Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 juni 2016
gepubliceerd op 22 juni 2016

Koninklijk besluit tot vaststelling van de inwerkingtreding van de artikelen 9 en 32 tot 40 van de wet van 19 oktober 2015 houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, en tot uitvoering van de artikelen 1394/25 en 1394/27 van het Gerechtelijk Wetboek

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2016009285
pub.
22/06/2016
prom.
16/06/2016
ELI
eli/besluit/2016/06/16/2016009285/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 JUNI 2016. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de inwerkingtreding van de artikelen 9 en 32 tot 40 van de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, en tot uitvoering van de artikelen 1394/25 en 1394/27 van het Gerechtelijk Wetboek


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben ter ondertekening aan Uwe Majesteit voor te leggen, betreft de uitvoering en de inwerkingtreding van artikelen 9 en 32 tot 40 van de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie.

Voormelde wet voorziet inderdaad onder meer in de invoering van een administratieve procedure tot invordering van onbetwiste geldschulden in artikelen 1394/20 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek. Wanneer goederen zijn geleverd en diensten zijn verricht is het van belang dat de desbetreffende facturen stipt worden betaald. In de praktijk stellen we echter vast dat betalingen regelmatig te laat of zelfs niet gebeuren. De betalingsachterstand die daardoor ontstaat tast de liquiditeit van ondernemingen aan. De wetgever heeft de vaste wil uitgedrukt om tegemoet te komen aan deze maatschappelijke nood door te zorgen voor een moderne en efficiënte invorderingsprocedure die als doel heeft snel, eenvoudig en kostenbesparend te werken zonder dat de kwaliteit van de rechtsbedeling vermindert. Aldus strekt deze procedure tot voordeel van zowel schuldeisers als schuldenaars.

Aangezien het in deze handelt om geldschulden waarover geen betwisting bestaat, dienen deze vorderingen niet beslecht te worden door de rechterlijke macht en kan die zich opnieuw toeleggen op haar kerntaken.

Met die doelstellingen voor ogen, speelt het in artikel 1394/27 van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde `Centraal register voor de invordering van onbetwiste geldschulden' (hierna `Centraal register') een cruciale rol in de procedure. Door de oprichting van dit register zal de gerechtsdeurwaarder op een geïnformatiseerde manier zijn opdracht en mandaten uitoefenen. Om te kunnen controleren dat de gerechtsdeurwaarder daadwerkelijk binnen zijn bevoegdheden blijft, zullen alle handelingen die in het register worden gesteld worden gelogd, hetgeen opvolging en rapportering toelaat.

De toegang tot het Centraal Register is strikt geregeld. Zo zal d.m.v. e-ID en pincode de identiteit van de gebruiker worden vastgesteld en zal deze enkel toegang kunnen verkrijgen indien hij daarenboven over de nodige rechten beschikt. Naast de toegang is ook het gebruik streng beveiligd. De transmissie van data gebeurt met gebruik van cryptografie en digitale certificaten. Aldus biedt het register de noodzakelijke waarborgen op het vlak van authenticatie en autorisatie.

Tenslotte is er ook in de wet expliciet bepaald dat de gegevens die in het Centraal register werden opgenomen gedurende tien jaar bewaard worden.

Er wordt benadrukt dat de betrokken partijen wiens persoonsgegevens worden verwerkt een recht hebben op informatie, toegang, verbetering van de opgenomen gegevens, zoals dit wettelijk is voorzien.

Hierdoor is duidelijk dat het Centraal register op korte termijn kan worden opgezet met behulp van de recentste informaticatechnieken en de noodzakelijke waarborgen biedt inzake het correcte verloop van de procedure, de controlemogelijkheid hierop, de beveiliging en bewaring van de gegevens, de koppeling met gegevens van het rijksregister in een beveiligde omgeving.

De keuze van de wetgever om de Nationale Kamer van Gerechtsdeurwaarders bij het genoemde register een centrale rol toe te bedelen vloeit voort uit haar wettelijke bevoegdheden en de waarborgen die zij biedt, de door haar in het verleden opgebouwde relevante kennis, expertise en knowhow, onder meer naar aanleiding van de informatisering van het Centraal bestand van berichten (CBB).

De Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders is met betrekking tot het Centraal register de verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens zoals bedoeld in artikel 1, § 4, van de wet van 8 december 1992. Wanneer er een wijziging gebeurt aan een uitvoerbaar verklaard proces-verbaal van niet-betwisting zorgt zij er ook voor dat alle betrokken partijen van deze wijziging en de reden hiervoor op de hoogte worden gebracht. Op deze manier kan worden tegemoet gekomen aan het advies van de Raad van State om de rechten van alle betrokkenen hieromtrent te garanderen.

Het ontwerpbesluit beperkt zich verder niet tot de inwerkingtreding van de artikelen van de wet (artikel 8 van het ontwerp), maar stelt de modellen vast van het antwoordformulier en van het proces-verbaal van niet-betwisting (artikel 1 en bijlagen 1 tot 2). Aan het advies van de Raad van State werd tegemoet gekomen en het model van antwoordformulier werd overeenkomstig aangepast. Verder worden de modaliteiten van uitvoerbaarverklaring en tenuitvoerlegging van bedoeld proces-verbaal bepaald (artikelen 2 en 3), alsook de verzending van de gegevens aan het Centraal register (artikelen 4 en 5) en de raadpleging van deze gegevens (artikel 7). Tenslotte wordt de overdracht van de gegevens van het rijksregister vastgesteld (artikel 6). In antwoord op het advies van de Raad van State dient te worden vermeld dat de verbinding nuttig is om indien nodig een opzoeking hierin te doen om zekerheid te verkrijgen omtrent identiteitsgegevens, maar dat deze informatie niet wordt bewaard in het Centraal register.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Justitie, K. GEENS

Raad van State afdeling Wetgeving advies 59.267/2 van 17 mei 2016 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 9 en 32 tot 40 van de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, en tot uitvoering van de artikelen 1394/25 en 1394/27 van het Gerechtelijk Wetboek' Op 15 april 2016 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Justitie verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de artikelen 9 en 32 tot 40 van de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, en tot uitvoering van de artikelen 1394/25 en 1394/27 van het Gerechtelijk Wetboek'.

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 17 mei 2016 . De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Luc Detroux en Bernard Blero, staatsraden, Jacques Englebert, assessor, en Anne-Catherine Van Geersdaele, griffier.

Het verslag is opgesteld door Xavier Delgrange, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Vandernoot.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 17 mei 2016.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Aanhef 1. Er moet een nieuw eerste lid worden ingevoegd waarin melding gemaakt wordt van "de artikelen 1394/25 en 1394/27, § 5, tweede lid, en § 7, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten". Het huidige eerste lid, dat het tweede lid wordt, moet enkel artikel 51 vermelden van de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten `houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie', dat een rechtsgrond oplevert voor artikel 8, 1°, van het ontwerp. 2. De akkoordbevinding van de minister van Begroting, waarom luidens de brief met de adviesaanvraag is verzocht, bevindt zich niet in het dossier. De steller van het ontwerp moet erop toezien dat dat vormvereiste naar behoren wordt vervuld.

Dispositief Artikel 5 Het is weliswaar denkbaar dat een proces-verbaal vergissingen of leemtes bevat, en dus moet worden verbeterd, gewijzigd of aangevuld, maar het is niet aanvaardbaar dat dat zonder de betrokken personen zou gebeuren. Wat dat betreft, moet erop gewezen worden dat de rechten van de belanghebbenden niet worden gewaarborgd door het loutere feit dat, naar luid van de voorliggende bepaling, "een overzicht van de aangebrachte verbeteringen, wijzigingen en toevoegingen, met de datum alsook de identiteit van de auteur ervan, beschikbaar [is] voor de gebruikers die het betreffende bericht kunnen raadplegen" en dat "[d]it overzicht (...) zolang geraadpleegd [kan] worden als het uitvoerbaar verklaard proces-verbaal van niet-betwisting waarop het betrekking heeft".

