dat beantwoordt aan de voorwaarden bepaald in het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen.

De houder van een voorlopige rijbewijs model 3 legt het praktisch examen af : 1° hetzij met een voertuig dat beantwoordt aan de voorwaarden bepaald in artikel 6, 2°.De begeleider moet aanwezig zijn; 2° hetzij onder de voorwaarden bedoeld in eerste lid. Evenwel, de houder van een voorlopige rijbewijs model 3 die tweemaal niet geslaagd is voor het praktisch examen kan het praktisch examen alleen afleggen onder de voorwaarden bedoeld in het eerste lid. ».

Art. 27.In artikel 39 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 1, eerste lid wordt vervangen als volgt : « Het praktisch examen bevat de volgende proeven : 1° categorie A3 : een proef op een terrein buiten het verkeer;2° categorie B : een proef op de openbare weg in het verkeer;3° categorie A, B+E, C, C+E, D of D+E of subcategorie C1, C1+E, D1 of D1+E : een proef op een terrein buiten het verkeer en een proef op de openbare weg in het verkeer.»; 2° in § 1, tweede lid, 1°, worden de woorden « categorieën A3, A, B en B+E » vervangen door de woorden « categorieën A3, A en B+E »;3° § 1, tweede lid wordt aangevuld als volgt : « 5° categorie B : de duur van de proef op de openbare weg mag niet minder zijn dan veertig minuten »;4° in § 2, tweede lid, vervallen de woorden « op de leervergunning »;5° in § 3, eerste lid, wordt de volgende zin toegevoegd : « De kandidaat die houder is van een voorlopig rijbewijs bedoeld in artikel 4 van het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B, is naast de examinator, vergezeld van een persoon van minstens 24 jaar die houder is en in het bezit van een rijbewijs dat ten minste geldig is voor voertuigen van categorie B.» 6° in § 7, tweede lid, vervallen de woorden « of op de leervergunning ».

Art. 28.In artikel 41 van hetzelfde besluit, worden de woorden « op de aanvraag om een voorlopige rijbewijs of op de leervergunning » vervangen door de woorden « of op de aanvraag om een voorlopige rijbewijs ».

Art. 29.In artikel 48 van hetzelfde besluit, vervallen de woorden « of van de leervergunning ».

Art. 30.Het opschrift van hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Hoofdstuk V. - Vervanging en duplicaten van het rijbewijs en van het voorlopige rijbewijs ».

Art. 31.In artikel 50 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, 5°, worden de woorden « de artikelen 69, §2 en 80, §2 » vervangen door de woorden « artikel 80, §2 »;2° in § 3, vervallen de woorden « of de leervergunning »;3° in § 4, worden de woorden « het voorlopige rijbewijs of de leervergunning » vervangen door de woorden « of het voorlopige rijbewijs ».

Art. 32.In artikel 52 van hetzelfde besluit, worden de woorden « een voorlopige rijbewijs of een leervergunning » vervangen door de woorden « of een voorlopige rijbewijs ».

Art. 33.In artikel 57, § 2, eerste lid van hetzelfde besluit, vervallen de woorden « en voor elke leervergunning ».

Art. 34.In artikel 58, § 2, eerste lid van hetzelfde besluit, vervallen de woorden « de leervergunningen ».

Art. 35.In artikel 61, eerste lid van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000 vervallen de woorden Afgifte of vervanging van een leervergunning : 9,00 EUR » en de woorden « Afgifte van een duplicaat van een leervergunning : 7,50 EUR ».

Art. 36.In artikel 62, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, vervallen de woorden « leervergunningen »;2° in het tweede lid, worden de woorden « de voorlopige rijbewijzen en de leervergunningen » vervangen door de woorden « en de voorlopige rijbewijzen ».

Art. 37.In artikel 63 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, in rubriek « Praktisch examen », worden de woorden « categorie A, B en B+E » vervangen door de woorden « categorieën A en B+E »;2° in § 1, eerste lid, wordt de rubriek « Praktisch examen » aangevuld als volgt : « Categorie B : praktisch examen (36,00 EUR) 3° in § 2, 2°, b), vervallen de woorden « of voor de leervergunning ».

Art. 38.In artikel 64, eerste lid van hetzelfde besluit, vervallen de woorden « de leervergunningen ».

Art. 39.In artikel 67, eerste lid, 2° van hetzelfde besluit, vervallen de woorden « of de leervergunning ».

Art. 40.Artikel 69, § 7, derde lid, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 8 maart 2006, wordt vervangen als volgt : « Wanneer het verval betrekking heeft op een voorlopig rijbewijs, verlengt de overheid bedoeld in artikel 7 de geldigheid van het voorlopig rijbewijs met een termijn die gelijk is aan de duur van het verval. ».

