Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 november 2005
gepubliceerd op 21 november 2005

Koninklijk besluit betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

bron
federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2005022821
pub.
21/11/2005
prom.
10/11/2005
ELI
eli/besluit/2005/11/10/2005022821/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 NOVEMBER 2005. - Koninklijk besluit betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, inzonderheid op de artikelen 4, § 1, 6, § 1, en 11, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 juni 1976 houdende vaststelling van het bedrag van de vergoeding voor de afgifte van oorsprongscertificaten, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 januari 1988, 18 oktober 1991, 1 september 1995, 28 september 1998 en 17 april 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 maart 1980 betreffende de uitvoer van voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 4, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 februari 1987, 7 december 1992, 22 december 1998 en 20 juli 2000;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 december 1995 tot onderwerping aan vergunning van plaatsen waar voedingsmiddelen gefabriceerd of in de handel gebracht worden of met het oog op de uitvoer behandeld worden, inzonderheid op artikel 6, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 augustus 1996 en 9 juni 2003 en de bijlage, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 augustus 1996, 3 maart 1999, 20 juli 2000 en 9 juni 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 1999 tot vaststelling van sommige rechten ten voordele van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen gewijzigd bij de wetten van 12 augustus 2000, 30 december 2001, 14 januari 2002, 2 augustus 2002 en 22 december 2003 en de koninklijke besluiten van 13 juli 2001 en 11 december 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2004 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 oktober 2004 betreffende de financiering van de opsporing van overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij dieren;

Gelet op het advies van het raadgevend comité van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 10 november 2004;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 30 november 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 3 december 2004;

Gelet op de notificatie van de Europese Commissie, op 24 december 2004;

Gelet op het overleg tussen de gewestregeringen en de federale overheid op 17 januari 2005;

Gelet op het advies nr 37.957/3 van de Raad van State, gegeven op 11 januari 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities en toepassingsgebied

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;2° Minister : de Minister tot wiens bevoegdheid de Volksgezondheid behoort;3° operator : elke natuurlijke of rechtspersoon wiens activiteit onderworpen is aan de controle van het Agentschap;4° product : elk product of elke materie behorend tot de bevoegdheden van het Agentschap krachtens de wet van 4 februari 2000 houdende de oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;5° eindverbruiker : de laatste verbruiker van een product die het niet gebruikt in het kader van een activiteit als operator;6° stadia van de productie, de verwerking en de distributie : alle stadia, met inbegrip van de invoer, vanaf de primaire productie of vervaardiging van een product, tot en met het verpakken, de opslag, het vervoer, de verkoop de distributie of de levering daarvan aan de eindverbruiker of aan de gebruiker;7° bedrijf : elke onderneming, zowel publiek - als privaatrechtelijk, die al dan niet met winstoogmerk actief is in enig stadium van de productie, verwerking en distributie van een product;8° vestigingseenheid : een plaats van activiteit die geografisch kan geïdentificeerd worden door een adres, waar ten minste één activiteit van de operator wordt uitgeoefend of van waaruit de activiteit wordt uitgeoefend;9° bezoldigd aantal personen : het bezoldigd aantal personen, berekend per voltijdse equivalent in de loop van het burgerlijk jaar waarop de heffingen slaan, per vestigingseenheid, voor de activiteiten in de stadia van de productie, verwerking en distributie die onderworpen zijn aan heffing;10° primaire productie : de productie, het fokken en het telen van primaire producten tot en met het oogsten, het melken en de productie van landbouwhuisdieren, voorafgaand aan het slachten.Dit begrip omvat tevens de jacht, de visvangst, en de oogst van wilde producten; 11° verwerking : het slachten van dieren, evenals de wijziging van één of meerdere producten in één of meerdere halfafgewerkte of afgewerkte producten bestemd voor de voedselketen, met uitzondering van de horeca. Maken ondermeer deel uit van de verwerking : de activiteiten vermeld in bijlage 3; 12° groothandel : de aankoop, de invoer, het hanteren, het opslaan van producten, met het oog op het afstaan ten kosteloze of bezwarende titel aan operatoren of op de uitvoer. Maken ondermeer deel uit van de groothandel : de activiteiten vermeld in bijlage 4; 13° detailhandel : het hanteren en/ of verwerken van producten, evenals het opslaan daarvan op de plaats van verkoop of levering aan de eindverbruiker, met uitzondering van de horecasector. Maken ondermeer deel uit van de kleinhandel : de activiteiten vermeld in bijlage 5; 14° horeca : het aanbieden aan de gebruiker van bereide, ontdooide of geregenereerde producten voor onmiddellijke consumptie of van meeneemschotels. Maken ondermeer deel uit van de horeca : de activiteiten vermeld in bijlage 6; 15° transport : het transport voor commerciële of professionele doeleinden van producten door middel van motorvoertuigen en aanhangwagens, voertuigen die op rails rijden, luchtvaartuigen, evenals scheepsruim of containers voor vervoer over de weg, het water of door de lucht. Maken ondermeer deel uit van het transport : de activiteiten vermeld in bijlage 7; 16° zending : één of meerdere producten bevracht naar één of meerdere plaatsen voor één enkele opdrachtgever en bestemd om vervoerd te worden in één reis en door middel van één transportmiddel naar een of meerdere losplaatsen voor één bestemmeling. HOOFDSTUK II. - Bepalingen tot vaststelling van heffingen

