Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 januari 2003
gepubliceerd op 06 februari 2003

Koninklijk besluit tot inwilliging van een verzoekschrift betreffende de tussen de leveranciers en kleinhandelaars in petroleumproducten gesloten contracten en ingediend bij toepassing van het koninklijk besluit nr. 62 van 13 januari 1935, waarbij toelating wordt verleend tot het instellen van een economische reglementering van de voortbrenging en de verdeling

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2003011018
pub.
06/02/2003
prom.
14/01/2003
ELI
eli/besluit/2003/01/14/2003011018/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit tot inwilliging van een verzoekschrift betreffende de tussen de leveranciers en kleinhandelaars in petroleumproducten gesloten contracten en ingediend bij toepassing van het koninklijk besluit nr. 62 van 13 januari 1935, waarbij toelating wordt verleend tot het instellen van een economische reglementering van de voortbrenging en de verdeling


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 62 van 13 januari 1935 waarbij toelating wordt verleend tot het instellen van een economische reglementering van de voortbrenging en de verdeling gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 295 van 30 maart 1936, en bij het koninklijk besluit nr. 78 van 28 november 1939, bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1947;

Gelet op het verzoekschrift ingediend door : - de Belgische Petroleum Federatie, vereniging zonder winstoogmerk, - de Bond van de Garagisten Beroepsverenigingen, vereniging zonder winstoogmerk, - Federauto, vereninging zonder winstoogmerk, en haar groepering van brandstofverkopers van België, vereniging zonder winstoogmerk, - de Belgische Petroleumunie, vereniging zonder winstoogmerk, - de Belgische Federatie der Brandstoffenhandelaars, vereniging zonder winstoogmerk, met het oog op het opleggen aan al de betrokkenen van de geviseerde sector van de verplichtingen die hun leden vrijwillig hebben opgenomen;

Gelet op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het bericht overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 62 van 13 januari 1935;

Gelet op de afwezigheid van verzet;

Overwegende dat de verzoekende groeperingen, bekleed met de burgerlijke rechtspersoonlijkheid, de ondernemingen groeperen die zich hoofdzakelijk of in bijkomende mate bezighouden, als leverancier of kleinhandelaar, met de distributie van motorbrandstoffen; dat zij de onbetwistbare meerderheid van de belangen in de betrokken economische bedrijfstak vertegenwoordigen; dat hun leden, vóór het indienen van het verzoekschrift, de verplichtingen waarvan zij de algemene toepassing vragen, vrijwillig hebben opgenomen;

Overwegende de evolutie van de verkooppunten van brandstof en smeermiddelen naar benzinestations die een steeds uitgebreider gamma producten en diensten aanbieden, aldus gepast beantwoorden aan de evolutie van de noden van de consumenten;

Overwegende het recht van de leverancier om zijn merk te verdedigen en zijn distributienetwerk te harmoniseren;

Overwegende dat de aangevraagde reglementering maatregelen bevat die van aard zijn conflictspanningen tussen leveranciers, kleinhandelaars en verbruikers te doen afnemen. Deze maatregelen beogen eveneens de voorwaarden vereist voor een vrije en behoorlijke mededinging te vrijwaren;

Overwegende dat de vorige reglementering vastgesteld bij het koninklijk besluit van 9 juni 1981 en die gelijkaardige verplichtingen bevatte, ruimschoots bijgedragen heeft tot het behoud van een normale mededinging in de sector;

Overwegende dat het thans ingediend verzoekschrift aan de rechtmatige belangen van de onderscheidene betrokken partijen tegemoet komt;

Overwegende, om elke dubbelzinnigheid te vermijden, dat het past te preciseren dat enkel de contractuele betrekkingen tussen leveranciers en kleinhandelaars van petroleumproducten onder de toepassing van dit besluit vallen;

Overwegende dat de aanvraagde reglementering met het algemeen belang strookt;

Overwegende dat het past de geldigheidsduur van dit besluit vast te stellen op tien jaar;

Overwegende dat de partijen akkoord gaan dat wanneer de Programma-overeenkomst inzake de verkoop van aardolieproducten wordt opgezegd, het huidige statuut van kracht blijft;

Overwegende, dat het zowel in het belang van de verzoekers is als in het algemeen belang, om de uitvoerings- en controlemaatregelen te nemen die nodig zijn voor de onmiddellijke toepassing van de voorgestelde bepalingen;

