Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 december 2010
gepubliceerd op 28 december 2010

Koninklijk besluit betreffende de eerste hulp die verstrekt wordt aan werknemers die slachtoffer worden van een ongeval of die onwel worden

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010201172
pub.
28/12/2010
prom.
15/12/2010
ELI
eli/besluit/2010/12/15/2010201172/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit betreffende de eerste hulp die verstrekt wordt aan werknemers die slachtoffer worden van een ongeval of die onwel worden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, de artikelen 2, § 3, en 4, § 1, genummerd bij de wet van 7 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/1999 pub. 30/04/1999 numac 1999012315 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 499 van 31 december 1986 tot regeling van de sociale zekerheid van sommige kansarme jongeren type wet prom. 07/04/1999 pub. 20/04/1999 numac 1999012230 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de PWA-arbeidsovereenkomst sluiten en gewijzigd bij de wetten van 11 juni 2002 en 10 januari 2007;

Gelet op het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor preventie en bescherming op het werk, gegeven op 19 juni 2009;

Gelet op advies nr. 47.627/1 van de Raad van State, gegeven op 14 januari 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wettten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de werknemers, evenals op de daarmee gelijkgestelde personen, bedoeld in artikel 2 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° eerste hulp : het geheel van noodzakelijke handelingen die er op gericht zijn de gevolgen van een ongeval of een traumatische of niet-traumatische aandoening te beperken en er voor te zorgen dat de letsels niet erger worden, in afwachting van, indien nodig, gespecialiseerde hulp;2° hulpverlener : werknemer die de eerste hulp op de arbeidsplaats verleent en die daartoe tenminste de vorming en de bijscholing heeft gevolgd bedoeld in afdeling IV, die aangepast zijn aan de risico's inherent aan de activiteiten van de werkgever;3° verzorgingslokaal : lokaal dat gevestigd is op de arbeidsplaats of in de onmiddellijke omgeving er van, bestemd om het nodige materiaal te bevatten voor eerste hulp, om de werknemers die het slachtoffer zijn van een ongeval of die onwel worden op te vangen en te verzorgen, en desgevallend om ter beschikking te worden gesteld van werkneemsters tijdens de zwangerschap of de lactatie;4° interne dienst : de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk;5° externe dienst : de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk;6° comité : het comité voor preventie en bescherming op het werk, of, bij ontstentenis, de vakbondsafvaardiging of, bij ontstentenis, de werknemers zelf, overeenkomstig de bepalingen van artikel 53 van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;7° Algemene directie HUA : de algemene directie van de Humanisering van de arbeid van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;8° Algemene directie TWW : de algemene directie van het Toezicht op het welzijn op het werk van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Afdeling 2. - Algemene verplichtingen van de werkgever

Art. 3.§ 1. De werkgever is ertoe gehouden in functie van de aard van de activiteiten en van de resultaten van de risicoanalyse, de nodige maatregelen te treffen om : 1° de werknemers die slachtoffer zijn van een ongeval of die onwel geworden zijn, zo spoedig mogelijk eerste hulp te verlenen en indien nodig de diensten buiten de onderneming gespecialiseerd in medische noodhulp en reddingswerkzaamheden, of een verzorgingsinstelling te alarmeren;2° voor zover er geen tegenindicaties bestaan, er voor te zorgen dat de betrokken werknemers vervoerd worden, naargelang het geval hetzij naar het verzorgingslokaal, hetzij naar hun woning, of naar een geschikte of vooraf bepaalde verzorgingsinstelling;3° de nodige contacten te leggen met de diensten buiten de onderneming gespecialiseerd in medische noodhulp en reddingswerkzaamheden en de verzorgingsinstellingen waarop een beroep kan worden gedaan, opdat de betrokken werknemers zo snel mogelijk de gepaste medische hulp zouden bekomen. § 2. De werkgever waakt erover dat de maatregelen bedoeld in § 1 kunnen toegepast worden op aannemers, onderaannemers en andere personen die aanwezig zijn op de arbeidsplaats.

