Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juli 2001
gepubliceerd op 11 augustus 2001

Koninklijk besluit tot wijziging van sommige koninklijke besluiten naar aanleiding van de invoering van de euro voor de aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid en tot uitvoering van de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu ministerie van justitie
numac
2001003349
pub.
11/08/2001
prom.
13/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/13/2001003349/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van sommige koninklijke besluiten naar aanleiding van de invoering van de euro voor de aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid en tot uitvoering van de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, laatst gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, laatst gewijzigd bij de wet van 24 december 1999;

Gelet op de wet van 25 februari 1964 houdende inrichting van een Pool van de zeelieden ter koopvaardij, laatst gewijzigd bij de wet van 26 maart 1999;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, laatst gewijzigd bij de wet van 7 april 1999;

Gelet op de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, laatst gewijzigd bij de wet van 24 december 1999;

Gelet op de Verordeningen (EG) nr. 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro en nr. 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op de wet van 30 oktober 1998 betreffende de euro;

Gelet op de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen, laatst gewijzigd bij de wet van 2 januari 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 april 1965 betreffende de Pool van de zeelieden ter koopvaardij, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 november 1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 13 december 1993;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 maart 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 26 januari 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het tarief van de erelonen en kosten voor de medisch deskundigen aangewezen door de arbeidsgerechten inzake de betwistingen in verband met de werkloosheidsverzekering;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 2000 tot wijziging van sommige koninklijke besluiten naar aanleiding van de invoering van de euro voor de aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 september 2000 tot uitvoering van de artikelen 188, tweede lid en 194, § 1, tweede lid van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen en van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 17 februari 2000 en 15 februari 2001;

Gelet op het advies nr. 1.303 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 1 maart 2000;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 juni 2000 en 29 maart 2001;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Pool van de zeelieden ter koopvaardij, gegeven op 21 maart 2001;

Gelet op de akkoordbevindingen van de Minister van Begroting van 29 juni 2000 en 19 juni 2001;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd als volgt : « Met de koninklijke besluiten van 20 juli 2000 zijn de meeste bedragen in de Belgische reglementering omgezet van Belgische frank naar euro. De strikte timing die toen is gehanteerd heeft het mogelijk gemaakt dat de overheidsbesturen nu reeds heel wat maatregelen en schikkingen hebben genomen om een vlotte overgang naar het definitieve eurotijdperk per 1 januari 2002 te verzekeren. Vooral op het vlak van de informatica, waarbij de eerste testen gepland zijn voor juli 2001, maar ook op het vlak van de formulieren en drukwerken zijn de aanpassingen volop in een uitvoeringsfase.

Het zeer omvangrijke werk van omzetting naar euro kon in 2000 niet ineens worden uitgevoerd. Zo waren er nog een aantal bepalingen die op dat ogenblik voor inhoudelijke wijzigingen vatbaar waren. Ondertussen zijn een aantal bedragen al aangepast en kunnen ze nu met de nodige zekerheid naar euro worden omgezet. Er is ook vastgesteld dat er een aantal foutjes zijn geslopen in de eerste reeks van eurobesluiten. Ten slotte waren er voor een aantal bedragen ook nog wettelijk vereiste adviezen of akkoordverklaringen noodzakelijk.

De tweede reeks eurobesluiten die wordt voorgelegd heeft als doel de eerste reeks aan te passen en/of te vervolledigen. Ook nu weer worden, voor de bevattelijkheid, de bepalingen op een gegroepeerde wijze uitgevaardigd. Dit gebeurt ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Het is nodig om de voorgestelde aanpassingen zo snel mogelijk door te voeren. Vooreerst zouden deze aanpassingen nog mee moeten worden opgenomen in de programma's tot aanpassing van de informatica, de drukwerken en formulieren. Daarnaast is het ook wenselijk dat de geadministreerden zo snel mogelijk zekerheid krijgen over de juiste omzetting van bedragen en regels waarover er nu nog twijfel bestaat. »;

Gelet op het advies van de Raad van State 31.882/2, gegeven op 2 juli 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie en Onze Minister van Justitie en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van diverse koninklijke besluiten Afdeling 1. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 9 april 1965

betreffende de Pool van de zeelieden ter koopvaardij

Artikel 1.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 9 april 1965 betreffende de Pool van de zeelieden ter koopvaardij, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.In de inleidende zin van artikel 67, § 1, wordt het woord « franken » vervangen door het woord « euro ».

