Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 december 1997
gepubliceerd op 19 december 1997

Koninklijk besluit tot invoering van een zomertijd in 1998, 1999, 2000 en 2001

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1997000903
pub.
19/12/1997
prom.
12/12/1997
ELI
eli/besluit/1997/12/12/1997000903/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 DECEMBER 1997. Koninklijk besluit tot invoering van een zomertijd in 1998, 1999, 2000 en 2001


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 april 1892 houdende de nieuwe tijdsindeling in België;

Gelet op de wet van 7 februari 1920 houdende de wijziging der wet van 29 april 1892 tot vaststelling van het wettelijk uur;

Gelet op de besluiten van de Regent van 30 september 1946 en 15 september 1947 betreffende de wettelijke tijd;

Gelet op de achtste richtlijn nr. 97/44/EC van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juli 1997 inzake de bepalingen op het gebied van de zomertijd;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 november 1997;

Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat overeenkomstig de termen van artikel 6, eerste lid, van de bovengenoemde richtlijn, de lidstaten gehouden zijn de noodzakelijke bepalingen van kracht te laten geworden om er zich ten laatste tegen 31 december 1997 naar te richten;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 5 december 1997 in toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 augustus 1996;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De vervroeging op de wettelijke tijd, die op zestig minuten is vastgesteld, wordt op honderdtwintig minuten gebracht op 29 maart 1998, 28 maart 1999, 26 maart 2000 en 25 maart 2001, om 1 uur 's morgens, wereldtijd (2 uur, plaatselijke tijd).

Zij wordt tot zestig minuten teruggebracht op 25 oktober 1998, 31 oktober 1999, 29 oktober 2000 en 28 oktober 2001, om 1 uur 's morgens, wereldtijd (3 uur, plaatselijke tijd).

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 december 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE

^