Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 november 2011
gepubliceerd op 18 november 2011

Koninklijk besluit betreffende vervoerbare drukapparatuur

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2011014275
pub.
18/11/2011
prom.
13/11/2011
ELI
eli/besluit/2011/11/13/2011014275/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 NOVEMBER 2011. - Koninklijk besluit betreffende vervoerbare drukapparatuur


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake het vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg, artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985, 28 juli 1987 en 15 mei 2006;

Gelet op de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen, artikel 17ter, § 1, ingevoegd bij de wet van 22 januari 2007;

Gelet op de wet van 21 juni 1985 betreffende de technische eisen waaraan elk voertuig voor vervoer te land, de onderdelen ervan, evenals het veiligheidstoebehoren moeten voldoen, artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1990, 5 april 1995, 4 augustus 1996, 27 november 1996 en bij koninklijk besluit van 20 juli 2000;

Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten, artikel 4, vervangen bij de wet van 4 april 2001 en gewijzigd bij de wet van 18 december 2002, artikel 7, § 2, vervangen bij de wet van 18 december 2002 en vervolledigd bij de wet van 27 december 2005 en artikel 10bis, ingevoegd bij de wet van 25 april 2007;

Gelet op de wet van 19 december 2006 betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen, artikel 6, § 2, vervangen bij de wet van 26 januari 2010;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende vervoerbare drukapparatuur;

Gelet op het advies van de raadgevende commissie administratie-nijverheid, gegeven op 15 juni 2011;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 april 2011;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 16 september 2011;

Gelet op advies 49.770/4 van de Raad van State, gegeven op 27 juni 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Eerste Minister, de Minister van Klimaat en Energie, belast met Consumentenzaken, en de Staatssecretaris voor Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur en houdende intrekking van Richtlijnen 76/767/EEG, 84/525/EEG, 84/526/EEG, 84/527/EEG en 1999/36/EG van de Raad en in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2010/61/EU van de Commissie van 2 september 2010 tot eerste aanpassing van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° vervoerbare drukapparatuur : a) alle drukrecipiënten, kranen en, in voorkomend geval, ander toebehoren, zoals bedoeld in hoofdstuk 6.2 van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG; b) tanks, batterijvoertuigen of -wagons, MEGC's (multiple-element gas containers), hun kranen en, in voorkomend geval, ander toebehoren, zoals bedoeld in hoofdstuk 6.8 van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG; indien de apparatuur onder a) of b) wordt gebruikt overeenkomstig deze bijlagen voor het vervoer van gassen van klasse 2, uitgezonderd gassen of artikelen met cijfers 6 en 7 in de classificatiecode, en voor het vervoer van gevaarlijke stoffen van andere klassen die worden vermeld in bijlage I. Onder vervoerbare drukapparatuur wordt niet verstaan : aerosolen (UN-nummer 1950), open cryogene recipiënten, gasflessen voor ademhalingstoestellen, brandblusapparaten (UN-nummer 1044), vervoerbare drukapparatuur die is vrijgesteld overeenkomstig punt 1.1.3.2 van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en vervoerbare drukapparatuur die is vrijgesteld van de voorschriften over de constructie en het testen van verpakkingen volgens speciale bepalingen in punt 3.3 van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG; 2° bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG : bijlagen A en B bij de ADR, als van toepassing met ingang van 1 januari 2011, met dien verstande dat de woorden « overeenkomstsluitende partij » worden vervangen door het woord « lidstaat »;bijlage bij het RID, dat is opgenomen in aanhangsel C bij het COTIF, als van toepassing met ingang van 1 januari 2011, met dien verstande dat de woorden « overeenkomstsluitende staat bij het RID » worden vervangen door het woord « lidstaat »; de bijlagen bij de ADN, als van toepassing vanaf 1 januari 2011, alsmede artikel 3, onder f) en h), en artikel 8, leden 1 en 3, opgenomen in het koninklijk besluit van 31 juli 2009 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren ter omzetting van Richtlijn 2008/68/EG, gewijzigd bij Richtlijn 2010/61/EU van de Commissie van 2 september 2010; 3° in de handel brengen : het voor het eerst in de Europese Unie op de markt aanbieden van vervoerbare drukapparatuur;4° op de markt aanbieden : het in het kader van een handelsactiviteit of een openbare dienst, al dan niet tegen betaling, verstrekken van vervoerbare drukapparatuur met het oog op distributie of gebruik op de Europese uniale markt;5° gebruik : vullen, tijdelijk opslaan voor vervoer, ledigen en hervullen van vervoerbare drukapparatuur;6° uit de handel nemen : elke maatregel waarmee wordt beoogd te voorkomen dat vervoerbare drukapparatuur op de markt wordt aangeboden of gebruikt;7° terugroepen : elke maatregel waarmee wordt beoogd vervoerbare drukapparatuur die al aan de eindgebruiker ter beschikking is gesteld, te doen terugkeren;8° fabrikant : iedere natuurlijke- of rechtspersoon die vervoerbare drukapparatuur, of onderdelen daarvan, vervaardigt of laat ontwerpen of vervaardigen, en het onder zijn naam of handelsmerk verhandelt;9° gemachtigde : iedere in de Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die schriftelijk door de fabrikant is gemachtigd om namens hem specifieke taken te vervullen;10° importeur : iedere in de Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die vervoerbare drukapparatuur, of onderdelen daarvan, uit een derde land in de Europese Unie in de handel brengt;11° distributeur : iedere in de Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon, met uitzondering van de fabrikant of de importeur, die vervoerbare drukapparatuur, of onderdelen daarvan, op de markt aanbiedt;12° eigenaar : iedere in de Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die vervoerbare drukapparatuur in zijn bezit heeft;13° operator : iedere in de Europese Unie gevestigde natuurlijke of rechtspersoon die vervoerbare drukapparatuur gebruikt;14° marktdeelnemer : de fabrikant, de gemachtigde, de importeur, de distributeur, de eigenaar of de operator die, al dan niet tegen betaling, aan een handelsactiviteit of een openbare dienst deelneemt;15° overeenstemmingsbeoordeling : de beoordeling en de procedure voor de overeenstemmingsbeoordeling zoals bepaald in dit besluit en in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG;16° Pi-markering : markering die aangeeft dat de vervoerbare drukapparatuur conform de toepasselijke overeenstemmingsbeoordelingseisen in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en conform dit besluit is;17° hernieuwde overeenstemmingsbeoordeling : de procedure, gevoerd op verzoek van de eigenaar of operator, die ertoe strekt om a posteriori te beoordelen of flessen, cilinders en cryogene recipiënten die voor 1 juli 2001 werden vervaardigd en in de handel werden gebracht, en drukvaten, flessenbatterijen en tanks die voor 1 juli 2003 werden vervaardigd en in de handel werden gebracht, conform zijn;18° periodieke keuring : de periodieke keuring en de procedures inzake periodieke keuringen zoals bepaald in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG;19° intermediaire keuring : de intermediaire keuring en de procedures die gelden voor intermediaire keuringen als vermeld in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG;20° uitzonderlijke keuring : de uitzonderlijke keuring en de procedures inzake uitzonderlijke keuring zoals bepaald in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG;21° nationale accreditatie-instantie : het accreditatiesysteem BELAC, zoals omschreven in het koninklijk besluit van 31 januari 2006 tot oprichting van het BELAC accreditatiesysteem van instellingen voor de conformiteitsbeoordeling; 22° accreditatie : een formele verklaring van het accreditatiesysteem BELAC dat een controle-instelling voldoet aan de eisen die zijn vermeld in de tweede alinea van punt 1.8.6.8 van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG; 23° aanmeldende autoriteit : het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, het Directoraat-generaal Vervoer te Land van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer of de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 24° gemachtigde instantie : een controle-instelling die voldoet aan de voorwaarden in hoofdstuk 4, afdeling 1, die is aangemeld overeenkomstig hoofdstuk 4, afdeling 2 en die voldoet aan de eisen die zijn vermeld in het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van gevaarlijke stoffen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen en in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG;25° aanmelding : het toekennen van de status van aangemelde instantie aan een erkende controle-instelling, waaronder het meedelen van deze informatie aan de Europese Commissie en aan de lidstaten van de Europese Unie;26° markttoezicht : activiteiten uitgevoerd en maatregelen getroffen door de openbare machten om ervoor te zorgen dat vervoerbare drukapparatuur tijdens haar levenscyclus voldoet aan de eisen die zijn vastgesteld in Richtlijn 2008/68/EG en dit besluit, en geen gevaar oplevert voor gezondheid en veiligheid of andere aspecten van de bescherming van het openbaar belang; 27° markttoezichtautoriteiten : het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer, het Directoraat-generaal Vervoer te Land van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer of de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie; 28° derde land : elk land dat geen lid is van de Europese Economische Ruimte (EER);29° Richtlijn 2008/68/EG : Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen over land;30° ADR : het Europese verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, ondertekend te Genève op 30 september 1957, als gewijzigd;31° RID : het reglement betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen per spoor, als opgenomen in bijlage C bij het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF), gesloten te Vilnius op 3 juni 1999, als gewijzigd;32° ADN : de Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren, gesloten te Genève op 26 mei 2000, als gewijzigd, waarvoor de bepalingen opgenomen zijn in de bijlage bij het koninklijk besluit van 31 juli 2009 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de binnenwateren;33° minister : de Minister bevoegd voor Vervoer;34° gemachtigde van de minister : de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Vervoer te Land of de directeur-generaal van het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;35° de met het toezicht belaste ambtenaren : de daartoe door de gemachtigde van de minister aangewezen ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer en de met scheepvaartcontrole belaste ambtenaren van het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer die daartoe zijn aangesteld.