Art. 2.§ 1 De operatoren zijn jaarlijks een forfaitaire heffing verschuldigd aan het Agentschap voor een bedrag van 100 EUR per vestigingseenheid.

In afwijking van voorafgaand lid, zijn de operatoren in de transportsector jaarlijks een forfaitaire heffing verschuldigd voor een bedrag van 25 EUR. § 2. De operatoren in de sector van de primaire productie, die hun activiteit niet uitoefenen ten titel van hoofd- of bijberoep, en die maximaal 2 runderen, 3 varkens, 200 stukken pluimvee, 10 schapen, geiten, hertachtigen en andere kleine herkauwers en 24 bijkorven houden, zijn niet onderworpen aan de betaling van de heffing bedoeld in § 1.

Art. 3.Bovendien zijn de operatoren per vestigingseenheid een variabele jaarlijkse heffing verschuldigd aan het Agentschap, die vastgesteld wordt voor de activiteitssector overeenkomstig de artikelen 4 tot 11.

Indien meer dan één activiteitssector van toepassing is op de vestigingséénheid wordt gekozen voor de economisch belangrijkste activiteit

Art. 4.§ 1. Voor de fabrikanten van meststoffen, bodemverbeterende middelen en teeltsubstraten wordt het bedrag van de variabele heffing vastgesteld volgens de geproduceerde hoeveelheden, overeenkomstig de bijlage 1, hoofdstuk 1. § 2. Voor de fabrikanten van bestrijdingsmiddelen en de operatoren die onderworpen zijn aan erkenning of toelating voor bestrijdingsmiddelen, wordt het bedrag van de variabele heffing vastgesteld volgens het aantal erkende of toegelaten bestrijdingsmiddelen, overeenkomstig de bijlage 1, hoofdstuk 2. § 3. Voor de fabrikanten van dierenvoeding, wordt het bedrag voor de variabele heffing vastgesteld volgens de tonnenmaat, overeenkomstig de bijlage 1, hoofdstuk 3.

Art. 5.Voor de operatoren in de sector van de primaire productie wordt het bedrag van de variabele heffing vastgesteld overeenkomstig de bijlage 2.

De operatoren in de sector van de primaire productie, die hun activiteit niet uitoefenen ten titel van hoofd- of bijberoep, en die maximaal 2 runderen, 3 varkens, 200 stukken pluimvee, 10 schapen, geiten, hertachtigen en andere kleine herkauwers en 24 bijkorven houden, zijn niet onderworpen aan de betaling van de heffing bedoeld in voorgaand lid.

Art. 6.Voor de operatoren in de sector verwerking wordt het bedrag van de variabele heffing vastgesteld volgens het bezoldigd aantal personen, overeenkomstig de bijlage 3.

Art. 7.Voor de operatoren in de sector van de groothandel wordt het bedrag van de variabele heffing vastgesteld volgens het bezoldigd aantal personen, overeenkomstig de bijlage 4.

Art. 8.Voor de operatoren in de detailhandel wordt het bedrag van de variabele heffing vastgesteld volgens het bezoldigd aantal personen, overeenkomstig de bijlage 5.

Art. 9.Voor de operatoren in de horecasector wordt het bedrag van de variabele heffing vastgesteld volgens het bezoldigd aantal personen, overeenkomstig de bijlage 6.

Art. 10.Voor de operatoren in de transportsector wordt het bedrag van de variabele heffing vastgesteld volgens het aantal zendingen van producten, overeenkomstig de bijlage 7.