Aangezien dat proces-verbaal van niet-betwisting net als een vonnis als uitvoerbare titel geldt, moet de tekst ook een soortgelijk voorbehoud bevatten als het voorbehoud gemaakt in de artikelen 793, eerste lid, en 794, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, die luiden als volgt: "

Art. 793.De rechter die een onduidelijke of dubbelzinnige beslissing heeft gewezen, kan die uitleggen, zonder evenwel de daarin bevestigde rechten uit te breiden, te beperken of te wijzigen. (...)

Art. 794.De materiële verschrijvingen en omissies die in een zelfs al in kracht van gewijsde gegane beslissing voorkomen, kunnen altijd worden verbeterd door het gerecht dat de beslissing heeft gewezen, of door het gerecht waarnaar de beslissing wordt verwezen, zonder evenwel de daarin bevestigde rechten uit te breiden, te beperken of te wijzigen".

Bovendien rijst de vraag of niet een soortgelijke procedure moet worden opgezet voor de verbetering, wijziging of aanvulling van het proces-verbaal, volgens de logica die blijkt uit artikel 1394/24 van het Gerechtelijk Wetboek, waarin niet alleen in een proces-verbaal van niet-betwisting opgesteld door een gerechtsdeurwaarder wordt voorzien, maar ook in een formulier van tenuitvoerlegging aangebracht door een magistraat.

Artikel 6 Artikel 6 voorziet in een verbinding tussen het rijksregister van de natuurlijke personen en het centraal register voor de invordering van onbetwiste geldschulden, terwijl luidens artikel 4 van het ontwerp geen enkel gegeven van het rijksregister aan het Centraal register lijkt te moeten worden meegedeeld.(1) De Raad van State plaatst vraagtekens bij het nut van die bepaling, zelfs al is de Koning krachtens artikel 1394/27, § 5, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek gemachtigd om de wijze van overzending van die gegevens te regelen.

De steller van het ontwerp moet nagaan of die bepaling niet moet worden herzien.

Artikel 7 Om meer rekening te houden met de beginselen van de politieke verantwoordelijkheid van de uitvoerende macht, zou het beter zijn dat artikel 7, § 1, tweede lid, de minister machtigt om de procedure tot registratie van de gerechtsdeurwaarders en tot beheer van het geïnformatiseerd register vast te stellen en niet de Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders, wat er niet aan in de weg staat dat die laatste instantie hierin een adviesbevoegdheid krijgt.

Artikel 8 De ontworpen bepaling strekt ertoe de datum van inwerkingtreding te vermelden, maar die datum is niet gepreciseerd.

Gelet op het belang van dat gegeven gezien de strekking van het voorliggende ontwerp, kan die bepaling niet door de Raad van State worden onderzocht.

De afdeling Wetgeving van de Raad van State moet om advies worden verzocht over een nieuw ontwerp waarin die aangelegenheid wordt geregeld.

Bijlage I Artikel 1394/23, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek luidt als volgt: "In het geval de schuldenaar de schuld betaalt of de redenen te kennen geeft waarom hij de schuld betwist, wordt de invordering beëindigd, onverminderd het recht van de schuldeiser om, in geval van betwisting van de schuld, zijn rechtsvordering in rechte uit te oefenen".

Met het oog op de naleving van die bepaling moet de onderverdeling met als opschrift "Hoe kan u dit voorkomen?" worden herzien als volgt: 1° de huidige punten 1 en 2 moeten worden samengevoegd, waarbij het ontworpen punt 2 een wijze van uitvoering is van het geval bepaald in punt 1;2° er zou een nieuw punt 2 moeten worden ingevoegd, luidende als volgt: "2.U deelt binnen een maand de redenen mee waarom u uw schuld betwist (zie achterzijde)".

De volgende tussentitel, "Kan u betwisten?" en de bijhorende tekst ("U kan betwisten, ...") kunnen dan worden weggelaten, ook omdat verder in het model ruimte gelaten wordt onder de tussentitel "Hoe kan u betwisten?".

