Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 februari 2011
gepubliceerd op 22 februari 2011

Koninklijk besluit houdende vaststelling van het stelsel van sancties die van toepassing zijn op schending van bepalingen van Verordening nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2011014027
pub.
22/02/2011
prom.
14/02/2011
ELI
eli/besluit/2011/02/14/2011014027/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

14 FEBRUARI 2011. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van het stelsel van sancties die van toepassing zijn op schending van bepalingen van Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer, artikel 32;

Gelet op de wet van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 30/12/2009 pub. 15/01/2010 numac 2010009013 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (1) sluiten houdende diverse bepalingen, de artikelen 4, 6, § 1, vierde lid, en 8;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 oktober 2010;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 22 december 2010;

Gelet op de betrokkenheid van de Gewestregeringen;

Gelet op advies nr. 49.062/4 van de Raad van State, gegeven op 13 januari 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Eerste Minister en de Staatssecretaris voor Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het niet naleven van de bepalingen van de Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer wordt bestraft met administratieve geldboetes. De lijst met de strafbare feiten en de bedragen van de boetes zijn opgenomen in de tabel van de bijlage tot dit besluit.

Art. 2.Voor elke inbreuk bedoeld in de tweede kolom van de tabel van de bijlage, voortvloeiend uit het niet naleven van het artikel van dezelfde Verordening, vermeld in de derde kolom van deze tabel, wordt een administratieve geldboete opgelegd waarvan het bedrag vermeld staat in de vierde kolom van dezelfde tabel.

Bij herhaling kan de instantie bedoeld in artikel 2, § 1 van de wet van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 30/12/2009 pub. 15/01/2010 numac 2010009013 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (1) sluiten houdende diverse bepalingen een administratieve geldboete opleggen die het bedrag zoals bepaald in voorgaande alinea overschrijdt, zonder evenwel het maximale bedrag dat werd bepaald in de wet te overschrijden.

Art. 3.Bij samenloop van strafbare gedragingen wordt één enkele administratieve geldboete opgelegd in verhouding tot de ernst van het geheel van de feiten. Deze kan het maximale bedrag dat werd bepaald in de wet niet overschrijden en evenmin het totaal van de maximale geldboetes die opgelegd kunnen worden voor gelijkaardige niet samenlopende feiten.

In afwijking van artikel 2, kan, indien bij de beslissing een boete op te leggen, met verzachtende omstandigheden werd rekening gehouden, het bedrag van de administratieve geldboete worden verlaagd beneden het bedrag dat vermeld is in de vierde kolom, zonder minder te bedragen dan euro 250.

Art. 4.Geen enkele administratieve geldboete kan worden opgelegd indien de strafbaar gestelde gedraging strafrechtelijk vervolgbaar is en de termijn voor de strafrechtelijke vervolging van deze inbreuk verstreken is.

Art. 5.§ 1. De instantie bedoeld in artikel 2, § 1 van de wet van 30 december 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/12/2009 pub. 31/12/2009 numac 2009021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen type wet prom. 30/12/2009 pub. 15/01/2010 numac 2010009013 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende diverse bepalingen betreffende Justitie (1) sluiten houdende diverse bepalingen kan geheel of gedeeltelijk uitstel van de tenuitvoerlegging van de betaling van de boete toekennen voor zover zij geen andere administratieve geldboete heeft opgelegd aan de overtreder gedurende een periode van een jaar voorafgaand aan het begaan van de inbreuk. § 2. Het uitstel geldt voor een proefperiode van een jaar. De proefperiode gaat in vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing tot oplegging van een administratieve geldboete. § 3. Het uitstel wordt van rechtswege herroepen wanneer een nieuwe inbreuk leidt tot een beslissing die een nieuwe administratieve geldboete oplegt.

De herroeping van het uitstel wordt betekend door dezelfde beslissing als die welke de administratieve geldboete voor deze nieuwe inbreuk oplegt. § 4. De administratieve geldboete waarvan de betaling uitvoerbaar wordt door de herroeping van het uitstel, wordt zonder beperking samengevoegd met die welke wordt opgelegd voor de nieuwe inbreuk.

Art. 6.§ 1. De administratieve geldboeten worden geïnd door de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer. § 2. De administratieve geldboeten worden betaald binnen de dertig dagen volgend op de datum waarop de beslissing uitvoerbaar geworden is.

Na verloop van de termijn bedoeld in het eerste lid, wordt een aanmaning verstuurd per aangetekende brief.

Vanaf de aanmaning bedoeld in het tweede lid zijn verwijlinteresten verschuldigd berekend tegen de wettelijke interestvoet.

Art. 7.De Minister bevoegd voor het Spoorwegvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 februari 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

Bijlage bij het koninklijk besluit van 14 februari 2011 houdende vaststelling van het stelsel van sancties die van toepassing zijn op schending van bepalingen van Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer

Lijst van de strafbare gedragingen en aan te rekenen administratieve geldboetes

Inbreuk

Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer

Te innen bedrag

1.

Niet naleven van de verplichting om de reizigers toe te laten hun fiets onder bepaalde voorwaarden mee te nemen in de trein

Artikel 5

500 EUR

2.

Niet naleven van de verplichting tot het voorafgaandelijk inlichten van de reizigers over een dienstonderbreking

Artikel 7

2.000 EUR

3.

