Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 14 oktober 2008
gepubliceerd op 07 november 2008

Koninklijk besluit betreffende een aantal maatregelen tot verhoging van de capaciteit van de politiediensten

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie
numac
2008000899
pub.
07/11/2008
prom.
14/10/2008
ELI
eli/besluit/2008/10/14/2008000899/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit betreffende een aantal maatregelen tot verhoging van de capaciteit van de politiediensten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol);

Gelet op het protocol van onderhandeling nr. 186/4 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 24 augustus 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 12 maart 2007;

Gelet op het advies van de adviesraad van burgemeesters, gegeven op 26 juni 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 9 juli 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 20 augustus 2008;

Gelet op advies 43.538/2/V van de Raad van State, gegeven op 4 september 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het RPPol wordt een artikel VIII.X.16bis ingevoegd, luidende : « Art. VIII.X.16bis. Het jaarlijks vakantieverlof opgenomen tijdens een periode van verminderde prestaties wegens ziekte wordt per afwezigheidsdag naar de rato van een volledige dag aangerekend op het in artikel VIII.III.1 bedoelde aantal dagen. »

Art. 2.Artikel VIII.XI.7 RPPol wordt aangevuld met de volgende leden : « Vooraleer de in het eerste lid bedoelde termijn is verstreken, kan het personeelslid op eigen verzoek voor de commissie voor geschiktheid van het personeel van de politiediensten worden opgeroepen.

Voor de berekening van de in het eerste lid bedoelde termijn van zes maanden worden alle dagen disponibiliteit over de laatste 365 dagen gecumuleerd.

De aspiranten die de dag voorafgaand aan hun toelating tot de opleiding nog geen personeelslid waren van een politiedienst en die afwezig zijn wegens ziekte, uitgezonderd de afwezigheden ten gevolge van een arbeidsongeval, worden na het aantal dagen verlof dat krachtens artikel VIII.X.1 is toegestaan, te hebben bereikt, opgeroepen voor de commissie voor geschiktheid van het personeel van de politiediensten. »

Art. 3.In artikel X.II.3 RPPol wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Het personeelslid mag de eerste ziektedag zijn woonplaats niet verlaten tenzij een medisch getuigschrift van zijn behandelende arts dit toelaat. Het medisch luik van het medisch getuigschrift moet binnen 24 uur worden verzonden of door enigerlei ander middel binnen 24 uur worden bezorgd aan de medische dienst. Het administratief luik van het medisch getuigschrift moet binnen 24 uur worden verzonden of door enigerlei ander middel binnen 24 uur worden bezorgd aan de betrokken personeelsdienst. »

Art. 4.In artikel X.II.4 RPPol wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Het medisch luik van het in het eerste lid bedoelde medisch getuigschrift moet binnen 24 uur worden verzonden of door enigerlei ander middel binnen 24 uur worden bezorgd aan de medische dienst. Het administratief luik van het in het eerste lid bedoelde medisch getuigschrift moet binnen 24 uur worden verzonden of door enigerlei ander middel binnen 24 uur worden bezorgd aan de betrokken personeelsdienst. »

Art. 5.In artikel X.II.7 RPPol wordt het tweede lid vervangen als volgt : « De oproeping geschiedt door gelijk welk middel en, indien mogelijk, tegen ontvangstbewijs. »

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.De Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 oktober 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, J. VANDEURZEN

^