Art. 4.§ 1. De werkgever stelt, met de medewerking van, al naargelang het geval, de interne of externe dienst aan wie deze opdracht is toegewezen en in toepassing van de artikelen 5, tweede lid, 13° en 14°, 6, 3° en 12, 5°, van het koninklijk besluit van 27 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012229 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012230 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012228 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk sluiten betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, en na voorafgaand advies van het comité, de volgende maatregelen vast : 1° hij werkt de procedures van eerste hulp uit volgens de voorschriften van het intern noodplan;2° hij bepaalt welke middelen noodzakelijk zijn voor de organisatie van de eerste hulp;3° hij bepaalt het aantal werknemers dat moet ingezet worden voor de organisatie van de eerste hulp en de kwalificaties waarover zij dienen te beschikken;4° hij bepaalt de specifieke risico's verbonden aan zijn activiteiten, waarvoor de hulpverleners hetzij de basiskennis en -vaardigheden inzake eerste hulp, bedoeld in artikel 9, tweede lid, hetzij deze basiskennis en -vaardigheden aangevuld met de specifieke kennis en vaardigheden, bedoeld in artikel 9, derde lid, moeten verwerven. Bij de vaststelling van de in het eerste lid bedoelde maatregelen houdt de werkgever rekening met : 1° de aard van de activiteiten die hij verricht;2° de resultaten van de risicoanalyse;3° het aantal werknemers en, in voorkomend geval, de bijzonder gevoelige risicogroep waartoe ze behoren. § 2. De werkgever evalueert de maatregelen die in toepassing van § 1 worden vastgesteld en past ze aan, rekening houdend met de incidenten en ongevallen die zich hebben voorgedaan en met de technologische evolutie in de onderneming en in de eerste hulpverleningstechnieken. Afdeling 3. - Uitrusting en organisatie

Art. 5.De elementaire middelen die nodig zijn om de eerste hulp te kunnen verstrekken omvatten het basismateriaal, een verbanddoos en, in voorkomend geval, een verzorgingslokaal.

Op advies van de preventieadviseur-arbeidgeneesheer en het comité bepaalt de werkgever welk materiaal er nodig is en waar het aanwezig moet zijn, stelt de inhoud van de verbanddoos vast en bepaalt of er aanvullingen noodzakelijk zijn.

De werkgever gaat regelmatig na of de in vorig lid bedoelde middelen effectief aanwezig zijn.

Art. 6.§ 1. In de ondernemingen die, krachtens artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012229 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012230 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012228 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk sluiten betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, ingedeeld worden in groep A, B of C, omvatten de elementaire middelen bedoeld in artikel 5 een verzorgingslokaal, behalve indien uit de resultaten van de risicoanalyse blijkt dat dit niet noodzakelijk is.

Het verzorgingslokaal wordt ingericht na advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en het comité.

Het bevat het materiaal, het meubilair en alle andere middelen die vereist zijn voor het gebruik van dit lokaal en dit overeenkomstig de bestemming ervan.

Het verzorgingslokaal is voldoende ruim bemeten, biedt alle waarborgen inzake veiligheid en hygiëne en is voorzien van zowel koud als warm stromend water. Het wordt verlucht, verlicht en verwarmd in functie van zijn bestemming.

De toegangswegen tot dit lokaal worden vrijgehouden en laten de doorgang van een draagbaar toe.

De plaats van het lokaal wordt aangeduid door een bord, overeenkomstig de bepalingen inzake de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. § 2. Na advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, kan het verzorgingslokaal dienst doen als lokaal dat ter beschikking wordt gesteld van de werkneemsters tijdens de zwangerschap en tijdens de lactatie.

