Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 11 juni 2003
gepubliceerd op 18 juni 2003

Koninklijk besluit tot uitvoering, wat de met toepassing van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen door de verzekeringsinstellingen in twaalfden uit te betalen bedragen betreft, van de artikelen 136, § 1, derde lid, 136, § 5, en 164, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022527
pub.
18/06/2003
prom.
11/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/11/2003022527/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

11 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot uitvoering, wat de met toepassing van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen door de verzekeringsinstellingen in twaalfden uit te betalen bedragen betreft, van de artikelen 136, § 1, derde lid, 136, § 5, en 164, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 136, § 1, derde lid, en § 5, ingevoegd bij de wet van 22 augustus 2002, en op artikel 164, tweede lid, vervangen bij de wet van 20 december 1995 en gewijzigd bij de wet van 22 augustus 2002;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 21 oktober 2002;

Gelet op het advies van de Algemene Raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 18 november 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 januari 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 30 januari 2003;

Gelet op het besluit van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van één maand;

Gelet op advies 34.848/1 van de Raad van State, gegeven op 3 april 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;2° de indeplaatsstelling : de indeplaatsstelling bedoeld in artikel 136, § 2, van de wet;3° de bedragen die door de verzekeringsinstellingen in twaalfden worden uitbetaald : de bedragen bedoeld in artikel 104bis, eerste lid, van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987;4° het variabel gedeelte : de bedragen bedoeld in artikel 104bis, tweede lid, van de laatst vermelde wet;5° het budget van financiële middelen : het budget bedoeld in artikel 87 van laatst vermelde wet;6° het bedrag van de vermindering van de verzekeringstegemoetkoming : het bedrag bedoeld in het koninklijk besluit van 5 maart 1997, tot vaststelling van het bedrag van vermindering van de verzekeringstegemoetkoming in geval van opneming in een ziekenhuis of van verblijf in een revalidatiecentrum, verhoogd met het bedrag bedoeld in art.37bis, § 3, van de wet, dat aan de rechthebbende wordt aangerekend voor de ganse opnameperiode; 7° de prijs per parameter van activiteit : de prijs bedoeld in artikel 104ter van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, voor de patiënten die niet ressorteren onder een verzekeringsinstelling.

Art. 2.Het bedrag van de terugvordering met toepassing van de internationale rechtsorde of het bedrag van de terugvordering bij inde plaatsstelling, dat betrekking heeft op het budget van financiële middelen, wordt vastgelegd door de prijs per parameter van activiteit te vermenigvuldigen met het totaal aantal verpleegdagen en het resultaat van dit product te verminderen met het bedrag van de vermindering van de verzekeringstegemoetkoming.

Art. 3.De verzekeringsinstelling rekent aan de bevoegde buitenlandse instelling of aan degene die schadeloosstelling verschuldigd is, dit bedrag van de terugvordering met toepassing van de internationale rechtsorde of bij de in de plaatsstelling aan, samen met de andere bedragen van de ziekenhuisfactuur waarvoor schadeloosstelling is verschuldigd maar met weglating van de bedragen die betrekking hebben op het variabel gedeelte.

Art. 4.Het in artikel 3 aangerekend bedrag wordt teruggevorderd bij de bevoegde buitenlandse instelling of bij degene die schadeloosstelling verschuldigd is.

Art. 5.Op de uitgavenbescheiden bedoeld in artikel 335 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, brengen de verzekeringsinstellingen bij terugvordering de volgende bedragen in mindering : - de bedragen die betrekking hebben op het variabel gedeelte, samen met de andere bedragen van de ziekenhuisfactuur waarvoor schadeloosstelling is verschuldigd, - het in artikel 2 bedoeld bedrag, verminderd met de bedragen die betrekking hebben op het variabel gedeelte.

De artikelen 354 en 355 van het genoemde koninklijk besluit van 3 juli 1996 blijven onverminderd van toepassing met betrekking tot de toepassing van de internationale verdragen.

Het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging legt op voorstel van de Technische boekhoudkundige en statistische commissie, de boekhoudkundige instructies vast die nodig zijn voor de uitvoering van dit besluit.

Art. 6.De in dit besluit vastgelegde regels die van toepassing zijn op de terugvordering van buitenlandse bevoegde instellingen of op de in plaatsstelling zijn eveneens van toepassing op de ten onrechte betaalde prestaties, bedoeld in artikel 164 van de wet.

Art. 7.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de verpleegdagen gerealiseerd vanaf 10 september 2002.

Art. 8.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 11 juni 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^