Gelet op de berraadslaging van de Ministerraad, op 31 mei 2002, betreffende de adviesaanvraag binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 33.607/1 gegeven op 26 september 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 augustus 1996, Op de voordracht van Onze Minister van Economie,

Artikel 1.Instemming wordt betuigd met de uitbreiding tot de gehele sector van de bepalingen betreffende de contracten gesloten tussen de leveranciers en kleinhandelaars in brandstoffen en smeermiddelen in de verkooppunten, die het voorwerp uitmaken van de bijlage bij dit besluit en die werden opgenomen in het verzoekschrift van de hierna genoemde partijen : - de Belgische Petroleum Federatie, vereniging zonder winstoogmerk, - de Bond van de Garagisten Beroepsverenigingen, vereniging zonder winstoogmerk, - Federauto, vereniging zonder winstoogmerk, en haar groepering van brandstofverkopers van België, - De Belgische Petroleumunie, vereniging zonder winstoogmerk, - De Belgische Federatie der Brandstoffenhandelaars, vereniging zonder winstoogmerk,

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en heeft een geldigheidsduur van tien jaar vanaf de dag van deze bekendmaking.

Art. 3.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 januari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Ch. PICQUE

Bijlage HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Onderhavige bepalingen zijn van toepassing op de betrekkingen tussen de in artikel 2 beoogde leveranciers en kleinhandelaars, gedurende een periode van tien jaar vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.

De clausules van zowel de bestaande als de toekomstige contracten, worden in de mate waarin zij niet overeenstemmen met deze bepalingen, als niet geschreven beschouwd en automatisch na een overgangsperiode van zes maanden vervangen door de onderhavige bepalingen.

De afspraken of wettelijke bepalingen, van welke aard ook, die voor de kleinhandelaar gunstiger zijn, dan deze voorzien in dit besluit blijven van kracht.

Onderhavige bepalingen zijn niet van toepassing wanneer de exploitatie van het verkooppunt het voorwerp heeft uitgemaakt van een concessie door de openbare overheid, onder meer voor de stations opgericht langs de autowegen.

Art. 2.Er wordt verstaan onder : 1° Petroleumproducten : motorbrandstoffen en alle petroleumproducten verdeeld via de pomp evenals smeermiddelen;2° Leverancier : elke onderneming, natuurlijke of rechtspersoon die op hoofdzakelijke of bijkomende wijze petroleumproducten levert aan kleinhandelaars;3° Kleinhandelaar-gerant : elke onderneming, natuurlijke of rechtspersoon, die één of meer verkooppunten exploiteert voor de kleinhandel in petroleumproducten, onder de merken van de leverancier en waarvan zowel de onroerende als roerende inrichtingen, bestemd voor de distributie van petroleumproducten, door de leverancier ter beschikking worden gesteld;4° Kleinhandelaar-wederverkoper : elke onderneming, natuurlijke of rechtspersoon, die één of meer verkooppunten exploiteert voor de kleinhandel in petroleumproducten, onder de merken van de leverancier en waarvan de onroerende inrichtingen hun niet door de leverancier ter beschikking worden gesteld, of door de leverancier ter beschikking worden gesteld onder vorm van een ondertekende huurovereenkomst. HOOFDSTUK II. - De contractuele betrekkingen tussen de leveranciers en de kleinhandelaars-geranten

