Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juli 2013
gepubliceerd op 19 augustus 2013

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2013011373
pub.
19/08/2013
prom.
15/07/2013
ELI
eli/besluit/2013/07/15/2013011373/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 JULI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, ALGEMEEN Het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, wijzigt het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen (hierna "KB 2009"). Het is bedoeld om rekening te houden met de opmerkingen geformuleerd door de Raad van State in zijn advies 47.079/4 van 16 september 2009. Dit advies werd integraal gevolgd behoudens de vormopmerking als zou "transportabel station" zijn gedefinieerd terwijl de term "draagbaar station" wordt gebruikt: deze opmerking wordt niet gevolgd omdat een transportabel station niet hetzelfde is als een draagbaar station, - hetgeen trouwens ook wordt gedefinieerd. Ook de opmerking betreffende artikel 21 dat een frequentieverandering die voortspruit uit de toepassing van een internationale overeenkomst grond oplevert tot vergoeding aan de vergunninghouder, wordt niet gevolgd. De frequentieverandering opgelegd door een internationale overeenkomst vormt wel degelijk voldoende grond om geen vergoeding uit te keren.

Tevens worden enkele taalfouten en vergissingen verbeterd. Verder worden er een aantal preciseringen en verduidelijkingen aangebracht.

Er dient opgemerkt te worden dat de wijzigingen aangebracht door het voorliggende KB geen invloed hebben op het netwerk van de NV A.S.T.R.I.D. Advies 53.551/4 van de Raad van State van 9 juli 2013 werd integraal gevolgd.

ARTIKELSGEWIJZE BESPREKING Hierbij worden enkel de bepalingen toegelicht die naast de algemene redenen van wijziging zoals hierboven aangegeven nog nadere toelichting behoeven. De andere artikelen behoeven dus geen verdere commentaar.

De artikelen 1 tot 3 behoeven geen commentaar.

Artikel 4 voegt de verduidelijking in in artikel 2 van het KB 2009 dat dit KB niet van toepassing is op de satellietgrondstations aangezien daarvoor het KB van 16 april 1998 betreffende de satellietgrondstations van toepassing is.

Artikel 5 behoeft geen commentaar.

De wijziging aangebracht door artikel 6 voorziet in artikel 4 van het KB 2009 aparte categorieën (7° en 8° ) voor houdersvergunningen en bepaalde netwerken die voordien in de 6de categorie (restcategorie) begrepen waren. Deze bijkomende categorieën worden voor de duidelijkheid gecreëerd: zo worden deze benoemd en wordt de lading die de 6e categorie dekt beperkter.

Door artikel 7 wordt artikel 5, § 3, van het KB 2009 opgeheven aangezien het niet aan het Instituut toekomt om te bepalen waar een vergund radiostation al dan niet gebruikt mag worden.

De artikelen 8 tot 11 behoeven geen commentaar.

De tekst opgenomen in het door artikel 12 toegevoegde artikel 10, § 1, 4° van het KB 2009 was oorspronkelijk opgenomen in artikel 19 van het KB 2009.Deze verplaatsing zorgt voor een groepering van de bepalingen m.b.t. intrekking van de vergunning.

De artikelen 13 tot 22 behoeven geen commentaar.

Artikel 23 wijzigt artikel 27 van het KB 2009 om duidelijk te maken dat ook voor een vast radiostation van een net met gedeelde middelen geen vergunning vereist is.

De artikelen 24 en 25 behoeven geen commentaar.

De artikelen 26 en 27 verplaatsen het laatste lid van artikel 31 van het KB 2009 naar artikel 32. Aangezien artikel 32 handelt over de periode waarvoor de gebruiksrechten verleend worden, is het logischer de bepaling dat deze voor tijdelijke noden kunnen worden verleend, onder te brengen in artikel 32.

De artikelen 28 en 29 behoeven geen commentaar.

Door artikel 30 worden de in artikel 35 van het KB 2009 verschuldigde dossierrechten voor (extreem) laattijdige indiening van de aanvraag voor een vergunning verminderd om deze beter af te stemmen op de kost die dit momenteel voor het Instituut met zich meebrengt.

Artikel 31 wijzigt artikel 36 van het KB 2009. Deze aanpassing behelst de aanpassing van de terminologie m.b.t. invaliditeit: in plaats van met percentages wordt gewerkt met punten zoals ook in de betrokken wetgeving.

Artikel 32 voegt de verduidelijking toe dat de jaarlijkse rechten overeenkomstig artikel 43 van de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie ook geïnd worden voor de terbeschikkingstelling van de frequenties.

Artikel 33 behoeft geen commentaar.

Artikel 35 vervangt artikel 43 van het KB 2009. Naar aanleiding van de opmerking van de Raad van State over artikel 16 van het KB 2009 wat betreft de te betalen jaarlijkse rechten, wordt door de vervanging van artikel 43 van het KB 2009 in het algemeen het principe ingevoerd dat wanneer de vergunning in de loop van het jaar wordt opgezegd, de jaarlijkse rechten die betrekking hebben op de nog niet begonnen maanden terugbetaald worden. Dit kan voor de efficiëntie eventueel per jaarlijkse factuur afgerekend worden voor netten waarvan de samenstelling vaak wijzigt (bv. taxibedrijven).

Enkel voor de houdersvergunningen geldt de nieuwe terugbetalingsregeling niet: aangezien het daar om zeer kleine bedragen gaat zou de administratieve kost om deze telkens terug te storten in verhouding te hoog zijn. Vandaar worden in artikel 38, 3° door de wijziging van artikel 46, §§ 3 van het KB 2009 voor een uniforme regeling de regels uit hoofdstuk V toepasselijk verklaard op de houdersvergunningen, met uitzondering van artikel 43, tweede lid.

Artikel 36 heft artikel 44, laatste lid, van het KB 2009 op. Dit houdt de afschaffing in van het afronden tot op tien cent van de in het besluit vermelde bedragen. Deze afrondingsregel vindt zijn oorsprong in het verleden toen nog gewerkt werd met Belgische franken. Bij de overschakeling naar de euro werd deze regel in feite overbodig zodat hij beter kan worden opgeheven.

De artikelen 37 tot 40 behoeven geen commentaar. Voor de wijziging aangebracht door artikel 38, 3° kan worden verwezen naar de toelichting bij artikel 35.

Artikel 41 brengt voor de duidelijkheid de bepalingen die handelen over de werking van de controlediensten uit de artikelen 51, § 3 tot 5 en 52, § 4 samen in een nieuw artikel 50/1 aan het begin van het hoofdstuk.

De artikelen 42 tot 46 behoeven geen commentaar.

De artikelen 47, 48 en 49 handelen over bijlage 1 bij het KB 2009.

Bijlage 1 wordt voor de duidelijkheid beter gestructureerd: er wordt eerst een overzicht gegeven van de dossierrechten voor de verschillende categorieën en daarna van de jaarlijkse rechten.

Ook worden de dossierrechten voor de 4e categorie (gsm-jammers) verhoogd: deze worden gelijkgesteld met de dossierrechten voor de 1e of 3e categorie aangezien ze een gelijkaardige werklast voor het Instituut met zich meebrengen.

