Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juli 2018
gepubliceerd op 01 augustus 2018

Koninklijk besluit tot vaststelling voor het kalenderjaar 2018 van de bedragen van de vergoedingen voor de maatregelen die zijn voorzien in de sociale akkoorden die betrekking hebben op de gezondheidssector en die op 1 maart 2000, 28 november 2000, 26 april 2005, 18 juli 2005, 4 februari 2011, 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers en van de maatregelen die zijn voorzien in het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep voorzien in de akkoorden van 4 maart 2010 en 17 maart 2010, voor zover zij betrekking hebben op werknemers tewerkgesteld in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2018013117
pub.
01/08/2018
prom.
11/07/2018
ELI
eli/besluit/2018/07/11/2018013117/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JULI 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling voor het kalenderjaar 2018 van de bedragen van de vergoedingen voor de maatregelen die zijn voorzien in de sociale akkoorden die betrekking hebben op de gezondheidssector en die op 1 maart 2000, 28 november 2000, 26 april 2005, 18 juli 2005, 4 februari 2011, 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers en van de maatregelen die zijn voorzien in het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep voorzien in de akkoorden van 4 maart 2010 en 17 maart 2010, voor zover zij betrekking hebben op werknemers tewerkgesteld in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet van 2 januari 2001, inzonderheid artikel 59, tweede lid, 8°, en artikel 59quater;

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid artikel 191, eerste lid, 5° ter;

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 21 februari 2018;

Gelet op het advies van het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 26 februari 2018;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 maart 2018;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 19 juni 2018;

Gelet op artikel 8 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging, is dit besluit vrijgesteld van een regelgevingsimpactanalyse omdat het een formele beslissing betreft;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de bedragen bedoeld in dit besluit zo snel mogelijk aan de Fondsen voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten gestort moeten worden voor zover het vanaf 1 januari 2018 uitvoering geeft aan de bepalingen voorzien in de akkoorden van 1 maart 2000, 28 november 2000, 26 april 2005, 18 juli 2005, 4 maart 2010, 17 maart 2010, 4 februari 2011, 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 die door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van werkgevers en werknemers; het is pas op het ogenblik dat deze bedragen zijn gestort, dat de Fondsen kunnen zorgen voor de verdeling ervan onder hun leden;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het bedrag, bedoeld in artikel 191, eerste lid, 5° ter, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ter financiering van de fondsen bedoeld in artikel 35, § 5, van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, met het oog op de betaling van de bedragen van de vergoedingen van de maatregelen voorzien in de sociale akkoorden die betrekking hebben op de gezondheidssector en die op 1 maart 2000, 28 november 2000, 26 april 2005, 18 juli 2005, 4 februari 2011, 25 februari 2011 en 24 oktober 2012 door de federale regering werden gesloten met de betrokken representatieve organisaties van de werkgevers en werknemers en van de maatregelen die zijn voorzien in het attractiviteitsplan voor het verpleegkundig beroep voorzien in de akkoorden van 4 maart en 17 maart 2010, voor zover het betrekking heeft op werknemers tewerkgesteld in de sector van de thuisverpleging, in wijkgezondheidscentra en door het Rode Kruis, wordt voor 2018 vastgesteld op 102.285.023 euro.

Art. 2.Het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering gestort als volgt: voor de private sector zal van dit bedrag 99.983.523 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel voor gezondheidsinrichtingen- en diensten 330; voor de publieke sector zal van dit bedrag 2.301.500 euro gestort worden aan het Fonds Sociale Maribel van de Overheidssector.

Art. 3.Van het bedrag bedoeld in artikel 1 wordt 91.108.262 euro ten laste gelegd van het budget van de administratiekosten van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en 11.176.761 euro ten laste van de begroting voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Art. 4.De minister bevoegd voor Sociale zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juli 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK

^