Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 maart 2013
gepubliceerd op 10 april 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 maart 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de lonen voor de werknemers van het garagepersoneel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van goederenbehandeling voor rekening van derden, en tot vaststelling van de patronale bijdrage voor maaltijdcheque en ecocheque

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2013012101
pub.
10/04/2013
prom.
13/03/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 MAART 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 maart 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de lonen voor de werknemers van het garagepersoneel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van goederenbehandeling voor rekening van derden, en tot vaststelling van de patronale bijdrage voor maaltijdcheque en ecocheque (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 maart 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, betreffende de lonen voor de werknemers van het garagepersoneel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van goederenbehandeling voor rekening van derden, en tot vaststelling van de patronale bijdrage voor maaltijdcheque en ecocheque.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 maart 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 maart 2012 Lonen voor de werknemers van het garagepersoneel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of van goederenbehandeling voor rekening van derden, en vaststelling van de patronale bijdragen voor maaltijdcheque en ecocheque (Overeenkomst geregistreerd op 10 april 2012 onder het nummer 109277/CO/140) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers ressorterend onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en behorend tot de subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of tot de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden alsook op hun arbeiders, conform het koninklijk besluit van 7 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/05/2007 pub. 31/05/2007 numac 2007201532 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer en van het koninklijk besluit van 6 april 1995 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het vervoer en van het koninklijk besluit van 6 april 1995 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken (verschenen in het Belgisch Staatsblad van 31 mei 2007). § 2. Onder « subsector voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden », wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die zich inlaten met : 1° Het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;2° Het goederenvervoer over de weg voor rekening van derden door middel van een voertuig met of zonder motor voor hetwelk geen vervoervergunning vereist is;3° Het verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke een vervoervergunning vereist is welke door de bevoegde overheid afgeleverd werd;4° Her verhuren met chauffeur van voertuigen met of zonder motor bestemd voor het goederenvervoer ten lande, voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden de taxibestelwagens, met namen de voertuigen waarvan het laadvermogen gelijk is aan of kleiner is dan 500 kilogrammen en uitgerust met een taximeter, beschouwd als voertuigen voor dewelke geen vervoervergunning vereist is. § 3. Onder « subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden », wordt bedoeld de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek en die, buiten de havenzones, zich inlaten met : 1° alle behandeling van goederen voor rekening van derden ter voorbereiding van het vervoer en/of ter afwerking van het vervoer, ongeacht het gebruikt vervoermiddel;2° en/of alle logistieke diensten ter voorbereiding van het vervoer van goederen voor rekening van derden en/of ter afwerking van dit vervoer, ongeacht het gebruikt vervoermiddel. Onder « logistieke activiteiten » wordt verstaan : ontvangst, opslag, weging, verpakking, etikettering, voorbereiding van bestellingen, beheer van voorraden of verzending van grondstoffen, goederen of producten in de verschillende stadia van hun economische cyclus, zonder dat er nieuwe halfafgewerkte of afgewerkte producten worden voortgebracht.

Onder « voor rekening van derden » wordt verstaan : het uitvoeren van logistieke activiteiten voor andere natuurlijke of rechtspersonen en onder voorwaarde dat de ondernemingen die voor rekening van derden logistieke activiteiten uitoefenen op geen enkel ogenblik eigenaar van de betrokken grondstoffen, goederen of producten worden.

Met « ondernemingen die voor rekening van derden logistieke activiteiten uitoefenen » worden gelijkgesteld de ondernemingen die bij verbonden vennootschappen van de groep grondstoffen, goederen of producten aankopen en deze grondstoffen, goederen of producten verkopen aan verbonden vennootschappen van de groep en in zoverre deze grondstoffen, goederen of producten tevens het voorwerp zijn van logistieke activiteiten.

