Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 april 2004
gepubliceerd op 15 april 2004

Koninklijk besluit tot regeling van sommige kiesverrichtingen voor de gelijktijdige verkiezingen voor het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden van 13 juni 2004

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2004000210
pub.
15/04/2004
prom.
12/04/2004
ELI
eli/besluit/2004/04/12/2004000210/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 APRIL 2004. - Koninklijk besluit tot regeling van sommige kiesverrichtingen voor de gelijktijdige verkiezingen voor het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden van 13 juni 2004


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het besluit van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 20 september 1976 en op de bijgevoegde bepalingen, goedgekeurd bij de wet van 28 maart 1978, inzonderheid op de Akte betreffende de verkiezing van de vertegenwoordigers in de vergadering door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen, zoals zij het laatst gewijzigd is bij het besluit van 25 juni en 23 september 2002;

Gelet op het Kieswetboek, laatst gewijzigd bij de wet van 2 maart 2004;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op afdeling 1bis van hoofdstuk II, getiteld « Verkiezingen », die het voorwerp uitmaakt van de artikelen 25 tot 30bis, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 16 juli 1993, 5 april 1995, 13 juli 2001, 22 januari 2002 en 2 maart 2004;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op afdeling 2 van hoofdstuk II, getiteld « Verkiezingen », die het voorwerp uitmaakt van de artikelen 13 tot 21bis, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 16 juli 1993, 5 april 1995, 13 juli 2001, 22 januari 2002 en 2 maart 2004 en bij de wet van 9 mei 1989;

Gelet op de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Brusselse leden van de Vlaamse Raad verkozen worden, inzonderheid op de titel III, getiteld « Bijzondere bepalingen houdende de organisatie van de gelijktijdige verkiezingen van de Raad en van het Europees Parlement », die het voorwerp uitmaakt van de nieuwe artikelen 22 tot 28, gewijzigd bij de wetten van 23 mei 1989, 16 juni 1993, 22 januari 2002 en 2 maart 2004;

Gelet op de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, inzonderheid op het hoofdstuk III van Boek I, getiteld « Bijzondere bepalingen houdende de organisatie van de gelijktijdige verkiezingen van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad en het Europees Parlement », dat het voorwerp uitmaakt van de artikelen 28 tot 34, gewijzigd bij de wetten van 22 januari 2002, 19 februari 2003 en 2 maart 2004;

Gelet op de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement, laatst gewijzigd bij de wet van 5 maart 2004;

Gelet op de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop de Raad van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen, inzonderheid op de titel VIII, getiteld « Bijzondere bepalingen houdende de organisatie van de gelijktijdige verkiezingen van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, de Waalse Gewestraad en het Europees Parlement », die het voorwerp uitmaakt van de artikelen 51 tot 56, gewijzigd bij de wet van 16 juli 1993;

Gelet op de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, inzonderheid op artikel 14, eerste lid, 3°, gewijzigd bij de wetten van 5 april 1995 en 18 december 1998 en artikel 22, § 1, 1°, 3° en 5°;

Gelet op de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van het Europees Parlement;

Gelet op de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 november 1991 tot bepaling van de regels van verzekering voorzien in artikel 130 van het Kieswetboek;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1998 tot vervanging van het koninklijk besluit van 18 april 1994 houdende aanwijzing van de kieskantons voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reiskosten voor de leden van de kiesbureaus;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de voormelde wettelijke bepalingen de kiesverrichtingen bepalen in geval van gelijktijdige verkiezingen voor het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden;

Overwegende dat de verkiezingen voor het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden vastgelegd zijn op 13 juni 2004;

Overwegende dat het, gezien de korte termijnen die bepaald zijn door de kieswetgeving voor het uitvoeren van de verschillende kiesverrichtingen, aangewezen is om onverwijld de data te herhalen waarop zij uitgevoerd moeten worden, met het oog op de gelijktijdige verkiezingen die gehouden zullen worden op 13 juni 2004 voor het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden;

Overwegende dat het bovendien nodig blijkt te zijn om onverwijld bepaalde modaliteiten betreffende die verkiezingen vast te stellen;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Kandidaatstellingen en stembiljetten Afdeling 1. - Verkiezing van het Europese Parlement

Artikel 1.De kandidaten voor de verkiezing van het Europese Parlement moeten op vrijdag 16 april 2004, van 14 tot 16 uur, of op zaterdag 17 april 2004, van 9 tot 12 uur, voorgedragen worden.