Art. 3.In artikel 69 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « aan de spilindex 114,20 » vervangen door de woorden « aan de spilindex 103,14 », geldend op 1juni 1999 (basis 1996 = 100);2° het laatste lid wordt opgeheven.

Art. 4.Het laatste lid van artikel 105 wordt opgeheven.

Art. 5.In artikel 111, eerste lid, 2° van hetzelfde besluit worden de woorden « aan de spilindex 114,20 » vervangen door de woorden « aan de spilindex 103,14, geldend op 1 juni 1999 (basis 1996 = 100). » Afdeling 2. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 7 november

1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten

Art. 6.In artikel 9 van het koninklijk besluit van 7 november 1969 tot vaststelling van de modaliteiten van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomsten worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « waarvan het bedrag in werking op 1 januari 1991 is vastgesteld op 35 frank per bladzijde » vervangen door de woorden « waarvan het bedrag is vastgesteld op 1 EUR per bladzijde »;2° het tweede, het derde en het vierde lid worden opgeheven. Afdeling 3. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 23 juli 1985

tot uitvoering van afdeling 6 - toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers - van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen

Art. 7.In artikel 16, tweede lid van het koninklijk besluit van 23 juli 1985 tot uitvoering van afdeling 6 toekenning van betaald educatief verlof in het kader van de voortdurende vorming van de werknemers van hoofdstuk IV van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen wordt de laatste zin vervangen door de volgende zin: « Het resultaat wordt afgerond op de hogere 10 euro. » Afdeling 4. - Aanpassing van het koninklijk besluit

van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering

Art. 8.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 9.In hetzelfde besluit wordt het tweede lid van artikel 171 vervangen als volgt : « Dit bedrag wordt gekoppeld aan de spilindex 103,14, geldend op 1 juni 1999 (basis 1996 = 100), volgens de regels bepaald in artikel 113. » Afdeling 5. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 11 april 1999

tot vaststelling van het tarief van de erelonen en kosten voor de medisch deskundigen aangewezen door de arbeidsgerechten inzake de betwistingen in verband met de werkloosheidsverzekering

Art. 10.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 11 april 1999 tot vaststelling van het tarief van de erelonen en kosten voor de medisch deskundigen aangewezen door de arbeidsgerechten inzake de betwistingen in verband met de werkloosheidsverzekering, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Afdeling 6. - Aanpassing van het koninklijk besluit van 25 september

2000 tot uitvoering van de artikelen 188, tweede lid en 194, § 1, tweede lid, van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale en budgettaire en andere bepalingen en van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders

Art. 11.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 25 september 2000 tot uitvoering van de artikelen 188, tweede lid en 194, § 1, tweede lid, van de wet van 12 augustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen en van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid der arbeiders, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II. - Opheffings- en slotbepalingen Afdeling 1. - Opheffingsbepalingen

Art. 12.In het koninklijk besluit van 20 juli 2000 tot wijziging van sommige koninklijke besluiten naar aanleiding van de invoering van de euro voor de aangelegenheden die ressorteren onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, worden de artikelen 3, 4, 6 en 9 opgeheven. Afdeling 2. - Slotbepalingen

Art. 13.De Minister van Werkgelegenheid kan de bij koninklijk besluit vastgestelde modellen van formulieren die ressorteren onder het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid aanpassen aan de euro.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 15.Onze Minister van Werkgelegenheid, Onze Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^