De griffier Anne-Catherine Van Geersdaele De voorzitter Pierre Vandernoot _______ Nota (1) Artikel 4 vermeldt bij de relevante gegevens weliswaar de naam en de voornaam van de advocaat en van de gerechtsdeurwaarder, die uiteraard in het rijksregister voorkomen, maar die gegevens zijn ook beschikbaar in de Kruispuntbank van Ondernemingen. 16 JUNI 2016. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de inwerkingtreding van de artikelen 9 en 32 tot 40 van de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, en tot uitvoering van de artikelen 1394/25 en 1394/27 van het Gerechtelijk Wetboek FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, de artikelen 38, 40 en 51;

Gelet op het advies nr. 11/2016 van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, gegeven op 11 maart 2016;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën gegeven op 7 april 2016;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister voor Begroting, gegeven op 9 juni 2016;

Gelet op advies 59.267/2 van de Raad van State, gegeven op 17 mei 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Modellen

Artikel 1.Het antwoordformulier bedoeld in artikel 1394/22 van het Gerechtelijk Wetboek en het proces-verbaal van niet-betwisting bedoeld in artikel 1394/24, § 1, van hetzelfde wetboek, worden opgesteld overeenkomstig de modellen opgenomen in de bijlagen 1 en 2 van dit besluit. HOOFDSTUK II. - Uitvoerbaarverklaring en tenuitvoerlegging van het proces-verbaal van niet-betwisting

Art. 2.Het proces-verbaal van niet-betwisting wordt uitvoerbaar verklaard door de in artikel 1394/24, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde magistraat door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt.

Art. 3.§ 1. Het formulier van tenuitvoerlegging van het proces-verbaal van niet-betwisting bedoeld in artikel 1394/24, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek zal, tijdens de duur van Onze regering, luiden als volgt : "Wij, FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, doen te weten : Lasten en bevelen dat alle daartoe gevorderde gerechtsdeurwaarders dit proces-verbaal ten uitvoer zullen leggen;

Dat Onze procureurs-generaal en Onze procureurs des Konings bij de rechtbanken van eerste aanleg daaraan de hand zullen houden en dat alle bevelhebbers en officieren van de openbare macht daartoe de sterke hand zullen bieden wanneer dit wettelijk van hen gevorderd wordt;

Ten blijke waarvan dit proces-verbaal is ondertekend door de magistraat." § 2. Het formulier van tenuitvoerlegging zal in het Duits als volgt luiden : "Wir, PHILIPPE, König der Belgier, tun allen Gegenwärtigen und Zukünftigen kund: Beauftragen und weisen alle darum ersuchten Gerichtsvollzieher an, das Protokoll zu vollstrecken;

Unsere Generalprokuratoren und Prokuratoren des Königs bei den erstinstanzlichen Gerichten, die Durchführung der Vollstreckung zu überwachen sowie alle Befehlshaber und Beamte der öffentlichen Gewalt, Beistand dabei zu leisten, wenn sie gesetzmässig dazu aufgefordert werden;

Zur Beurkundung dessen wurde das Protokoll unterzeichnet durch den Magistrat." HOOFDSTUK III. - Verzending van gegevens aan het Centraal register voor de invordering van onbetwiste geldschulden