De voordracht van de kandidaten moet worden ondertekend : -hetzij door ten minste vijf Belgische parlementsleden die in het Parlement tot de taalgroep behoren die overeenstemt met de taal vermeld in de taalverklaring van de kandidaten; - hetzij voor het Nederlandse kiescollege door ten minste vijfduizend kiezers die ingeschreven zijn in de kiezerslijst van een gemeente van de Vlaamse kieskring of van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, hetzij voor het Franse kiescollege door ten minste vijfduizend kiezers die ingeschreven zijn in de kiezerslijst van een gemeente van de Waalse kieskring of van de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde, hetzij voor het Duitstalige kiescollege door ten minste tweehonderd kiezers die ingeschreven zijn in de kiezerslijst van een gemeente van het Duitstalige kiesgebied.

Art. 2.De voorzitter van elk van de drie collegehoofdbureaus voor de verkiezing van het Europese Parlement maakt, door middel van een uiterlijk op dinsdag 13 april 2004 afgekondigd bericht, de plaats bekend waar hij op vrijdag 16 april 2004, van 14 tot 16 uur, en op zaterdag 17 april 2004, van 9 tot 12 uur, de kandidaatstellingen zal ontvangen.

In het bericht dient herinnerd te worden aan de bepalingen van artikel 21, §§ 4, 5, 6 en 8, artikel 21bis en artikel 22 van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement.

Art. 3.De voorzitter van het kantonhoofdbureau A voor de verkiezing van het Europese Parlement maakt, door middel van een uiterlijk op zaterdag 29 mei 2004 afgekondigd bericht, de plaats bekend waar hij op dinsdag 8 juni 2004, van 14 tot 16 uur, de aanwijzingen van de getuigen voor de stembureaus en voor de stemopnemingsbureaus A die belast zijn met het opnemen van de stembiljetten van de verkiezing van het Europese Parlement, in ontvangst zal nemen.

Art. 4.Het collegehoofdbureau sluit de kandidatenlijst voorlopig af op maandag 19 april 2004 om 16 uur.

De voorzitter van dat bureau ontvangt op dinsdag 20 april 2004, tussen 13 en 15 uur, de met redenen omklede bezwaarschriften tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen en de bezwaarschriften tegen de verklaringen inzake taalaanhorigheid die kandidaten die door de kiezers voorgedragen zijn, gedaan hebben, en op donderdag 22 april 2004, tussen 14 en 16 uur, de memories en verbeterings- of aanvullingsakten.

Het collegehoofdbureau komt op donderdag 22 april 2004 om 16 uur bijeen om de kandidatenlijst definitief af te sluiten en om het stembiljet op te maken.

Indien er echter beroep aangetekend wordt tegen een beslissing van het bureau die ofwel betrekking heeft op de verkiesbaarheid van een kandidaat, ofwel een kandidatuur verwerpt omwille van de niet-naleving van de bepalingen van artikel 21, § 8, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement, of op basis van artikel 121, vierde lid, van het Kieswetboek, daarin ingevoegd voor die verkiezing bij artikel 22, tweede lid, 5°, littera b), van die wet, wordt de definitieve beslissing van het bureau betreffende het opmaken van het stembiljet verdaagd tot maandag 3 mei 2004 om 18 uur, het tijdstip waarop het collegehoofdbureau opnieuw bijeenkomt om kennis te nemen van de beslissingen van het Hof van Beroep of de Raad van State. Afdeling 2. - Verkiezing van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de

Brusselse Hoofdstedelijke Raad, de Brusselse leden van de Vlaamse Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap

Art. 5.De kandidaatstellingen voor de verkiezing van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, de Brusselse leden van de Vlaamse Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, moeten uiterlijk op zaterdag 15 mei 2004, van 13 tot 16 uur, of op zondag 16 mei 2004, van 13 tot 16 uur, voorgedragen worden.