Art. 3.§ 1. Dit besluit is van toepassing op : a) nieuwe vervoerbare drukapparatuur die niet voorzien is van de conformiteitsmarkeringen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 12 juni 1989 betreffende het op de markt brengen van gasflessen of in het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende vervoerbare drukapparatuur, zodat de apparatuur op de markt kan worden aangeboden;b) vervoerbare drukapparatuur die voorzien is van de conformiteitsmarkeringen zoals bepaald in dit besluit, in het koninklijk besluit van 12 juni 1989 betreffende het op de markt brengen van gasflessen of in het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende vervoerbare drukapparatuur, ten behoeve van periodieke keuringen, intermediaire keuringen, uitzonderlijke keuringen en gebruik daarvan;c) vervoerbare drukapparatuur die niet voorzien is van de conformiteitsmarkeringen zoals bepaald in het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende vervoerbare drukapparatuur, voor een hernieuwde conformiteitsbeoordeling. § 2. Dit besluit is niet van toepassing op flessen, cilinders en cryogene recipiënten die voor 1 juli 2001 in de handel werden gebracht, en drukvaten, flessenbatterijen en tanks die voor 1 juli 2003 in de handel werden gebracht, en waarvoor geen hernieuwde conformiteitsbeoordeling werd uitgevoerd.

Dit besluit is niet van toepassing op vervoerbare drukapparatuur die uitsluitend wordt gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke goederen tussen lidstaten van de Europese Unie en derde landen. HOOFDSTUK 2. - Verplichtingen van marktdeelnemers Afdeling 1. - Verplichtingen van de fabrikanten

Art. 4.Wanneer zij hun vervoerbare drukapparatuur in de handel brengen, waarborgen fabrikanten dat de apparatuur werd ontworpen, vervaardigd en gedocumenteerd overeenkomstig de eisen die zijn vermeld in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en in dit besluit.

Wanneer aan de hand van de in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en in dit besluit vastgestelde conformiteitsbeoordelingsprocedure is aangetoond dat de vervoerbare drukapparatuur aan de toepasselijke eisen voldoet, brengt de fabrikant de pi-markering aan overeenkomstig hoofdstuk 3, afdeling 3 en overeenkomstig bijlage III. Fabrikanten bewaren de technische documentatie die vermeld staat in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG. Deze documentatie wordt voor de hierin gespecificeerde termijn bewaard.

Art. 5.Fabrikanten die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat door hen in de handel gebrachte vervoerbare drukapparatuur niet conform dit besluit of de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG is, nemen onmiddellijk de corrigerende maatregelen die nodig zijn om de vervoerbare drukapparatuur in overeenstemming te brengen of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen.

Bovendien brengen fabrikanten, indien de vervoerbare drukapparatuur een risico inhoudt, de markttoezichtautoriteiten en de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie waar zij de vervoerbare drukapparatuur op de markt hebben aangeboden hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de non-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.

Fabrikanten documenteren alle gevallen van non-conformiteit en alle corrigerende maatregelen.

Art. 6.Fabrikanten verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van de markttoezichtautoriteiten en op verzoek van een bevoegde autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie aan deze autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van de vervoerbare drukapparatuur aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen.

De informatie en documentatie verstrekt door fabrikanten aan de markttoezichtautoriteiten, dienen in het Nederlands, Frans, Duits of Engels te worden bezorgd.

Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking met betrekking tot alle maatregelen die worden genomen ter uitschakeling van de risico's van de door hen in de handel gebrachte vervoerbare drukapparatuur.

Art. 7.De fabrikanten verstrekken operatoren enkel informatie die voldoet aan de eisen die zijn vermeld in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en in dit besluit. Afdeling 2. - Gemachtigden

Art. 8.Een fabrikant kan via een schriftelijk mandaat een gemachtigde aanstellen.

De verplichtingen uit hoofde van artikel 4, eerste en tweede lid, en de opstelling van technische documentatie maken geen deel uit van het mandaat van de gemachtigde.

De persoonsgegevens en het adres van de gemachtigde worden op het conformiteitscertificaat vermeld overeenkomstig de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG.

Art. 9.De gemachtigde voert de taken uit die gespecificeerd zijn in het mandaat dat hij van de fabrikant heeft ontvangen. Het mandaat laat de gemachtigde toe ten minste de volgende taken te verrichten : a) de technische documentatie ten minste gedurende de in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG voor fabrikanten aangegeven periode ter beschikking houden van de nationale toezichtautoriteiten;b) de markttoezichtautoriteiten en de bevoegde autoriteiten van een lidstaat van de Europese Unie op grond van diens met redenen omkleed verzoek alle benodigde informatie en documentatie verstrekken om de conformiteit van de vervoerbare drukapparatuur aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen. De informatie en documentatie, verstrekt door gemachtigden aan de markttoezichtautoriteiten, dienen in het Nederlands, Frans, Duits of Engels te worden bezorgd; c) op verzoek van de bevoegde nationale autoriteiten van een lidstaat van de Europese Unie medewerking verlenen aan eventueel genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico's van vervoerbare drukapparatuur die onder het mandaat vallen.

Art. 10.De gemachtigden geven enkel informatie aan operatoren die voldoet aan de eisen die zijn vermeld in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en in dit besluit. Afdeling 3. - Verplichtingen van importeurs

Art. 11.De importeurs brengen enkel vervoerbare drukapparatuur die conform is met de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en met dit besluit in de handel.

De importeurs vermelden hun naam en contactadres op, of als bijlage bij, het conformiteitscertificaat overeenkomstig de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG.

Art. 12.Alvorens vervoerbare drukapparatuur in de handel te brengen, zien importeurs erop toe dat de fabrikant de juiste conformiteits-beoordelingsprocedure heeft uitgevoerd. Zij zorgen ervoor dat de fabrikant de technische documentatie heeft opgesteld en dat de vervoerbare drukapparatuur voorzien is van de pi-markering en vergezeld gaat van het conformiteitscertificaat overeenkomstig de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG. Wanneer een importeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat de vervoerbare drukapparatuur niet conform de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG of dit besluit is, mag hij de vervoerbare drukapparatuur niet in de handel brengen alvorens de apparatuur in overeenstemming is gebracht. Wanneer de vervoerbare drukapparatuur een risico inhoudt, brengt de importeur de fabrikant en de markttoezichtautoriteiten hiervan bovendien op de hoogte.

Art. 13.De importeurs zorgen, gedurende de periode dat zij voor de vervoerbare drukapparatuur verantwoordelijk zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit van de vervoerbare drukapparatuur met de eisen die zijn vermeld in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG niet in het gedrang komt.

Art. 14.De importeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat door hen in de handel gebrachte vervoerbare drukapparatuur niet conform de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG of dit besluit is, nemen onmiddellijk de nodige corrigerende maatregelen om de vervoerbare drukapparatuur conform te maken of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen.

Bovendien brengen de importeurs, indien de vervoerbare drukapparatuur een risico inhoudt, de fabrikant, de markttoezichtautoriteiten en de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie waar zij de vervoerbare drukapparatuur op de markt hebben gebracht hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de non-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.

De importeurs documenteren alle gevallen van non-conformiteit en alle corrigerende maatregelen.

Art. 15.De importeurs houden, tenminste gedurende de in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG voor fabrikanten aangegeven periode, een kopie van de technische documentatie ter beschikking van de markttoezichtautoriteiten en zorgen ervoor dat de technische documentatie op verzoek aan die autoriteiten kan worden verstrekt.

Art. 16.Importeurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van de markttoezichtautoriteiten en de bevoegde nationale autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie aan deze autoriteiten alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van de vervoerbare drukapparatuur aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen.

De informatie en documentatie verstrekt door importeurs aan de markttoezichtautoriteiten, dienen in het Nederlands, Frans, Duits of Engels te worden bezorgd.

Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico's van de door hen in de handel gebrachte vervoerbare drukapparatuur.

Art. 17.De importeurs verstrekken operatoren enkel informatie die voldoet aan de eisen die zijn vermeld in dit besluit en in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG. Afdeling 4. - Verplichtingen van distributeurs

Art. 18.De distributeurs bieden enkel vervoerbare drukapparatuur op de markt aan die conform de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en conform dit besluit is. Alvorens vervoerbare drukapparatuur op de markt aan te bieden, controleren distributeurs of de vervoerbare drukapparatuur voorzien is van de pi-markering en vergezeld gaat van het conformiteitscertificaat en het contactadres waarnaar in artikel 11, tweede lid wordt verwezen.

Wanneer een distributeur van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat de vervoerbare drukapparatuur niet conform de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG of dit besluit is, mag hij de vervoerbare drukapparatuur niet op de markt aanbieden alvorens de apparatuur in overeenstemming is gebracht. Wanneer de vervoerbare drukapparatuur een risico inhoudt, brengt de distributeur de fabrikant of de importeur, alsook de markttoezichtautoriteiten, hiervan bovendien op de hoogte.

Art. 19.De distributeurs zorgen gedurende de periode dat zij voor de vervoerbare drukapparatuur verantwoordelijk zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit van de vervoerbare drukapparatuur met de eisen die zijn vermeld in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG niet in het gedrang komt.

Art. 20.De distributeurs die van mening zijn of redenen hebben om aan te nemen dat door hen op de markt aangeboden vervoerbare drukapparatuur niet conform de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG of dit besluit is, moeten ervoor zorgen dat de nodige corrigerende maatregelen worden genomen om de vervoerbare drukapparatuur in overeenstemming te brengen of zo nodig uit de handel te nemen of terug te roepen.

Bovendien brengen de distributeurs, indien de vervoerbare drukapparatuur een risico inhoudt, de fabrikant, indien nodig de importeur, de markttoezichtautoriteiten en de bevoegde nationale autoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie hiervan onmiddellijk op de hoogte, waarbij zij in het bijzonder de non-conformiteit en alle genomen corrigerende maatregelen uitvoerig beschrijven.