Art. 41.- In bijlage 2 van hetzelfde besluit worden de I en II opgeheven.

Bijlage 3 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 42.- In bijlage 5 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 15 juli 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in III, A, worden de bepalingen betreffende de manoeuvres van de categorie B opgeheven;2° III, B wordt aangevuld als volgt : "17.Categorie B : de volgende manoeuvres worden op de openbare weg uitgevoerd : 1. Voorafgaande controles.a) Verstellen van de zitplaats van de bestuurder voor een juiste zithouding;b) Afstellen van de achteruitkijkspiegels, veiligheidsgordel en hoofdsteun;c) Nakijken of de portieren goed gesloten zijn;d) Banden, remmen, stuurinrichting, vloeistoffen, lichten, verluchting, richtingaanwijzers en geluidstoestel worden steekproefsgewijze gecontroleerd;e) De nodige voorzorgsmaatregelen nemen bij het verlaten van het voertuig;2. Keren in een smalle straat; 3. Parkeren achter een voertuig." 3° VI, B wordt aangevuld als volgt : "11° manoeuvres (alleen categorie B)."

Art. 43.Artikel 8.2, 3°, b), van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, wordt vervangen als volgt : « b) 17 jaar voor de bestuurders die praktisch rijonderricht volgen met het oog op het behalen van een rijbewijs categorie B of die rijden met een voorlopig rijbewijs categorie B zoals voorzien in artikel 3 van het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen categorie B. » In artikel 8.2, 3°, c), van hetzelfde besluit worden de woorden « of die rijden met een leervergunning » geschrapt.

In artikel 8.2, 3°, d), van hetzelfde besluit worden de worden « of B » geschrapt.

Art. 44.In afdeling V van hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen wordt een artikel 22bis toegevoegd dat luidt als volgt : « 22bis De rijschool biedt binnen haar opleidingsaanbod minstens één opleidingspakket aan dat uit hoogstens 6 uren praktisch rijonderricht bestaat. » In hetzelfde besluit wordt in artikel 23, § 6, eerste lid de woorden « de in artikel 14 en 15 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs bepaalde aantal lesuren » vervangen door : « de in artikel 14 en 15 van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs of de in artikel 9 van het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B bepaalde aantal lesuren » In hetzelfde besluit wordt artikel 23, § 6, tweede lid vervangen door : « In afwijking van het eerste lid wordt aan de leerling, die het in artikel 4 van het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B bepaalde aantal lesuren gevolgd heeft en die bewezen heeft bekwaam te zijn alleen te sturen, met het oog op het verkrijgen van een voorlopig rijbewijs zonder begeleider een bekwaamheidsgetuigschrift afgegeven, waarvan het model door de Minister bepaald wordt. » Artikel 23, § 6, derde lid van het zelfde besluit wordt opgeheven.

In hetzelfde besluit wordt in artikel 47, § 1, laatste lid de volgende zin toegevoegd : « Artikel 22bis en 23, § 6 van het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor de erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen zijn evenwel onmiddellijk van toepassing. ». HOOFDSTUK VI. - Overgangsbepalingen en inwerkingtreden

Art. 45.De voorlopige rijbewijzen voor voertuigen van categorie B en de leervergunningen uitgereikt vóór de inwerkingtreding van dit besluit blijven geldig tot de op het document vermelde uiterste geldigheidsdatum.

De bepalingen inzake geldigheid,verval en de toegangsvoorwaarden tot het examen die van toepassing waren tot aan de datum van hun uitreiking blijven geldig voor deze documenten.

De houders van de voorlopige rijbewijzen en de leervergunningen uitgereikt vóór de inwerkingtreding van dit besluit kunnen hun voorlopig rijbewijs of leervergunning inwisselen voor een voorlopig rijbewijs bedoeld in artikel 3 van dit besluit.

Onverminderd artikel 16, laatste lid van het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs, worden de voor de inwerkingtreding van dit besluit gevolgde uren praktisch rijonderricht in een rijschool in aanmerking genomen voor de berekening van de in artikel 4 van dit besluit bedoelde 20 uren rijonderricht.

Art. 46.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2006, met uitzondering van artikel 27, 1° tot en met 3°, artikel 37, 1° en 2° en artikel 42 die in werking treden op 1 december 2006.

Art. 47.Onze Minister van Mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor de voertuigen van categorie B Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor de voertuigen van categorie B Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 juli 2006 betreffende het rijbewijs voor voertuigen van categorie B. ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT

^