Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 december 2005
gepubliceerd op 14 februari 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende het brugpensioen ploegenarbeid - nachtprestaties

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005012646
pub.
14/02/2006
prom.
12/12/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

12 DECEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende het brugpensioen ploegenarbeid - nachtprestaties (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten, betreffende het brugpensioen ploegenarbeid - nachtprestaties.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 december 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2005 Brugpensioen ploegenarbeid - nachtprestaties (Overeenkomst geregistreerd op 2 juni 2005 onder het nummer 74930/CO/142.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van allerlei producten.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten

Art. 2.Conform artikel 11 van het ontwerp van interprofessioneel akkoord voor de periode 2005-2006, van 18 januari 2005, wordt in de periode van 1 januari 2005 tot 31 december 2006 de brugpensioenleeftijd gebracht op 56 jaar op voorwaarde dat de arbeider een beroepsloopbaan van 33 jaar kan rechtvaardigen.

Bovendien moeten deze arbeiders kunnen aantonen dat zij op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nummer 46 gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990 (Belgisch Staatsblad van 13 juni 1990).

Art. 3.De leeftijd bedoeld bij artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet bereikt zijn tijdens de looptijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst en op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Betaling van de aanvullende vergoeding en van de hoofdelijke bijdrage

Art. 4.De werkgever neemt de betaling van de aanvullende vergoeding, alsmede het geheel van de hoofdelijke bijdragen met inbegrip van de bijzondere compenserende maandelijkse werkgeversbijdrage, zoals opgenomen in artikel 111 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999), op zich. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 december 2005.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^