Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 april 1998
gepubliceerd op 30 september 1998

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de inrustestelling van de militairen beneden de rang van officier

bron
ministerie van landsverdediging
numac
1998007163
pub.
30/09/1998
prom.
16/04/1998
ELI
eli/besluit/1998/04/16/1998007163/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 APRIL 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de inrustestelling van de militairen beneden de rang van officier


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten op de militaire pensioenen, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1923, inzonderheid op artikel 3, B, a), 2° en 3°, vervangen bij de wet van 13 juli 1934;

Gelet op artikel 115, derde lid, van de wet van 14 februari 1961 voor economische expansie, sociale vooruitgang en financieel herstel;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de inrustestelling van de militairen beneden de rang van officier, inzonderheid op artikel 1bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 7 december 1978;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 30 augustus 1994;

Gelet op het advies van de commissie van advies voor het militair personeel van de land-, de lucht- en de zeemacht en van de medische dienst;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Pensioenen, gegeven op 18 mei 1994;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1bis van het koninklijk besluit van 22 april 1969 betreffende de inrustestelling van de militairen beneden de rang van officier, ingevoegd door het koninklijk besluit van 7 december 1978, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 1bis.In afwijking van artikel 1 worden de militairen beneden de rang van officier die tot het gebrevetteerd varend personeel van de krijgsmacht behoren in ruste gesteld aan het einde van het trimester waarin zij de leeftijd van eenenvijftig jaar bereikt hebben. ».

Art. 2.Een artikel 3bis, luidend als volgt, wordt in hetzelfde besluit ingevoegd : «

Artikel 3bis.De volgende overgangsmaatregelen worden genomen : 1° de militairen beneden de rang van officier die, op de datum van inwerkingtreding van dit artikel, tot het gebrevetteerd varend personeel van de luchtmacht behoren, kunnen aanspraak maken op een rustpensioen aan het einde van het trimester waarin zij de leeftijd van vijfenveertig jaar bereikt hebben;2° tot 1 januari 2000 of, indien de termijnen bedoeld in artikel 15 van het koninklijk besluit van 24 juli 1997 betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht, met toepassing van artikel 3, § 1, 1°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, verlengd worden, tot de uiterste datum waarop de in disponibiliteitstelling aan de betrokken militairen mag toegestaan worden, worden de onderofficieren, titularis van het brevet van "cabinepersoneel", in ruste gesteld aan het einde van het trimester waarin zij de leeftijd van zesenvijftig jaar bereikt hebben;3° na 1 januari 2000 of, indien de termijnen bedoeld in artikel 15 van het koninklijk besluit van 24 juli 1997 betreffende het in disponibiliteit stellen van bepaalde militairen van het actief kader van de krijgsmacht, met toepassing van artikel 3, § 1, 1°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, verlengd worden, na de uiterste datum waarop de in disponibiliteitstelling aan de betrokken militairen mag toegestaan worden, worden de onderofficieren die titularis zijn van het brevet van "cabinepersoneel" en die op de datum van inwerkingtreding van dit artikel reeds de functie van redder-duiker of loadmaster uitoefenen als lid van het tijdelijk varend personeel, in ruste gesteld, volgens hun keuze, aan het einde van het trimester waarin zij de leeftijd van eenenvijftig, tweeënvijftig, drieënvijftig, vierenvijftig, vijfenvijftig of zesenvijftig jaar bereikt hebben.».

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse , 16 april 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET

^