De distributeurs documenteren alle gevallen van non-conformiteit en alle corrigerende maatregelen.

Art. 21.De distributeurs verstrekken op een met redenen omkleed verzoek van de bevoegde nationale autoriteit van een lidstaat van de Europese Unie aan deze autoriteit alle benodigde informatie en documentatie om de conformiteit van de vervoerbare drukapparatuur aan te tonen, in een taal die deze autoriteit gemakkelijk kan begrijpen.

Op verzoek van deze autoriteit verlenen zij medewerking aan alle genomen maatregelen ter uitschakeling van de risico's van de door hen op de markt aangeboden vervoerbare drukapparatuur.

Art. 22.De distributeurs geven enkel informatie aan operatoren die voldoet aan de eisen die zijn vermeld in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en in dit besluit. Afdeling 5. - Verplichtingen van eigenaars

Art. 23.Wanneer een eigenaar van mening is of redenen heeft om aan te nemen dat de vervoerbare drukapparatuur niet conform de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG, inclusief de eisen voor periodieke keuring, of dit besluit is, mag hij de vervoerbare drukapparatuur niet ter beschikking stellen of gebruiken alvorens de apparatuur in overeenstemming is gebracht.

Wanneer de vervoerbare drukapparatuur een risico inhoudt, brengt de eigenaar de fabrikant of de importeur of de distributeur, alsook de markttoezichtautoriteiten, hiervan bovendien op de hoogte.

De eigenaars documenteren alle gevallen van non-conformiteit en alle corrigerende maatregelen.

Art. 24.De eigenaars zorgen, gedurende de periode dat zij voor de vervoerbare drukapparatuur verantwoordelijk zijn, voor zodanige opslag- en vervoersomstandigheden dat de conformiteit van de vervoerbare drukapparatuur met de eisen in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG niet in het gedrang komt.

Art. 25.De eigenaars verstrekken operatoren enkel informatie die voldoet aan de eisen die zijn vermeld in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en dit besluit.

Art. 26.Deze afdeling is niet van toepassing op particulieren die vervoerbare drukapparatuur voor persoonlijke of huishoudelijke doeleinden of voor hun vrijetijds- of sportactiviteiten willen gebruiken of reeds gebruiken. Afdeling 6. - Verplichtingen van operatoren

Art. 27.De operatoren gebruiken enkel vervoerbare drukapparatuur conform de eisen die zijn vermeld in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en in dit besluit.

Wanneer de vervoerbare drukapparatuur een risico inhoudt, brengt de operator de eigenaar, alsook de markttoezichtautoriteiten, hiervan op de hoogte. Afdeling 7. - Gevallen waarin de verplichtingen van fabrikanten van

toepassing zijn op importeurs en distributeurs

Art. 28.Een importeur of een distributeur wordt voor de toepassing van dit besluit als een fabrikant beschouwd en hij moet aan de in afdeling één vermelde verplichtingen van de fabrikant voldoen wanneer hij vervoerbare drukapparatuur onder zijn eigen naam of merknaam in de handel brengt of reeds in de handel gebrachte vervoerbare drukapparatuur zodanig wijzigt dat de conformiteit met de toepasselijke eisen in het gedrang kan komen. Afdeling 8. - Identificatie van marktdeelnemers

Art. 29.Op verzoek van de markttoezichtautoriteiten van een lidstaat van de Europese Unie delen marktdeelnemers hen gedurende een periode van ten minste tien jaar mee : a) welke marktdeelnemer vervoerbare drukapparatuur aan hen heeft geleverd;b) aan welke marktdeelnemer zij vervoerbare drukapparatuur hebben geleverd. HOOFDSTUK 3. - Conformiteit van de vervoerbare drukapparatuur Afdeling 1. - Overeenstemming van vervoerbare drukapparatuur en de

beoordeling ervan

Art. 30.De vervoerbare drukapparatuur waarnaar in artikel 2, 1°, onder a) wordt verwezen, moet voldoen aan de eisen van de overeenstemmingsbeoordeling, de periodieke keuring, de intermediaire keuring en de uitzonderlijke keuringen overeenkomstig de hoofdstukken 3 en 4 en overeenkomstig de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG. De vervoerbare drukapparatuur waarnaar in artikel 2, 1°, onder b) wordt verwezen, moet voldoen aan de specificaties van de documentatie op basis waarvan de apparatuur werd vervaardigd. De apparatuur is het voorwerp van periodieke keuringen, intermediaire keuringen en uitzonderlijke keuringen overeenkomstig de hoofdstukken 3 en 4 en overeenkomstig de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG.

Art. 31.Overeenstemmingsbeoordelingscertificaten, certificaten van hernieuwde overeenstemmingsbeoordelingen en getuigschriften van periodieke keuringen, intermediaire keuringen en uitzonderlijke keuringen die door een aangemelde instantie van een lidstaat van de Europese Unie overeenkomstig Richtlijn 2010/35/EU werden afgeleverd, zijn geldig op Belgisch grondgebied.

Certificaten van EEG-modelgoedkeuringen voor vervoerbare drukapparatuur die zijn afgegeven uit hoofde van het koninklijk besluit van 12 juni 1989 betreffende het op de markt brengen van gasflessen of van het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende vervoerbare drukapparatuur, en certificaten van EG-ontwerponderzoek die zijn afgegeven uit hoofde van het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende vervoerbare drukapparatuur, worden erkend gelijkwaardig te zijn aan de goedkeuringscertificaten waarnaar in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG wordt verwezen en zijn onderworpen aan de bepalingen in die bijlagen inzake de in de tijd beperkte erkenning van goedkeuringen.

Art. 32.Voor afneembare onderdelen van navulbare vervoerbare drukapparatuur kan een afzonderlijke overeenstemmingsbeoordeling worden uitgevoerd.