Onder « een groep van verbonden vennootschappen » wordt verstaan : de verbonden vennootschappen die tevens voldoen aan de voorwaarden gesteld in artikel 11, 1° van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 20/08/1999 numac 1999021323 bron diensten van de eerste minister Wet houdende oprichting van het Paleis voor Schone Kunsten in de vorm van een naamloze vennootschap van publiek recht met sociale doeleinden en tot wijziging van de wet van 30 maart 1995 betreffende de netten voor distributie voor omroepuitzendingen en de uitoefening van televisie-omroepactiviteiten in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad type wet prom. 07/05/1999 pub. 29/06/1999 numac 1999009706 bron ministerie van justitie Wet tot wijziging van sommige bepalingen van het Strafwetboek, van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 17 april 1878 houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering, van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964, van de wet van 29 juni 1964 betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie, van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis, van de wet van 5 maart 1998 betreffende de voorwaardelijke invrijheidsstelling en tot wijziging van de wet van 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen de abnormalen en de gewoontemisdadigers, vervangen door de wet van 1 juli 1964 sluiten betreffende het Wetboek van vennootschappen.

Het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek is niet bevoegd voor de ondernemingen die voor rekening van derden uitsluitend logistieke activiteiten uitoefenen en de daarmee gelijkgestelde ondernemingen wanneer deze logistieke activiteiten een onlosmakelijk onderdeel vormen van een productie- of handelsactiviteit waarbij deze logistieke activiteiten opgenomen zijn in de bevoegdheid van een specifiek paritair comité. § 4. Onder « werknemers/geragepersoneel », wordt verstaan : de werknemers en werkneemsters behorende tot het niet-rijdend personeel, tewerkgesteld in de garage, zoals omschreven in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2004 tot vaststelling van de beroepskwalificatie en de lonen van het garagepersoneel van de ondernemingen behorend tot de subsectoren voor het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of de subsector voor goederenbehandeling voor rekening van derden. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig en in uitvoering van : - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 betreffende de ecocheques gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 20 februari 2009; - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98bis van 21 december 2010 tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98 van 20 februari 2009 betreffende de ecocheques; - advies Nationale Arbeidsraad nr. 1758 van 21 december 2010 - uitvoering van de adviezen 1675 en 1728 betreffende de ecocheques - evaluatie van het systeem van de ecocheques; - het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 19bis, § 1 en 19quater, § 1 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, goedgekeurd door de ministerraad van 4 november 2011; - de artikelen 13 en 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2009 (koninklijk besluit van 22 juni 2010 - Belgisch Staatsblad van 18 augustus 2010) betreffende de toekenning van ecocheques aan het garagepersoneel van het goederenvervoer ten lande en de goederenbehandeling voor rekening van derden; - het koninklijk besluit van 12 oktober 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 23/11/2010 numac 2010205879 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst informatie- en communicatietechnologie Koninklijk besluit tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en erkenningsprocedure voor uitgevers van maaltijdcheques in een elektronische vorm, tot uitvoering van artikelen 183 tot 185 van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen type koninklijk besluit prom. 12/10/2010 pub. 29/03/2011 numac 2011201298 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid, federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie en federale overheidsdienst informatie- en communicatietechnologie Koninklijk besluit tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en erkenningsprocedure voor uitgevers van maaltijdcheques in een elektronische vorm tot uitvoering van artikelen 183 tot 185 van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen. - Rechtzetting sluiten tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en erkenningsprocedure voor uitgevers van maaltijdcheques in een elektronische vorm, tot uitvoering van de artikelen 183 tot 185 van de wet van 30 december 2009 houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 23 november 2010). HOOFDSTUK III. - Koopdracht garagepersoneel

Art. 3.Behalve voor de werkgevers van het niet-rijdend personeel van de bedrijven, die voor het garagepersoneel dezelfde koopkrachtverhoging toekennen als voorzien in de collectieve overeenkomst van 15 oktober 2009 tot invoering of verhoging van de werkgeversbijdrage van de maatijdcheques en/of tot invoering van ecocheques voor de arbeiders van het niet-rijdend personeel tewerkgesteld in de ondernemingen van het goederenvervoer ten lande voor rekening van derden en/of goederenbehandeling voor rekening van derden, en tot vaststelling van de werkgeversbijdrage in de maaltijdcheque en/of ecocheque, wordt voor het garagepersoneel voor de jaren 2011 en 2012 een voordeel toegekend ter verhoging van de koopkracht.

Art. 4.De invulling van de koopkracht bepaald in de artikelen 13 en 14 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2009 kent een recurrent karakter en wordt voor 2011 en 2012 ingevuld ter waarde van 250 EUR per jaar (inclusief RSZ-bijdragen voor werkgever en werknemer).