De voordracht moet worden ondertekend : 1° voor de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad hetzij door ten minste vijfhonderd kiezers in de kieskringen Antwerpen, Oost-Vlaanderen, West-Vlaanderen en Vlaams Brabant, ten minste vierhonderd kiezers in de kieskringen Charleroi, Luik, en Limburg, ten minste tweehonderd kiezers in de andere kieskringen, hetzij door ten minste twee aftredende leden van de betrokken Raad;2° voor de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Brusselse leden van de Vlaamse Raad, hetzij door ten minste vijfhonderd kiezers voor de Raad die tot dezelfde taalgroep behoren als de voorgedragen kandidaten, hetzij door ten minste een aftredend Raadslid dat tot dezelfde taalgroep als de voorgedragen kandidaten behoort;3° voor de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, hetzij door ten minste honderd kiezers van de kieskring, hetzij door ten minste drie aftredende leden van de Raad. De akte van voordracht wordt aan de voorzitter van het hoofdbureau van de kieskring of van het gewestbureau voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad overhandigd.

Art. 6.De voorzitter van het kieskringhoofdbureau of van het gewestbureau laat, door middel van een bericht dat uiterlijk op dinsdag 11 mei 2004 wordt bekendgemaakt, weten waar hij op zaterdag 15 mei 2004 en op zondag 16 mei 2004, van 13 tot 16 uur, de voordrachten van kandidaten in ontvangst zal nemen.

In het bericht moet worden herinnerd aan de bepalingen : 1° voor de verkiezing van de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad, van het artikel 14 van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, en van de artikelen 28 en 28bis van de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur;2° voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad, van het artikel 11 van de wet van 12 januari 1989 tot regeling van de wijze waarop de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Brusselse leden van de Vlaamse Raad verkozen worden, en van de artikelen 16bis en 17 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen;3° voor de verkiezing van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, van de artikelen 22, 22bis en 23 van de wet van 6 juli 1990 tot regeling van de wijze waarop de Raad van de Duitstalige Gemeenschap wordt verkozen. Er moet bovendien in het bericht op worden gewezen : 1° dat zowel de kandidaat-titularissen als, in voorkomend geval, de kandidaat-opvolgers zich er in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen toe moeten verbinden de wettelijke bepalingen inzake beperking en controle van de verkiezingsuitgaven na te leven, hun verkiezingsuitgaven binnen vijfenveertig dagen na de datum van de verkiezingen aan te geven, binnen dezelfde termijn de herkomst van de geldmiddelen die zij gebruiken om die uitgaven te dekken, aan te geven, en bovendien de identiteit van de natuurlijke personen die hen giften van 125 euro en meer gedaan hebben die zij gebruikt hebben voor verkiezingspropaganda, te registreren;2° dat indien de kandidaten de toekenning aan hun lijst wensen te vragen van hetzelfde beschermde letterwoord of logo en hetzelfde volgnummer als die welke op nationaal niveau toegekend zijn aan een lijst die voorgedragen wordt voor de verkiezing van het Europees Parlement, zij dat in de akte van bewilliging van hun kandidaatstellingen te kennen moeten geven, en zij bij die akte het door deze bepaling voorziene attest moeten voegen;3° dat indien de kandidaten voor de verkiezing van de Waalse Gewestraad een lijstenverbinding wensen aan te gaan voor de zetelverdeling en daartoe een verklaring van lijstenverbinding indienen, overeenkomstig artikel 28quater van de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur, op donderdag 27 mei 2004, van 14 tot 16 uur, bij de voorzitter van het kieskringhoofdbureau die zetelt in de hoofdplaats van de provincie, zij zich in de akte van bewilliging van hun kandidaatstelling de mogelijkheid hebben moeten voorbehouden om gebruik te maken van dit recht, dat hun wordt verleend door het voormelde artikel 28quater, en dat zij daar in de akte van voordracht uitdrukkelijk toe gemachtigd worden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 24 van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur. De voorzitter van het gewestbureau voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad ontvangt de verklaringen van lijstverbinding voor deze verkiezing op donderdag 27 mei 2004 tussen 14 en 16 uur, op de vermelde plaats in het bericht, overeenkomstig artikel 16bis, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen.

Art. 7.De voorzitter van het kantonhoofdbureau B maakt uiterlijk op dinsdag 11 mei 2004, een bericht bekend waarin de plaats wordt bepaald waar hij op dinsdag 8 juni 2004, van 14 tot 16 uur, de aanwijzingen van getuigen in ontvangst zal nemen voor de stemopnemingsbureaus B die ermee belast zijn de stembiljetten voor de verkiezing van de Vlaamse Raad en van de Waalse Gewestraad op te nemen.

Art. 8.Het kieskringhoofdbureau of het gewestbureau stelt de kandidatenlijst voorlopig vast op maandag 17 mei 2004 om 16 uur.