Kranen en toebehoren waarnaar in artikel 6, § 2 en § 3 van het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende vervoerbare drukapparatuur wordt verwezen en die voorzien zijn van de markering afgebeeld in bijlage III van hetzelfde besluit of de markering afgebeeld in bijlage IV van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 betreffende het op de markt brengen van drukapparatuur, mogen worden gebruikt. Afdeling 2. - Hernieuwde conformiteitsbeoordeling

Art. 33.De hernieuwde overeenstemmingsbeoordeling van vervoerbare drukapparatuur waarnaar in artikel 2, eerste lid, onder c), wordt verwezen en die voor 1 juli 2001 voor wat betreft flessen, cilinders en cryogene recipiënten werden vervaardigd en in de handel werden gebracht, en die voor 1 juli 2003 voor wat betreft drukvaten, flessenbatterijen en tanks werden vervaardigd en in de handel werden gebracht, wordt uitgevoerd overeenkomstig de hernieuwde overeenstemmingsbeoordelingsprocedure die is vermeld in bijlage II. De pi-markering wordt overeenkomstig bijlage III aangebracht. Afdeling 3. - Algemene beginselen van de pi-markering

Art. 34.De pi-markering wordt uitsluitend aangebracht door de fabrikant of, in het geval van een hernieuwde overeenstemmingsbeoordeling, zoals vermeld in bijlage III. Voor gasflessen die voorheen in overeenstemming waren met in het koninklijk besluit van 12 juni 1989 betreffende het op de markt brengen van gasflessen of met het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende vervoerbare drukapparatuur, wordt de pi-markering aangebracht door, of onder toezicht van, de aangemelde instantie.

De pi-markering wordt enkel op vervoerbare drukapparatuur aangebracht die : a) voldoet aan de overeenstemmingsbeoordelingseisen in dit besluit en in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG, of b) voldoet aan de hernieuwde beoordeling van overeenstemmingseisen waarnaar in artikel 33 wordt verwezen. De pi-markering wordt op geen enkele andere vervoerbare drukapparatuur aangebracht.

Art. 35.Door de pi-markering aan te brengen of te laten aanbrengen, geeft de fabrikant aan dat hij er de verantwoordelijkheid voor neemt dat de vervoerbare drukapparatuur conform alle toepasselijke eisen is die zijn vastgelegd in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en in dit besluit.

Art. 36.De pi-markering is het enige merkteken dat bevestigt dat de vervoerbare drukapparatuur conform met de toepasselijke eisen die zijn vermeld in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en in dit besluit.

Op vervoerbare drukapparatuur mogen geen merktekens, tekens of opschriften worden aangebracht die derden kunnen misleiden omtrent de betekenis of de vorm van de pi-markering. Op de vervoerbare drukapparatuur mogen wel andere merktekens worden aangebracht, mits dit niet ten koste gaat van de zichtbaarheid, de leesbaarheid en de betekenis van de pi-markering.

Afneembare onderdelen van navulbare vervoerbare drukapparatuur die rechtstreeks voor de veiligheid dienen, krijgen de pi-markering.

Art. 37.De voorschriften en voorwaarden voor het aanbrengen van de pi-markering zijn opgenomen in bijlage III. HOOFDSTUK 4. - Machtiging van overeenstemmingsbeoordelingsinstanties Afdeling 1. - Machtigingsvoorwaarden

Art. 38.Om te kunnen worden gemachtigd, moet een instantie aan de eisen die zijn vermeld in dit besluit, in het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van gevaarlijke stoffen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen en in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG voldoen.

Een bevoegde overheid, zoals gedefinieerd in het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van gevaarlijke stoffen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen en in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG, mag fungeren als een aangemelde instantie indien zij voldoet aan de eisen in dit besluit, in het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van gevaarlijke stoffen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen en in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en indien zij niet eveneens fungeert als een aanmeldende autoriteit.

De gemachtigde instantie wordt naar nationaal recht opgericht en heeft rechtspersoonlijkheid.

De gemachtigde instantie neemt deel aan, of zorgt ervoor dat haar beoordelingspersoneel op de hoogte is van de desbetreffende normalisatieactiviteiten en de activiteiten van de coördinatiegroep van aangemelde instanties die is opgericht door de Europese Commissie, en hanteert de door die groep genomen administratieve beslissingen en geproduceerde documenten als algemene richtsnoeren.

Art. 39.Om als instantie te kunnen worden gemachtigd, moet een instantie het bewijs leveren dat ze door de nationale accreditatie-instantie werd geaccrediteerd overeenkomstig het koninklijk besluit van 31 januari 2006 tot oprichting van het BELAC accreditatiesysteem van instellingen voor de overeenstemmingsbeoordeling, voor de taken waarvoor ze gemachtigd wil worden. Afdeling 2. - Machtigingsprocedure

Art. 40.Een controle-instelling die in België is gevestigd dient een aanvraag tot machtiging in bij de gemachtigde van de minister.

De aanvraag gaat vergezeld van een beschrijving van : a) de activiteiten met betrekking tot overeenstemmingsbeoordelingen, periodieke keuringen, intermediaire keuringen, uitzonderlijke keuringen en hernieuwde overeenstemmingsbeoordelingen;b) de procedures met betrekking tot a) ;c) de vervoerbare drukapparatuur waarvoor de instantie verklaart bekwaam te zijn;d) een accreditatiecertificaat dat is afgegeven door de nationale accreditatie-instantie, waarin wordt verklaard dat de controle-instelling voldoet aan de eisen van afdeling 1.

Art. 41.De aanmeldende autoriteit meldt uitsluitend de instanties aan die aan de eisen in afdeling 1 hebben voldaan.

Ze verricht de aanmelding bij de Europese Commissie en de andere lidstaten van de Europese Unie door middel van het door de Europese Commissie ontwikkelde en beheerde elektronische systeem.

Bij de aanmelding wordt de uit hoofde van artikel 40, tweede lid, vereiste informatie verstrekt.

De betrokken instantie mag de activiteiten van een aangemelde instantie alleen verrichten als de Europese Commissie of de andere Europese lidstaten binnen twee weken na een aanmelding geen bezwaren hebben ingediend.

Alleen een dergelijke instantie wordt voor de toepassing van dit besluit als gemachtigde instantie beschouwd.

De Europese Commissie en de andere Europese lidstaten worden in kennis gesteld van alle relevante latere wijzigingen in de aanmelding.

Interne keuringsdiensten van de aanvrager zoals bepaald in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG worden niet aangemeld.

Art. 42.De machtigingsaanvraag wordt onderzocht door de gemachtigde van de minister. Dit onderzoek is gesteund op de bij het aanvraagdossier gevoegde stukken, iedere beschikbare informatie alsook op elk nodig geacht onderzoek ter plaatse.

De gemachtigde van de minister onderzoekt de ontvankelijkheid en volledigheid van de aanvraag en stelt de aanvrager hiervan in kennis.

Hij deelt hem mee welke stukken en inlichtingen er nog ontbreken.

Binnen zestig dagen na de vaststelling van de volledigheid van het dossier neemt de minister een beslissing om al dan niet de instantie te machtigen. Deze beslissing neemt slechts uitwerking vijftien dagen na de aanmelding bij de Europese Commissie door de aanmeldende autoriteit overeenkomstig artikel 40, en voor zover er door de Europese Commissie of de andere lidstaten geen bezwaren werden ingediend binnen twee weken na de aanmelding.