Art. 7.§ 1. In de ondernemingen die, krachtens artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012229 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012230 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012228 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk sluiten betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, ingedeeld worden in groep A, B of C, voorziet elke werkgever, in toepassing van artikel 4, § 1, eerste lid, 3°, na voorafgaand advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en het comité, een voldoende aantal verpleegkundigen, hulpverleners of andere aangeduide personen, in verhouding tot het aantal werknemers, de kenmerken van de activiteiten van de werkgever en de resultaten van de risicoanalyse, zodanig dat de eerste hulp kan verleend worden gedurende de ganse duur van de arbeid. § 2. In de ondernemingen die, krachtens artikel 3 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012229 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de Interne Dienst voor preventie en bescherming op het Werk type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012230 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk type koninklijk besluit prom. 27/03/1998 pub. 31/03/1998 numac 1998012228 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk sluiten betreffende de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, ingedeeld worden in groep D, wordt de eerste hulp verstrekt door de werkgever of door één of meerdere daartoe opgeleide en door hem aangeduide werknemers. § 3. De werkgever houdt een register bij waarin de werknemer die een interventie doet in het kader van de eerste hulp, zijn naam en deze van het slachtoffer vermeldt, evenals de aard en de datum van de interventie.

Art. 8.De met het toezicht belaste ambtenaren kunnen aan de werkgever aanvullingen bij het materiaal voor eerste hulp of een andere organisatie van de eerste hulpverlening opleggen. Afdeling 4. - Vorming en bijscholing van hulpverleners

Onderafdeling 1. - De kennis en vaardigheden

Art. 9.De vorming en bijscholing zorgen er voor dat de hulpverlener de kennis en de vaardigheden verwerft om de levensbedreigende medische toestand van personen te herkennen en daarbij de principes van de eerste hulp toe te passen in afwachting van het tussenkomen van de gespecialiseerde diensten, bedoeld in artikel 3, § 1.

De basiskennis en -vaardigheden hebben betrekking op de doelstellingen, opgenomen als bijlage.

De specifieke kennis en vaardigheden hebben betrekking op het verstrekken van eerste hulp aan werknemers die het slachtoffer zijn van een ongeval dat verband houdt met risico's die inherent zijn aan een specifieke activiteit van de werkgever en waarvoor de basiskennis en -vaardigheden inzake eerste hulp ontoereikend zijn.

Art. 10.De werknemers die met vrucht een vorming en een jaarlijkse bijscholing inzake de basiskennis en -vaardigheden en de specifieke kennis en -vaardigheden, nodig voor het verstrekken van de eerste hulp, hebben gevolgd bij een instelling die voorkomt op de lijst van instellingen of werkgevers die vorming en bijscholing aan hulpverleners vestrekken, gepubliceerd door de Algemene directie HUA, worden vermoed te beschikken over de kennis en vaardigheden, bedoeld in artikel 9.

De werkgever kan van de jaarlijkse bijscholing bedoeld in het eerste lid, afwijken, op voorwaarde dat hij bewijst, aan de hand van een voorafgaandelijke risicoanalyse en na voorafgaand advies van de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer en van het comité, dat een meer in de tijd gespreide bijscholing geen afbreuk doet aan de kennis en de vaardigheden waarover de werknemers die hij als hulpverlener heeft aangduid in toepassing van dit besluit, moeten beschikken.