De voorzitter van het kieskringhoofdbureau of van het gewestbureau neemt op dinsdag 18 mei 2004, tussen 13 en 15 uur, de met redenen omklede bezwaarschriften tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen evenals, wanneer het gaat om de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad, de bezwaarschriften ingediend tegen de taalaanhorigheid van een of meer kiezers die een andere kandidaat van dezelfde taalgroep voordragen als die waartoe de eisende kandidaat behoort, in ontvangst en op donderdag 20 mei 2004, van 14 tot 16 uur, de memories en verbeterings- of aanvullingsakten.

Het kieskringhoofdbureau komt bijeen op donderdag 20 mei 2004 om 16 uur, om de kandidatenlijst definitief vast te stellen en om het stembiljet op te maken.

Om over te gaan tot de nummering van de kandidatenlijsten op het stembiljet wordt aan de lijsten die gevraagd hebben om hetzelfde volgnummer te mogen gebruiken als dat welk op nationaal niveau toegekend is aan een lijst die voorgedragen wordt voor de verkiezing van het Europees Parlement dat nummer toegekend, na overlegging van het daartoe vereiste attest.

De voorzitter van het kieskringhoofdbureau of van het gewestbureau kent vervolgens bij loting, beginnende met de volledige lijsten, een volgnummer toe aan de lijsten die er op dat moment nog geen gekregen hebben, waarbij die loting gebeurt tussen de nummers die onmiddellijk volgen op het hoogste nummer dat voor alle colleges samen toegekend is voor de verkiezing van het Europees Parlement.

Indien, bij de definitieve vaststelling van de kandidatenlijsten, beroep wordt aangetekend tegen een beslissing van het bureau die ofwel betrekking heeft op de verkiesbaarheid van een kandidaat, ofwel een kandidatuur verwerpt omwille van de niet-naleving van de bepalingen van artikel 116, § 6, van het Kieswetboek, die van toepassing zijn op de verkiezing van de Gewest- en Gemeenschapsraden krachtens artikel 7 van de wet van 19 mei 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de Vlaamse Raad, de Waalse Gewestraad, de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, ofwel, wanneer het gaat om de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad en van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad, een kandidatuur verwerpt als gevolg van een bezwaarschrift dat ingediend is door een kandidaat tegen de taalaanhorigheid van een of meer kiezers die een andere kandidaat van dezelfde taalgroep voordragen, wordt de definitieve beslissing betreffende het opmaken van het stembiljet verdaagd tot maandag 24 mei 2004 om 18 uur, het tijdstip waarop het kieskringhoofdbureau of het gewestbureau opnieuw bijeenkomt om kennis te nemen van de beslissingen van het Hof van Beroep. HOOFDSTUK II. - Procedure voor de afdeling administratie van de Raad van State in geval van beroep zoals bedoeld in artikel 121, zevende lid, van het Kieswetboek, zoals het voor de verkiezing van het Europese Parlement aangevuld is door artikel 22, tweede lid, 5°, littera b), van de wet van 23 maart 1989 betreffende die verkiezing

Art. 9.De beroepen tegen de beslissingen van de collegehoofdbureaus die uitspraak doen over de bezwaarschriften die ingediend zijn door de kandidaten tegen de taalverklaring die voorgeschreven wordt door artikel 21, § 2, zesde lid, van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement en die geformuleerd wordt door kandidaten die voorgedragen worden door kiezers, worden behandeld door de kamers die de eerste voorzitter van de Raad van State aanwijst.

Art. 10.Op vrijdag 23 april 2004, tussen 16 en 17 uur, overhandigen de voorzitters van de collegehoofdbureaus aan de hoofdgriffier van de Raad van State, persoonlijk of per bode, een uitgifte van de processen-verbaal die de verklaringen van beroep bevatten, alsook alle stukken betreffende de geschillen inzake taalverklaring waarvan het collegehoofdbureau kennis heeft gehad. Een inventaris wordt daarbij gevoegd.

Van de in het eerste lid bedoelde stukken mogen, indien nodig, afschriften of fotokopieën, eensluidend verklaard door de voorzitter van het collegehoofdbureau, worden afgegeven.

De voorzitter van dat bureau wijst de plaats aan waar hem het beschikkende gedeelte van het arrest van de Raad van State ter kennis zal worden gebracht.

