Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 13 oktober 2005
gepubliceerd op 18 november 2005

Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 5 december 2004 tot uitvoering van artikel 68quinquies, § 4, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2005000650
pub.
18/11/2005
prom.
13/10/2005
ELI
eli/besluit/2005/10/13/2005000650/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

13 OKTOBER 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 5 december 2004 tot uitvoering van artikel 68quinquies, § 4, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 5 december 2004 tot uitvoering van artikel 68quinquies, § 4, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 5 december 2004 tot uitvoering van artikel 68quinquies, § 4, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 13 oktober 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage FÖDERALER ÖFFENTLICHER PROGRAMMIERUNGSDIENST SOZIALEINGLIEDERUNG, ARMUTSBEKÄMPFUNG UND SOZIALWIRTSCHAFT 5. DEZEMBER 2004 - Königlicher Erlass zur Ausführung von Artikel 68quinquies § 4 des Grundlagengesetzes vom 8.Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren, insbesondere des Artikels 68quinquies, eingefügt durch Artikel 99 des Programmgesetzes vom 9. Juli 2004;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 20. September 2004;

Aufgrund des Einverständnisses Unseres Ministers des Haushalts vom 23.

September 2004;

Aufgrund des Gutachtens 37.715/3 des Staatsrates vom 26. Oktober 2004, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 § 1 Absatz 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Sozialen Eingliederung Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Für die Anwendung des vorliegenden Erlasses ist unter "spezifische Hilfe" die spezifische Hilfe für die Zahlung von Unterhaltsgeld zugunsten von Kindern zu verstehen.

Art. 2 - Der Antrag auf spezifische Hilfe wird nach den in Artikel 58 §§ 1 und 2 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren erwähnten Modalitäten eingereicht.

Art. 3 - Im Hinblick auf die Untersuchung des Antrags lässt der Antragsteller dem öffentlichen Sozialhilfezentrum folgende Daten beziehungsweise Unterlagen zukommen: 1. die Identität und alle Auskünfte in Bezug auf den Wohnort in Belgien des oder der Kinder, für die der Antragsteller Unterhaltsgeld schuldet;2. eine Abschrift entweder der vollstreckbaren gerichtlichen Entscheidung oder der in Artikel 1288 Nr.3 des Gerichtsgesetzbuches erwähnten Vereinbarung oder des in den Artikeln 731 bis 734 des Gerichtsgesetzbuches erwähnten vollstreckbaren Regelung oder der vollstreckbaren gerichtlichen Entscheidung auf der Grundlage von Artikel 336 des Zivilgesetzbuches, aufgrund deren die Hilfe beantragende Person Unterhaltsgeld für ihr Kind oder ihre Kinder schuldet; 3. den Nachweis der vollständigen Zahlung des geschuldeten Unterhaltsgelds. Art. 4 - Wenn das öffentliche Sozialhilfezentrum einen Antrag auf spezifische Hilfe erhält, für den es sich als nicht zuständig erachtet, kommt Artikel 58 § 3 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren zur Anwendung.

Art. 5 - Jeder Beschluss zur Gewährung, Verweigerung oder Revision der spezifischen Hilfe wird der Hilfe beantragenden Person gemäss den Bestimmungen von Artikel 62bis des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren mitgeteilt. Dieser Beschluss wird der Hilfe beantragenden Person binnen acht Tagen nach der Beschlussfassung mitgeteilt.

Art. 6 - Die spezifische Hilfe wird monatlich ausgezahlt und beläuft sich auf höchstens ein Zwölftel des in Artikel 68quinquies § 3 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren festgelegten jährlichen Höchstbetrags von 1.100 EUR. Art. 7 - Die spezifische Hilfe wird an einem festen Datum oder Tag entweder durch Postscheckanweisung, deren Betrag zu Hause und zu Händen des Berechtigten zahlbar ist, durch Zirkularscheck oder durch Überweisung ausgezahlt.

Art. 8 - Von den als spezifische Hilfe gewährten Beträge dürfen keine Verwaltungs- oder Untersuchungskosten abgezogen werden.

Art. 9 - Vorliegender Erlass tritt am 1. Januar 2005 in Kraft.

Art. 10 - Unser für die Soziale Eingliederung zuständiger Minister ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 5. Dezember 2004 ALBERT Von Königs wegen: Der Minister der Sozialen Eingliederung C. DUPONT Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 13 oktober 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^