De jaarlijkse rechten worden voor een efficiënt spectrumgebruik afhankelijk gemaakt van de bandbreedte die de toepassing in kwestie inneemt: hoe groter de ingenomen bandbreedte, hoe hoger het recht.

Hierdoor wordt het gebruik van nieuwe technologieën die zuinig omspringen met het spectrum en weinig ruimte innemen aangemoedigd.

Deze wijziging leidt voor een reeks gebruikers tot een verhoging die kan worden tenietgedaan door hun apparatuur te herprogrammeren.

Bij basisstations die een gebied dekken met een straal van kleiner dan een kilometer en die exclusieve frequenties gebruiken, wordt het recht vermenigvuldigd met het aantal gebruikte exclusieve frequenties. Het merendeel van de netwerken die verschillende frequenties gebruiken op eenzelfde basis doen dat gemakshalve, om hun apparatuur niet te moeten herprogrammeren bij het uitwisselen van toestellen. Deze verhoging kan eveneens worden vermeden door een herprogrammering van de basisstations.

Bij een reeks netwerken zullen de rechten verdubbelen omdat ze een bandbreedte van 25 kHz gebruiken. Het is logisch dat een gebruiker die tweemaal meer ruimte gebruikt, twee keer meer rechten betaalt. Dit gaat om 20 privénetwerken; de operatoren die een bandbreedte van 25 kHz gebruiken, betaalden al twee keer meer dan de anderen.

Aangezien de collectieve frequenties geen enkele bescherming genieten, worden de rechten hiervoor verminderd.

Verder worden de volgende wijzigingen aangebracht: - Zenders van meer dan 25 Watt worden gelijkgesteld met zenders van 25 Watt - Het vermogen dat voor de berekeningen wordt gebruikt, wordt beter gedefinieerd.

Door het ontwerpbesluit worden ook de jaarlijkse rechten voor straalverbindingen verminderd met gemiddeld 20 %, met name door de nieuwe formule onder artikel 1, 2°, a) van bijlage 1. Het jaarlijkse recht per zendstation bevat een vast gedeelte en een gedeelte dat afhankelijk is van de draaggolffrequentie en van de bandbreedte. Het variabele gedeelte zal evenredig zijn met de bandbreedte en omgekeerd evenredig met de frequentie. Concreet: hoe breder de band, hoe hoger het recht; hoe hoger de gebruikte frequentie zal zijn, hoe lager het recht.

Wat betreft de impact van dat nieuwe model van rechten op alle Belgische gebruikers van straalverbindingen: voor geen enkele gebruiker worden de jaarlijkse rechten verhoogd en het bedrag van de rechten voor de "feeder links" van de FM-radiostations gaat van ongeveer € 1.500 naar ongeveer € 575.

Deze wijziging wordt doorgevoerd om tegemoet te komen aan de vraag van de mobiele operatoren en aan de klachten van lokale radio's wat betreft de hoogte van de jaarlijkse rechten voor hun straalverbindingen. Door een verlaging van de tarieven voor straalverbindingen kan verwacht worden dat deze door operatoren aanzienlijk meer zullen worden gebruikt, onder meer als alternatief voor huurlijnen. Gelet op het gebruik van straalverbindingen in het buitenland is dit een realistische veronderstelling.

Het recht van de zesde categorie (die vanaf nu hoofdzakelijk betrekking heeft op testvergunningen) wordt niet meer vastgesteld per gebruikt station, maar per ondeelbare groep van 10 stations en dit op basis van het huidige recht. Dit is zo geregeld om de studie van nieuwe technologieën op het Belgische grondgebied aan te moedigen.

Gezien bovenstaande wijzigingen wordt voor het wetstechnische gemak bijlage 1 in zijn geheel vervangen door artikel 48. Deze wijziging (en de daarmee verband houdende wijziging van artikel 4) gaat in op 1 januari 2014 zodat de gebruikers tijdig op de hoogte kunnen worden gesteld van de veranderingen. De veiligheidsdiensten (3e categorie) hebben nog meer tijd nodig om hun netwerk aan te passen of om over te schakelen op het netwerk van de NV A.S.T.R.I.D. zodat de nieuwe tariefformule voor de 3e categorie (artikel 2, 3° van bijlage 1) pas ingaat op 1 januari 2015 (zie artikel 49 en 51). Voor de vermindering van het tarief van de straalverbindingen (vervanging van artikel 1, 2° a) van de bijlage) is dergelijke voorbereidingstijd echter niet nodig. Vandaar dat dit in een apart artikel 47 geregeld wordt. Aangezien de facturatie per kalenderjaar gebeurt (zie artikel 41 KB 2009), werkt dit artikel terug tot 1 januari 2013. Op die manier kan de tariefvermindering reeds voor de rechten van het jaar 2013 toegepast worden. Voor de andere artikelen van het besluit is de algemene regel van toepassing qua inwerkingtreding (tien dagen na publicatie).

Door de wijziging aangebracht door artikel 50, 1°, b) aan bijlage 2 bij het KB 2009 wordt bepaald dat de vrijstelling van vergunning voor apparatuur voor draadloze microfoons onder 12° enkel nog geldt voor bepaalde apparatuur tot het einde van zijn levensduur. Sinds de inwerkingtreding van het besluit van de Raad van het BIPT van 9 augustus 2012 met betrekking tot radio-interfaces B10-01 tot B10-12 (V3.1), F02-01 en F02-02, is het op de markt brengen van toestellen die werken in de banden 786- 823 MHz en 832-862 MHz, inclusief kanaal 69 (854-862 MHz), en die bestemd zijn om in België gebruikt te worden verboden. Het gebruik van de toestellen die reeds in kanaal 69 werken wordt nog toegestaan tot einde van hun bestaan zonder recht op bescherming tegen storingen. Voor deze laatste toestellen blijft dus de bepaling onder bijlage 2, 12° nog relevant. Voor de andere toestellen wordt deze vrijstelling zonder voorwerp aangezien ze niet meer in kanaal 69 mogen werken. Vandaar wordt bijlage 2, 12° gewijzigd met verwijzing naar het besluit van de Raad van het BIPT. Zie voor verdere achtergrond hierover de mededeling van het Instituut van 16 maart 2012 met betrekking tot de draadloze microfoons en andere PMSE-apparatuur in de band 470-862 MHz in de radio-interfaces B10 en F2.

Artikel 50, 1°, c) voegt een bijkomende vrijstelling in in bijlage 2 bij het KB 2009: ter compensatie van het wegvallen van vergunnigsvrij gebruik van draadloze microfoons, intercom-systemen en in-ear-monitoring-systemen in kanaal 69 (854-862 MHz) (zie boven) wordt nu het gebruik van deze kortbereikapparatuur in de frequentieband 823-832 MHz vrijgesteld van vergunning.

Artikel 50, 1°, d) voegt eveneens een bijkomende vrijstelling in in bijlage 2 bij het KB 2009: de vrijstelling onder 12°, c) van bijlage 2 voor kortbereikapparatuur voor draadloze microfoons, intercom-systemen en in-ear-monitoring-systemen met een maximaal effectief uitgestraald vermogen tot 50 mW wordt uitgebreid van de band 1795-1800 MHz naar de band 1785-1800 MHz. Deze vrijstelling bestaat ook in bepaalde andere landen en maakt het voor de industrie makkelijker om met deze apparatuur ook in de band 1785-1795 MHz te werken, wat momenteel niet gebeurt.