Art. 5.Voor het jaar 2011 wordt de koopkrachtverhoging ingevuld door toekenning van ecocheques ter waarde van 250 EUR, volgens de modaliteiten zoals voorzien in de artikelen 5 tot en met 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst 26 november 2009, behalve indien de invulling van de koopkracht zoals voorzien in artikel 4 reeds onder een andere vorm werd toegekend.

De ecocheques voor het jaar 2011 moeten worden toegekend ten laatste op 31 december 2011.

Art. 6.Vanaf het jaar 2012 kan de werkgever dit voordeel uitkeren naar keuze hetzij door de invoering van maaltijdcheques voor het garagepersoneel met een nominale waarde van minimum 2,09 EUR, waarvan de tussenkomst van de werkgever minimum 1 EUR bedraagt en de tussenkomst van de werknemer 1,09 EUR hetzij door het toekennen van 250 EUR in ecocheques ten laatste aan de rechthebbende uit te betalen op 31 december van het lopende jaar.

In de ondernemingen waar op 1 januari 2012 reeds maaltijdcheques worden toegekend, en alwaar in 2010 en 2011 ecocheques werden toegekend, worden deze vanaf 1 januari 2012 verhoogd met 1 EUR (werkgeversbijdrage).

Art. 7.De hoogste nominale waarde van de ecocheque die wordt toegekend zoals opgenomen in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, bedraagt 10,00 EUR per cheque.

Art. 8.De ecocheque wordt op naam van de arbeider afgeleverd. Deze voorwaarde wordt geacht te zijn vervuld als de toekenning ervan en de daarop betrekking hebbende gegevens voorkomen op de individuele rekening van de arbeider, overeenkomstig de reglementering betreffende het bijhouden van sociale documenten.

Art. 9.Op de ecocheque dient duidelijk te worden vermeld dat zijn geldigheid tot 24 maanden beperkt is en dat hij slechts mag aangewend worden voor de aankoop van producten en diensten met een ecologisch karakter, zoals opgenomen in de lijst gevoegd als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98.

Art. 10.De ecocheques kunnen geheel noch gedeeltelijk voor geld omgeruild worden.

Art. 11.Voor de toekenning van de ecocheques wordt per referteperiode rekening gehouden met de gewerkte dagen van de arbeider die voltijds is tewerkgesteld.

Art. 12.§ 1. Met gewerkte dagen worden gelijkgesteld alle dagen die zijn opgenomen in artikel 8 van de hierboven vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 98. § 2. Bovendien worden ook met gewerkte dagen gelijkgesteld, alle dagen van tijdelijke werkloosheid en 30 dagen ziekte of (arbeids) ongeval bovenop de dagen gedekt door het gewaarborgd maandloon.

Art. 13.Er wordt een pro rata uitbetaald in de volgende gevallen : - arbeiders die in de loop van het betrokken semester in de onderneming in dienst of uit dienst treden, hebben recht op een pro rata van semestriële schijven a rato van 1/52ste per week met een maximum van 52/52sten. Voor de toepassing van deze alinea wordt met « week » bedoeld : elke werk waarin minimum één dag wordt gewerkt of gelijkgesteld; - deeltijdse arbeiders hebben recht op een pro rata in functie van de tewerkstellingsbreuk. De tewerkstellingsbreuk is de verhouding tussen de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van de arbeider en de gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van een voltijdse arbeider.

Art. 14.Bij uitdiensttreding dienen de ecocheques, die pro rata worden toegekend ten laatste op 31 december van het desbetreffende jaar worden uitbetaald. Op het ogenblik van de uitdiensttreding wordt de werknemer geïnformeerd over het aantal ecocheques die hem worden toegekend en over het tijdstip waarop deze zullen worden toegekend. HOOFDSTUK IV. - De toekenningsmodaliteiten van de maaltijdcheque

Art. 15.Het stelsel van de maaltijdcheques wordt ingevoerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 19bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