Niet naleven van de verplichting tot het verstrekken aan de reizigers van : - inlichtingen voorafgaand aan de reis, vermeld in bijlage II, deel I van de Verordening, voor reizen waarvoor de spoorwegonderneming een vervoerovereenkomst aanbiedt; - inlichtingen tijdens de reis, vermeld in bijlage II, deel II van de Verordening

Artikel 8

500 EUR

4.

Niet naleven van de verplichting tot de ter beschikkingstelling van vervoerbewijzen, rechtstreekse vervoerbewijzen en boekingen

Artikel 9

500 EUR

5.1

Niet naleven van de verplichtingen inzake reisinformatie en boekingssystemen

Artikel 10, § 1, 2 en 4

2.000 EUR

5.2

Niet naleven van het verbod om persoonsgegevens over boekingen bekend te maken

Artikel 10, § 5

500 EUR

6.1

Niet naleven van de verplichting inzake de aansprakelijkheid in geval van dood en letsel van reizigers

Artikel 11

2.500 EUR

6.2

Niet naleven van de verplichting inzake de aansprakelijkheid voor handbagage, dieren, bagage en voertuigen

Artikel 11

1.250 EUR

7.

Niet naleven van de verplichting van de spoorwegondernemingen om zich behoorlijk te verzekeren of gelijkwaardige voorzieningen te hebben getroffen om hun aansprakelijkheid te dekken

Artikel 12

10.000 EUR

8.

Niet naleven van de verplichting tot betaling van voorschotten aan natuurlijke personen die recht hebben op een schadevergoeding bij overlijden of verwonding

Artikel 13

2.500 EUR

9.

Niet naleving van de verplichting tot bijstand verlenen aan de reiziger die schadevergoeding lastens derden vordert, na een lichamelijk letsel te hebben opgelopen

Artikel 14

1.250 EUR

10.

Niet naleven van de verplichtingen inzake aansprakelijkheid voor vertragingen, gemiste aansluitingen en uitvallen (geregeld door titel IV, hoofdstuk II van de bijlage I bij de Verordening)

Artikel 15

500 EUR

11.

Niet naleven van de verplichting tot het voorstellen van een terugbetaling of het vervoeren langs een andere route bij een vertraging van meer dan zestig minuten

Artikel 16

500 EUR

12.

Niet naleven van de verplichting tot het schadeloosstellen van de reizigers indien de vertraging geen aanleiding gaf tot een terugbetaling van het vervoerbewijs

Artikel 17

500 EUR

13.

Niet naleven van de verplichting tot het verlenen van bijstand aan de reizigers indien de vertraging meer dan zestig minuten beloopt

Artikel 18

500 EUR

14.1

Niet naleven van de verplichting om niet-discriminerende toegangsregels vast te stellen voor het vervoer van gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit

Artikel 19, § 1

5.000 EUR

14.2

Niet naleven van het verbod op een discriminerende behandeling van gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit bij boeking of aankoop van vervoerbewijzen

Artikel 19, § 2

1.250 EUR

15.

Niet naleven van de verplichting om inlichtingen te verstrekken aan gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit over de toegankelijkheid van de spoorwegdiensten en over de voorwaarden voor de toegang tot het rollend materieel

Artikel 20

500 EUR

16.1

Niet naleven van de verplichting om de toegankelijkheid van de stations, perrons, rollend materieel en andere voorzieningen voor gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit te waarborgen

Artikel 21, § 1

5.000 EUR

16.2

Niet naleven van de verplichting om gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit toegang te verlenen tot het reizen per trein bij afwezigheid van treinpersoneel

Artikel 21, § 2

1.250 EUR

17.

Niet naleven van de verplichting om, in bemande stations, gratis bijstand te verlenen aan gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit om in en uit de trein te stappen en de verplichting hen gemakkelijk toegankelijke informatie te verstrekken in de onbemande stations

Artikel 22

1.250 EUR

18.

Niet naleven van de verplichting gratis bijstand te verlenen aan gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit aan boord van de trein en tijdens het in- en uitstappen van de trein

Artikel 23

1.250 EUR

19.

Niet naleven van de verplichtingen met betrekking tot de voorwaarden waaronder bijstand wordt verleend

Artikel 24

1.250 EUR

20.

Niet naleven van de verplichting tot schadeloosstellen bij geheel of gedeeltelijk verlies of beschadiging van mobiliteitshulpmiddelen of andere speciale hulpmiddelen van gehandicapte personen en personen met beperkte mobiliteit

Artikel 25

1.250 EUR

21.

Niet naleven van de verplichting tot het nemen van de gepaste maatregelen tot het verzekeren van de persoonlijke veiligheid van de reizigers

Artikel 26

10.000 EUR

22.

Niet naleven van de verplichting van de spoorwegondernemingen om een klachtenbehandelingsmechanisme op te zetten, de ontvangen klachten binnen een bepaalde termijn af te handelen en om een jaarverslag over de ontvangen klachten te publiceren

Artikel 27

5.000 EUR

23.

Niet naleven van de verplichting van de spoorwegondernemingen om dienstkwaliteitsnormen op te stellen, een kwaliteitsbeheerssysteem in te voeren en om hun activiteiten te beoordelen volgens de dienstkwaliteitsnormen die zij hebben opgesteld

Artikel 28

5.000 EUR

24.

Niet naleven van de verplichting tot het inlichten van de reizigers over hun rechten die deze Verordening hen toekent

Artikel 29

5.000 EUR


Gezien om gevoegd te worden bij het koninklijk besluit van 14 februari 2011 houdende vaststelling van het stelsel van sancties die van toepassing zijn op schending van bepalingen van Verordening (EG) nr. 1371/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

^