Door artikel 50, 3° wordt in bijlage 2 bij het KB 2009 een bepaling onder 27° toegevoegd voor de stations voor straalverbindingen in de frequentieband 59-63 GHz. Deze worden vrijgesteld van vergunning om het gebruik van deze frequentiebanden aan te moedigen en omdat er weinig risico is op interferentie. In andere landen is hiervoor ook geen vergunning vereist.

Artikel 51 behelst de inwerkingtreding van het besluit. Zie hiervoor de toelichting bij de artikelen 47, 48 en 49. Hieraan kan worden toegevoegd dat ook voor de nieuwe terugbetalingsregeling ingevoerd door artikel 35 (zie boven) een regeling per kalenderjaar wenselijk is zodat dit artikel en het ermee samenhangende artikel 38, 3° in werking treden op 1 januari 2014.

Artikel 52 betreft de uitvoering van het besluit.

Dit zijn, Sire, de voornaamste bepalingen van het besluit dat aan Uwe Majesteit ter goedkeuring wordt voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Economie J. VANDE LANOTTE

Raad van State afdeling Wetgeving advies 53.551/4 van 9 juli 2013 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen' Op 13 juni 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Consumenten en Noordzee verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 9 juli 2013. De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Jacques Jaumotte en Bernard Blero, staatsraden, en Colette Gigot, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Anne Vagman, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 9 juli 2013.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het vervangen is bij de wet van 2 april 2003, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Onderzoek van het ontwerp Dispositief Artikel 11 Het verdient aanbeveling in de Franse tekst om de woorden "titulaire d'une autorisation" te vervangen door de woorden "titulaire d'autorisation".

Dezelfde opmerking geldt voor artikel 20 van het ontwerp.

Artikel 12 Zoals het ontworpen artikel 10, § 1, tweede lid, is gesteld, zou het a contrario kunnen doen geloven dat de vergunning kan worden geschorst zonder dat de gebruiker vooraf gehoord is.

Aldus zou, voordat een schorsingsbeslissing wordt genoemen, geen rekening gehouden worden met het beginsel "audi alteram partem".

Hoewel, overeenkomstig de vaste rechtspraak ter zake, het uitblijven van een hoorgesprek in bepaalde gevallen gerechtvaardigd kan worden - bijvoorbeeld in spoedeisende gevallen, ofwel wanneer de feiten voldoende bewezen zijn en in die mate vaststaan dat een hoorgesprek niet noodzakelijk is - moet degene op wie een nadelige maatregel van toepassing wordt, behoudens de voornoemde gevallen, zijn standpunt kenbaar kunnen maken voordat die maatregel getroffen wordt.

Artikel 12, 2°, van het ontwerp moet worden herzien, teneinde ervoor te zorgen dat dit eveneens het geval zal zijn voordat het Instituut in voorkomend geval een maatregel uitvaardigt tot schorsing van de vergunning.

Artikel 14 Gelet op die regeling die ingevoerd is door het ministerieel besluit van 9 januari 2001 "betreffende het aanleggen en het doen werken van radiostations door radioamateurs", is het de afdeling Wetgeving niet duidelijk waarom de thans voorliggende bepaling in punt 1°, a), de vervanging beoogt van de woorden "houder zijn van een radioamateur-operatorgetuigschrift" door de woorden "geslaagd zijn voor een examen voor radioamateur".

In het ministerieel besluit van 9 januari 2001 wordt immers voorzien in een regeling waarbij de getuigschriften met betrekking tot de radioamateurs uitsluitend afgegeven worden aan personen die geslaagd zijn voor welbepaalde examens1.

De thans voorliggende bepaling dient te worden herzien in het licht van deze opmerking.

Artikel 24 In het ontworpen artikel 28, tweede lid, behoren de woorden "andersluidend advies" vervangen te worden door de woorden "andersluidende beslissing".

Artikel 42 Het staat niet aan de Koning om nog eens op de maatregelen aan te geven waarvan de wetgever bepaald heeft dat ze genomen mogen worden door de diensten van het BIPT in de uitoefening van hun opdracht van gerechtelijke politie in het kader van de controle op het gebruik van het spectrum, de bestrijding van storingen, de controle op de naleving van emissienormen, alsook de controle op de naleving van de wetgeving inzake elektromagnetische compatibiliteit en de conformiteit van apparatuur2.

Het verdient bijgevolg aanbeveling om in artikel 51, waarvan thans de wijziging wordt beoogd, de woorden "waaronder ook het buiten werking stellen en de inbeslagname van het radiostation" simpelweg te schrappen in plaats van ze te vervangen door de woorden "met inbegrip van die vermeld in artikel 25 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector, teneinde een einde te maken aan de storingen".

Dezelfde opmerking geldt, mutatis mutandis, voor artikel 43, 1°, van het ontwerp.

De griffier Colette Gigot De voorzitter Pierre Liénardy _______ Nota's 1 Zie de artikelen 2 tot 4 van het ministerieel besluit van 9 januari 2001. 2 Zie in die zin advies 47.079/4 gegeven op 16 september 2009 over een ontwerp dat aanleiding gegeven heeft tot het koninklijk besluit van 18 december 2009 "betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen".

15 JULI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen.

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 13 juni 2005 betreffende de elektronische communicatie, de artikelen 14, eerste lid, 16, 18, § 1, gewijzigd bij de wet van 10 juli 2012, 20, 23, 30, § 1, 39, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2006 en de artikelen 42, § 6 en 43, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen;

Gelet op de voorstellen van 27 juli 2012 en 14 december 2012 van het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie;

Gelet op de notificatie van 1 augustus 2012 aan de Europese Commissie gedaan in toepassing van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 juli 1998 en bij Richtlijn 2006/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2006;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 januari 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 24 april 2013;

Gelet op de raadpleging van 17 mei 2013 tot 7 juni 2013 van het Interministerieel Comité voor Telecommunicatie en Radio-omroep en Televisie;

Gelet op het akkoord van het Overlegcomité, gegeven op 12 juni 2013;

Gelet op advies 53.551/4van de Raad van State, gegeven op 9 juli 2013 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Economie en op advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In de artikelen 1, eerste lid, 19°, 5, § 2, 10, 21, eerste lid en 48, eerste lid, van het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen, wordt het woord "titularis" telkens vervangen door het woord "houder".

Art. 2.In de artikelen 1, eerste lid, 20° en 21° en 37 van hetzelfde besluit, wordt het woord "titularissen" telkens vervangen door het woord "houders".