Onderafdeling 2. - Organisatie van de cursussen

Art. 11.De instellingen of werkgevers die een vorming en bijscholing verstrekken met het oog op het verwerven van de basiskennis en -vaardigheden van hulpverlener, voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° er zorg voor dragen dat de inhoud van de cursussen beantwoordt aan de drie doelstellingen bedoeld in de bijlage en de best beschikbare praktijken voortdurend integreert;2° op de gepaste tijdstippen beschikken over en alleen een beroep doen op lesgevers die geactualiseerde kennis en vaardigheden bezitten in de onderwezen materies;3° over de gepaste middelen beschikken, inzonderheid leslokalen en les- en oefenmateriaal;4° de cursus derwijze organiseren dat hij minimum 15 lesuren omvat, de pauzes niet inbegrepen, waarbij respectievelijk minimaal 3 lesuren gewijd worden aan doelstelling 1, 6 lesuren aan doelstelling 2 en 6 lesuren aan doelstelling 3;5° jaarlijkse bijscholingen organiseren, die minimaal 4 lesuren omvatten en gericht zijn op het behoud van de basiskennis en -vaardigheden en het bijbrengen van nieuwe of geëvolueerde eerste hulppraktijken of -kennis;6° het aantal cursisten per lesgever en per les beperken tot maximaal 15;7° na het beëindigen van de cursus aan de cursisten een getuigschrift afleveren op basis van een competentie-evaluatie;8° zich ertoe verbinden de voormelde vereisten voortdurend te eerbiedigen. Werkgevers die eigen werknemers tot hulpverlener opleiden mogen voor de bijscholing van deze werknemers van het jaarlijks karakter van de bijscholing bedoeld in het eerste lid, 5°, afwijken onder dezelfde voorwaarden als bepaald in artikel 10, tweede lid.

Onderafdeling 3. - Procedure om opgenomen te worden in de lijst bedoeld in artikel 10

Art. 12.De aanvragen om opgenomen te worden in de lijst bedoeld in artikel 10 worden ingediend bij de Algemene directie HUA en omvatten : 1° benaming, statuut en adres van de instelling, alsook het adres van de plaats waar de leslokalen en het les- en oefenmateriaal zich bevinden;2° de opgave van kwalificaties van de lesgevers waarop de organisator een beroep doet, inzonderheid hun diploma's, ervaring, curriculum en de wijze waarop zij zich bijscholen;3° een schriftelijke verklaring waarbij de instelling de verbintenis aangaat de voorwaarden bedoeld in artikel 11 na te leven.

Art. 13.De Algemene directie HUA gaat na of de aanvraag volledig is en zendt ze vervolgens voor onderzoek, verslag en advies naar de Algemene directie TWW. De instellingen aan wie de Algemene directie TWW een gunstig advies heeft gegeven met betrekking tot hun aanvraag, worden door de Algemene directie HUA opgenomen in de lijst bedoeld in artikel 10, die wordt gepubliceerd door de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.

Indien, na controle door de Algemene directie TWW, en nadat de instelling werd gehoord, blijkt dat deze niet meer voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 11, schrapt de Algemene directie HUA de betrokken instelling van de lijst, bedoeld in artikel 10.

Onderafdeling 4. - Specifieke kennis en vaardigheden

Art. 14.De cursussen voor het verwerven van specifieke kennis en vaardigheden worden georganiseerd door instellingen, sectoren, beroepsorganisaties of werkgevers, die voor het verstrekken van deze cursussen een beroep doen op personen of organisaties waarvan de bevoegdheid inzake het verstrekken van eerste hulp aan werknemers die het slachtoffer zijn van ongevallen of aandoeningen verbonden aan risico's die inherent zijn aan de specifieke activiteit van de onderneming, algemeen aanvaard is. Afdeling 5. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 15.In titel II, hoofdstuk III, van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, goedgekeurd bij de besluiten van de Regent van 11 februari 1946 en 27 september 1947, wordt afdeling III, die de artikelen 174 tot 183ter omvat en vervangen werd bij het koninklijk besluit van 16 april 1965, opgeheven.

Art. 16.De erkenningen van de organismen die het getuigschrift van hulpverlener uitreiken, die, door de Minister die het welzijn op het werk in zijn bevoegdheid heeft, werden verleend in toepassing van artikel 177 van het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming, vervallen van rechtswege de eerste dag van de zesde maand volgend op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit.