De hoofdgriffier van de Raad van State gaat na of de stukken nauwkeurig in de voormelde inventaris zijn opgenomen en neemt akte van de door de voorzitter van het collegehoofdbureau overeenkomstig het derde lid gedane verklaring.

Art. 11.Op dinsdag 27 april 2004, tussen 9 en 10 uur, kunnen de partijen ter griffie van de Raad van State een memorie indienen en de stukken neerleggen waarvan zij gebruik wensen te maken. Bij de memorie worden de inventaris van de daarbij gevoegde stukken en vijf voor eensluidend verklaarde afschriften van de memorie en van de inventaris gevoegd.

Elke partij kan ter griffie van de Raad van State, zonder kosten, een afschrift verkrijgen van de door de andere partij ingediende memorie en neergelegde inventaris.

Art. 12.De zaak wordt zonder oproeping gebracht op de terechtzitting van woensdag 28 april 2004 om 14 uur.

Het door de auditeur-generaal aangewezen lid van het auditoraat zet de feitelijke toedracht van de zaak uiteen.

De voorzitter stelt aan de partijen de vragen die hij voor het onderzoek dienstig acht en bepaalt de rechtsdag voor de verdere afhandeling.

In voorkomend geval beveelt de kamer aanvullende onderzoeksmaatregelen alsook de persoonlijke verschijning van de kandidaat wiens verkiesbaarheid wordt betwist.

Art. 13.Op de rechtsdag die door de voorzitter van de kamer die belast is met de zaak, bepaald wordt voor de verdere afhandeling, kunnen de partijen vanaf 9 uur ter griffie van de Raad van State inzage nemen van het verslag van de auditeur over de zaak.

Op de terechtzitting vat een lid van de kamer de feitelijke toedracht van de zaak en de middelen van de partijen samen. De partijen worden in hun opmerkingen gehoord.

Na dit verhoor geeft het lid van het auditoraat zijn advies en worden de debatten gesloten.

Art. 14.Het arrest wordt in openbare terechtzitting gewezen, uiterlijk op zaterdag 1 mei 2004. Het wordt neergelegd ter griffie van de Raad van State, waar de partijen er kosteloos inzage van kunnen nemen.

Het beschikkende gedeelte van het arrest wordt per fax ter kennis gebracht van de voorzitter van het collegehoofdbureau op de plaats die deze aanwijst.

Het dossier van de Raad van State wordt met een uitgifte van het arrest binnen acht dagen toegezonden aan de griffier van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. HOOFDSTUK III. - Gemeenschappelijke bepalingen voor alle verkiezingen Afdeling 1. - De prijs van de afschriften van de lijst met vermelding

van de samenstelling van de stem- en stemopnemingsbureaus

Art. 15.De voorzitter van het kantonhoofdbureau A voor de verkiezing van het Europese Parlement geeft afschriften van de lijst met vermelding van de samenstelling van de stembureaus en de stemopnemingsbureaus van zijn kanton, die belast zijn met het opnemen van de stembiljetten bij de verkiezingen op 13 juni 2004.

De afgifte van die afschriften gebeurt tegen betaling van : 1° het bedrag van 1,50 euro per exemplaar, in de kieskantons die minder dan 25.000 ingeschreven kiezers tellen; 2° het bedrag van 2 euro per exemplaar, in de kieskantons die 25.001 tot 100.000 ingeschreven kiezers tellen; 3° het bedrag van 2,50 euro per exemplaar, in de kieskantons die meer dan 100.000 ingeschreven kiezers tellen.

Als het aantal kiezers die in het kanton ingeschreven zijn, bij de indiening van de aanvraag niet gekend is, wordt het aantal kiezers die bij de vorige verkiezingen ingeschreven waren, als basis genomen.

De afschriften van de in het eerste lid bedoelde lijst worden uitsluitend afgegeven na overlegging van een ontvangstbewijs van storting van het verschuldigde bedrag op P.C.R. nr. 679-2005791-25 van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, Verkiezingen, Pachecolaan 19, bus 20, 1010 Brussel, met de vermelding « ... exempla(a)r(en) lijst samenstelling stem- en stemopnemingsbureau/kanton ... ». Afdeling 2. - Presentiegeld en reiskosten van de leden van de