Art. 3.In artikel 1, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 3° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de Franse tekst worden de woorden "une station radioélectrique" vervangen door de woorden "une station de radiocommunications telle que définie par l'article 2, 38°, de la loi et";b) de woorden "zoals gedefinieerd in artikel 2, 38°, van de wet en" worden ingevoegd tussen de woorden "een radiostation" en de woorden "dat bestendig op een bepaalde plaats";2° in de bepaling onder 4° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de Franse tekst worden de woorden "de radiocommunications" ingevoegd tussen het woord "station" en het woord "transportable";b) in de Franse tekst worden de woorden "une station radioélectrique" vervangen door de woorden "une station de radiocommunications telle que définie par l'article 2, 38°, de la loi et";c) de woorden "zoals gedefinieerd in artikel 2, 38°, van de wet en" worden ingevoegd tussen de woorden "een radiostation" en de woorden "dat eenvoudig";d) de woorden "eenvoudig te verplaatsen is" worden vervangen door de woorden "kan worden verplaatst";3° in de bepaling onder 5° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "zoals gedefinieerd in artikel 2, 38°, van de wet en dat" worden ingevoegd tussen de woorden "een radiostation" en de woorden "ingebouwd in";b) het woord "is" wordt ingevoegd tussen de woorden "en dat ingebouwd" en de woorden "in een voertuig";c) het woord "en" wordt ingevoegd tussen de woorden "in een voertuig" en de woorden "dat gebruikt kan";d) in de Franse tekst worden de woorden "une station radioélectrique" vervangen door de woorden "une station de radiocommunications telle que définie par l'article 2, 38°, de la loi et";4° in de bepaling onder 6° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de Franse tekst worden de woorden "une station radioélectrique" vervangen door de woorden "une station de radiocommunications telle que définie par l'article 2, 38°, de la loi";b) de woorden "zoals gedefinieerd in artikel 2, 38°, van de wet en" worden ingevoegd tussen de woorden "een radiostation" en de woorden "dat bestendig op een bepaalde plaats";5° in de bepaling onder 10° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "de vermogens" worden vervangen door de woorden "het vermogen";b) de woorden "rekening houdend met" worden vervangen door het woord "en";c) de woorden "van een dipoolantenne" worden vervangen door de woorden "ten opzichte van een dipoolantenne";6° er wordt een bepaling onder 10° /1 ingevoegd, luidende: "10° /1 equivalent isotroop uitgestraald vermogen: het product van het vermogen afgeleverd aan de antenne en de winst van de antenne in een gegeven richting ten opzichte van een isotrope antenne";7° in de bepaling onder 11° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het woord "gebruik" wordt vervangen door de woorden "gebruik en de plaats van gebruik";b) in de Franse tekst worden de woorden "puissance rayonnée effective" vervangen door de woorden "puissance apparente rayonnée";c) de woorden ", antenneversterking" worden ingevoegd tussen de woorden "de frequenties" en de woorden "en het modulatietype";8° in de bepalingen onder 14° tot 16° worden in de Franse tekst de woorden "réseau radioélectrique" vervangen door de woorden "réseau de radiocommunications";9° in de bepaling onder 19° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de Franse tekst worden de woorden "des stations radioélectriques" vervangen door de woorden "des stations de radiocommunications telle que définie par l'article 2, 38°, de la loi ";b) de woorden "zoals gedefinieerd in artikel 2, 38°, van de wet" worden ingevoegd tussen de woorden "de radiostations" en de woorden "van één";10° in de bepaling onder 20° en 21° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de Franse tekst worden de woorden "des stations radioélectriques" vervangen door de woorden "des stations de radiocommunications telles que définies par l'article 2, 38°, de la loi";b) de woorden "zoals gedefinieerd in artikel 2, 38°, van de wet" worden ingevoegd tussen de woorden "van de radiostations" en de woorden "van verscheidene titularissen";11° in de bepaling onder 22° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de Franse tekst worden de woorden "une station radioélectrique" vervangen door de woorden "une station de radiocommunications telle que définie par l'article 2, 38°, de la loi";b) de woorden "zoals gedefinieerd in artikel 2, 38°, van de wet" worden ingevoegd tussen de woorden "door een radiostation" en de woorden "buiten de voor";12° de bepaling onder 23° wordt vervangen als volgt: "23° net met gedeelde middelen: - landmobiel radionet waarbij de frequenties en de infrastructuur van een operator gedeeld worden door de verschillende eindgebruikers en waarvan de zendfrequenties van zowel de mobiele als de basisstations zich beneden de 470 MHz bevinden;of - net voor radiolocalisatie waarvan de frequenties en de infrastructuur gedeeld worden door de verschillende gebruikers;"; 13° in de bepaling onder 24° wordt het woord "korteafstandsapparatuur" vervangen door het woord "kortbereikapparatuur";14° in de Franse tekst, in de bepaling onder 26° worden de woorden "une bande de fréquences" vervangen door de woorden "une plage de fréquences";15° in de bepaling onder 27° worden de woorden "artikel 1, 38° " vervangen door de woorden "artikel 2, 38° ";16° in de bepaling onder 28° worden de woorden "artikel 1, 3° " vervangen door de woorden "artikel 2, 3° ".

Art. 4.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid worden in de Franse tekst de woorden "d un" vervangen door de woorden "d'un"; 2° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "Dit besluit is evenmin van toepassing op de radiocommunicatiestations bestemd om met een of meer ruimtestations te communiceren.".

Art. 5.Tussen de artikelen 3 en 4 van hetzelfde besluit worden de woorden "HOOFDSTUK II. - Private radiocommunicatie" opgeheven.

Art. 6.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de eerste zin die aanvangt met de woorden "De vergunde" worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het woord "private" wordt telkens opgeheven;b) de woorden "alsook de houdersvergunningen" worden ingevoegd tussen de woorden "radiostations" en "worden gerangschikt";2° in de bepaling onder 1° wordt het woord "private" ingevoegd tussen de woorden "1e categorie:" en de woorden "mobiele radionetten behalve deze";3° in de bepaling onder 2° wordt het woord "private" ingevoegd tussen de woorden "2e categorie:" en de woorden "vaste radionetten";4° in de bepaling onder 3° wordt het woord "private" ingevoegd tussen de woorden "3e categorie:" en de woorden "mobiele radionetten aangelegd door";5° in de bepaling onder 4° wordt het woord "private" ingevoegd tussen de woorden "4e categorie:" en de woorden "radiostations zoals bedoeld";6° in de bepaling onder 5° wordt het woord "private" ingevoegd tussen de woorden "5e categorie:" en de woorden "radiostations voor individuele opleiding";7° in de bepaling onder 6° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "andere netten" worden vervangen door de woorden "andere private radionetten";b) in de Franse tekst wordt het woord "privées" ingevoegd tussen de woorden "stations de radiocommunications" en de woorden "qui ne relèvent";c) de woorden "voorgaande categorieën" worden vervangen door de woorden "andere categorieën";d) de woorden "individuele houdersvergunning" worden opgeheven;8° het artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 7° en 8°, luidende: "7° 7de categorie: algemene en individuele houdersvergunningen;8° 8ste categorie: netten opgesteld a) door operatoren van punt-tot-punt netten of van punt-tot-multipunt netten;of b) door operatoren van netten met gedeelde middelen.".

Art. 7.In artikel 5 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt aangevuld met de volgende zin: "Hiervan wordt tevens een vermelding in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd."; 2° in paragraaf 2 worden de woorden "of in staat zijn te veroorzaken" ingevoegd tussen de woorden "veroorzaken" en ", op te heffen;3° paragraaf 3 wordt opgeheven.