Art. 4.§ 1. Alle afschriften van de in artikel 1394/27, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek bedoelde exploten, betekeningen, kennisgevingen, mededelingen, betalingsfaciliteiten, processen-verbaal en, in voorkomend geval, van de bijlagen ervan, worden verzonden naar het Centraal register voor de invordering van onbetwiste geldschulden door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt. § 2. Wanneer een gerechtsdeurwaarder een dossier opent in het Centraal register worden volgende gegevens geregistreerd: 1° het dossiernummer van de gerechtsdeurwaarder;2° het dossiernummer van de opdrachtgever;3° de gegevens van de opdrachtgever of schuldeiser: a) ondernemingsnaam van de opdrachtgever;b) adres van de onderneming;c) ondernemingsnummer bij de kruispuntbank der ondernemingen;4° de gegevens van de schuldenaar: a) ondernemingsnaam;b) ondernemingsnummer bij de kruispuntbank der ondernemingen;c) adres van de onderneming;d) de juridische vorm van de onderneming;5° de gegevens van de advocaat van de opdrachtgever: a) naam en voornaam;b) kantooradres;c) ondernemingsnummer bij de kruispuntbank der ondernemingen;6° de gegevens van de gerechtsdeurwaarder die het dossier aanmaakt: a) naam en voornaam;b) in voorkomend geval de naam van het gerechtsdeurwaarderskantoor;c) kantooradres;d) ondernemingsnummer bij de kruispuntbank der ondernemingen;7° de gegevens van de gerechtsdeurwaarder die het dossier uitvoert: a) naam en voornaam;b) in voorkomend geval de naam van het gerechtsdeurwaarderskantoor;c) kantooradres;d) ondernemingsnummer bij de kruispuntbank der ondernemingen;8° de vordering waarvoor de procedure werd opgestart: a) de datum van de vordering;b) de hoofdsom;c) het bewijsstuk of de bewijsstukken die de vordering staven. § 3. Wanneer de gerechtsdeurwaarder een aanmaning tot betalen heeft betekend, zullen volgende gegevens worden geregistreerd in het Centraal register: 1° de datum van de betekening van de aanmaning tot betalen;2° de naam en voornaam van de gerechtsdeurwaarder die de betekening heeft uitgevoerd. § 4. Wanneer de schuldenaar middels het antwoordformulier de vordering betwist worden volgende gegevens in het Centraal register geregistreerd: 1° de datum van de betwisting;2° het digitaal afschrift van het antwoordformulier. § 5. Wanneer het proces-verbaal van niet-betwisting wordt neergelegd in het Centraal register worden volgende gegevens geregistreerd: 1° de datum van neerlegging;2° de naam en voornaam van de gerechtsdeurwaarder die het proces-verbaal heeft opgesteld;3° het totaalbedrag van de hoofdsom van de vordering;4° in voorkomend geval het bedrag van het gevorderd schadebeding;5° in voorkomend geval het bedrag van de gevorderde contractuele intresten;6° in voorkomend geval het bedrag van de betalingen die reeds werden ontvangen;7° het openstaande saldo dat de schuldenaar nog verschuldigd is. § 6. Wanneer het proces-verbaal van niet-betwisting uitvoerbaar werd verklaard, worden volgende gegevens in het Centraal register geregistreerd: 1° de datum van de uitvoerbaarverklaring;2° het digitaal document van de uitvoerbaarverklaring. § 7. De Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders organiseert de verzending van het uitvoerbaar verklaard proces-verbaal van niet-betwisting door middel van aangepaste informatiebeveiligingstechnieken, zodat de herkomst, de vertrouwelijkheid alsook de integriteit van de inhoud worden gewaarborgd.

De datum van verzending van de afschriften komt overeen met de datum van ontvangst die het Centraal register overzendt aan de gebruiker door middel van een bericht van ontvangst. Zijn opgenomen in dit bericht van ontvangst: 1° de datum en uur van ontvangst;2° een transactienummer voor identificatie van de uitgevoerde operatie;3° in geval van een geslaagde verzending, de inhoud van het afschrift;4° in geval van een mislukte verzending, de reden voor de mislukking.

Art. 5.Het uitvoerbaar verklaard proces-verbaal van niet-betwisting dat overeenkomstig artikel 4 is verzonden, kan het voorwerp uitmaken van een verbetering, een wijziging of een toevoeging door de auteur ervan volgens de door de Nationale Kamer voorgeschreven nadere regels.

Wanneer er een wijziging aan het uitvoerbaar verklaard proces-verbaal van niet-betwisting gebeurt, brengt de Nationale Kamer alle betrokken partijen hiervan op de hoogte samen met de reden van de wijziging.

