Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 juli 2016
gepubliceerd op 05 augustus 2016

Koninklijk besluit betreffende het vervoer via de weg of per spoor van ontplofbare stoffen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2016011316
pub.
05/08/2016
prom.
12/07/2016
ELI
eli/besluit/2016/07/12/2016011316/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 JULI 2016. - Koninklijk besluit betreffende het vervoer via de weg of per spoor van ontplofbare stoffen


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 mei 1956 betreffende ontplofbare en voor de deflagratie vatbare stoffen en mengsels en daarmede geladen tuigen, artikel 1 en artikel 2, tweede lid;

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, eerste lid en artikel 62, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten en gewijzigd bij de wet van 16 maart 1999;

Gelet op de wet van 21 juni 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/06/1985 pub. 15/02/2012 numac 2012000076 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1990, 5 april 1995, 4 augustus 1996, 27 november 1996 en 9 maart 2014 en bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000 en artikel 3, § 1;

Gelet op de Spoorcodex, artikel 74 § 1, 14° ;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 september 1958 houdende reglementering van het vervoer, de berging en de verkoop van ammoniumnitraat en van mengsels daarvan;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1958Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/09/1958 pub. 21/02/2001 numac 2001000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen;

Gelet op de betrokkenheid van de Gewestregeringen;

Gelet op het advies van de Raadgevende Commissie "Administratie - Nijverheid", gegeven op 14 januari 2014;

Gelet op advies 56.595/2/V van de Raad van State, gegeven op 25 augustus 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie, de Minister van Binnenlandse Zaken, de Minister van Financiën, de Minister van Middenstand en de Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "ADR" : het Europese Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, ondertekend te Genève op 30 september 1957;2° "RID" : het reglement betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, als opgenomen in bijlage C bij het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF), gesloten te Vilnius op 3 juni 1999;3° "voertuig" : ieder voor deelname aan het wegverkeer bestemd motorvoertuig op ten minste vier wielen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 kilometer per uur, alsmede iedere aanhangwagen, met uitzondering van voertuigen die zich op rails voortbewegen, mobiele machines en landbouw- en bosbouwtrekkers, mits deze bij het vervoer van gevaarlijke goederen met een snelheid van niet meer dan 40 kilometer per uur rijden;4° "wagon" : ieder spoorvoertuig zonder eigen aandrijving dat op eigen wielen op rails rijdt en wordt gebruikt voor het vervoer van goederen; 5° "klassen" : de klassen van gevaarlijke goederen opgesomd in paragraaf 2.1.1.1 van het RID en het ADR; 6° "UN-nummer" : het uit vier cijfers bestaande identificatienummer van de gevaarlijke goederen overeenkomstig de "Model Regulations", opgenomen als bijlage bij de "Recommendations on the Transport of Dangerous Goods", gepubliceerd door de Verenigde Naties, in zijn meest recente uitgave"; 7° "classificatiecode" : de code die de gevaarlijke goederen identificeert en die gegeven wordt in de kolom (3b) van tabel A in hoofdstuk 3.2 van het RID en het ADR; 8° "springstoffen" : de gevaarlijke goederen die als dusdanig gedefinieerd zijn in paragraaf 1.2.1 van het RID en het ADR, die behoren tot de klassen 1, 3 classificatiecode D, 4.1 classificatiecode D en DT, 5.1, UN-nummer 3375 en 9, UN-nummer 3268; 9° "ammoniumnitraat" : technisch zuivere ammoniumnitraat en mengsels daarvan, in de zin van de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 3 september 1958 houdende reglementering van het vervoer, de berging en de verkoop van ammoniumnitraat en van mengsels daarvan, die, overeenkomstig de erop toepasselijke indelingsprocedures, kunnen worden ondergebracht onder een identificatienummer en een benaming ressorterend onder klasse 5.1, UN-nummers 1942, 2067 en 2426; 10° "ontplofbare stoffen" : springstoffen en ammoniumnitraat; 11° "verpakking, houder, IBC (grote houder voor losgestort vervoer), grote verpakking, MEGC, tank, tankwagon, batterijwagon, vaste tank, afneembare tank, mobiele tank, tankcontainer, wissellaadtank, transporteenheid, batterijvoertuig" : verpakking, houder, IBC (grote houder voor losgestort vervoer), grote verpakking, MEGC, tank, tankwagon, batterijwagon, vaste tank, afneembare tank, mobiele tank, tankcontainer, transporteenheid, batterijvoertuig zoals gedefinieerd in afdeling 1.2.1 van het RID en het ADR; 12° "MEMU's, EXII-voertuigen, EXIII-voertuigen" : MEMU's, EXII-voertuigen, EXIII-voertuigen, zoals gedefinieerd in paragraaf 9.1.1.2 van het ADR; 13° "FL-voertuigen, OX-voertuigen, AT-voertuigen" : FL-voertuigen, OX-voertuigen, AT-voertuigen zoals gedefinieerd in paragraaf 9.1.1.2 van het ADR; 14° "gemachtigde van de minister" : de directeur-generaal van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie of de technische ambtenaar die deze directeur-generaal aanwijst.

