Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 juni 2004
gepubliceerd op 01 juli 2004

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 april 2003 betreffende de werking van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse II

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2004009275
pub.
01/07/2004
prom.
14/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/14/2004009275/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JUNI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 april 2003 betreffende de werking van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse II


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, inzonderheid op de artikelen 8, 38.4, 52 en 53;

Gelet op de programmawet van 8 april 2003, inzonderheid op artikel 143;

Gelet op het advies van de kansspel-commissie, gegeven op 2 juli 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 september 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 19 november 2003;

Gelet op het advies 36.434/2 van de Raad van State gegeven op 29 maart 2004;

Gelet op de Richtlijn 98/34/EG van 22 juni 1998 van het Europees Parlement en van de Raad betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften, gewijzigd door de Richtlijn 98/48/EG van 20 juli 1998;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, van Onze Minister van Financiën, van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Onze Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 8 april 2003 betreffende de werking van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse II wordt opgeheven.

Art. 2.Artikel 3, derde lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Het herverdelingsgehalte, beoogd in het voorgaande lid, moet worden bepaald door middel van erkende methodes van kansberekening, naargelang het potentieel aantal resultaten verbonden aan de spelen, of aangetoond door speltesten. »

Art. 3.Artikel 5, c), van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : c) de maximuminzet bedraagt 0,25 EUR. Iedere inzet moet tussen 0,10 EUR en 0,25 EUR liggen.

De totale inzet per spel mag samengesteld worden uit meerdere inzetten, de zogenaamde multiple inzet.

De verschillende inzetten moeten in het spel geplaatst worden door een actie op de betrokken toets zoveel keer uit te voeren tot de inzet de totale inzet bedraagt.

De totale inzet per spel moet begrensd worden tot een waarde bepaald tijdens de modelgoedkeuring door gebruik te maken van de volgende formule : Emax = 2 x ( PH / (1- TR) x TP/3600) - Emin waarbij : Emax = maximale totale inzet per spel;

PH = maximaal gemiddeld uurverlies;

TR = werkelijk herverdelinggehalte bepaald tijdens de modelgoedkeuring;

TP = minimum speeltijd;

Emin = mimimaal mogelijke inzet per spel.

De waarde van Emax wordt afgerond op de laagste mogelijke munteenheid.

Art. 4.In artikel 5, d), van hetzelfde besluit worden de woorden '12,50 EUR' vervangen door de woorden '25,00 EUR'.

Art. 5.Artikel 5, g), van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : g) per spel mag de speler niet meer dan 200 maal de maximale totale inzet, zoals bepaald in artikel 5, c) ontvangen; De maximale winst per spel mag echter niet hoger liggen dan 500 EUR voor een monospeler automaat en 1.000 EUR per terminal bij een multispeler automaat.

De automaat moet de inzetmogelijkheden van de speler begrenzen, opdat de mogelijke winst per partij, de maximale winst die bepaald werd door de modelgoedkeuring, niet overschreden kan worden.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.Onze Minister bevoegd voor Justitie, Onze Minister bevoegd voor Begroting en Overheidsbedrijven, Onze Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, Onze Minister bevoegd voor Financiën, Onze Minister bevoegd voor Sociale Zaken en Volksgezondheid en Onze Minister bevoegd voor Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 14 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Economie, Energie, Buitenlandse Handel en Wetenschapsbeleid, Mevr. F. MOERMAN

^