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk II ingevoegd dat de artikelen 6 tot 17 bevat, luidend als volgt: "HOOFDSTUK II. - Private radiocommunicatie".

Art. 9.In artikel 6 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "zoals gedefinieerd in artikel 2, 38°, van de wet" ingevoegd tussen de woorden "een privaat radiostation" en de woorden "te houden en";2° in paragraaf 1 worden in de Franse tekst de woorden "réseau radioélectrique" vervangen door de woorden "réseau de radiocommunications";3° in paragraaf 3, derde lid, worden de woorden "controle- en toezichtsrecht" vervangen door de woorden "jaarlijks recht bedoeld in artikel 37".

Art. 10.In artikel 7 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "persoonlijk en" opgeheven; 2° het derde lid wordt vervangen als volgt: "Het Instituut bepaalt de wijze waarop deze opzegging gebeurt.".

Art. 11.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt opgeheven;2° in paragraaf 2, tweede lid, worden in de Franse tekst de woorden "titulaire de licence" vervangen door de woorden "titulaire d'autorisation".

Art. 12.In artikel 10, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de paragraaf wordt aangevuld met de bepaling onder 4°, luidende: "4° poogt om een gemeenschappelijke of collectieve frequentie in te palmen ten nadele van de andere gebruikers, ofwel door het uitzenden van signalen, ofwel door elke andere vorm van blokkeren."; 2° de paragraaf wordt aangevuld met twee leden, luidende: "Wanneer het Instituut voornemens is de vergunning te schorsen, wordt de gebruiker van de vergunning door het Instituut gehoord, tenzij een onmiddellijke schorsing gerechtvaardigd is door bijvoorbeeld hoogdringendheid of wanneer de feiten onweerlegbaar zijn. De gebruiker van wie de vergunning werd geschorst, wordt door het Instituut gehoord. Het Instituut kan beslissen om de schorsing op te heffen, de schorsing te bekrachtigen voor een bepaalde duur of de vergunning in te trekken.".

Art. 13.In artikel 12, 3° van hetzelfde besluit worden de woorden "toegelaten karakteristieken" vervangen door de woorden "voorwaarden opgenomen in zijn kenmerkende staat van gegevens".

Art. 14.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende: "De overige vergunningen, met uitzondering van de individuele houdersvergunningen, worden uitsluitend aan rechtspersonen of aan natuurlijke personen ouder dan 18 jaar verleend."; 2° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "of van een individuele houdersvergunning" worden ingevoegd tussen de woorden "5e categorie" en de woorden "een natuurlijke persoon is";b) de woorden "van de vader, van de moeder, van de voogd of van de persoon die er materieel zorg voor draagt" worden vervangen door de woorden "van een persoon die het ouderlijk gezag uitoefent".

Art. 15.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het woord "vergunde" wordt opgeheven;b) in de Franse tekst worden de woorden "privées, individuelles et autorisées" vervangen door de woorden "privées individuelles";c) in de Franse tekst worden de woorden "privées autorisées" vervangen door het woord "privées";2° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt: " § 2.Het Instituut kan de roepnaam te allen tijde wijzigen."

Art. 16.In artikel 16, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt het derde lid opgeheven;2° paragraaf 3 wordt opgeheven.

Art. 17.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "Met uitzondering van de radionetten van de 3e categorie is het" vervangen door de woorden "Het is";2° in het tweede lid worden de woorden "op gemotiveerde wijze" opgeheven.

Art. 18.In artikel 19 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het zevende lid wordt in de bepaling onder 2° de zin die aanvangt met de woorden "Elke poging" opgeheven;2° in het achtste lid wordt het woord "korte-afstandsapparatuur" vervangen door het woord "kortbereikapparatuur".

Art. 19.In artikel 20 van hetzelfde besluit worden de woorden "op gemotiveerde wijze" opgeheven.

Art. 20.In de Franse tekst, in artikel 21, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "titulaire de licence" vervangen door de woorden "titulaire d'autorisation".

Art. 21.In artikel 22 van hetzelfde besluit wordt in de Franse tekst het getal "22" vervangen door het getal "23".

Art. 22.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt in de bepaling onder 2° in de Franse tekst het woord "complémentaires" vervangen door het woord "supplémentaires";2° in het tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de Franse tekst worden de woorden "au § 1er " vervangen door de woorden "à l'alinéa 1er"; b) de derde zin die aanvangt met de woorden "Na de verdeling" en eindigt met de woorden "de gebruiksrechten toegegeven" wordt vervangen als volgt: "Het Instituut publiceert de criteria aan de hand waarvan de aanvragen worden gerangschikt en de gebruiksrechten toegewezen, in de mededeling vermeld in het vorige lid.".

Art. 23.In artikel 27 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Met uitzondering van de vaste of transportabele basisstations worden de radiostations die tot het net met gedeelde middelen behoren niet onderworpen aan een vergunning.".

Art. 24.Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 28.Het Instituut bepaalt de staat van kenmerkende gegevens van de mobiele en draagbare radiostations.

Indien een vast radiostation wordt gebruikt door een eindgebruiker mag dit, behoudens andersluidende beslissing van het Instituut, geen andere staat van kenmerkende gegevens hebben dan een draagbaar radiostation.".

Art. 25.Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 26.Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 31.Het Instituut kent gebruiksrechten toe, zoals bepaald in artikel 18 van de wet, voor de frequenties overeenkomstig het nationaal frequentieplan.".

Art. 27.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende: "De gebruiksrechten kunnen worden verleend voor tijdelijke noden."

Art. 28.In artikel 33 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid worden de woorden "individueel verleend gebruiksrecht" vervangen door de woorden "vergunning verleend door het Instituut";2° in het vierde lid worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "van de frequentiecoördinatie en inschrijving" worden vervangen door de woorden "van de vergunning";b) het woord "jaarlijks" wordt vervangen door de woorden "ten minste eenmaal per jaar".

Art. 29.Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 30.In artikel 35 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het derde lid worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "binnen de maand voor" worden vervangen door de woorden "minder dan twintig werkdagen voor";b) het woord "gewenste" wordt ingevoegd tussen de woorden "werkdagen voor de" en de woorden "datum van indienststelling";c) het woord "verdubbeld" wordt vervangen door de woorden "verhoogd met 50 %";d) de woorden "binnen de week" worden vervangen door de woorden "minder dan vijf werkdagen";e) het woord "vervijfvoudigd" wordt vervangen door het woord "verdubbeld";2° in het vierde lid worden de woorden "één week en twee dagen" vervangen door de woorden "vijf en twee werkdagen"; 3° het artikel wordt aangevuld met een lid, luidende: "De datum die in aanmerking wordt genomen is die van het poststempel in geval van een aanvraag per briefwisseling of de datum van ontvangst door het Instituut bij een aanvraag per fax of e-mail.".

Art. 31.In artikel 36 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "bestendige invaliditeit of werkonbekwaamheid van ten minste 80% werd toegekend, kunnen vrijgesteld worden van de betaling van het recht vermeld" worden vervangen door de woorden "vermindering van zelfredzaamheid van ten minste 12 punten of vermindering van verdienvermogen tot een derde of minder wordt toegekend, worden vrijgesteld van de betaling van het dossierrecht vermeld";2° de woorden "personen met een bestendige invaliditeit of werkonbekwaamheid" worden vervangen door de woorden "personen met een verminderde zelfredzaamheid of verminderd verdienvermogen";3° de woorden ", dat het percentage van de bestendige invaliditeit of werkonbekwaamheid vermeldt" worden opgeheven.