Art. 3.Tenzij uitdrukkelijk anders wordt bepaald, zijn de bepalingen van dit besluit zowel van toepassing op nationaal vervoer als op internationaal vervoer van ontplofbare stoffen over de weg of het spoor, met inbegrip van het laden en lossen, de overbrenging van of naar een andere vervoersmodaliteit en de noodzakelijke haltes tijdens het vervoer.

De bepalingen van dit besluit zijn niet van toepassing op het vervoer van ontplofbare stoffen : 1° door voertuigen of wagons die eigendom zijn van of onder de verantwoordelijkheid vallen van de strijdkrachten;2° dat volledig binnen een afgesloten gebied plaatsvindt.

Art. 4.Onverminderd het art. 6, § 4, 3° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, kan de minister bevoegd voor Economie, voor het nationale en internationale vervoer van ontplofbare stoffen specifieke veiligheidsvoorschriften instellen met betrekking tot : 1° het vervoer van ontplofbare stoffen met voertuigen of wagons, voor zover dit niet onder het toepassingsgebied van dit besluit valt;2° voor zover van toepassing, het gebruik van voorgeschreven routes, of het gebruik van voorgeschreven vormen van vervoer;3° specifieke voorschriften voor het vervoer van ontplofbare stoffen met personentreinen. Deze beslissing wordt aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, aan de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen, aan de betrokken gewestregeringen als aan de Europese Commissie meegedeeld. HOOFDSTUK 2. - Algemene bepalingen

Art. 5.Onder voorbehoud van de afwijkingen in hoofdstuk 4 worden ontplofbare stoffen niet vervoerd wanneer dat door het RID of het ADR verboden is.

Onverminderd de algemene regels inzake markttoegang, de algemeen toepasselijke regels op het vervoer van goederen en de bepalingen inzake vervoer opgenomen in het koninklijk besluit van 3 september 1958 houdende reglementering van het vervoer, de berging en de verkoop van ammoniumnitraat en van mengsels daarvan, en in Hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 23 september 1958Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/09/1958 pub. 21/02/2001 numac 2001000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en verbruiken van springstoffen, is de toestemming voor het vervoer van ontplofbare stoffen onderworpen aan de naleving van de voorwaarden van het RID of het ADR en van de bepalingen opgenomen in dit besluit. HOOFDSTUK 3. - Beperkingen

Art. 6.Met het oog op de veiligheid van het vervoer kan de minister bevoegd voor Economie, behalve aangaande constructievoorschriften, strengere bepalingen instellen voor binnenlands vervoer van ontplofbare stoffen dat wordt verzekerd door voertuigen en wagons die in België zijn ingeschreven of in het verkeer zijn gebracht.

