Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 februari 2016
gepubliceerd op 01 maart 2016

Koninklijk besluit tot uitvoering van de Verordening nr. 1257/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 inzake scheepsrecycling, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 en van Richtlijn 2009/16/EG

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2016014012
pub.
01/03/2016
prom.
15/02/2016
ELI
eli/besluit/2016/02/15/2016014012/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

Maritiem Vervoer


15 FEBRUARI 2016. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 1257/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 inzake scheepsrecycling, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 en van Richtlijn 2009/16/EG


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Verordening (EU) nr. 1257/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 inzake scheepsrecycling, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 en van Richtlijn 2009/16/EG;

Gelet op de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen, artikel 4, gewijzigd bij de wet van 22 januari 2007, artikel 9 en artikel 30, gewijzigd bij de wet van 22 januari 2007;

Gelet op de wet van 6 april 1995Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/04/1995 pub. 29/05/2012 numac 2012000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van de parlementaire overlegcommissie bedoeld in artikel 82 van de Grondwet en tot wijziging van de gecoördineerde wetten op de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorkoming van verontreiniging door schepen, artikel 6, gewijzigd bij de wet van 19 december 2012, artikel 7, gewijzigd bij de wet van 5 mei 1999, en artikel 9;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010014271 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende havenstaatcontrole sluiten betreffende havenstaatcontrole;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juni 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting 28 augustus 2015;

Gelet op advies 58.581/4 van de Raad van State, gegeven op 21 december 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en de Staatssecretaris voor Noordzee, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° Verordening (EU) nr.1257/2013: de Verordening (EU) nr. 1257/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 inzake scheepsrecycling, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 en van Richtlijn 2009/16/EG; 2° Directoraat: het Directoraat-generaal Maritiem Vervoer bij de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;3° Minister : de Minister bevoegd voor de maritieme mobiliteit.

Art. 2.De met scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe is aangesteld, wordt aangeduid als de administratie bedoeld in Verordening (EU) nr. 1257/2013.

Art. 3.Een erkende organisatie zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, 10°, van Verordening (EU) nr. 1257/2013 kan door de Minister worden gemachtigd voor het uitvoeren van taken als erkende organisatie in Verordening (EU) nr. 1257/2013. De bepalingen van het koninklijk besluit van 13 maart 2011 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor de met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties zijn van toepassing op deze machtiging.

Art. 4.De met scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe is aangesteld kan de door de scheepseigenaar krachtens artikel 6, eerste lid, b), van Verordening (EU) nr. 1257/2013 verstrekte informatie en de bijzonderheden opgenomen in artikel 7, vierde lid, van Verordening (EU) nr. 1257/2013 doorsturen naar de bevoegde autoriteit zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, 11°, van Verordening (EU) nr. 1257/2013.

Art. 5.§ 1. De retributie voor het administratieve onderzoek van de aanvraag van een Inventariscertificaat zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, 21°, van de Verordening (EU) nr. 1257/2013 bedraagt 150 euro.

Indien er bijkomend onderzoek vereist is wordt er een extra retributie gevraagd. Het tarief per gepresteerd uur bedraagt 120 euro.

De retributie voor het administratieve onderzoek van de aanvraag van een Geschikt voor recycling-certificaat zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, 22°, van de Verordening (EU) nr. 1257/2013 bedraagt 150 euro.

Indien er bijkomend onderzoek vereist is wordt er een extra retributie gevraagd. Het tarief per gepresteerd uur bedraagt 120 euro. § 2. De bedragen van de retributies bedoeld in paragraaf 1 worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het indexcijfer van de gezondheidsindex op basis van volgende formule: de retributie zoals vastgesteld in paragraaf 1 vermenigvuldigd met het nieuwe indexcijfer en gedeeld door het aanvangsindexcijfer.

Het nieuwe indexcijfer is het indexcijfer van de gezondheidsindex van de maand november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de retributie wordt aangepast overeenkomstig deze paragraaf.

Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de gezondheidsindex van november 2015.

Het verkregen resultaat wordt afgerond naar boven op de euro als het decimale gedeelte gelijk aan of meer dan vijftig cent is. Het wordt naar onder op de euro afgerond als dit gedeelte minder is dan vijftig cent. § 3. De retributie voor de aanvraag van de certificaten van dit artikel is verschuldigd door de aanvrager.

De aanvraag van de certificaten in dit artikel en de betaling ervan de verloopt volgens de instructies van het Directoraat.

Art. 6.De met scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe is aangesteld is belast met de inspectie bedoeld in de artikelen 11 en 12 van de Verordening (EU) nr. 1257/2013.

Art. 7.Het Directoraat stelt een of meer contactpersonen aan die tot taak hebben natuurlijke of rechtspersonen die inlichtingen vragen, te informeren en te adviseren. Het Directoraat stelt de Europese Commissie in kennis van de aanwijzing van contactpersonen. Het Directoraat stelt de Europese Commissie onmiddellijk in kennis van elke verandering in die informatie.

Art. 8.De met scheepvaartcontrole belaste ambtenaar die daartoe is aangesteld zendt de Commissie een verslag toe overeenkomstig artikel 21 van Verordening (EU) nr. 1257/2013.

Art. 9.Het Directoraat kan in bilateraal of multilateraal verband samenwerken met andere lidstaten ten behoeve van de preventie en opsporing van mogelijke omzeiling van en inbreuken op deze verordening.

Het Directoraat wijst de personen aan die verantwoordelijk zijn voor de in het eerste lid bedoelde samenwerking.

Art. 10.Overeenkomstig artikel 26 Verordening (EU) nr. 1257/2013 kan vanaf de datum van bekendmaking van de Europese lijst overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1257/2013 de met scheepvaartcontrole belaste ambtenaar, en voorafgaand aan de toepassingsdatum bedoeld in artikel 32 van Verordening (EU) nr. 1257/2013, het recyclen van schepen toestaan in scheepsrecyclinginrichtingen die opgenomen zijn in de Europese lijst.

Voor de toepassing van het eerste lid pleegt de met scheepvaartcontrole belaste ambtenaar overleg met de bevoegde dienst van de gewesten.

Art. 11.Bijlage IV van het koninklijk besluit van 22 december 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/12/2010 pub. 29/12/2010 numac 2010014271 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende havenstaatcontrole sluiten betreffende havenstaatcontrole wordt aangevuld met de bepaling onder 49°, luidende: "49. Een certificaat betreffende de inventaris van gevaarlijke materialen of een verklaring van overeenstemming, afhankelijk van hetgeen op grond van Verordening (EU) nr. 1257/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 inzake scheepsrecycling, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1013/2006 en van Richtlijn 2009/16/EG van toepassing is.".

Art. 12.De minister bevoegd voor de maritieme mobiliteit is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 februari 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. M. DE BLOCK De Staatssecretaris voor Noordzee, B. TOMMELEIN

^