Art. 3.De tussen de leverancier en de kleinhandelaar-gerant af te sluiten contracten of hun eventuele bijvoegsels bevatten minstens de hiernavolgende rubrieken : 1° De identiteit en het domicilie van de partijen, inclusief hun inschrijvingsnummer in het handelsregister en BTW;2° De beschrijving en de ligging van het verkooppunt Tevens wordt verwezen naar het (de) bodemattest(en) indien de regionale wetgeving dit voorschrijft en naar de milieu- of uitbatingsvergunning, die als bijlage bij het contract worden gevoegd; Bij gebrek aan een plaatsbeschrijving, een bodemattest, een milieu- of uitbatingsvergunning, draagt de leverancier de volledige verantwoordelijkheid voor alle gevolgen verbonden aan dit gebrek; 3° Desgevallend, de beschrijving van de woonst.Bij gebrek aan dergelijke beschrijving, wordt ervan uitgegaan dat de oorspronkelijke toestand deze is zoals bij het einde van het contract, behalve bij tegenbewijs; 4° De vermelding van het voorwerp van het contract, hoofdzakelijk de verkoop van de door de leverancier geleverde producten, evenals de verlening van bijkomende diensten aan de cliënteel; Het contract vermeldt het principe van de formele voorafgaande machtiging van de leverancier tot uitoefening/verkoop door de kleinhandelaar-gerant van elke andere activiteit/producten, dan deze welke exclusief door de leverancier geleverd worden; 5° Het juridisch stelsel van de terbeschikkingstelling van het verkooppunt, van het materieel en desgevallend van de woonst;6° Het stelsel waaronder de koopwaar door de leverancier wordt geleverd (bijvoorbeeld : verkoop, lastgeving, consignatie); Verduidelijking van de verantwoordelijkheid van de kleinhandelaar-gerant voor de voorraden op grond van het stelsel van levering van de koopwaar; 7° Bepaling van de verantwoordelijkheid in het licht van het stelsel van de terbeschikkingstelling van de onroerende installaties en het materieel; 8° Bepaling van de financiële modaliteiten (betaling der facturen, termijnen, overmaking van gelden, enz.) en van de commerciële voorwaarden (winstmarges, ristorno's, kortingen, enz.) voor de producten die onder de exclusiviteitsverplichting vallen;

Desgevallend de voorwaarden bij verkoop tegen aankoopbons, de kredietmogelijkheden aan de cliënteel, alsmede een verwijzing naar de bestemming van de opbrengst van de door de kleinhandelaar-gerant geleverde diensten; 9° De opsomming van de koopwaren die onder de exclusiviteitsverplichting vallen.De kleinhandelaar-gerant mag geen producten verkopen die het imago van het merk van de leverancier schaden. Voor alle andere producten die al dan niet door de leverancier worden aanbevolen, kan de kleinhandelaar-gerant vrij zijn bevoorradingsbron kiezen; 10° Desgevallend het stelsel van de opgelegde prijzen voor de producten die onder de exclusiviteitsverplichting vallen.De leverancier kan steeds prijzen aanbevelen voor alle producten en diensten die door het station geleverd worden, op voorwaarde dat deze aanbeveling geen dwingend karakter heeft; 11° De inventaris op tegenspraak;12° De kosten van het normaal onderhoud en van het niet gespecialiseerd reinigen zijn in principe ten laste van de gerant.De kosten van het groot onderhoud zijn ten laste van de leverancier.

Zonder afbreuk te doen aan dit principe hebben de partijen de vrijheid om te bepalen wie het onderhoud uitvoert; 13° De tenlasteneming door elk van de partijen van de verschillende exploitatiekosten - water, gas, electriciteit, drijfkracht, verwarming, de kosten van het electronisch betalen, belastingen en diverse heffingen (bijvoorbeeld pompen, drijfkracht, onroerende voorheffing), heffingen, telefoonabonnement, door de kleinhandelaar-gerant aangeworven personeel, kosten slaande op het materieel en de uitrusting.Alle bij het sluiten van het contract bestaande kosten welke niet uitdrukkelijk ten laste van de kleinhandelaar-gerant worden gelegd, zijn ten laste van de leverancier; 14° De modaliteiten tot het uitoefenen van een eventueel recht van inzage door de leverancier op de door de kleinhandelaar-gerant bijgehouden boekhoudkundige en andere elementen nodig voor de verificatie van : - de naleving van de exclusiviteitsverplichting van leveringen en het goede beheer van de producten in consignatie; - vastlegging van de contractuele vergoeding; 15° Naargelang het om contracten van bepaalde of onbepaalde duur gaat, de oorspronkelijke duur, de modaliteiten tot hernieuwing en de duur van de opzeggingstermijn;16° De leverancier voegt als bijlage een raming toe van de exploitatiekosten en de inkomsten.Deze raming wordt ter goeder trouw en vooraf door de partijen besproken en goedgekeurd; 17° Indien het dragen van een uniform aanbevolen wordt en de kleinhandelaar-gerant aanvaard heeft het te dragen, zal de leverancier jaarlijks gratis minimum twee uniformen per voltijds tewerkgestelde persoon ter beschikking stellen.

Art. 4.De openingsuren en de sluitingsdag(en) worden uitsluitend door de kleinhandelaar-gerant vastgesteld, rekening houdend met onder meer de vigerende wetgeving, de plaatselijke of seizoensnoodwendigheden, met de normale handelsgebruiken en met de wetgeving op de medeëigendom.