Art. 43.§ 1. In geval van een positieve beslissing meldt de aanmeldende autoriteit de erkende controle-instellingen onverwijld aan bij de Europese Commissie.

De gemachtigde van de minister stelt de betrokken instantie in kennis van de beslissing van de minister en van het feit of er al dan niet bezwaren werden ingediend door de Europese Commissie of de andere lidstaten binnen twee weken na de aanmelding. § 2. In geval van een negatieve beslissing wordt deze onverwijld ter kennis gebracht van de betrokken instantie door de gemachtigde van de minister. Afdeling 3. - Operationele verplichtingen van gemachtigde instanties

Art. 44.De gemachtigde instanties, zijn ertoe gehouden de instructies na te leven welke hun door de minister of zijn gemachtigde worden gegeven met betrekking tot de taken waarvoor ze gemachtigd zijn.

Deze instructies houden ook in dat de gemachtigde instanties rechtstreeks of via vertegenwoordigers deelnemen aan de werkzaamheden van de coördinatiegroep van gemachtigde instanties opgericht door de Europese Commissie.

Art. 45.De gemachtigde instanties voeren overeenstemmingsbeoordelingen, periodieke keuringen, intermediaire keuringen en uitzonderlijke keuringen uit volgens de bepalingen in hun aanmelding, volgens het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van gevaarlijke stoffen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen en volgens de procedures vermeld in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG. De gemachtigde instanties voeren hernieuwde overeenstemmingsbeoordelingen uit overeenkomstig bijlage II. De gemachtigde instanties die door een Europese lidstaat zijn aangemeld, zijn gemachtigd om in België te werken. De aanmeldende autoriteit die de initiële beoordeling en aanmelding heeft uitgevoerd, blijft verantwoordelijk voor het toezicht op de lopende activiteiten van de aangemelde instantie.

Art. 46.De gemachtigde instanties brengen de gemachtigde van de minister op de hoogte van : a) elke weigering, beperking, opschorting of intrekking van een certificaat;b) omstandigheden die van invloed zijn op de werkingssfeer van en de voorwaarden voor aanmelding;c) informatieverzoeken over verrichte activiteiten die zij van markttoezichtautoriteiten hebben ontvangen;d) op verzoek, de binnen de werkingssfeer van hun aanmelding verrichte activiteiten en alle andere verrichte activiteiten, waaronder grensoverschrijdende activiteiten en uitbesteding. De gemachtigde instanties verstrekken de andere, uit hoofde van dit besluit of van Richtlijn 2010/35/EU gemachtigde instanties die soortgelijke overeenstemmingsbeoordelingsactiviteiten, en activiteiten met betrekking tot periodieke keuringen, intermediaire keuringen en uitzonderlijke keuringen ter zake van dezelfde vervoerbare drukapparatuur verrichten, relevante informatie over negatieve overeenstemmings-beoordelingsresultaten, en op verzoek ook over positieve overeenstemmingsbeoordelingsresultaten. Afdeling 4. - Toezicht

Art. 47.De gemachtigde instanties zijn ertoe gehouden, op aanvraag van de gemachtigde van de minister, iedere informatie te verstrekken die betrekking heeft op de activiteiten en de werking van deze instantie of van belang is voor het toezicht op de naleving van de bepalingen van dit besluit en van het koninklijk besluit ter uitvoering waarvan ze zijn erkend.

Art. 48.De gemachtigde instanties zijn ertoe gehouden vrije toegang te verlenen tot hun lokalen aan de met het toezicht belaste ambtenaren in het kader van een onderzoek of een audit om te controleren of de werking van de gemachtigde instantie in overeenstemming is met de bepalingen van dit besluit en om te controleren of de machtigingsvoorwaarden nageleefd zijn. Zij zijn ertoe gehouden alle documenten en gegevens welke nodig zijn voor het uitvoeren van de opdracht van de met het toezicht belaste ambtenaren ter beschikking te stellen. Op aanvraag worden deze documenten of een kopie ervan, aan deze ambtenaren toevertrouwd.

Art. 49.Onverminderd de controlemodaliteiten die zijn voorzien in het koninklijk besluit van 27 april 2007 ter bepaling van de werkingscriteria en de modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen, kan de minister de machtiging beperken, schorsen of intrekken indien de met het toezicht belaste ambtenaren vaststellen dat een van de eisen van afdeling 1 niet meer wordt nageleefd of indien de gemachtigde instantie zich niet houdt aan de uit de bepalingen van afdeling 3 voortvloeiende verplichtingen. De minister neemt de beslissing om machtigingen te beperken, te schorsen of in te trekken op basis van de ernst van het niet-voldoen aan die eisen of het niet-nakomen van die verplichtingen.

De minister kan de machtiging eveneens beperken of intrekken indien, na een periode van drie jaar te rekenen vanaf de datum van de in artikel 41 bedoelde aanmelding, blijkt dat de instantie geen enkele activiteit heeft uitgeoefend in het domein waarop de erkenning betrekking heeft of dat deze activiteit verwaarloosbaar is

Art. 50.De beslissingen genomen in uitvoering van artikel 49 worden aan de betrokken instantie meegedeeld met een aangetekende zending.

Indien de instantie zijn standpunt niet kenbaar maakt binnen de maand na de verzending van deze brief, of indien de gegeven uitleg de vaststelling van de nalatigheden niet weerlegt, wordt de beslissing van de Minister de machtiging te beperken te schorsen of in te trekken definitief.

Indien de beslissing de beperking, schorsing of de intrekking van de machtiging als gevolg heeft, treedt zij in werking op de datum van deze kennisgeving.

Art. 51.De machtiging wordt van rechtswege ingetrokken indien de in artikel 39 bedoelde accreditatie door de nationale accreditatie-instantie werd ingetrokken of niet werd hernieuwd. De intrekking van de machtiging treedt in werking wanneer, na verloop van de procedure die volgt uit het bij de accreditatie-instelling eventueel ingediend beroep, deze instelling de intrekking of niet hernieuwing van de accreditatie bevestigt.

Art. 52.De aanmeldende autoriteit wijzigt onverwijld de aanmelding bij de Commissie van de Europese Unie om deze in overeenstemming te brengen met de beperking, schorsing of intrekking in uitvoering van de artikelen 49 en 51 en brengt de Commissie en de andere lidstaten hiervan onmiddellijk op de hoogte.