Art. 16.§ 1. Het aantal toegekende maaltijdcheques is zowel voor de voltijdse als de deeltijdse arbeiders gelijk aan het aantal dagen waarop deze arbeiders normale werkelijke arbeid, meerprestaties zonder inhaalrust, meerprestaties mits inhaalrust en andere meerprestaties mits inhaalrust verrichten. § 2. In de ondernemingen waarin gelijktijdig verschillende arbeidsregelingen van toepassing zijn kan een alternatieve telling voorzien worden waarbij het aantal maaltijdcheques berekend wordt op basis van de verhouding tussen het aantal uren dat de werknemer tijdens het kwartaal effectief heeft gepresteerd en het normaal aantal arbeidsuren per dag in de onderneming (bijvoorbeeld 38/5), waarbij het verkregen resultaat (afgerond op de hogere eenheid) wordt beperkt tot het maximum aantal werkbare dagen van een voltijdse werknemer in de onderneming in het kwartaal.

Ondernemingen die deze alternatieve berekening willen toepassen moeten dit vaststellen via een collectieve arbeidsovereenkomst. Indien er in de onderming geen syndicale vertegenwoordiging is, via het arbeidsreglement.

Deze collectieve overeenkomst of het arbeidsreglement bepaalt tevens het normaal aantal uren per dag van een voltijdse arbeiders en de wijze waarop het maximum aantal werkdagen in het kwartaal voor een voltijdse werknemer wordt berekend.

Art. 17.De maaltijdcheques worden iedere maand opgemaakt en in één of meerdere keren, overhandigd in functie van het aantal dagen, waarop de arbeiders vermoedelijk prestaties zal verrichten.

Uiterlijk de laatste dag van de eerste maand die volgt op de voorgaande kwartaal wordt het aantal cheques in overeenstemming gebracht met de effectieve prestaties gedurende de betrokken voorgaande kwartaal.

De maaltijdcheque wordt op naam van de werknemer afgeleverd of komt voor op de individuele rekening van de werknemer.

Art. 18.De maaltijdcheques vermelden duidelijk dat hun geldigheidsduur beperkt is tot drie maanden en dat zij slechts magen worden gebruikt om een eetmaal te betalen of voor de aankoop van verbruiksklare voeding. HOOFDSTUK V. - Indexatie lonen

Art. 19.Vanaf 1 februari 2011 worden de lonen als volgt bepaald :

Jours de repos compensatoire payés

Jours de repros compensatoire non payés ou effectivement 38h/semaine

Betaalde inhaalrust

Onbetaalde inhaalrust of 38u/week effectief

Manoeuvre « service » - niveau A

11,01

11,21

Hullpwerkman « service » - nveau A

11,01

11,21

Manoeuvre « service » 10 ans d'ancienneté - niveau A.1.

11,43

11,72

Hulpwerkman « service » 10 jaar anciënniteit - niveau A.1.

11,43

11,72

Manoeuvre « service » 20 ans d'ancienneté - niveau A.1.

12

12,31

Hulpwerkman « service » 20 jaar anciënniteit - niveau A.1.

12

12,31

Manoeuvre - niveau A.2.

11,43

11,72

Hulpwerkman - niveau A.2.

11,43

11,72

Manoeuvre 10 ans d'ancienneté - niveau A.2.

12

12,31

Hulpwerkman 10 jaar anciënniteit - niveau A.2.

12

12,31

Manoeuvre 20 ans d'ancienneté - niveau A.2.

12,57

12,89

Hulpwerkman 20 jaar anciënniteit - niveau A.2.

12,57

12,89

Ouvrier spéciélisé - niveau B

12,57

12,89

Geoefende hulpwerkman - niveau B

12,57

12,89

Ouvrier spécialisé - niveau C

13,94

14,3

Geoefende hulpwerkman - niveau C

13,94

14,3

Ouvrier spécialisé - niveau D

14,63

15

Geoefende hulpwerkman - niveau D

14,63

15

Ouvrier hors catégorie

15,66

16,06

Arbeider buiten categorie

15,66

16,06


Deze lonen worden, ten gevolge van de loskoppeling van de lonen van het Paritair Comité voor het garagebedrijf, vanaf 1 januari 2012 gekoppeld aan de index zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2009 - « collectieve arbeidsovereenkomst tot koppeling van de lonen en vergoedingen van het rijdend en niet-rijdend personeel goederenvervoer voor rekening van derden en goederenbehandeling voor rekening van derden aan het rekenkundig gemiddelde van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen ».