Wanneer de minister bevoegd voor Economie, na een ongeval of incident op Belgisch grondgebied, van oordeel is dat de toepasselijke veiligheidsvoorschriften onvoldoende zijn gebleken om de risico's van het vervoer te beperken en er dringend maatregelen moeten worden genomen, brengt hij de Europese Commissie, tijdens de voorbereidingsfase, op de hoogte van de maatregelen die hij van plan is te nemen. HOOFDSTUK 4. - Afwijkingen

Art. 7.Onverminderd het art. 6, § 4, 3° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen en onder voorbehoud dat de veiligheid niet in het gedrang komt en op voorwaarde dat de Europese Commissie voorafgaand haar akkoord verleent, kan de minister bevoegd voor Economie, afwijkingen van het bepaalde in het RID of het ADR toestaan voor het nationaal vervoer van kleine hoeveelheden van bepaalde ontplofbare stoffen op voorwaarde dat de voorschriften van dergelijke transporten niet strenger zijn dan het bepaalde in het RID of het ADR. Deze beslissing wordt aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, aan de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen en aan de betrokken gewestregeringen meegedeeld.

Art. 8.Onverminderd het art. 6, § 4, 3° van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen en onder voorbehoud dat de veiligheid niet in het gedrang komt en op voorwaarde dat de Europese Commissie voorafgaand haar akkoord verleent, kan de minister bevoegd voor Economie, voor het nationaal vervoer afwijkingen van het bepaalde in het RID of het ADR toestaan in geval van : 1° plaatselijk vervoer van ontplofbare stoffen over een korte afstand, of;2° plaatselijk vervoer van ontplofbare stoffen per spoor op specifieke trajecten die deel uitmaken van een welbepaald industrieel proces en onder duidelijke omschreven voorwaarden streng gecontroleerd wordt. Deze beslissing wordt aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, aan de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen en aan de betrokken gewestregeringen meegedeeld.

Art. 9.Afwijkingen uit hoofde van de artikelen 7 en 8 gelden voor een periode van maximum zes jaar vanaf de datum van toestemming. Deze datum wordt vastgesteld in het toestemmingsbesluit. Tenzij anders is vermeld, zijn afwijkingen geldig voor een periode van zes jaar.

Art. 10.De minister bevoegd voor Economie, kan een overeenkomstig artikel 7 of 8 verleende afwijking verlengen, mits voorafgaand akkoord van de Europese Commissie.

Art. 11.De minister bevoegd voor Economie kan bij wijze van uitzondering en mits de veiligheid niet in gevaar komt, individuele vergunningen verlenen voor transporten van ontplofbare stoffen op Belgisch grondgebied die krachtens dit besluit zijn verboden, of erin toestemmen dat deze transporten onder andere dan in dit besluit vastgestelde voorwaarden plaatsvinden, op voorwaarde dat deze transporten duidelijk zijn gedefinieerd en van tijdelijke aard zijn.

Art. 12.Als een transport wordt verricht met toepassing van een afwijking die werd verleend overeenkomstig dit hoofdstuk dient een kopie van de toestemming tot afwijking bij het vervoersdocument te worden gevoegd.

Art. 13.De tijdelijke afwijkingen die worden gesloten tussen België en één of meerdere lidstaten of verdragsluitende partijen in toepassing van paragraaf 1.5.1 van het RID of het ADR zijn ook van toepassing op het nationaal vervoer.

Art. 14.De lijsten met afwijkingen die werden toegestaan door de minister bevoegd voor Economie op basis van de artikelen 7, 8 of 13 worden als uittreksel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. HOOFDSTUK 5. - Plichten van de betrokkenen

Art. 15.Het is de afzender, de commissionair-expediteur, de vervoerscommissionair, de vervoerder en de bestuurder van het voertuig verboden ontplofbare stoffen te laden, te vervoeren, te doen laden of te doen vervoeren indien het vervoer niet voldoet aan de bepalingen van het RID of het ADR en van dit besluit.

De eventuele commissionairs-expediteurs en de vervoerscommissionairs zijn onderworpen aan dezelfde verplichtingen als de afzender.

Wanneer de stoffen bij de fabrikant of bij de handelaar zelf worden geladen, is deze eveneens onderworpen aan de voorschriften van paragraaf 1.4.2.1.1 van het RID en het ADR die op de afzender toepasselijk zijn.

De afzender moet zich ervan vergewissen dat het vervoersdocument aan de eisen van paragraaf 5.4.1. van het RID en het ADR beantwoordt.