De door de kleinhandelaar-gerant vastgestelde openingsuren en sluitingsdag(en) kunnen door de leverancier niet worden ingeroepen in geval van onvoldoende afzet;

De kleinhandelaar-gerant brengt de openingsuren en de sluitingsdag(en) ter kennis van de cliënteel door middel van aanplakking.

Niet geviseerd zijn de handelstechnieken die geen fysieke aanwezigheid van de kleinhandelaar-gerant of van zijn aangestelde vereisen; in deze gevallen moet de toegang tot de inrichtingen steeds mogelijk blijven.

Bevoorradingen moeten in principe geschieden tijdens de openingsuren, behalve mits een specifieke overeenkomst.

Art. 5.Geen enkele verplichting tot toepassing van tarieven bij de verkoop van producten of bij het verlenen van diensten mag door de leverancier worden opgelegd;

Deze bepaling is evenwel niet van toepassing op producten onder consignatie, noch op producten die in het kader van lastgeving worden verkocht.

Art. 6.Wanneer overeengekomen is dat de kleinhandelaar-gerant petroleumproducten zal verkopen of leveren aan bepaalde klanten, die houder zijn van aankoopbons of firmakaarten, waarborgt zijn leverancier hem 75 % van de contractuele distributiemarge voor deze producten.

In geval van consignatie of lastgeving, mag de gewaarborgde marge verschillend zijn, zonder lager te liggen dan 60 % van de contractuele distributiemarge voor deze producten.

Deze waarborg geldt eveneens voor de leveringen van petroleumproducten aan instellingen die fiscale vrijstelling genieten in België.

De door de kleinhandelaar-gerant verzamelde geldige aankoopbons dienen door hem aan zijn leverancier te worden aangeboden binnen termijnen en volgens modaliteiten, die overeen te komen zijn. De partijen zullen bepalen of deze bons kunnen gebruikt worden als betaalmiddel voor de door de leverancier gedane leveringen, ofwel dat hun tegenwaarde onmiddellijk door deze laatste aan de kleinhandelaar-gerant moet gecrediteerd worden.

Dit artikel treedt in voege op 1 januari 2005.

Art. 7.Geen enkele deelneming in de kosten van promotie- of publiciteitscampagnes mag door de leverancier aan de kleinhandelaar-gerant opgelegd worden.

Het staat de kleinhandelaar-gerant vrij financieel deel te nemen aan publiciteits- of verkoopspromotionele campagnes, of publiciteitsartikelen aan te kopen om door hem gratis uitgedeeld of verkocht te worden. In dit geval en voorzover het mogelijk is, wordt de deelneming van de kleinhandelaar-gerant ter kennis van de cliënteel gebracht.

Art. 8.De aanduidingen betreffende de per referentieperiode (maand, trimester of jaar) af te nemen minimumhoeveelheden producten of artikels, hebben de aard van inspanningsverbintenissen en niet van resultaatsverbintenissen. Ze worden aangewend als maatstaf voor de commerciële oogmerken van de twee partijen op het ogenblik van de ondertekening van het contract. Deze aanduidingen kunnen desgevallend dienen om de eventuele toekenning te rechtvaardigen van voordelen in verhouding tot bepaalde verkochte hoeveelheden.

Deze clausule doet geen afbreuk aan de mogelijkheid minimumhoeveelheden per levering overeen te komen.

Het niet halen van deze streefcijfers kan geen aanleiding geven tot boetes.

Art. 9.Alle taksen en grondbelastingen op het materieel of de uitrusting van het verkooppunt zijn ten laste van de eigenaar van dit materieel of deze uitrusting.