Voor elk uitvoerbaar verklaard proces-verbaal van niet-betwisting is een overzicht van de aangebrachte verbeteringen, wijzigingen en toevoegingen, met de datum alsook de identiteit van de auteur ervan, beschikbaar voor de gebruikers die het betreffende bericht kunnen raadplegen. Dit overzicht kan zolang geraadpleegd worden als het uitvoerbaar verklaard proces-verbaal van niet-betwisting waarop het betrekking heeft. HOOFDSTUK IV. - Overdracht van gegevens van het rijksregister aan de Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders

Art. 6.§ 1. De informatiegegevens van het rijksregister worden aan de Nationale Kamer toegezonden via een elektronische verbinding tussen het Centraal register en de gegevensbank van het rijksregister. § 2. Deze verbinding moet een automatische en beveiligde verificatie mogelijk maken van de gegevens bij invoering in het Centraal register door vergelijking met de gegevens van het rijksregister zoals opgesomd in artikel 1394/27, § 5, van het Gerechtelijk Wetboek. HOOFDSTUK V. - Raadpleging van gegevens

Art. 7.§ 1. De gegevens in het Centraal register worden geraadpleegd door middel van een procedure waarbij informaticatechnieken worden gebruikt.

De Nationale Kamer van gerechtsdeurwaarders bepaalt de procedure tot registratie van de gerechtsdeurwaarders en tot beheer van het geïnformatiseerd register bedoeld in artikel 1394/27, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek. Zij ziet toe op de naleving van deze procedure. § 2. De gerechtsdeurwaarders kunnen rechtstreeks de gegevens raadplegen die in het Centraal register zijn opgenomen, zoals bepaald in artikel 1394/27 § 3. § 3. Het vaststellen van de identiteit - de authenticatie - van de gerechtsdeurwaarders die ingevolge hun opdrachten en mandaten toegang krijgen tot de gegevens in het Centraal register wordt gecontroleerd op basis van de elektronische identiteitskaart of een ander authenticatiemiddel dat evenwaardige garanties biedt.

Deze authenticatie gebeurt conform het technisch procedé dat de Nationale Kamer heeft ingevoerd. HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtredings- en slotbepalingen

Art. 8.De artikelen 9 en 32 tot 40 van de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie treden in werking.

Art. 9.De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 juni 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, K. GEENS

Bijlage 1 bij het besluit van 16 juni 2016 tot vaststelling van de inwerkingtreding van de artikelen 9 en 32 tot 40 van de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, en tot uitvoering van de artikelen 1394/25 en 1394/27 van het Gerechtelijk Wetboek.

BIJLAGE 1 : model van het antwoordformulier bij aanmaning tot betalen

ANTWOORDFORMULIER BIJ DE AKTE VAN AANMANING TOT BETALEN BIJ INVORDERING VAN ONBETWISTE GELDSCHULDEN (artikel 1394/21 van het Gerechtelijk Wetboek)


Mevrouw, mijnheer, U ontving een AANMANING TOT BETALING van een gerechtsdeurwaarder waarbij u betaling wordt gevraagd van € [AUTOTEKST VERSCHULDIGD BEDRAG].

Wat betekent dit? Deze procedure laat de gerechtsdeurwaarder toe om na verloop van 1 maand en 8 dagen een titel tegen u uit te laten vaardigen om betaling te bekomen.

Hoe kan u dit voorkomen? 1a. U gaat over tot volledige betaling van € [AUTOTEKST VERSCHULDIGD BEDRAG] binnen de termijn van 1 maand (zie achterzijde). 1b. U kan het volledig bedrag niet in 1 keer betalen? U moet dan een afbetalingsplan vragen aan de gerechtsdeurwaarder. Let wel, dit afbetalingsplan moet eerst worden goedgekeurd (zie achterzijde). 2. Door binnen één maand door middel van dit antwoordformulier aan de gerechtsdeurwaarder de redenen op te geven waarom u de vordering betwist (zie achterzijde). Hoe kan u betalen?

(vrij veld in te vullen door de gerechtsdeurwaarder)


Hoe kan u een afbetalingsplan aanvragen?

(vrij veld in te vullen door de gerechtsdeurwaarder)


Hoe kan u betwisten?

