Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 juni 1999
gepubliceerd op 21 juli 1999

Koninklijk besluit tot vaststelling van de toepassingswijze van artikel 78bis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022432
pub.
21/07/1999
prom.
13/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/13/1999022432/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de toepassingswijze van artikel 78bis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, inzonderheid op artikel 108;

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 78bis, ingevoegd bij de wet van 29 april 1996 en gewijzigd bij de wetten van 22 februari 1998 en 3 mai 1999;

Gelet op de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen, inzonderheid op de artikelen 139 en 140;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 november 1970 houdende bijzondere bepalingen inzake de sociale zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 december 1998;

Gelet op de wet an 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 december 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 9 december 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat voor de toepassing van artikel 78bis van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, die in werking treden op 1 januari 1999, met hoogdringendheid de nodige schikkingen moeten getroffen worden voor wat betreft de Voorzorgskassen;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 13, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 20 november 1970 houdende bijzondere bepalingen inzake de sociale zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden wordt de zin beginnend met de woorden "De bevoegdheid van de voorzorgskassen" en eindigend met de woorden "aan het Nationaal Pensioenfonds" vervangen door de volgende bepaling : « De bevoegheid van de Voorzorgskassen wordt bepaald volgens de gemeente van de hoofdverblijfplaats in de zin van artikel 3, eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, van de gerechtigde van een invaliditeitspensioen van mijnwerker. »

Art. 2.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden "van het Nationaal Pensioenfonds" vervangen door de woorden "van de administratieve cel opgericht bij het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering door artikel 78bis, § 3, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994".

Art. 3.In artikel 15, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 maart 1990, wordt 4° geschrapt.

Art. 4.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « De leden van de bestuurscommissies worden door het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering voor hun verplaatsingskosten vergoed en ontvangen te zijnen laste hetzij een vaste vergoeding, hetzij aanwezigheidspenningen waarvan het bedrag door de Minister van Sociale Zaken, op voordracht van het beheerscomité voor de mijnwerkers bedoeld bij artikel 78bis, § 2, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 wordt vastgesteld. »

Art. 5.De voorzitter, de gewone leden, de plaatsvervangende leden en de afgevaardigde van de Minister van Economie en van de Minister van Sociale Zaken, zoals vermeld bij artikel 15 van het koninklijk besluit van 20 november 1970 houdende bijzondere bepalingen inzake de sociale zekerheid van de mijnwerkers en ermee gelijkgestelden die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit in functie zijn, worden van rechtswege in hun functie in elke bestuurscommissie gehandhaafd, in voorkomend geval tot de normale einddatum van hun mandaat.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Art. 7.Onze Minister van Economie en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, E. DI RUPO De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^