Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 november 2001
gepubliceerd op 13 december 2001

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 94, derde lid, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022873
pub.
13/12/2001
prom.
10/11/2001
ELI
eli/besluit/2001/11/10/2001022873/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 94, derde lid, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 94, derde lid, vervangen bij de wet van 6 augustus 1993 en artikel 139bis ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 april 1997 en bekrachtigd bij de wet van 12 december 1997;

Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, Afdeling Financiering, van 14 september 2000;

Gelet op het advies van de Nationale Paritaire Commissie geneesheren-ziekenhuizen, van 17 oktober 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 10 januari 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 2 mei 2001;

Gelet op de besluiten van de Ministerraad van 18 mei 2001 en 26 oktober 2001 over het verzoek om advies door de Raad van State binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies van de Raad van State, nr. 31.786/3, gegeven op 10 juli 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 1° de wet op de ziekenhuizen : de wet op de ziekenhuizen gecoördineerd op 7 augustus 1987;2° de sectoriële akkoorden : de sectoriële akkoorden tussen de werkgevers, de representatieve organen van de werknemers van de ziekenhuizen en de regering, gesloten ingevolge de basisteksten van 4 juli 1991, 22 november 1991, 1 maart 2000 en 22 juni 2000.

Art. 2.§ 1. De kosten die het gevolg zijn van de bijkomende voordelen voorzien in de sectoriële akkoorden van 4 juli en 22 november 1991, die toegekend worden aan het personeel waarvan de financiering, geheel of gedeeltelijk, ten laste van de honoraria valt, en die verband houden met geneeskundige verstrekkingen als bedoeld in artikel 95, 2°, van de wet op de ziekenhuizen, met uitzondering van deze welke betrekking hebben op de activiteiten voor niet gehospitaliseerde patiënten, worden gedekt door het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen, mits voldaan is aan de voorwaarden en regels bepaald in §§ 1 en 2. § 2. De in § 1 bedoelde kosten worden voor de helft gedekt door het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen op voorwaarde dat : 1° de in § 1 bedoelde voordelen volledig worden toegekend aan al het ziekenhuispersoneel.Bij ontstentenis van ondertekening of toetreding tot de sectoriële akkoorden dient de beheerder van het ziekenhuis aan het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, een attest te doen geworden dat mee ondertekend is door de Ondernemingsraad of, in voorkomend geval, door de vakbondsafvaardiging wat de privé-sector betreft, of door het hoger overlegcomité of het bevoegde overlegcomité of het basisoverlegcomité, wat de openbare sector betreft, waarin wordt bevestigd dat aan deze voorwaarde is of zal worden voldaan; 2° de ziekenhuisbeheerder aan het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, alle gegevens mededeelt betreffende de tewerkstelling en de personeelskosten in de medische en medisch-technische diensten;3° alle honoraria met betrekking tot de medisch-technische diensten en door Ons aangeduide zorgprogramma's, zowel wat betreft de gehospitaliseerde patiënten als de niet-gehospitaliseerde patiënten, met uitzondering van de honoraria van de geneesheren bedoeld in artikel 143, § 2, van de wet op de ziekenhuizen, centraal worden geïnd, hetzij door de beheerder, hetzij door de medische raad;4° aan het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu de omvang van de centraal geïnde geneesherenhonoraria wordt medegedeeld, inbegrepen de erop betrekking hebbende supplementen, voor het geheel van de medisch-technische diensten en de door Ons aangeduide zorgprogramma's en, in voorkomend geval, voor het geheel van de consultatiediensten, telkenmale uitgesplitst naargelang deze betrekking hebben op gehospitaliseerde en niet gehospitaliseerde patiënten;5° aan het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu enerzijds een anoniem overzicht wordt overgemaakt van de wijze waarop aan hoofdstuk II van titel IV van de wet op de ziekenhuizen uitvoering is gegeven en anderzijds een nota waarin de aanwending van de geneesherenhonoraria voor het geheel van de medisch-technische diensten en de door Ons aangeduide zorgprogramma's wordt medegedeeld; De in het vorige lid bedoelde aanwending dient te worden uitgesplitst naar de hiernavermelde rubrieken : a) personeelskosten, b) vergoeding van geneesheren, c) aankoop van goederen en diensten, d) afschrijvingen, e) omslag der gemeenschappelijke kosten, f) financiële lasten, g) saldo;6° de Medische Raad wordt ingelicht over de uitvoering van elk van de voornoemde punten. § 3. De in § 1 bedoelde kosten worden volledig gedekt door het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen wanneer aan de volgende bijkomende voorwaarden is voldaan : 1° in het ziekenhuis, in de erkende groepering of associatie, zoals bedoeld in artikel 69, 3°, van de wet op de ziekenhuizen en die de medisch-technische dienst of het zorgprogramma uitbaat, 70 % van de ziekenhuisgeneesheren, in de hiernavermelde medische disciplines zijn gedurende minstens acht halve dagen per week uitsluitend in het betrokken ziekenhuis, de betrokken groepering of de betrokken associatie werkzaam : a) heelkunde, b) inwendige geneeskunde, c) biologie, d) radiologie, e) anesthesiologie, 2° er bestaat een schriftelijk akkoord afgesloten en effectief uitgevoerd tussen de ziekenhuisbeheerder en de Medische Raad over de centrale inning van alle geneesherenhonoraria door het ziekenhuis, met uitzondering van de honoraria bedoeld in artikel 143, § 2, van de wet op de ziekenhuizen.