Art. 32.In artikel 37 van hetzelfde besluit worden de woorden "dat bestemd is" vervangen door de woorden "voor de terbeschikkingstelling van de frequenties en".

Art. 33.In artikel 38 van hetzelfde besluit worden de woorden "een bedrag dat de helft bedraagt van het jaarlijks recht voor een kanaal" vervangen door de woorden "het recht bepaald overeenkomstig bijlage 1 bij dit besluit".

Art. 34.In artikel 41, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "zijn verschuldigd" vervangen door de woorden "worden aangerekend".

Art. 35.Artikel 43 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 43.De buitendienststelling van een individueel radiostation of van een radiostation van een radionet wordt als effectief beschouwd op de datum waarop de vergunning opgezegd wordt op de wijze bepaald door het Instituut overeenkomstig artikel 7.

Het Instituut stelt een creditnota op voor het aantal niet-vervallen maanden waarbij elke begonnen maand voor een volledige wordt geteld.

Elk radiostation waarvoor de hogerbedoelde vergunningstitel ten laatste op de laatste dag van de maand niet werd opgezegd, wordt verondersteld in dienst te zijn gehouden gedurende de volgende maand.

Voor de netten die een forse wijzigingsgraad hebben kan het Instituut een jaarlijkse regularisatie van de facturatie overwegen.

De opzegging van een vergunningstitel ontslaat de houder geenszins van de verplichting, overeenkomstig artikel 49, laatste lid, bij het Instituut aangifte te doen van de bestemming die aan het buiten dienst gestelde radiostation is gegeven.".

Art. 36.In artikel 44 van hetzelfde besluit wordt het vierde lid opgeheven.

Art. 37.In artikel 45 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "35, 36 en 37 behoudens deze die" worden vervangen door de woorden "35 en 37 behoudens die welke";2° in de bepaling onder 4° wordt het woord "radio-omroepdiensten" vervangen door de woorden "radio- en televisieomroepdiensten"; 3° het artikel wordt aangevuld met de bepaling onder 5°, luidende: "5° de buitenlandse veiligheidsdiensten die de officiële reizen van buitenlandse regeringsleden in België begeleiden."

Art. 38.In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "van een jaarlijks recht" worden telkens vervangen door de woorden "van de dossierrechten en het jaarlijkse recht";2° de woorden "van radiotoestellen" worden telkens vervangen door de woorden "van radiostations";3° het artikel wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende: " § 3.Op deze dossierrechten en jaarlijkse rechten zijn wat betreft de betalingsvoorwaarden de regels van hoofdstuk V van toepassing met uitzondering van artikel 43, tweede lid.".

Art. 39.In artikel 48, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder 4° vervangen als volgt: "4° de aangifteplicht vermeld in artikel 49 niet nakomt".

Art. 40.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VI/1 ingevoegd dat artikel 50 bevat, luidend als volgt: "Hoofdstuk VI/1. - Bijkomende reglementering voor radioamateurs".

Art. 41.In hoofdstuk VII van hetzelfde besluit, wordt een artikel 50/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 50/1.§ 1. De controlediensten van het Instituut gebruiken voor de verificatie van de regeling van de radiostations en het verdwijnen van de storingen, de meetapparatuur die zij geschikt achten en alle voor dergelijke metingen algemeen aanvaarde methodes.

Zij mogen eventueel de resultaten aannemen van metingen die werden verricht door andere, al dan niet onder hun toezicht opererende, organisaties. § 2. Om de controlediensten van het Instituut in staat te stellen hun controleopdrachten uit te voeren, verschaft elke houder van een vergunning hen de toegang tot zijn radiostations en vergemakkelijkt hij hun taak met behulp van alle beschikbare middelen. § 3. De constructeurs, invoerders, verkopers en verhuurders van radiotoestellen bedoeld in de artikelen 46 en 49 hebben dezelfde verplichtingen wat betreft de toegang tot de toestellen die zij met commerciële doeleinden houden.".

Art. 42.In artikel 51 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden ", waaronder ook het buiten werking stellen en de inbeslagname van het radiostation," opgeheven;2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de derde zin die aanvangt met de woorden "Zij kunnen alle" wordt aangevuld met de woorden "met inbegrip van die waarin artikel 25 van de wet van 17 januari 2003 met betrekking tot het statuut van de regulator van de Belgische post- en telecommunicatiesector voorziet, teneinde een einde te maken aan de storingen";b) de vierde zin, die aanvangt met de woorden "Zij kunnen overgaan" en eindigt met de woorden "voor het uitzenden" wordt opgeheven;3° in paragraaf 2, tweede lid, wordt in de Franse tekst het woord "émeteur" vervangen door het woord "émetteur";4° de paragrafen 3 tot 5 worden opgeheven.

Art. 43.In artikel 52, § 3, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "en zij kunnen overgaan tot de inbeslagname van de installatie en elk ander voorwerp dat nodig is voor het gebruik ervan" worden opgeheven;2° paragraaf 4 wordt opgeheven.

Art. 44.In artikel 53 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 2° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "artikel 13bis, § 1, 3° en 4° " worden vervangen door de woorden "artikel 13bis";b) de woorden "artikel 31bis, 3° en 4° " worden vervangen door de woorden "artikel 31bis";c) de woorden "artikel 31ter, voorlaatste en laatste lid" worden vervangen door de woorden "artikel 31ter";d) de woorden "artikel 31quater, § 2, 3° " worden vervangen door de woorden "artikel 31quater"; 2° in de bepaling onder 3° worden de woorden "onder 9.1.3 en 9.1.4" vervangen door de woorden "onder 9.1".

Art. 45.In artikel 54, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden "de ter uitvoering van deze wet getroffen besluiten" vervangen door de woorden "de wet en haar uitvoeringsbesluiten".

Art. 46.In artikel 56 van hetzelfde besluit wordt het woord "Telecommunicatie" vervangen door de woorden "Elektronische Communicatie".

Art. 47.In artikel 1 van de bijlage 1 bij hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder 2°, a) vervangen als volgt: « a) punt-tot-punt Het jaarlijkse recht voor het zendstation bedraagt: Rechteuro = 500 + 188 x B/f f is de draaggolffrequentie in GHz en B de toegewezen bandbreedte in MHz voor waarden groter dan 28 MHz, wordt "B" vervangen door "28+ (B-28)/5" Voor de vaste verbindingen met een draaggolffrequentie tussen 30 MHz en 1 GHz worden de rechten berekend volgens de rechten voor de basisstations van de 1e categorie of van de 3e categorie met identieke karakteristieken.

Voor de vaste verbindingen met een draaggolffrequentie onder 30 MHz, worden de rechten berekend volgens de rechten voor de basisstations van de 3e categorie die gemeenschappelijke frequenties gebruiken met identieke kenmerken, gedeeld door drie.".