kiesbureaus

Art. 16.§ 1. Het bedrag van het presentiegeld voor de leden van de kiesbureaus wordt vastgesteld als volgt : a) - voor de voorzitters van de collegehoofdbureaus voor de verkiezing van het Europese Parlement; - voor de voorzitters van de provinciale centrale bureaus voor de verkiezing van de Waalse Gewestraad; - voor de voorzitter van het gewestbureau voor de verkiezing van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad : een bedrag van 87 euro ; b) voor de leden en secretarissen van de onder a) vermelde kiesbureaus : 62 euro ;c) - voor de voorzitters van de provinciehoofdbureaus voor de verkiezing van het Europese Parlement; - voor de voorzitters van de kieskringhoofdbureaus voor de verkiezing van de Vlaamse Raad, van de Waalse Gewestraad en van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap : een bedrag van 75 euro ; d) voor de leden en secretarissen van de onder c) vermelde kiesbureaus : 50 euro ;e) voor de voorzitters van de kantonhoofdbureaus : 62 euro ;f) voor de leden en secretarissen van de kantonhoofdbureaus : 25 euro ;g) voor de voorzitters, leden, secretarissen en adjunct-secretarissen van de stem- en stemopnemingsbureaus : 12,40 euro . Het bedrag van het presentiegeld voor de voorzitters, leden, secretarissen en adjunct-secretarissen van de stembureaus die gebruik maken van een geautomatiseerd stemsysteem wordt verhoogd tot 18,60 euro wanneer de openingsuren worden verlengd, overeenkomstig artikel 14, eerste lid, 3° van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming. § 2. De leden van de kiesbureaus hebben recht op een reisvergoeding wanneer zij zitting hebben in een gemeente waar zij niet in de bevolkingsregisters zijn ingeschreven.

De voorzitter of de bijzitter bedoeld in artikel 147, achtste lid, van het Kieswetboek, heeft daarenboven recht op een vergoeding voor de reizen die hem door de wet zijn opgelegd.

De vergoeding, bedoeld in het eerste en het tweede lid, is vastgesteld op 1,50 euro per afgelegde kilometer. § 3. De aangifte van schuldvordering, gesteld op een formulier overeenkomstig het bij het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reiskosten voor de leden van de kiesbureaus gevoegde model, wordt ingediend binnen drie maanden na de verkiezing. Afdeling 3. - Dekking van de risico's die voortvloeien uit ongevallen

die de leden van de kiesbureaus kunnen overkomen

Art. 17.§ 1. De Minister van Binnenlandse Zaken neemt bij een verzekeringsmaatschappij een polis om de lichamelijke schade te dekken die voortvloeit uit ongevallen die de leden van de kiesbureaus bij de verkiezingen van 13 juni 2004 kunnen overkomen zowel in de uitoefening van hun ambt als op de heen- of terugweg van hun woonplaats naar de vergaderplaats van hun bureau. § 2. Behalve de dekking van de lichamelijke schade bedoeld in § 1, dekt deze verzekeringspolis de burgerlijke aansprakelijkheid die voortvloeit uit de schade die de leden van de kiesbureaus door hun toedoen of schuld aan derden zouden kunnen berokkenen zowel in de uitoefening van hun ambt als op de heen- of terugweg van hun woonplaats naar de vergaderplaats van hun bureau.

Ten opzichte van elkaar worden de verzekerden als derden beschouwd.

Onder heen- en terugweg van de woonplaats van de verzekerde en de vergaderplaats van zijn bureau wordt verstaan de weg naar en van het werk in de zin van artikel 8 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gewijzigd bij de wet van 12 juli 1991. § 3. Onder verzekerden dient te worden verstaan : 1° de leden van de collegehoofdbureaus, de provinciehoofdbureaus, het gewestbureau, de hoofdbureaus van de kieskringen, de kantonhoofdbureaus alsook de stem- en stemopnemingsbureaus, met uitsluiting van de getuigen, maar met inbegrip van de plaatsvervangende bijzitters die speciaal opgeroepen worden door de voorzitter van het bureau waarvoor ze aangewezen werden;2° voor de dekking van het in § 2, eerste lid, beschreven risico, de personen bedoeld in 1° hierboven alsook de Belgische Staat vertegenwoordigd door de Minister van Binnenlandse Zaken, in zijn hoedanigheid van organisator van de verkiezingen. De leden van de kiesbureaus die onderworpen zijn aan het regime ingesteld bij de wet van 3 juli 1967 betreffende de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, worden uitgesloten van de dekking bedoeld in § 1.