Art. 3.§ 1. De in artikel 2 bedoelde kosten die betrekking hebben op de activiteiten voor niet gehospitaliseerde patiënten, worden voor de helft gedekt door het budget van financiële middelen van het ziekenhuis, indien benevens de in artikel 2, § 2, vermelde vereisten, aan de volgende bijkomende voorwaarden voldaan is : 1° in het geheel van de consultatiediensten, de medisch-technische diensten of de zorgprogramma's van het betrokken ziekenhuis, van de erkende groepering of associatie, zoals bedoeld in artikel 69, 3°, van de wet op de ziekenhuizen, is 70 % van de ziekenhuisgeneesheren gedurende minstens acht halve dagen per week in het betrokken ziekenhuis of in de betrokken groepering of associatie werkzaam;2° aan het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu wordt een nota overgemaakt waarin de aanwending van de geneesherenhonoraria voor het geheel der consultatiediensten wordt medegedeeld. De in het vorige lid bedoelde aanwending dient te worden uitgesplitst naar de hiernavermelde rubrieken : a) personeelskosten, b) vergoeding van geneesheren, c) aankoop van goederen en diensten, d) afschrijvingen, e) omslag der gemeenschappelijke kosten, f) financiële lasten, g) saldo;3° alle geneesherenhonoraria van de consultatiediensten, zowel wat betreft de gehospitaliseerde als de niet gehospitaliseerde patiënten wiens personeel door het ziekenhuis wordt betaald, worden centraal geïnd, hetzij door de beheerder, hetzij door de medische raad, met uitzondering van de honoraria der geneesheren bedoeld in artikel 143, § 2, van de wet op de ziekenhuizen; § 2. De in § 1 bedoelde kosten worden volledig gedekt door het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen wanneer aan de volgende bijkomende voorwaarden wordt voldaan : 1° alle geneesherenhonoraria worden centraal door het ziekenhuis geïnd;2° voor tenminste 70 % van de ziekenhuisgeneesheren, die uitsluitend en voltijds in het betrokken ziekenhuis werkzaam zijn, kan artikel 140, § 3, van de wet op de ziekenhuizen niet worden toegepast.

Art. 4.De kosten voortvloeiend uit de bijkomende voordelen voorzien in de sectoriële akkoorden van 1 maart en 22 juni 2000, die toegekend worden aan het ziekenhuispersoneel waarvan de financiering geheel of gedeeltelijk rechtstreeks ten laste van de honoraria is en die veroorzaakt worden door de verstrekkingen zoals bedoeld onder artikel 95, 2°, van de wet op de ziekenhuizen, worden volledig gedekt door het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen.

Art. 5.De Minister die de vaststelling van de verpleegdagprijs onder zijn bevoegdheid heeft kan de modaliteiten bepalen omtrent de wijze waarop aan de bepalingen van dit besluit wordt voldaan.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001.

Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Volksgezondheid zijn belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 10 november 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^