Art. 48.In hetzelfde besluit wordt de bijlage 1 vervangen als volgt: "Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 18 december 2009 betreffende de private radiocommunicatie en de gebruiksrechten voor vaste netten en netten met gedeelde middelen

Artikel 1.Dossierrechten 1° De dossierrechten per nieuw ingediend dossier bedragen 1,2695 x 100 euro voor de radionetten en -stations van 1e, 2e, 3e en 4e categorie.2° De dossierrechten per nieuw ingediend dossier bedragen 1,2695 x 25 euro voor de radionetten en -stations van 5e en 6e categorie en voor de houdersvergunningen van 7e categorie.3° De dossierrechten per nieuw ingediend dossier bedragen 1,2695 x 100 euro voor de radionetten van categorie 8a. 4° De dossierrechten per nieuw ingediend dossier bedragen 1,2695 x 1.000 euro voor radionetten van categorie 8b.

Art. 2.Jaarlijkse gebruiksrechten 1° Netten van de 1ste categorie. A) Voor elk vast of transportabel radiostation behorende tot een netwerk waarvan de straal van de gevraagde dekking meer dan 1 km bedraagt, de som van de bedragen die werden berekend, voor elke toegelaten frequentie, op basis van de hieronder vermelde formules, Recht voor exclusieve frequenties: Rechteuro = 1,5054 x (2,4 x P2 + 40 x H + 300) x B Recht voor gemeenschappelijke frequenties: Rechteuro = (1,5054 x (2,4 x P2 + 40 x H + 300)) x B/3 Recht voor collectieve frequenties: Rechteuro = (1,5054 x (2,4 x P2 + 40 x H + 300)) x B/4 H is de hoogte van de antenne ten opzichte van de grond in meter (wanneer de hoogte van de antenne meer is dan 60 m of minder dan 0 m, wordt deze gelijkgesteld met 60 m of met 0 m), P is het toegestane uitgangsvermogen voor elke frequentie van de zendinstallatie in Watt Is het toegestane uitgangsvermogen van de zendinstallatie hoger dan 25 Watt, dan wordt het gelijkgesteld met 25 Watt.

bande passante maximale occupée exprimée en kHz (BPMO)/bezette maximale bandbreedte uitgedrukt in kHz (BMBB)

B

BPMO/BMBB <= 5,5 kHz

0,5

5,5 kHz < BPMO/BMBB <= 11 kHz

1

11 kHz < BPMO/BMBB <= 25 kHz

2

BPMO/BMBB > 25 kHz

(BPMO/BMBB)/12,5


In het geval van de in-ear-monitoring-systemen of draadloze microfoons, B = 1.

In geval van draadloze camera's, B = BW/8 waarbij BW de gebruikte bandbreedte is uitgedrukt in MHz en afgerond naar de hogere MHz.

B) Voor elk vast of transportabel radiostation dat tot een netwerk behoort waarvan de straal van de gevraagde dekking kleiner is dan of gelijk aan 1 km en voor elk mobiel of draagbaar zendstation, wordt het bedrag vermeld in de tabel hieronder, overeenstemmend met het hoogste vermogen van het radiostation:

Puissance - Vermogen (Watt) (P)

Montant - Bedrag (euro)

< 0,1

1,5054x (19) x B

0,1 tot/à 2

1,5054x (38,3 + 19,571 x (P - 0,1)) x B

2 tot/à 5

1,5054x (75,485 + 7,188 x (P - 2)) x B

5 tot/à 10

1,5054x (97,05 + 4,313 x (P - 5)) x B

10 tot/à 20

1,5054x (118,615 + 3,235 x (P - 10)) x B

20 en meer/et plus

1,5054x (150,965 + 4,313 x (P - 20)) x B


P is het toegestane uitgangsvermogen van de zendinstallatie.

Is het toegestane uitgangsvermogen van de zendinstallatie hoger dan 25 Watt, dan wordt het gelijkgesteld met 25 Watt.

bande passante maximale occupée exprimée en kHz (BPMO)/bezette maximale bandbreedte uitgedrukt in kHz (BMBB)

B

BPMO/BMBB <= 5,5 kHz

0,5

5,5 kHz < BPMO/BMBB <= 11 kHz

1

11 kHz < BPMO/BMBB <= 25 kHz

2

BPMO/BMBB > 25 kHz

(BPMO/BMBB)/12,5


In het geval van de in-ear-monitoring-systemen of draadloze microfoons, B = 1.

In geval van draadloze camera's, B = BW/8 waarbij BW de gebruikte bandbreedte is uitgedrukt in MHz en afgerond naar de hogere MHz.

In het geval van een vast of een transportabel basisstation dat gebruikmaakt van exclusieve frequenties, wordt dit recht vermenigvuldigd met het aantal exclusieve zendfrequenties toegewezen voor de werking ervan. 2° Netten van de 2e categorie.a) punt tot punt Het jaarlijkse recht per zendstation bedraagt: Rechteuro = 500 + 188 x B/f f is de draaggolffrequentie in GHz en B de toegewezen bandbreedte in MHz voor waarden groter dan 28 MHz, wordt "B" vervangen door "28+ (B-28)/5" Voor de vaste verbindingen met een draaggolffrequentie tussen 30 MHz en 1 GHz worden de rechten berekend volgens de rechten voor de basisstations van de 1e categorie of van de 3e categorie met identieke karakteristieken.b) punt-tot-multipunt Het jaarlijks recht per basisstation is afhankelijk van de toegewezen draaggolffrequentie en toegewezen bandbreedte (B is de toegewezen bandbreedte in MHz). draaggolffrequentie fréquence porteuse

Montant - Bedrag (euro)

< 10 GHz

1,1820 x 275 x B

10 - < 20 GHz

1,1820 x 125 x B

20 GHz

1,1820 x 67 x B


3° Netten van de 3e categorie. A) Voor elk vast of transportabel radiostation waarvan de straal van de gevraagde dekking groter is dan 1 km, het bedrag dat voor elke toegestane frequentie wordt berekend met behulp van de onderstaande formule Recht voor exclusieve frequenties: Rechteuro= 1,2833x (0,9 x P2 + 4 x H + 96) x B Recht voor gemeenschappelijke frequenties: Rechteuro = (1,2833x (0,9 x P2 + 4 x H + 96)) x B/3 Recht voor collectieve frequenties: Rechteuro = (1,2833x (0,9 x P2 + 4 x H + 96)) x B/4 H is de hoogte van de antenne ten opzichte van de grond in meter (wanneer de hoogte van de antenne meer is dan 60 m of minder dan 0 m, wordt deze gelijkgesteld met 60 m of met 0 m), P is het vermogen in Watt.

Wanneer het uitgangsvermogen van de zendinstallatie hoger is dan 25 Watt, wordt het gelijkgesteld met 25 Watt.

bande passante maximale occupée exprimée en kHz (BPMO)/bezette maximale bandbreedte uitgedrukt in kHz (BMBB)

B

BPMO/BMBB <= 5,5 kHz

0,5

5,5 kHz < BPMO/BMBB <= 11 kHz

1

11 kHz < BPMO/BMBB <= 25 kHz

1

BPMO/BMBB > 25 kHz

(BPMO/BMBB)/12,5


In het geval van de in-ear-monitoring-systemen of draadloze microfoons, B = 1.