Art. 10.De contracten kunnen worden afgesloten voor bepaalde of onbepaalde duur. 1° Contracten van bepaalde duur : a) Wanneer een contract van bepaalde duur wordt afgesloten, worden de partijen geacht te hebben ingestemd met een vernieuwing van het contract, hetzij voor onbepaalde duur, hetzij voor de duur vastgelegd in een eventuele verlengingsclausule, tenzij zij een opzeg hebben betekend bij een ter post aangetekende brief, en dit ten minste drie maanden en ten hoogste zes maanden vóór het einde van de overeengekomen bepaalde duur.b) Wanneer een contract voor bepaalde duur tweemaal werd verlengd, ongeacht of de bedingen van het oorspronkelijk contract tussen dezelfde partijen al dan niet werden gewijzigd, of wanneer het tweemaal stilzwijgend werd verlengd tengevolge van een beding van het contract, wordt het geacht aangegaan voor onbepaalde duur.2° Contracten van onbepaalde duur : Wanneer een contract voor onbepaalde duur wordt afgesloten, kan hieraan door één van de partijen slechts een einde gemaakt worden, mits schriftelijke betekening van de opzeg waarvan de duur als volgt is bepaald : a) de eerste zes maanden van het contract, twee maanden;b) vanaf zes maanden tot drie jaar, drie maanden;c) na deze eerste periode van drie jaar, en vervolgens voor elke aangevangen periode van drie jaar, één maand bijkomende opzeg, met een maximum van 15 maanden. Nochtans mogen de partijen na de betekening van de opzeg overeenkomen om de opzegtermijn te verkorten, mits overeenkomst van een billijke vergoeding.

Ingeval van onteigening, verwittigt ieder der partijen de andere, teneinde deze toe te laten haar eventuele rechten te overstaan van de onteigenende overheid uit te oefenen. 3° Onderhavige bepaling doet geen afbreuk aan het recht om het contract onmiddellijk te beëindigen ingeval van zware fout.

Art. 11.Ingeval het contract éénzijdig door één van de partijen op andere gronden dan grove tekortkomingen wordt opgezegd, dan wel op andere gronden voorzien in de overeenkomst, heeft de andere partij recht op een billijke vergoeding, niet cumuleerbaar met reeds voorziene vergoedingen of opzeggingen.

Art. 12.Waarborgen mogen tussen partijen worden overeengekomen onder alle vormen zoals gelddeposito's, hypotheekstelling of borgtocht, bankgaranties, betaling van een premie van een typeverzekering afgesloten voor het geheel van de verkooppunten toebehorend aan het net van eenzelfde leverancier.

De waarborg mag niet meer bedragen dan de waarde van de koopwaren, die in consignatie werden gegeven of nog niet werden betaald, zonder afbreuk te doen aan alle eventuele waarborgen overeengekomen tot dekking van alle schade aan de uitrusting of aan de inrichtingen ter beschikking gesteld van de kleinhandelaar-gerant.

De methode van berekening van de waarborg dient gedefinieerd te worden bij het afsluiten van het contract.

In geen geval kan de leverancier de kleinhandelaar-gerant verplichten om de waarborg te storten op zijn eigen rekening, noch op een door hem bepaalde rekening.

Ingeval de waarborg bestaat uit een geldsom gedeponeerd in handen van de leverancier, zal deze jaarlijks een interest uitkeren gelijk aan de interestvoet overeengekomen bij het afsluiten van het contract. Deze interestvoet mag niet lager zijn dan de 75% van de wettelijke interestvoet.

Op ieder moment kan de geldsom gedeponeerd in de handen van de leverancier, vervangen worden door een andere garantie of waarborg ten belope van een gelijk bedrag en met een gelijkaardige zekerheid.

Ieder krediet door de leverancier aan de kleinhandelaar-gerant verleend, bij het begin van de exploitatie, moet in waarde en niet in hoeveelheid worden uitgedrukt.

Art. 13.Een eventuele clausule van toewijzing van bevoegdheid verwijst, op straffe van nietigheid, naar een rechtsmacht waar de taal van het contract kan gekozen worden als taal van de procedure.

Art. 14.De leverancier zal een afschrift van dit besluit voegen als bijlage van alle bestaande en toekomstige contracten. Deze verplichting wordt vermeld in deze contracten. HOOFDSTUK III. - De contractuele betrekkingen tussen leveranciers en kleinhandelaars-wederverkopers

Art. 15.De tussen de leverancier en de kleinhandelaar-wederverkoper af te sluiten contracten of hun eventuele bijvoegsels bevatten minstens de hiernavolgende rubrieken : 1° De identiteit en het domicilie van de partijen, inclusief hun inschrijvingsnummer in het handelsregister en BTW;2° De beschrijving en de ligging van het verkooppunt; Tevens wordt verwezen naar het (de) bodemattest(en) indien de regionale wetgeving dit voorschrijft en naar de milieu- of uitbatingsvergunning, die als bijlage bij het contract worden gevoegd;