Wanneer de aanmelding wordt beperkt, opgeschort of ingetrokken of de gemachtigde instantie haar activiteiten staakt, dan kan de gemachtigde van de minister opdragen dat de dossiers worden overgedragen aan een andere gemachtigde instantie, dan wel op een andere manier ter beschikking worden gehouden voor inzage op verzoek door de verantwoordelijke aanmeldende autoriteiten en markttoezichtautoriteiten. HOOFDSTUK 5. - Controlebepalingen

Art. 53.Onverminderd de controlemodaliteiten die zijn voorzien in het koninklijk besluit van 27 april 2007 ter bepaling van de werkingscriteria en de modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen, kan de minister, wanneer wordt vastgesteld dat vervoerbare drukapparatuur die conform is toch een risico voor de gezondheid of veiligheid van personen of voor andere aspecten van de bescherming van algemeen belang meebrengt, alle passende maatregelen nemen die gaan tot het vervoersverbod of tot de terugtrekking uit het verkeer om ervoor te zorgen dat de vervoerbare drukapparatuur dat risico niet meer meebrengt.

De marktdeelnemer zorgt ervoor dat corrigerende maatregelen worden genomen ten aanzien van alle betrokken vervoerbare drukapparatuur die hij op de markt heeft aangeboden of die in de Europese Unie wordt gebruikt.

De minister brengt de Europese Commissie en de andere lidstaten van de Europese Unie onmiddellijk op de hoogte. Die informatie omvat alle bekende bijzonderheden, met name de gegevens die nodig zijn om de vervoerbare drukapparatuur te identificeren en om de oorsprong en de toeleveringsketen van de apparatuur, de aard van het risico en de aard en de duur van de nationale maatregelen vast te stellen.

Art. 54.Onverminderd de controlemodaliteiten die zijn voorzien in het koninklijk besluit van 27 april 2007 ter bepaling van de werkingscriteria en de modaliteiten van de controle op de werking van tussenkomende organismen, kan de minister, wanneer hij een van de volgende feiten vaststelt, van de betrokken marktdeelnemer eisen dat deze een einde maakt aan de non-conformiteit : a) de pi-markering is in strijd met hoofdstuk 3 of bijlage III aangebracht;b) de pi-markering is niet aangebracht;c) de technische documentatie is ofwel niet beschikbaar ofwel onvolledig;d) er werd niet voldaan aan de eisen van dit besluit, van het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer via de weg of per spoor van gevaarlijke stoffen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, en van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG. Wanneer de in lid 1 bedoelde non-conformiteit voortduurt, kan de minister alle passende maatregelen nemen die gaan tot het vervoersverbod of tot de terugtrekking uit het verkeer.

Deze maatregelen worden aan de betrokken marktdeelnemer meegedeeld met een aangetekende zending.

Indien de betrokken marktdeelnemer zijn standpunt niet kenbaar maakt binnen de maand na de verzending van deze brief, of indien de gegeven uitleg de vaststelling van de nalatigheden niet weerlegt, worden de maatregelen van de minister definitief. HOOFDSTUK 6. - Overgangs-, opheffings- en slotbepalingen Afdeling 1. - Overgangsbepalingen

Art. 55.§ 1. De flessen, cilinders en de cryogene recipiënten die : - niet overeenstemmen met de voorschriften van het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende vervoerbare drukapparatuur, maar wel voldoen aan de regelgeving die van kracht was op 30 juni 2001; en - in de handel werden gebracht voor 1 juli 2003; mogen uitsluitend op het Belgisch grondgebied op de markt worden aangeboden. § 2. De drukvaten, de flessenbatterijen en de tanks die : - niet overeenstemmen met de voorschriften van het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende vervoerbare drukapparatuur, maar wel voldoen aan de regelgeving die van kracht was op 30 juni 2003; en - in de handel werden gebracht voor 1 juli 2005; mogen uitsluitend op het Belgisch grondgebied op de markt worden aangeboden.

Art. 56.Gedurende een periode van twaalf maanden te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit blijven de instanties die aangemeld werden overeenkomstig het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende vervoerbare drukapparatuur gemachtigd voor de taken die hen zijn toegewezen. Afdeling 2. - Opheffingsbepalingen

Art. 57.Het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende vervoerbare drukapparatuur wordt opgeheven. Afdeling 3. - Slotbepalingen

Art. 58.De Minister bevoegd voor de Bescherming van de Veiligheid van de Consumenten en de Minister bevoegd voor het Vervoer, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 november 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Minister van Klimaat en Energie, belast met Consumentenzaken, P. MAGNETTE De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

Bijlage I bij het koninklijk besluit van 13 november 2011 betreffende vervoerbare drukapparatuur Lijst van andere gevaarlijke goederen dan die van klasse 2

VN-nummer

Klasse

Gevaarlijke stof

1051

6.1

Blauwzuur, gestabiliseerd met ten hoogste 3 % water

1052

8

Waterstoffluoride, watervrij

1745

5.1

Broompentafluoride,uitgezonderd vervoer in tanks

1746

5.1

Broomtrifluoride, uitgezonderd vervoer in tanks

1790

8

Fluorwaterstof met meer dan 85 % waterstoffluoride

2495

5.1

Joodpentafluoride, uitgezonderd vervoer in tanks


Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 13 november 2011 betreffende vervoerbare drukapparatuur.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Minister van Klimaat en Energie, belast met Consumentenzaken, P. MAGNETTE De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