Art. 20.Vanaf 1 januari 2012 worden de lonen jaarlijks, op 1 januari geïndexeerd volgens onderstaande modaliteiten : § 1. De indexering gebeurt door de minimumlonen van december van het voorafgaande jaar te vermenigvuldigen met de coëfficiënt, berekend tot op 4e decimalen, van de deling van het rekenkundig gemiddelde van het gezondheidsindexcijfer van de voorafgaande maand december door het rekenkundig gemiddelde van het gezondheidsindexcijfer van de maand december van het voorlaatste jaar. § 2. De aldus bekomen nieuwe minimumlonen worden om automatische afrondingen op de 4e decimaal te voorkomen, uitgewerkt tot op de 5e decimaal. De 5e decimaal wordt echter onmiddellijk weggelaten. De 4e decimaal wordt 0 indien gelijk is aan of kleiner dan 2, wordt afgerond naar 5 indien zij minstens gelijk is aan 3 en kleiner dan 8 en wordt afgerond naar het hogere duizendtal indien zij gelijk is aan of hoger dan 8.

Art. 21.§ 1. De aanpassing van de minimumlonen gaat in vanaf de eerste dag van de maand januari van het betrokken jaar. De werkelijk betaalde lonen worden op hetzelfde moment, dus eveneens op 1 januari, aangepast, en dit met hetzelfde bedrag als het bedrag waarmee de minimumuurlonen aangepast worden in functie van artikel 3 van deze overeenkomst. § 2. Indien gelijktijdig een conventionele verhoging van de lonen en een indexering moet worden toegepast, wordt eerst de voorziene conventionele verhoging toegepast en nadien de indexering berekend.

Art. 22.Ten titel van overgangsmaatregel moet de indexatie op 1 januari 2012 uitzonderlijk worden berekend op basis van de afgevlakte index van januari 2011, datum van laatste gelijkschakeling met het Paritair Comité coor het garagebedrijf, ten opzichte van de afgevlakte index van december 2011. HOOFDSTUK VI. - Anciënniteitstoeslag garagepersoneel

Art. 23.Vanaf 1 januari 2012 wordt, behalve voor de werkgevers die reeds voorzien in een gelijkwaardige anciënniteitstoeslag, aan het garagepersoneel met één jaar ononderbroken dienst in het bedrijf een anciënniteitstoeslag betaald.

Art. 24.Deze anciënniteitstoeslag wordt door de werkgever betaald aan 100 pct. voor alle arbeidsuren, en bedraagt 0,05 EUR per uur.

Art. 25.Genoemde anciënniteitstoeslag wordt betaald vanaf de maand waarin de vereiste anciënniteit in de onderneming bereikt wordt.

Art. 26.De anciënniteitstoeslag voor het garagepersoneel wordt jaarlijks op 1 januari aangepast in functie van de levensduurte en dit zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2009 tot koppeling van de lonen en vergoedingen van het rijdend en het niet-rijdend personeel van de sectoren goederenvervoer over de weg voor rekening van derden en goederenbehandeling voor rekening van derden, aan het rekenkundig gemiddelde van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen, en dit voor het eerst vanaf 1 januari 2013.

Art. 27.De anciënniteitstoeslag staat apart vermeld op de loonfiche, daar zij beschouwd wordt als een apart deel van de bezoldiging. Zij valt evenwel onder het begrip « loon », zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten « betreffende de bescherming van het loon der werknemers », en derhalve moet zij ook in rekening gebracht worden voor alle vervangingsinkomens, voor de sociale zekerheid en voor alle vergoedingen berekend op basis van het « loon ».

Art. 28.Gunstiger regelingen die reeds bestaan op ondernemingsvlak blijven van toepassing. HOOFDSTUK VII. - Geldigheidsduur

Art. 29.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2011 en is afgesloten voor onbepaalde duur. De artikelen 4, 5 en 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2004 worden door bovenstaande collectieve arbeidsovereenkomst opgeheven. § 2. Zij kan door elk van de contracterende partijen worden opgezegd.

Deze opzegging moet minstens drie maanden op voorhand geschieden bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer en de logistiek, die zonder verwijl de betrokken partijen in kennis zal stellen. De termijn van drie maanden begint te lopen vanaf de datum van verzending van bovengenoemde aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 13 maart 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^