In geval van draadloze camera's, B = BW/8 waarbij BW de gebruikte bandbreedte is uitgedrukt in MHz en afgerond naar de hogere MHz.

B) Voor elk basisstation of transportabel radiostation waarvan de straal van de gevraagde dekking kleiner is dan of gelijk is aan 1 km en elk mobiel of draagbaar zendstation, wordt het bedrag in onderstaande tabel vermeld, waarbij het vermogen betrekking heeft op het radiostation dat, van alle mobiele stations van het net, het hoogste vermogen heeft:

Puissance - Vermogen (Watt) (P)

Montant - Bedrag (euro)

< 0,1

1,2833x (8,5) x B

0,1 tot/à 2

1,2833x (17,105 + 4,697 x (P - 0,1)) x B

2 tot/à 5

1,2833x (26,03 + 2,478 x (P - 2)) x B

5 tot/à10

1,2833x (33,465 + 1,487 x (P - 5)) x B

10 tot/à 20

1,2833x (40,9 + 1,116 x (P - 10)) x B

20 en meer/et plus

1,2833x (52,055 + 1,487 x (P - 20)) x B


P is het toegestane uitgangsvermogen van de zendinstallatie.

Is het toegestane uitgangsvermogen van de zendinstallatie hoger dan 25 Watt, dan wordt het gelijkgesteld met 25 Watt.

Voor de mobiele of draagbare radiostations en de vaste of transportabele radiostations die behoren tot een netwerk waarvan de straal van de dekking kleiner is dan of gelijk aan 1 km, van de netten vermeld in artikel 4, 3°, d), worden de rechten gedeeld door 10.

In het geval van een basisstation of een transportabel station wordt dit recht vermenigvuldigd met het aantal exclusieve zendfrequenties toegewezen voor zijn werking.

bande passante maximale occupée exprimée en kHz (BPMO)/bezette maximale bandbreedte uitgedrukt in kHz (BMBB)

B

BPMO/BMBB <= 5,5 kHz

0,5

5,5 kHz < BPMO/BMBB <= 11 kHz

1

11 kHz < BPMO/BMBB <= 25 kHz

1

BPMO/BMBB > 25 kHz

(BPMO/BMBB)/12,5


In het geval van de in-ear-monitoring-systemen of draadloze microfoons, B = 1.

In geval van draadloze camera's, B = BW/8 waarbij BW de gebruikte bandbreedte is uitgedrukt in MHz en afgerond naar de hogere MHz. 4° Radiostations van de 4de categorie. Het jaarlijks recht dat op deze radio stations betrekking heeft, bedraagt 1,2695 x 800 euro. 5° Individuele radiostations van de 5e categorie. Het jaarlijks recht dat op deze stations betrekking heeft, bedraagt: 1,2695 x 32 euro voor het geheel der zendstations. 6° Netten van de 6de categorie. Het jaarlijks recht wordt vastgesteld op 1,2695 x 89,24 euro per ondeelbare schijf van tien radiostations. 7° Vergunningen van de 7e categorie. De jaarlijkse rechten voor het afleveren van een houdersvergunning bedragen 1,2695 x 10 euro. 8° Netten van de 8ste categorie.1° De gebruiksrechten voor vaste radiostations van de punt-tot-punt- en punt-tot-multipuntradiosystemen worden berekend volgens de regels van Deel 1, 2°.2° De gebruiksrechten voor radionetten met gedeelde middelen worden berekend per gebruikt kanaal en bedragen per kanaal: Recht duplexkanaal = 1,2695 x 1598,46 x (B) x n1/2 Recht simplexkanaal = 1,2695 x 1598,46 x (B) x n1/2/2 De prijs per kanaal dat wordt gebruikt voor directe communicatie tussen mobiele of draagbare radiostations bedraagt 1,2695 x 1130,12 x Beuros. bande passante maximale occupée exprimée en kHz (BPMO)/bezette maximale bandbreedte uitgedrukt in kHz (BMBB)

B

BPMO/BMBB <= 5,5 kHz

0,5

5,5 kHz < BPMO/BMBB <= 11 kHz

1

11 kHz < BPMO/BMBB <= 25 kHz

2

BPMO/BMBB > 25 kHz

(BPMO/BMBB)/12,5


n is het aantal basisstations in het radionetwerk op dat kanaal.".

Art. 49.In artikel 2 van de bijlage 1 bij hetzelfde besluit, wordt in de bepaling onder 3° de tabel

"bande passante maximale occupée exprimée en kHz (BPMO)/bezette maximale bandbreedte uitgedrukt in kHz (BMBB)

B

BPMO/BMBB <= 5,5 kHz

0,5

5,5 kHz < BPMO/BMBB <= 11 kHz

1

11 kHz < BPMO/BMBB <= 25 kHz

1

BPMO/BMBB > 25 kHz

(BPMO/BMBB)/12,5 »


est chaque fois remplacé par le tableau suivant :

telkens vervangen door de volgende tabel:


"bande passante maximale occupée exprimée en kHz (BPMO)/bezette maximale bandbreedte uitgedrukt in kHz (BMBB)

B

BPMO/BMBB <= 5,5 kHz

0,5

5,5 kHz < BPMO/BMBB <= 11 kHz

1

11 kHz < BPMO/BMBB <= 25 kHz

2

BPMO/BMBB > 25 kHz

(BPMO/BMBB)/12,5 »


Art. 50.In bijlage 2 bij hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de bepaling onder 12° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) behalve in de bepaling onder d) worden de woorden "draadloze microfoons" telkens vervangen door de woorden "draadloze microfoons, intercom-systemen en in-ear-monitoring-systemen"; b) in de bepaling onder a) wordt het vierde streepje aangevuld met de woorden "voor de apparatuur op de markt gebracht vóór de inwerkingtreding van het besluit van de Raad van het BIPT van 9 augustus 2012 met betrekking tot radio-interfaces B10-01 tot B10-12 (V3.1), F02-01 en F02-02 tot het einde van zijn levensduur"; c) de bepaling onder a) wordt aangevuld met de bepaling onder het vijfde streepje, luidende: "de frequentieband 823-832 MHz;"; d) in de bepaling onder c) worden de woorden "in de band 1795-1800 MHz" vervangen door de woorden "in de band 1785-1800 MHz";e) in de bepaling onder d) worden de woorden "draadloze microfoons" vervangen door de woorden "draadloze microfoons en in-ear-monitoring-systemen";2° in de bepaling onder 22° worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het woord "kortafstandsapparatuur" wordt vervangen door het woord "kortbereikapparatuur";b) het woord "worden" wordt vervangen door het woord "wordt"; 3° de bijlage wordt aangevuld met de bepaling onder 27°, luidende: "27° de stations van de niet-geplande en niet-gecoördineerde vaste verbindingen in de frequentieband 59-63 GHz met een maximaal equivalent isotroop uitgestraald vermogen van 25 dBW.".

Art. 51.Artikel 47 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2013.

De artikelen 6, 35, 36, 38, 3° en 48 treden in werking op 1 januari 2014.

Artikel 49 treedt in werking op 1 januari 2015.

Art. 52.De minister bevoegd voor Elektronische Communicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juli 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE

^