Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 januari 2013
gepubliceerd op 27 maart 2013

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, betreffende de risicogroepen en vormingsinspanningen over de jaren 2011-2012

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2012207005
pub.
27/03/2013
prom.
14/01/2013
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JANUARI 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, betreffende de risicogroepen en vormingsinspanningen over de jaren 2011-2012 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid, betreffende de risicogroepen en vormingsinspanningen over de jaren 2011-2012.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 januari 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 oktober 2011 Risicogroepen en vormingsinspanningen over de jaren 2011-2012 (Overeenkomst geregistreerd op 14 november 2011 onder het nummer 106872/CO/128.03)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid.

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde werkgevers betalen voor de jaren 2011 en 2012 een bijdrage van 0,10 pct., berekend op grond van het volledige loon van de werklieden en werksters, zoals bedoeld bij artikel 23 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.

Art. 3.De opbrengst van de inning van de bijdrage van 0,10 pct. is bestemd voor de medefinanciering van opleidingsinitiatieven van personen die behoren tot de risicogroepen.

Deze initiatieven kunnen hetzij collectief, hetzij individueel of hetzij voor een groep van ondernemingen georganiseerd worden.

De modaliteiten van de financiering voor de algemene kosten, de ontwikkelingskosten en de rechtstreekse opleidingskosten zullen in de raad van bestuur van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid" bepaald worden.

De projectontwikkeling, de coördinatie, de kostenverrekening en de verslaggeving wordt toevertrouwd aan de werkgeversfederatie.

Art. 4.In het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst moeten, rekening houdend met de bijzondere concurrentiedruk die op de sector uitgeoefend wordt, als risicogroepen beschouwd worden : - de ongeschoolde of laaggeschoolde werknemers en/of werkzoekenden; - de werknemers waarvan de tewerkstelling bedreigd wordt door gebrek aan scholing of herscholing van de vakbekwaamheid; - de werknemers die een activiteit uitoefenen die de nakomende activiteiten in dermate beïnvloeden dat bij gebrek aan bestendige aanpassing de tewerkstelling in cascade bedreigd wordt.

Art. 5.Deze bijdrage wordt geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en overgemaakt aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk en de handschoennijverheid", Hoogstraat 26-28, 1000 Brussel, dat zal instaan voor de vereffening van de door de raad van bestuur van het fonds besliste bestedingen.

De totaliteit van de financiering in het kader van de bijdrage van 0,10 pct. mag de totaliteit van de ontvangsten niet overschrijden.

Art. 6.Jaarlijks zal, in de schoot van het paritair subcomité, een evaluatie worden gemaakt van de bestaande opleidingsinitiatieven en bestedingen zoals voorzien in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 7.Wat betreft vorming (punt 3 van het interprofessioneel akkoord 2007-2008 en de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het Generatiepact, inzonderheid op artikel 30 gewijzigd door de wet van 17 mei 2007), zal de sector een jaarlijkse toename van de participatiegraad aan vorming en opleiding met 5 procentpunten realiseren.

Dit zal gebeuren op ondernemingsvlak door : het toekennen van opleidingstijd per werknemer, individueel of collectief, of het aanbieden van en het ingaan op een vormingsaanbod buiten de werkuren of via stelsels van collectieve opleidingsplanning via de ondernemingsraad.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2012.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 14 januari 2013.

De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^