In geval van het bestaan van een of meerdere verzekeringen die geheel of gedeeltelijk dezelfde risico's dekken als degene die door dit artikel gedekt worden, vormt de in § 2 bedoelde verzekeringspolis slechts een aanvulling, na uitputting van deze verzekeringen. § 4. De kosten van deze verzekeringspremie worden gedragen door een krediet dat op de begroting van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken is ingeschreven. § 5. De verzekeringspolis die wordt genomen in uitvoering van dit artikel begint, naar gelang van de categorieën van kiesbureaus, op de data die voor hun eerste vergadering zijn vastgesteld, te lopen.

Zij verstrijkt op de datum waarop deze bureaus al hun verrichtingen hebben uitgevoerd. § 6. De premie die de Belgische Staat aan zijn medecontractant stort met toepassing van de verzekeringsovereenkomst die in uitvoering van § 1 wordt gesloten, is het voorwerp van een terugbetaling die de helft bedraagt van het verschil tussen vijfentachtig procent van het bedrag van de premie en het bedrag van de uitgaven.

Onder uitgaven moeten de bedragen worden verstaan die in geval van schade worden betaald en de reserves voor schade die eventueel nog moet worden vergoed. Afdeling 4. - Terugbetaling van reiskosten aan sommige kiezers

Art. 18.§ 1. Het koninklijk besluit van 27 augustus 1982 betreffende de terugbetaling van reiskosten aan sommige kiezers, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 april 1995, is van toepassing op de kiezers die zijn ingeschreven op de kiezerslijst voor de verkiezingen van 13 juni 2004. § 2. De kiezers die voor hun verplaatsing de lijnen van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen gebruiken, kunnen, in plaats van de terugbetaling van hun kosten te vragen, een vrijbiljet tweede klasse krijgen door in het station van vertrek hun oproepingsbrief voor de verkiezing alsook hun identiteitskaart voor te leggen.

Behalve die documenten dienen zij, naar gelang van het geval, voor te leggen : a) een getuigschrift van inschrijving in de bevolkingsregisters als het kiezers betreft die niet meer in de gemeente verblijven waar ze moeten stemmen;b) een getuigschrift van de werkgever waaruit blijkt dat zij door hem bezoldigd worden, als het bezoldigde kiezers betreft die op zending naar het buitenland zijn of hun beroep uitoefenen in een andere gemeente dan die waar ze moeten stemmen;c) een getuigschrift van de directie van de onderwijsinrichting waaruit blijkt dat ze er regelmatig zijn ingeschreven, als het kiezers betreft die op grond van hun studies in een andere gemeente verblijven dan die waar ze moeten stemmen;d) een getuigschrift van de directie van het opvangcentrum, de verplegingsinrichting of de gezondheidsinstelling waaruit blijkt dat ze opgenomen zijn of zich in behandeling bevinden, als het kiezers betreft die, om medische of gezondheidsredenen, in een andere gemeente verblijven dan die waar ze moeten stemmen. Het afgegeven vervoerbewijs is geldig van de vrijdag vóór de dag van de verkiezing tot de maandag daarop. Het mag enkel voor de terugreis dienen op overlegging van de door het stembureau behoorlijk afgestempelde oproepingsbrief. Afdeling 5. - Stemming bij volmacht

Art. 19.Het volmachtformulier dat moet worden gebruikt bij de gelijktijdige verkiezingen van 13 juni 2004, stemt overeen met het model dat als bijlage 1 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van het model van het volmachtformulier voor de verkiezingen, opgenomen is, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 augustus 2002.

Het getuigschrift dat door de burgemeester afgegeven moet worden aan de kiezers die gemachtigd zijn om bij volmacht te stemmen, overeenkomstig artikel 147bis, § 1, 7°, van het Kieswetboek, omwille van tijdelijk verblijf in het buitenland die niet gemotiveerd is door beroeps- of dienstredenen, stemt overeen met het model dat als bijlage 2 van het voormelde koninklijk besluit van 10 april 1995 opgenomen is. Afdeling 6. - Kiesmaterieel door de gemeenten met het oog op de

verkiezing te leveren

Art. 20.§ 1. Op de gelijktijdige verkiezingen van 13 juni 2004 zijn van toepassing : 1° het koninklijk besluit van 9 augustus 1894 betreffende het kiesmaterieel, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 10 mei 1963 en 16 juli 1976; De artikelen 5 en 8 van dat besluit moeten echter als volgt gelezen worden : «

Art. 5.In geval van gelijktijdige verkiezingen van het Europese Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden, wordt gebruik gemaakt van twee stembussen. Boven op de stembus wordt een strook papier gekleefd. Deze strook is : - blauw voor die welke voor de verkiezing van het Europese Parlement bestemd is; - beige voor die welke voor de verkiezing van de Vlaamse Raad of de Waalse Gewestraad bestemd is.

