Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juli 2003
gepubliceerd op 27 augustus 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 oktober 1999 tot uitvoering van artikel 51, § 4, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, houdende bepaling wat onder beduidende overschrijding of risico op beduidende overschrijding van de partiële begrotingsdoelstelling moet worden verstaan

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022818
pub.
27/08/2003
prom.
11/07/2003
ELI
eli/besluit/2003/07/11/2003022818/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JULI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 oktober 1999 tot uitvoering van artikel 51, § 4, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, houdende bepaling wat onder beduidende overschrijding of risico op beduidende overschrijding van de partiële begrotingsdoelstelling moet worden verstaan


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 51, § 4, gewijzigd bij de wetten van 2 januari 2001 en 14 januari 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 oktober 1999 tot uitvoering van artikel 51, § 4, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, houdende bepaling wat onder beduidende overschrijding of risico op beduidende overschrijding van de partiële begrotingsdoelstelling moet worden verstaan, inzonderheid op artikel 9;

Gelet op het advies van de Algemene Raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 20 januari 2003;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 23 december 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 februari 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 13 februari 2003;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om een advies te geven binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies 34.958/1 van de Raad van State, gegeven op 3 april 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 9 van het koninklijk besluit van 5 oktober 1999 tot uitvoering van artikel 51, § 4 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, houdende bepaling wat onder beduidende overschrijding of risico op beduidende overschrijding van de partiële begrotingsdoelstelling moet worden verstaan, wordt aangevuld met het volgende lid : « Voor de toepassing van dit besluit met betrekking tot de uitgaven van 2003 vervalt het risico op beduidende overschrijding indien er geen risico op beduidende overschrijding vastgesteld wordt op aangepaste partiële jaarlijkse begrotingsdoelstellingen; deze aangepaste partiële jaarlijkse begrotingsdoelstellingen worden bekomen door de partiële jaarlijkse begrotingsdoelstellingen te verhogen met hun aandeel in een globaal bedrag van maximaal euro 170 miljoen; dit aandeel wordt berekend, rekening houdend met het verschil tussen de werkelijke uitgaven voor 2002 en de nieuwe budgettaire voorafbeelding voor 2002, bedoeld in artikel 6 verminderd met het aandeel in het globaal bedrag van maximaal euro 170 miljoen; dit aandeel wordt vastgelegd door de Algemene raad, na advies van het Verzekeringscomité en van de Commissie voor begrotingscontrole.

Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juli 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^