Bijlage II bij het koninklijk besluit van 13 november 2011 betreffende vervoerbare drukapparatuur Procedure voor de hernieuwde conformiteitsbeoordeling 1. De methode om ervoor te zorgen dat de vervoerbare drukapparatuur waarnaar in artikel 2, onder c), wordt verwezen en die wat betreft flessen, cilinders en cryogene recipiënten voor 1 juli 2001 en wat betreft drukvaten, flessenbatterijen en tanks voor 1 juli 2003, werden vervaardigd en in bedrijf werden gesteld, voldoet aan de relevante bepalingen van de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en van dit besluit zoals van toepassing bij de hernieuwde beoordeling, wordt in deze bijlage vastgesteld.2. De eigenaar of operator moet een aangemelde instantie die overeenkomt met het EN ISO/IEC 17020 :2004 type A en die voor de hernieuwde conformiteitsbeoordeling is aangemeld, de gegevens betreffende de vervoerbare drukapparatuur ter beschikking stellen, welke voor die instantie een precieze identificatie mogelijk maken (oorsprong, toegepaste ontwerpvoorschriften en, met betrekking tot acetyleenflessen, eveneens indicaties betreffende het poreuze materiaal).Deze informatie moet in voorkomend geval de voorgeschreven gebruiksbeperkingen omvatten, alsmede de notities betreffende eventuele schade of uitgevoerde reparaties. 3. De aangemelde instantie van het type A die voor de hernieuwde conformiteitsbeoordeling is aangemeld, zal beoordelen of de vervoerbare drukapparatuur tenminste even veilig is als de bij de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG bedoelde vervoerbare drukapparatuur. Die beoordeling moet worden uitgevoerd op grond van de overeenkomstig punt 2 overgelegde gegevens en, in voorkomend geval, extra keuringen. 4. Wanneer de resultaten van de beoordeling in punt 3 bevredigend zijn, wordt de vervoerbare drukapparatuur onderworpen aan de periodieke keuring zoals omschreven in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG.Indien aan de eisen van die periodieke keuring is voldaan, wordt de pi-markering door of onder toezicht van de aangemelde instantie die verantwoordelijk is voor de periodieke keuring, aangebracht overeenkomstig hoofdstuk 4, afdeling 3. De pi-markering wordt gevolgd door het identificatienummer van de aangemelde instantie die verantwoordelijk is voor de periodieke keuring. De aangemelde instantie die verantwoordelijk is voor de periodieke keuring, geeft overeenkomstig punt 6 een certificaat van hernieuwde beoordeling af. 5. Wanneer drukrecipiënten in serie zijn vervaardigd, wordt toegestaan dat de hernieuwde conformiteitsbeoordeling van afzonderlijke drukrecipiënten, met inbegrip van hun kranen en ander toebehoren, gebruikt voor het vervoer, wordt uitgevoerd door een aangemelde instantie die voor de periodieke keuring van de relevante vervoerbare drukrecipiënten is aangemeld, op voorwaarde dat de conformiteitsbeoordeling van het type overeenkomstig punt 3 is uitgevoerd door een aangemelde instantie van het type A die verantwoordelijk is voor de hernieuwde conformiteitsbeoordeling, en een certificaat van hernieuwde typebeoordeling is afgegeven.De pi-markering wordt gevolgd door het identificatienummer van de aangemelde instantie die verantwoordelijk is voor de periodieke keuring. 6. In alle gevallen geeft de aangemelde instantie die verantwoordelijk is voor de periodieke keuring het certificaat van hernieuwde beoordeling af met minstens de volgende gegevens : a) de identificatie van de aangemelde instantie die het certificaat afgeeft, en het identificatienummer van de aangemelde instantie van het type A die verantwoordelijk is voor de hernieuwde beoordeling overeenkomstig punt 3, indien dit een andere instantie is;b) de naam en het adres van de in punt 2 vermelde eigenaar of operator;c) indien de procedure van punt 5 wordt toegepast, de identificatiegegevens van het certificaat van hernieuwde typebeoordeling;d) de identificatiegegevens van de vervoerbare drukapparatuur waarop de pi-markering is aangebracht, met minstens het serienummer of de serienummers, en e) de afgiftedatum.7. Een certificaat van hernieuwde typebeoordeling wordt afgegeven. Wanneer de procedure van punt 5 wordt toegepast, geeft de instantie van het type A die verantwoordelijk is voor de hernieuwde conformiteitsbeoordeling, het certificaat van hernieuwde typebeoordeling af met minstens de volgende gegevens : a) de identificatie van de aangemelde instantie die het certificaat afgeeft;b) de naam en het adres van de fabrikant en, indien de fabrikant niet de houder is, van de houder van de originele goedkeuring voor de vervoerbare drukapparatuur die opnieuw wordt beoordeeld;c) de identificatiegegevens van de vervoerbare drukapparatuur die tot de series behoort;d) de afgiftedatum, en e) de vermelding : « Dit certificaat machtigt niet tot het vervaardigen van vervoerbare drukapparatuur of onderdelen daarvan ».8. Door de pi-markering aan te brengen of te laten aanbrengen, geeft de eigenaar of de operator aan dat hij de verantwoordelijkheid op zich neemt voor de conformiteit van de vervoerbare drukapparatuur met alle toepasselijke eisen die zijn vastgelegd in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG en in dit besluit, zoals van toepassing bij de hernieuwde beoordeling. Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 13 november 2011 betreffende vervoerbare drukapparatuur.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Minister van Klimaat en Energie, belast met Consumentenzaken, P. MAGNETTE De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

Bijlage III bij het koninklijk besluit van 13 november 2011 betreffende vervoerbare drukapparatuur Voorschriften en voorwaarden voor het aanbrengen van de pi-markering 1. De pi-markering omvat het volgende symbool in de volgende vorm :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2.De pi-markering moet minstens 5 mm hoog zijn en minstens 2,5 mm hoog voor vervoerbare drukapparatuur met een diameter van maximaal 140 mm. 3. De verhoudingen van de gegradueerde afbeelding in punt 1 moeten in acht worden genomen.Het rooster behoort niet tot de markering. 4. De pi-markering wordt zichtbaar, leesbaar en permanent aangebracht op de vervoerbare drukapparatuur of op het gegevensplaatje, alsook op de afneembare onderdelen van navulbare vervoerbare drukapparatuur die rechtstreeks voor de veiligheid dienen.5. De pi-markering wordt aangebracht voordat de nieuwe vervoerbare drukapparatuur of afneembare onderdelen van de navulbare vervoerbare drukapparatuur die rechtstreeks voor de veiligheid dienen, in de handel worden gebracht.6. De pi-markering wordt gevolgd door het identificatienummer van de aangemelde instantie die betrokken is bij de eerste keuringen en proeven.Het identificatienummer van de aangemelde instantie wordt aangebracht door die instantie zelf, dan wel overeenkomstig haar instructies door de fabrikant. 7. De markering van de datum van de periodieke keuring of, waar van toepassing, de intermediaire keuring gaat vergezeld van het identificatienummer van de aangemelde instantie die verantwoordelijk is voor de periodieke keuring.8. Voor gasflessen die voorheen in overeenstemming waren met het koninklijk besluit van 12 juni 1989 betreffende het op de markt brengen van gasflessen of met het koninklijk besluit van 14 maart 2002 betreffende vervoerbare drukapparatuur en geen pi-markering dragen, wordt, bij de eerste periodieke keuring die overeenkomstig dit besluit wordt uitgevoerd, het identificatienummer van de verantwoordelijke aangemelde instantie voorafgegaan door de pi-markering. Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 13 november 2011 betreffende vervoerbare drukapparatuur.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Minister van Klimaat en Energie, belast met Consumentenzaken, P. MAGNETTE De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

^