Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juli 2001
gepubliceerd op 11 augustus 2001

Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet voor de aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001003348
pub.
11/08/2001
prom.
13/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/13/2001003348/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JULI 2001. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet voor de aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat ter ondertekening aan Uwe Majesteit wordt voorgelegd, kadert in de definitieve overgang van België naar de eenheidsmunt euro.

Onderhavig besluit wordt genomen op basis van artikel 6 van de wet van 26 juni 2000 dat Uwe Majesteit toelaat, tot 31 december 2001, wetten die bedragen in Belgische frank vermelden of die verwijzen naar de Belgische frank, aan de euro, aan te passen. Daartoe kan Uwe Majesteit, ten vroegste, met ingang van 1 januari 2002 : 1° de wetten wijzigen door het gebruik van de frank te vervangen door dat van de euro;2° de uitkomst van de conversie van de veelvouden van 10 frank die in de wetten voorkomen, vereenvoudigen binnen bepaalde in voormelde wet bepaalde grenzen;3° de bepalingen bedoeld in artikel 5 opheffen;4° maatregelen nemen teneinde de logische opvolging van twee tariefschijven of -schalen te waarborgen, na omzetting van hun grenswaarden;5° bedragen die in de wetten voorkomen wijzigen in euro, teneinde een continuïteit te waarborgen of een bijzondere nauwkeurigheid mogelijk te maken;6° de bedragen in Belgische frank die voorkomen in de wetten ter uitvoering van Europese richtlijnen aanpassen aan de koers van één euro voor een ecu. Hieronder zal per wetgeving aangeduid worden op basis van welk voormeld punt de wetgeving wordt aangepast.

Commentaar van de artikelen Artikel 1 De bedragen die hier worden aangepast betreffen de vergoeding wegens ontslag bij sluiting van ondernemingen ingevolge de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen.

Deze bedragen die, geïndexeerd, momenteel respectievelijk 4 702 BEF en 94 040 BEF bedragen, worden omgezet in euro.

De oude spilindexering wordt vervangen door een nieuwe spilindex, geldend op 1 juni 1999 (basis 1996 = 100). Dit gebeurt bij een afzonderlijk koninklijk besluit dat genomen wordt op basis van de wet van 2 augustus 1971.

Artikelen 2 en 3 Artikel 2 bepaalt de inwerkingtreding die uiteraard ten vroegste op 1 januari 2002 is bepaald overeenkomstig artikel 6, tweede lid van de wet van 26 juni 2000.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

ADVIES 31.881/2 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 26 juni 2001 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet voor de aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid", heeft op 2 juli 2001 het volgende advies gegeven : Overeenkomstig artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.

In het onderhavige geval luidt die motivering in de brief aldus : « Met de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 zijn de meeste bedragen in de Belgische reglementering omgezet van Belgische frank naar euro. De strikte timing die toen is gehanteerd heeft het mogelijk gemaakt dat de overheidsbesturen nu reeds heel wat maatregelen en schikkingen hebben genomen om een vlotte overgang naar het definitieve eurotijdperk per 1 januari 2002 te verzekeren. Vooral op het vlak van de informatica, waarbij de eerste testen gepland zijn voor juli 2001, maar ook op het vlak van de formulieren en drukwerken zijn de aanpassingen volop in een uitvoeringsfase.

Het zeer omvangrijke werk van omzetting naar euro kon in 2000 niet ineens worden uitgevoerd. Zo waren er nog een aantal bepalingen die op dat ogenblik voor inhoudelijke wijzigingen vatbaar waren. Ondertussen zijn een aantal bedragen al aangepast en kunnen ze nu met de nodige zekerheid naar euro worden omgezet. Er is ook vastgesteld dat er een aantal foutjes zijn geslopen in de eerste reeks van eurobesluiten. Ten slotte waren er voor een aantal bedragen ook nog wettelijk vereiste adviezen of akkoordverklaringen noodzakelijk.