In voorkomend geval kunnen meerdere stembussen worden gebruikt om de stembiljetten van eenzelfde vergadering te verzamelen. Ze worden genummerd en er wordt melding van gemaakt in het proces-verbaal van het stembureau. »; «

Art. 8.De omslagen die bestemd zijn voor de stembiljetten voor de verkiezing van het Europese Parlement zijn blauw en die voor de stembiljetten voor de verkiezing van de Vlaamse Raad of de Waalse Gewestraad beige. De vermelding van het Europees Parlement of van de Gewestraad is duidelijk aangebracht naargelang de verkiezing waarop ze betrekking hebben. »; 2° het ministerieel besluit van 10 augustus 1894 betreffende het kiesmaterieel, gewijzigd door de ministeriële besluiten van 13 mei 1963 en 6 mei 1980. § 2. In de kieskantons waar gebruik gemaakt wordt van een geautomatiseerd stemsysteem kan de Minister van Binnenlandse Zaken de installatie van de stembureaus of van de kantonhoofdbureaus en het gebruik van het stemmaterieel regelen via onderrichtingen. Afdeling 7. - Openings- en sluitingsuren van de stembureaus en de

stemopnemingsbureaus

Art. 21.Bij de gelijktijdige verkiezingen van 13 juni 2004 voor het Europese Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden : 1° zijn de stembureaus toegankelijk voor de kiezers van 8 tot 13 uur in de kantons waar er op traditionele manier gestemd wordt door middel van een papieren stembiljet, en van 8 tot 15 uur in de kantons waar er gebruik gemaakt wordt van een geautomatiseerd stemsysteem;2° komen de stemopnemingsbureaus B voor de verkiezingen van de Vlaamse Raad en de Waalse Gewestraad uiterlijk om 14 uur bijeen in de kantons waar er op traditionele manier gestemd wordt door middel van een papieren stembiljet;3° worden de stemopnemingsbureaus A die belast zijn met het opnemen van de stembiljetten van de verkiezing van het Europese Parlement, in afwijking van 2° hierboven, niet vóór 16 uur samengesteld. De uitslagen van de stemopneming voor de verkiezingen van de Gewest- en Gemeenschapsraden op 13 juni 2004 mogen niet worden bekendgemaakt vóór 15 uur. Deze uitslagen mogen echter niet worden bekendgemaakt vóór 22 uur als zij betrekking hebben op de verkiezing van het Europese Parlement. Afdeling 8. - Model van oproepingsbrief voor de kiezers

Art. 22.De oproepingsbrieven voor de kiezers bij de gelijktijdige verkiezingen van 13 juni 2004 zijn conform de bij het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het model van de oproepingsbrieven voor de verkiezing van het Europese Parlement, van de federale Wetgevende Kamers, van de Vlaamse Raad, van de Waalse Gewestraad, van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, van de Brusselse leden van de Vlaamse Raad en van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap gevoegde modellen 2, 4, 6, 6bis, 7 en 11. Afdeling 9. - Het aantal kiezers dat toegelaten wordt om per

stemafdeling te stemmen in de kieskantons en de gemeenten die voor het gebruik van een geautomatiseerd stemsysteem zijn aangewezen

Art. 23.Onverminderd het tweede lid, bedraagt het aantal kiezers dat toegelaten wordt om te stemmen per stemafdeling tijdens de gelijktijdige verkiezingen van 13 juni 2004 in de kieskantons en de gemeenten waar er geautomatiseerd gestemd wordt, 900, op basis van de norm van 5 stemmachines per stemafdeling en 180 kiezers per stemmachine.

In de kantons en gemeenten van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, bedraagt dit aantal 800, op basis van de norm van 5 stemmachines per stemafdeling en 160 kiezers per stemmachine.

Art. 24.Om rekening te houden met het specifieke karakter van bepaalde gemeenten, kan het aantal kiezers dat toegelaten wordt om te stemmen in eenzelfde stemafdeling tot ten hoogste 1.300 gebracht worden. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 25.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 26.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 12 april 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^