Art. 11.De jaarlijkse forfaitaire en variabele heffing van een bedrijf wordt, op basis van de al dan niet validatie van het autocontrolesysteem door het Agentschap of door een inspectie- of certificatieorganisme zoals voorzien in het artikel 10, § 1, 1°, van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen, aangepast met de coëfficiënt voorzien in de bijlage 8. HOOFDSTUK III. - Aangifte en facturering

Art. 12.De operatoren doen jaarlijks aangifte van de gegevens uit het voorgaande jaar die noodzakelijk zijn voor de berekening van het bedrag van de verschuldigde heffingen, bedoeld in de artikelen 3 tot 11.

Ze moeten de gegevens kunnen rechtvaardigen die weergegeven zijn in de jaarlijkse aangiftes.

De jaarlijkse aangifte moet ingediend worden bij het Agentschap ten laatste op 31 januari.

De Minister kan een model vaststellen waarin de gegevens aan het Agentschap moeten overgemaakt worden. Dit betreft enkel de gegevens waarover het Agentschap niet beschikt. Deze gegevens kunnen aangegeven of opgevraagd worden via elektronische weg.

De heffingen zijn per burgerlijk jaar verschuldigd.

Art. 13.De gefactureerde bedragen moeten aan het Agentschap betaald zijn, uiterlijk op het einde van de maand volgend op de maand waarin de factuur verzonden werd.

Art. 14.Indien de factuur niet betaald is op de vervaldag voorzien in artikel 13, wordt aan de operator aangetekend een eerste ingebrekestelling verstuurd.

In geval van niet-betaling binnen een termijn van 2 maanden na de eerste ingebrekestelling, wordt aangetekend een tweede ingebrekestelling verstuurd. HOOFDSTUK IV. - Wijzigende en opheffingsbepalingen

Art. 15.In artikel 7 van het koninklijk besluit van 14 januari 2004 tot vaststelling van de retributies en bijdragen verschuldigd aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten, vervallen de woorden « aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen of ».

Art. 16.Worden opgeheven : 1° het koninklijk besluit van 15 juni 1976 houdende vaststelling van het bedrag van de vergoeding voor de afgifte van oorsprongscertificaten, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 18 januari 1988, 18 oktober 1991, 1 september 1995, 28 september 1998 en 17 april 2002;2° artikel 4, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 3 februari 1987, 7 december 1992, 22 december 1998 en 20 juli 2000, van het koninklijk besluit van 6 maart 1980 betreffende de uitvoer van voedingsmiddelen en andere producten;3° artikel 6, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 4 augustus 1996 en 9 juni 2003 en de bijlage, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 4 augustus 1996, 3 maart 1999, 20 juli 2000 en 9 juni 2003, van het koninklijk besluit van 4 december 1995 tot onderwerping aan vergunning van plaatsen waar voedingsmiddelen gefabriceerd of in de handel gebracht worden of met het oog op de uitvoer behandeld worden.4° het koninklijk besluit van 28 september 1999 tot vaststelling van sommige rechten ten voordele van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen gewijzigd door de wetten van 12 augustus 2000, 30 december 2001, 14 januari 2002, 2 augustus 2002 en 22 december 2003 en de koninklijke besluiten van 13 juli 2001 en 11 december 2001;5° het koninklijk besluit van 15 oktober 2004 betreffende de financiering van de opsporing van overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij dieren. HOOFDSTUK V. - Overgangsbepalingen

Art. 17.Voor het burgerlijk jaar 2006 wordt de heffing van de operatoren, bedoeld in het koninklijk besluit van 4 december 1995 tot onderwerping aan vergunning van plaatsen waar voedingsmiddelen gefabriceerd of in de handel gebracht worden of met het oog op de uitvoer behandeld worden, die de vergoeding bedoeld in artikel 6, § 1 van het bovenvermeld koninklijk besluit van 4 december 1995 in de loop van het burgerlijk jaar 2004 betaald hebben, verminderd met 1/3 van het bedrag van deze vergoeding.

Voor het burgerlijk jaar 2006 wordt de heffing van de operatoren, bedoeld in het koninklijk besluit van 4 december 1995 tot onderwerping aan vergunning van plaatsen waar voedingsmiddelen gefabriceerd of in de handel gebracht worden of met het oog op de uitvoer behandeld worden, die de vergoeding bedoeld in artikel 6, § 1 van het bovenvermeld koninklijk besluit van 4 december 1995 in de loop van het burgerlijk jaar 2005 betaald hebben, verminderd met 2/3 van het bedrag van deze vergoeding.