De erkenningen, bedoeld in het eerste lid, en verleend aan organisatoren die, vóór de eerste dag van de zesde maand volgend op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, een ontvankelijke aanvraag hebben ingediend om in de in artikel 10 bedoelde lijst te worden opgenomen, vervallen evenwel van rechtswege na afloop van de procedure bedoeld in afdeling 4, onderafdeling 3.

Art. 17.De bepalingen van de artikelen 1 tot 14 van dit besluit vormen hoofdstuk VIII van titel I van de codex over het welzijn op het werk, met de volgende opschriften : « Titel I : Algemene bepalingen » « Hoofdstuk VIII : Eerste Hulp »

Art. 18.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.

Art. 19.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 december 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 sluiten, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996; Wet van 7 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/04/1999 pub. 30/04/1999 numac 1999012315 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 499 van 31 december 1986 tot regeling van de sociale zekerheid van sommige kansarme jongeren type wet prom. 07/04/1999 pub. 20/04/1999 numac 1999012230 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de PWA-arbeidsovereenkomst sluiten, Belgisch Staatsblad van 20 april 1999;

Wet van 11 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/06/2002 pub. 22/05/2003 numac 2003015014 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie et de Regering van de Republiek El Salvador inzake de wederzijdse bevordering en bescherming van investeringen, gedaan te Brussel op 12 oktober 1999 (2) (3) type wet prom. 11/06/2002 pub. 22/06/2002 numac 2002012823 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, Belgisch Staatsblad van 22 juni 2002;

Wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 28/12/2007 numac 2007001003 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. - Duitse vertaling type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, Belgisch Staatsblad van 6 juni 2007;

Besluit van de Regent van 11 februari 1946, Belgisch Staatsblad van 3 en 4 april 1946;

Besluit van de Regent van 27 september 1947, Belgisch Staatsblad van 3 en 4 oktober 1947;

Koninklijk besluit van 16 april 1965, Belgisch Staatsblad van 4 juni 1965.

Bijlage Inhoud van de basiskennis en -vaardigheden van hulpverleners bedoeld in artikel 9, tweede lid Het verwerven van de basiskennis en -vaardigheden beoogt drie doelstellingen : o Doelstelling 1 : de basisprincipes - de rol van de hulpverlener verstaan alsook de indicaties voor het gebruik van het beschikbare materieel en de noodzaak tot het registreren van incidenten en acties (wettelijk kader begrijpen); - het belang inzien van basishygiëne in eerstehulpprocedures; - de toestand en omstandigheden correct analyseren om zo veilig, vlot en efficiënt mogelijk te alarmeren en te handelen in een noodsituatie; - de procedures inzake comfortzorgen voorafgaand aan de evacuatie en de procedures van verplaatsing en evacuatie van slachtoffers kennen en correct toepassen. o Doelstelling 2 : het ondersteunen van de vitale functies - op een veilige, snelle en efficiënte manier eerste hulp toedienen aan een bewusteloos slachtoffer (inclusief een slachtoffer met stuiptrekkingen); - op een vlotte en efficiënte manier eerste hulp toedienen aan een slachtoffer met ademnood (inclusief luchtwegobstructie); - de toestand van een slachtoffer met pijn in de borst herkennen; - snel en efficiënt de cardiopulmonale reanimatie toepassen (Richtlijnen Basisreanimatie en indien van toepassing AED van de Europese Reanimatieraad). o Doelstelling 3 : andere afwijkingen - de symptomen van een ernstige aandoening (bijvoorbeeld aandoeningen van het cardiovasculair stelsel, het zenuwstelsel en vergiftiging) herkennen en de algemene principes van eerste hulp toepassen; - in staat zijn de correcte eerste hulp te verstrekken bij : . Bloedingen. . Huidwonden. . Letsels en traumata aan botten, spieren en gewrichten. . Hoofdletsel, inclusief vermoeden van een wervelletsel. . Brandwonden. . Oogletsel, inclusief de gevallen waarin men een oog dient te spoelen.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 december 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr J. MILQUET

^