De werkgever moet de staten van de gekregen opleidingen van de werknemer overeenkomstig de paragrafen 1.3.3 en 1.10.2.4 van het RID en het ADR bijhouden gedurende een periode van minimum vijf jaar en ter beschikking houden van de werknemer en de bevoegde overheid. HOOFDSTUK 6. - Documenten

Art. 16.Het keuringsdocument, voorgeschreven in paragraaf 9.1.3.1 van het ADR, wordt afgegeven door de gemachtigde van de minister bevoegd voor Economie, voor wat het vervoer met MEMU's, EXII en EXIII-voertuigen betreft, of elke andere instantie die uitdrukkelijk aangeduid is.

De keuringsdocumenten voorgeschreven in paragraaf 9.1.3 van het ADR stemmen overeen : 1° indien het uitsluitend binnenlands vervoer betreft, met het model dat in paragraaf 9.1.3.5 van het ADR gegeven wordt; 2° indien het internationaal vervoer betreft, met het model dat in paragraaf 9.1.3.5 van het ADR gegeven wordt met een roze diagonaal. HOOFDSTUK 7. - Controles

Art. 17.§ 1 Voor het vaststellen, betreffende het vervoer van ontplofbare stoffen, van overtredingen van de bepalingen van het RID, van het ADR en van dit besluit zijn, behalve de officieren van gerechtelijke politie, bevoegd : 1° de personeelsleden van het operationeel kader van de lokale politie en van de federale politie en de ambtenaren van de Algemene Administratie van de Douane en Accijnzen bij de uitoefening van hun ambt; 2° de ambtenaren en beambten van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bij de uitoefening van hun ambt. § 2 Voor het vaststellen van overtredingen van de bepalingen van het RID zijn, behalve de officieren van gerechtelijke politie, de ambtenaren en beambten van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen die door Ons zijn aangeduid, bevoegd.

Art. 18.De ambtenaren aangewezen in artikel 17, § 1, 1°, kunnen bij de uitoefening van hun ambt een controle op de weg uitvoeren.

De ambtenaren en beambten aangewezen in artikel 17, § 2, kunnen, bij de uitoefening van hun ambt, alle rollend of daartoe op de spoorweginfrastructuur bestemd materieel schouwen. HOOFDSTUK 8. - Overgangsbepalingen

Art. 19.Bij binnenlands vervoer over de weg van ontplofbare stoffen is het gebruik toegestaan van voertuigen die niet conform het ADR zijn onder voorbehoud dat : 1° ze vóór 1 januari 1997 voor het eerst in dienst gesteld zijn en;2° hun constructie in overeenstemming is met de op 31 december 1996 geldende nationale wetgeving en;3° ze zodanig worden onderhouden dat het desbetreffende veiligheidsniveau in acht wordt genomen. Bij binnenlands vervoer over de weg van ontplofbare stoffen is het gebruik van tanks uit kunststof die niet conform het ADR zijn toegestaan, onder voorbehoud dat : 1° ze vóór 1 januari 1999 zijn gebouwd en;2° hun constructie in overeenstemming is met de op 31 december 1996 geldende nationale eisen en;3° ze zodanig worden onderhouden dat het desbetreffende veiligheidsniveau verzekerd wordt. Bij binnenlands vervoer over de weg van ontplofbare stoffen moeten vaste tanks en afneembare tanks, bestemd voor het vervoer van andere dan poedervormige of korrelvormige stoffen, niet voldoen aan paragraaf 1.6.3.6 of 6.8.2.1.20 van het ADR, indien ze : 1° tussen 1 oktober 1978 en 1 januari 1990 zijn gebouwd en;2° voldoen aan Bn211127 (5) van bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 16 september 1991 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen en;3° zodanig worden onderhouden dat het desbetreffende veiligheidsniveau verzekerd wordt. HOOFDSTUK 9. - Wijzigingsbepalingen

Art. 20.In artikel 5, 2°, van het koninklijk besluit van 3 september 1958 houdende reglementering van het vervoer, de berging en de verkoop van ammoniumnitraat en van mengsels daarvan, worden de punten a) en b) vervangen als volgt : "a) Het vervoer van ammoniumnitraat en mengsels daarvan via de weg geschiedt overeenkomstig de bepalingen van dit besluit en van het koninklijk besluit van 12 juli 2016 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van ontplofbare stoffen. b) Het vervoer van ammoniumnitraat en mengsels daarvan per spoor geschiedt overeenkomstig de bepalingen van dit besluit en van het koninklijk besluit van 12 juli 2016 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van ontplofbare stoffen.".