Bij gebrek aan een plaatsbeschrijving, een bodemattest, een milieu- of uitbatingsvergunning, draagt de kleinhandelaar-wederverkoper de volledige verantwoordelijkheid voor alle gevolgen verbonden aan dit gebrek; 3° De vermelding van het voorwerp van het contract, hoofdzakelijk de verkoop van de door de leverancier geleverde producten, evenals de verlening van bijkomende diensten aan de cliënteel;4° Het juridisch stelsel van de gebeurlijke terbeschikkingstelling van het materieel;5° Het stelsel waaronder de koopwaar door de leverancier wordt geleverd (bijvoorbeeld : verkoop, consignatie); Verduidelijking van de verantwoordelijkheid van de kleinhandelaar-wederverkoper voor de voorraden op grond van het stelsel van levering van de koopwaar; 6° Bepaling van de verantwoordelijkheid in het licht van het stelsel van de terbeschikkingstelling van het materieel; 7° Bepaling van de financiële modaliteiten (betaling der facturen, termijnen, overmaking van gelden, enz.) en van de commerciële voorwaarden (winstmarges, ristorno's, kortingen, enz.) voor de producten die onder de exclusiviteitverplichting vallen;

Desgevallend de voorwaarden en het tijdstip van terugbetaling bij verkoop aan de cliënteel voor rekening van de leverancier of bij verkoop met de leverancierskaart; 8° De opsomming van de koopwaren die onder de exclusiviteitsverplichting vallen.Voor elke andere activiteit, uitgeoefend onder het logo van de leverancier, mag de kleinhandelaar-wederverkoper geen producten verkopen die het imago van het merk van de leverancier schaden. Voor alle andere producten, die al dan niet aanbevolen worden door de leverancier, kan de kleinhandelaar-wederverkoper zijn bevoorradingsbron vrij kiezen. 9° De inventaris van het ter beschikking gestelde materieel;10° De tenlasteneming door elk van de partijen van het onderhoud en van de verschillende exploitatiekosten - water, gas, electriciteit, drijfkracht, verwarming, de kosten van het electronisch betalen, belastingen en diverse heffingen (bijvoorbeeld pompen, drijfkracht, onroerende voorheffing), heffingen, telefoonabonnement, door de kleinhandelaar-gerant aangeworven personeel, kosten slaande op het materieel en de uitrusting;11° De contracten moeten de duur vermelden.

Art. 16.Wanneer overeengekomen is dat de kleinhandelaar-wederverkoper petroleumproducten zal verkopen of leveren aan bepaalde klanten, die houder zijn van aankoopbons, waarborgt zijn leverancier hem 75 % van de contractuele distributiemarge voor deze producten.

In geval van consignatie, mag de gewaarborgde marge verschillend zijn, zonder lager te liggen dan 60 % van de contractuele distributiemarge voor deze producten.

Deze waarborg geldt eveneens voor de leveringen van petroleumproducten aan instellingen die fiscale vrijstelling genieten in België.

De door de kleinhandelaar-wederverkoper verzamelde geldige aankoopbons dienen door hem aan zijn leverancier te worden aangeboden binnen termijnen en volgens modaliteiten, die overeen te komen zijn. De partijen zullen bepalen of deze bons kunnen gebruikt worden als betaalmiddel voor de door de leverancier gedane leveringen, ofwel dat hun tegenwaarde onmiddellijk door deze laatste aan de kleinhandelaar-wederverkoper moet gecrediteerd worden.

Art. 17.De forfaitaire schadevergoedingen vastgesteld in verhouding tot de per referentieperiode af te nemen minimale hoeveelheden, mogen slechts toegepast worden in geval van niet uitvoering van een exclusiviteitsclausule inzake bevoorrading of in geval van verbreking van het contract ten laste en ten nadele van de kleinhandelaar-wederverkoper.

Art. 18.§ 1. De kleinhandelaar-wederverkoper en de leveranciers maken bij het begin van het contract een gedetailleerde beschrijving van alle door of namens de leverancier gedane investeringen.

Op vraag van de kleinhandelaar-wederverkoper zal de waarde van de investering bewezen worden met ofwel : a) bewijskrachtige documenten, zoals facturen, enz.; b) de waarde in de boekhouding van de leverancier;c) indien a) en b) niet beschikbaar zijn, door een waardeschatting van een door beide partijen erkende schatter of door onderling overleg. § 2. Elkeen verbindt zich ertoe dat alle door hun gedane investeringen conform de vigerende wetgeving zijn. § 3. De kleinhandelaar-wederverkoper beschikt over een aankoopoptie op het geheel of op een gedeelte van de door of namens de leverancier gedane investeringen.