Art. 18.§ 1. De hoofdstukken III en IV van het bovenvermeld koninklijk besluit van 28 september 1999 tot vaststelling van sommige rechten ten voordele van het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen blijven van toepassing voor de verschuldigde rechten die betrekking hebben op de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit. § 2. De hoofdstukken III en IV van het bovenvermeld koninklijk besluit van 15 oktober 2004 betreffende de financiering van de opsporing van overdraagbare spongiforme encefalopathieën bij dieren blijven van toepassing voor de verschuldigde rechten die betrekking hebben op de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 19.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2006.

Art. 20.Onze Minister bevoegd voor volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel,10 noevmber 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage 1 : toelevering landbouw Hoofdstuk 1 : meststoffen 0,023 EUR/ton Hoofdstuk 2 : bestrijdingsmiddelen 64,56 EUR per erkend of toegelaten product Hoofdstuk 3 : veevoeders 1. Veevoederproducenten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.Voormengselfabrikanten en producenten van toevoegingmiddelen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage 2 : primaire productie 87 EUR per vestigingseenheid Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage 3 : verwerking Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De hieronder vermelde activiteiten maken ondermeer deel uit van de verwerking : Productie en conservering van vlees, vleeswaren en conserven; verwerking en conservering van vis en vervaardiging van visproducten; de verwerking en conservering van aardappelen; de vervaardiging van groente- en fruitsappen; de verwerking en conservering van groenten en fruit; de vervaardiging van ruwe oliën en vetten; de raffinage van plantaardige oliën en vetten; de vervaardiging van margarine; de vervaardiging van zuivelproducten; de vervaardiging van consumptie-ijs; de maalderijen; de vervaardiging van zetmeel en zetmeelproducten; de vervaardiging van brood en vers banketbakkerswerk; de vervaardiging van beschuit en koekjes; de vervaardiging van suiker; de vervaardiging van chocolade en suikerwerk; de vervaardiging van deegwaren; de vervaardiging van koffie en thee; de vervaardiging van specerijen, kruiderijen en sauzen; de vervaardiging gehomogeniseerde voedingspreparaten en dieetvoeding; de vervaardiging van gedistilleerde alcoholische dranken; de productie van ethylalcohol door gisting; de vervaardiging van wijn;de vervaardiging van cider en andere vruchtenwijnen;de vervaardiging van niet-gedistilleerde gegiste dranken; de brouwerij; de mouterij, de productie van mineraalwater en frisdranken.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage 4 : groothandel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De hieronder vermelde activiteiten maken ondermeer deel uit van de groothandel : De groothandel in granen, zaden, diervoeders; de groothandel in bloemen en planten; de groothandel in levende dieren; de groothandel in andere producten van dierlijke oorsprong, de groothandel in groenten & fruit; de groothandel in vlees en vleeswaren; de groothandel in zuivelproducten, eieren en spijsoliën; de groothandel in dranken; de groothandel in suiker, chocolade, suikerwerk; de groothandel in koffie, thee, cacao, specerijen; de groothandel in overige voedingsmiddelen en genotsmiddelen; de opslag in koelpakhuizen; de overige opslag.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage 5 : kleinhandel Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De hieronder vermelde activiteiten maken ondermeer deel uit van de kleinhandel : niet-gespecialiseerde kleinhandel in winkels in overwegend voedings- en genotmiddelen; de kleinhandel in groenten & fruit; de kleinhandel in vlees & vleeswaren; de kleinhandel in vis; de kleinhandel in brood, banketbakkerswerk & suikerwerk; de kleinhandel in dranken; de overige kleinhandel in voedings- en genotsmiddelen in gespecialiseerde winkels; de markt & straathandel.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage 6 : horeca Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De hieronder vermelde activiteiten maken ondermeer deel uit van de horeca : cafés, hotels met restauratie, restaurants, frituren, verbruikszalen, gaarkeukens, traiteurs waar voedingsmiddelen worden bereid die bestemd zijn voor onmiddellijke consumptie door de verbruikers en gelijkaardige verenigingen en inrichtingen.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage 7 : transport Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De hieronder vermelde activiteiten maken ondermeer deel uit van het transport : Het transport voor rekening van derden.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Bijlage 8 : Aanpassing jaarlijkse heffing op basis van het al dan niet beschikken over een gevalideerd autocontrolesysteem Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld ACS :autocontrolesysteem OCI : Certificatie- inspectie Organisme * : enkel in geval de validatie van het autocontrolesysteem niet aan een OCI gedelegeerd kan worden omwille van wettelijke restricties.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 10 november 2005 betreffende heffingen bepaald bij artikel 4 van de wet van 9 december 2004 betreffende de financiering van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE

^