Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 januari 1999
gepubliceerd op 20 februari 1999

Koninklijk besluit betreffende de overdracht van de personeelsleden van de bij Belgacom opgerichte dienst « ombudsman » naar het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1999014019
pub.
20/02/1999
prom.
11/01/1999
ELI
eli/besluit/1999/01/11/1999014019/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JANUARI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de overdracht van de personeelsleden van de bij Belgacom opgerichte dienst « ombudsman » naar het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 46bis ingevoegd bij de wet van 19 december 1997 tot wijziging van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven teneinde het reglementaire kader aan te passen aan de verplichtingen die inzake vrije mededinging en harmonisatie op de markt voor telecommunicatie, voortvloeien uit de van kracht zijnde beslissingen van de Europese Unie;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling van het statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, inzonderheid op artikel 76;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 maart 1993 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, inzonderheid op artikel 21;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 februari 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 9 juli 1998;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 9 juli 1998;

Gelet op het protocol van het Sectorcomité VIII van 3 september 1998;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 6 november 1998, overeenkomstig artikel 84, lid 1, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

De hoogdringendheid wordt gemotiveerd door het feit dat de overdracht van het personeel van de ombudsdienst van Belgacom naar het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, die bij de gewijzigde wet van 21 maart 1991 werd vastgelegd op 1 januari 1998, moet gebeuren op vrijwillige basis. De betrokken ambtenaren blijven hun opdracht bij de ombudsdienst uitoefenen, doch kunnen hun keuze slechts bevestigen na kennisname van de overdrachtsmodaliteiten vastgelegd in dit besluit;

Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° Minister : de Minister die de telecommunicatie onder zijn bevoegdheid heeft;2° Instituut : het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, bedoeld in artikel 71 van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;3° Ambtenaar : de statutaire ambtenaren van Belgacom, ter beschikking gesteld van de ombudsdienst van Belgacom, en, bij toepassing van artikel 46bis van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, overgedragen aan het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie.

Art. 2.De ambtenaren die bij hun administratie van herkomst een graad bekleden vermeld in kolom 1, worden bij het Instituut benoemd in één van de er tegenoverstaande gelijkwaardige graden vermeld in kolom 2.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.In afwijking van de bepalingen van artikel 76 van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 tot vaststelling van het statuut van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie : 1° behouden de in artikel 1 bedoelde ambtenaren de graad-, de niveau- en de dienstanciënniteit die ze verworven hadden in hun administratie van herkomst;2° worden de diensten, die in aanmerking genomen worden voor de graadanciënniteit van de overgedragen ambtenaren die tot adviseur worden benoemd, geteld met ingang van de datum waarop de ambtenaar in zijn administratie van herkomst tot een graad van niveau 1 is benoemd;3° wordt de graadanciënniteit van de overgedragen ambtenaren, die benoemd zijn tot een graad van niveau 3 of van niveau 2, geteld door enkel de eventueel in één of meer gelijkwaardige of hogere graden in hun administratie van herkomst verworven graadanciënniteit in aanmerking te nemen.

Art. 4.§ 1. De vrijwaringsclausule vervat in artikel 21 van het koninklijk besluit van 18 maart 1993 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, wordt toegepast op de wedde die de ambtenaren genoten op datum van hun overkomst, verhoogd, voor de duur van hun terbeschikkingstelling aan de ombudsdienst, met de toelage bedoeld in artikel 6, tweede lid, van 9 oktober 1992 betreffende de dienst « ombudsman » in sommige autonome overheidsbedrijven.

Voor de toepassing van het eerste lid, wordt de vermelde toelage niet beschouwd als wedde, noch als weddecomplement. § 2. Zij behouden eveneens de premies, toelagen en vergoedingen die zij hadden op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, voor zover deze bij het Instituut bestaan en verenigbaar zijn met de beklede functie.

Art. 5.Betrokken ambtenaren mogen ten hoogste 12 vakantieverlofdagen die in 1997 niet konden worden opgenomen, meebrengen naar het Instituut.

Dit artikel is eveneens van toepassing op de overgedragen contractuele personeelsleden.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.

Art. 7.Onze Minister van Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 januari 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie, E. DI RUPO

^