Ten laatste zes maanden voor het voorziene einde van het contract, verstuurt de kleinhandelaar-wederverkoper een aangetekende brief aan de leverancier, waarin hij ter kennis brengt welke investeringen hij wil overnemen. Uiterlijk op de dag van de beëindiging van het contract betaalt hij het bedrag van de waarde van de overgenomen investeringen aan de leverancier. Dit bedrag wordt verminderd met een afschrijving van 8% per jaar, berekend vanaf de plaatsingsdatum, waarbij ieder begonnen jaar telt voor een volledig jaar. In ieder geval blijft de afschrijving beperkt tot 85 % van bovenvermelde waarde. In geval van niet-betaling vervalt de aankoopoptie. § 4. De kosten van plaatsing kunnen aan de kleinhandelaar-wederverkoper enkel ten laste gelegd worden mits een afschrijving van 10 % per jaar. § 5. De aankoopoptie geldt niet voor uitrusting die specifiek is aan de maatschappij. Deze uitrusting wordt bij het afsluiten van het contract duidelijk in het contract gespecifieerd. Voor de lopende contracten geeft de leverancier binnen de tijdsduur voorzien in artikel 1, lid 2, aan wat hij als specifieke uitrusting beschouwt. § 6. Voor het geval er om technische redenen nieuwe investeringen zouden noodzakelijk zijn, slaat de aankoopoptie eveneens op deze investeringen. De waarde wordt berekend overeenkomstig § 3 hierboven.

De prijs is betaalbaar op de vervaldag van het contract. § 7. De eigendomsoverdracht van deze installaties en dit materieel heeft plaats op de vervaldag van het contract, uitgenomen bij niet betaling op deze datum.

Art. 19.Het contract met de kleinhandelaar-wederverkoper is door de leverancier onoverdraagbaar, tenzij met goedkeuring van de kleinhandelaar-wederverkoper op het ogenblik van het afsluiten van dit contract. De leverancier dient de kleinhandelaar-wederverkoper op de hoogte te brengen van zijn intentie tot overdracht op het ogenblik van deze overdracht. HOOFDSTUK IV. - Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 20.De gewaarborgde minimummarge voorzien in de van kracht zijnde reglementering inzake de verkoopprijzen van petroleumproducten is van toepassing op de contractuele betrekkingen tussen de kleinhandelaars en de leveranciers en dient als een brutomarge begrepen te worden die aan de kleinhandelaars gewaarborgd wordt.

Vermits het gaat om een beding « voor derden », mogen de contracterende partijen, dit wil zeggen de kleinhandelaar en de petroleumleverancier, mits onderling en schriftelijk akkoord, beschikken over een gedeelte van deze marge.

Art. 21.Elke bepaling die de kleinhandelaar verbiedt rechtstreeks of onrechtstreeks concurrerende producten te verkopen na het einde van de overeenkomst, is nietig.

De toepassing van forfaitaire schadevergoedingen wordt in dat verband dus uitgesloten.

Art. 22.1° De leverancier kan zijn verantwoordelijkheid niet ontwijken voor alle nadelige gevolgen voortvloeiend uit levering van gebrekkige producten en/of verkeerde leveringen. 2° De partijen kunnen in geen geval verantwoordelijk gesteld worden voor gevallen van overmacht.3° Indien er werken onder het toezicht van de leverancier aan het station dienen te gebeuren, moet de leverancier een planning met een redelijke termijn voor deze werken voorzien.Indien deze termijn overschreden wordt, heeft de kleinhandelaar recht op een billijke vergoeding

Art. 23.Het toezicht en de controle op de toepassing van dit besluit, alsook de vaststelling van enige overtreding, geschieden overeenkomstig de bepalingen van artikel 21 van het koninklijk besluit nr. 62 van 13 januari 1935, 13 januari 1935 waarbij toelating wordt verleend tot het instellen van een economische reglementering van de voortbrenging en de verdeling gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 295 van 30 maart 1936, en bij het koninklijk besluit nr. 78 van 28 november 1939, bekrachtigd bij de wet van 16 juni 1947;

De overtredingen van de bepalingen van dit besluit worden gestraft overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 22 tot 25 van het zelfde besluit.

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 14 januari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Ch. PICQUE

^