De tweede reeks eurobesluiten die wordt voorgelegd heeft als doel de eerste reeks aan te passen en/of te vervolledigen. Ook nu weer worden, voor de bevattelijkheid, de bepalingen op een gegroepeerde wijze uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. Vooreerst zouden deze aanpassingen nog mee moeten worden opgenomen in de programma's tot aanpassing van de informatica, de drukwerken en formulieren. Daarnaast is het ook wenselijk dat de geadministreerden zo snel mogelijk zekerheid krijgen over de juiste omzetting van bedragen en regels waarover er nu nog twijfel bestaat. » Gezien het bijzonder grote aantal aanvragen om advies binnen drie dagen die tegelijkertijd zijn ingediend, bepaalt de Raad van State, afdeling wetgeving, zich overeenkomstig artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, tot het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling en van de vraag of aan de vormvoorschriften is voldaan.

Zo is meer bepaald niet stelselmatig onderzocht kunnen worden of de opgegeven getallen rekenkundig correct zijn, noch of de gevolgde werkwijzen deugdelijk zijn.

Onder voorbehoud van de bovenstaande opmerking, behoeven over het ontwerp geen opmerkingen te worden gemaakt.

De kamer was samengesteld uit : De heren : Y. Kreins, staatsraad, voorzitter;

P. Lienardy en P. Quertainmont, staatsraden;

Mevr. B. Vigneron, griffier.

Het verslag werd opgesteld door de heer J. Regnier, eerste auditeur-afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer P. Brouwers, referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. Lienardy.

De griffier, De voorzitter, B. Vigneron. Y. Kreins.

13 JULI 2001. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet voor de aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen, laatst gewijzigd bij de wet van 13 februari 1998;

Gelet op de Verordeningen (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden zoals bepaald in artikel 78 van de Grondwet;

Gelet op het advies nr. 1.303 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 1 maart 2000;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, gegeven op 20 april 2000;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 juni 2000 en 29 maart 2001;

Gelet op de akkoordbevindingen van de Minister van Begroting van 29 juni 2000 en 19 juni 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd als volgt : « Met de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 zijn de meeste bedragen in de Belgische reglementering omgezet van Belgische frank naar euro. De strikte timing die toen is gehanteerd heeft het mogelijk gemaakt dat de overheidsbesturen nu reeds heel wat maatregelen en schikkingen hebben genomen om een vlotte overgang naar het definitieve eurotijdperk per 1 januari 2002 te verzekeren. Vooral op het vlak van de informatica, waarbij de eerste testen gepland zijn voor juli 2001, maar ook op het vlak van de formulieren en drukwerken zijn de aanpassingen volop in een uitvoeringsfase.

Het zeer omvangrijke werk van omzetting naar euro kon in 2000 niet ineens worden uitgevoerd. Zo waren er nog een aantal bepalingen die op dat ogenblik voor inhoudelijke wijzigingen vatbaar waren. Ondertussen zijn een aantal bedragen al aangepast en kunnen ze nu met de nodige zekerheid naar euro worden omgezet. Er is ook vastgesteld dat er een aantal foutjes zijn geslopen in de eerste reeks van eurobesluiten. Ten slotte waren er voor een aantal bedragen ook nog wettelijk vereiste adviezen of akkoordverklaringen noodzakelijk.

De tweede reeks eurobesluiten die wordt voorgelegd heeft als doel de eerste reeks aan te passen en/of te vervolledigen. Ook nu weer worden, voor de bevattelijkheid, de bepalingen op een gegroepeerde wijze uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. Vooreerst zouden deze aanpassingen nog mee moeten worden opgenomen in de programma's tot aanpassing van de informatica, de drukwerken en formulieren. Daarnaast is het ook wenselijk dat de geadministreerden zo snel mogelijk zekerheid krijgen over de juiste omzetting van bedragen en regels waarover er nu nog twijfel bestaat. »;

Gelet op het advies van de Raad van State 31.881/2, gegeven op 2 juli 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen

Artikel 1.In artikel 6, eerste lid van de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen, gewijzigd bij de wet van 28 juli 1971, worden de woorden « 1 000 frank » en « 20 000 frank » respectievelijk vervangen door de woorden « 116,56 EUR » en « 2 331,19 EUR ». HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^