Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 april 1998
gepubliceerd op 30 mei 1998

Koninklijk besluit tot wijziging, wat sommige militairen betreft, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022322
pub.
30/05/1998
prom.
16/04/1998
ELI
eli/besluit/1998/04/16/1998022322/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 APRIL 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging, wat sommige militairen betreft, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 32, tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 1997 en op artikel 119;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 246, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 juli 1997 en 281, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 juni 1997;

Gelet op het advies, uitgebracht op 22 september 1997 door het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;

Gelet op het advies van het Comité van de Dienst voor administratieve controle van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, uitgebracht op 28 oktober 1997;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën uitgebracht op 8 januari 1998;

Gelet op de beraadslaging van de Ministerraad op 16 januari 1998 over de vraag van advies binnen een termijn van één maand;

Gelet op het advies van de Raad van State. gegeven op 12 februari 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gewijzigd bij de wet van 8 september 1997;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 246 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 29 juli 1997, wordt het derde lid vervangen als volgt : « Onder gecontroleerde werkloosheid bedoeld in artikel 32, eerste lid, 3 °, van de gecoördineerde wet, wordt eveneens verstaan, de periode gedurende dewelke de in artikel 32, eerste lid, 1° van die gecoördineerde wet bedoelde werknemer, zijn beroepsloopbaan heeft onderbroken in toepassing van artikel 14, 1°, van de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut der beroepsofficieren van de land-, de lucht-, de zeemacht en de medisch dienst en der reserveofficieren van alle krijgsmachtdelen en van de medische dienst, artikel 16, 1°, van de wet van 27 december 1961 houdende statuut van de onderofficieren van het actief kader der land-, lucht- en zeemacht en van de medische dienst en artikel 10, 1°, van de wet van 12 juli 1973 houdende statuut van de vrijwilligers van het actief kader der land-, lucht- en zeemacht en van de medische dienst en een onderbrekingstoelage geniet waarvoor hem een bewijs van rechthebbende op een onderbrekingsuitkering wordt uitgereikt als bedoeld in artikel 281, § 4; de werkingssfeer van deze bepaling blijft evenwel beperkt tot de sector van de geneeskundige verzorging. »

Art. 2.Aan artikel 281 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 12 juni 1997, wordt een § 4 toegevoegd, luidend als volgt : « § 4. Aan de militair die een onderbrekingsuitkering geniet, bedoeld bij artikel 3, § 3bis, van de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, reikt het Ministerie van Landsverdediging binnen twee maanden na het einde van elk kalenderjaar gedurende hetwelk hij een onderbrekingsuitkering heeft genoten, een bewijs van rechthebbende op een onderbrekingsuitkering uit.

Dat bewijs vermeldt, voor het kalenderjaar, het tijdvak waarover de werknemer de in het eerste lid bedoelde onderbrekingsuitkering heeft genoten. »

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 20 augustus 1997.

Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 16 april 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^