Art. 21.Artikel 65 van het koninklijk besluit van 23 september 1958Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/09/1958 pub. 21/02/2001 numac 2001000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen, vervangen bij het besluit van 14 mei 2000, wordt vervangen als volgt : "

Art. 65.Voor de toepassing van hoofdstuk IV. - Verpakking, van hoofdstuk V. - Vervoer en van hoofdstuk VII. - Verkoop, wordt verstaan onder : 1° "ADR" : het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, ondertekend te Genève op 30 september 1957, als gewijzigd; 2° "RID" : het reglement betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, als opgenomen in bijlage C bij het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF), gesloten te Vilnius op 3 juni 1999, als gewijzigd.".

Art. 22.Artikel 66 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van 14 mei 2000, wordt vervangen als volgt : "

Art. 66.De wijze van verpakking en etikettering van de verschillende springstoffen moet in overeenstemming zijn met de voorschriften bepaald in de bijlagen van het ADR en in het RID. Behoudens uitzonderingen bepaald in artikel 67 bedoelen de woorden "de bevoegde overheid" vermeld in die voorschriften, de minister bevoegd voor Economie.".

Art. 23.Artikel 67 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van 25 april 2004, wordt vervangen als volgt : " Art. 67. Voor de toepassing van de paragrafen 1.5.1.1, 2.2.1.1.3, 3.3.1, 6.1.1.2, 6.1.5.1, 6.1.5.8, 6.5.1.1., 6.5.4, 6.5.6.1 en 6.5.6.14 van de bijlagen van het ADR en het RID wordt verstaan onder « bevoegde overheid » de directeur-generaal van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie.".

Art. 24.Artikel 94 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van 14 mei 2000, wordt vervangen als volgt : "

Art. 94.Het vervoer van springstoffen over de weg gebeurt overeenkomstig de bepalingen van dit besluit en van het koninklijk besluit van 12 juli 2016 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van ontplofbare stoffen.".

Art. 25.Artikel 163 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van 25 april 2004, wordt vervangen als volgt : "

Art. 163.Het vervoer van springstoffen per spoor gebeurt overeenkomstig de bepalingen van dit besluit en de bepaling van het koninklijk besluit van 12 juli 2016 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van ontplofbare stoffen.". HOOFDSTUK 1 0. - Opheffingsbepalingen

Art. 26.Het artikel 95 van het koninklijk besluit van 23 september 1958Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/09/1958 pub. 21/02/2001 numac 2001000085 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen - Duitse vertaling sluiten houdende algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en verbruiken van springstoffen, vervangen bij het besluit van 14 mei 2000, wordt opgeheven.

Art. 27.Het artikel 96 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van 25 april 2004, wordt opgeheven.

Art. 28.Het artikel 106 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van 14 mei 2000, wordt opgeheven.

Art. 29.Het artikel 111 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 30.Het artikel 113 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 31.Het artikel 114 van hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van 14 mei 2000 en gewijzigd bij het besluit van 25 april 2004, wordt opgeheven. HOOFDSTUK 1 1. - Slotbepalingen

Art. 32.Artikel 28 treedt in werking op 1 juli 2020.

Art. 33.De minister bevoegd voor Economie, de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, de minister bevoegd voor Financiën, de minister bevoegd voor Vervoer en de minister bevoegd voor de uitoefening van het gezag over de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit der Spoorwegen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 juli 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, K. PEETERS De Minister van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Minister van Middenstand, bevoegd voor de uitoefening van het gezag over de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit der Spoorwegen, W. BORSUS De Minister van Mobiliteit, F. BELLOT

^