Door op dit antwoordformulier de reden(en) van betwisting in te vullen en het af te geven of terug te zenden :

(vrij veld in te vullen door de gerechtsdeurwaarder met andere wijzen van verzending van dit formulier aan de gerechtsdeurwaarder)


(verplicht veld)

[AUTOTEKST ADRES VAN DE GERECHTSDEURWAARDER]


REDEN(EN) VAN BETWISTING :

. . . . .

. . . . .

. . . . .

. . . . .

DATUM - NAAM - VOORNAAM - HOEDANIGHEID OF FUNCTIE - HANDTEKENING


Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 16 juni 2016 tot vaststelling van de inwerkingtreding van de artikelen 9 en 32 tot 40 van de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, en tot uitvoering van de artikelen 1394/25 en 1394/27 van het Gerechtelijk Wetboek.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie K. GEENS

Bijlage 2 bij het besluit van 16 juni 2016 tot vaststelling van de inwerkingtreding van de artikelen 9 en 32 tot 40 van de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, en tot uitvoering van de artikelen 1394/25 en 1394/27 van het Gerechtelijk Wetboek BIJLAGE 2 : model van het proces-verbaal van niet-betwisting : PROCES-VERBAAL VAN NIET-BETWISTING Heden, . . . . . (dag, maand, jaar) Op verzoek van . . . . . (naam, voornaam, beroep, hoedanigheid, naam en rechtsvorm onderneming) met woonplaats/zetel te ........ (postcode) . . . . . (gemeente), . . . . . (straat) ........ (nummer) en ingeschreven in de kruispuntbank der ondernemingen onder nummer . . . . . (K.B.O.-nr.).

Heb ik, ondergetekende . . . . . (naam, voornaam), gerechtsdeurwaarder/plaatsvervangend gerechtsdeurwaarder, optredende ter vervanging van gerechtsdeurwaarder . . . . . (naam, voornaam), in het arrondissement . . . . ., kantoor houdende te ........ (postcode) . . . . . (gemeente), . . . . . (straat) ........ (nummer) VASTGESTELD Dat er op . . . . . (dag, maand, jaar) een aanmaning tot betalen werd betekend aan . . . . . (naam, voornaam, beroep, hoedanigheid, naam en rechtsvorm onderneming) met woonplaats/zetel te ........ (postcode) . . . . . (gemeente), . . . . . (straat) ........ (nummer) en ingeschreven in de kruispuntbank der ondernemingen onder nummer ....................................... (K.B.O.-nr.), hierna genoemd de schuldenaar.

Dat de schuldenaar werd aangemaand om te betalen aan verzoeker het bedrag van € ........,........ (totaal verschuldigd bedrag met hoofdsom en eventueel intresten en/of schadebeding).

Dat de schuldenaar met betrekking tot deze vordering op heden : O geen of geen volledige betaling heeft gedaan, O geen betalingsfaciliteiten heeft gevraagd O geen betalingsfaciliteiten heeft gekregen O niet heeft gereageerd O heeft betwist zonder opgave van redenen O het akkoord met de schuldeiser inzake betalingsfaciliteiten niet heeft gevolgd :

(gedetailleerde opgave van het oorspronkelijke afbetalingsplan en de eventuele betalingen)


Het openstaande saldo van de vordering lastens de schuldenaar bedraagt op heden :

(gedetailleerde opgave van de samenstelling van het openstaand saldo)


WAARVAN AKTE. De kosten bedragen: . . . . .

Doorhaling van ............ regels en ............woorden goedgekeurd. (handtekening gerechtsdeurwaarder) Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 16 juni 2016 tot vaststelling van de inwerkingtreding van de artikelen 9 en 32 tot 40 van de wet van 19 oktober 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/10/2015 pub. 22/10/2015 numac 2015009530 bron federale overheidsdienst justitie Wet houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie, en tot uitvoering van de artikelen 1394/25 en 1394/27 van het Gerechtelijk Wetboek.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie K. GEENS

Anlage 1 zum Königlicher Erlass vom 16. Juni 2016 zur Feststellung des Inkrafttretens der Artikeln 9 und 32 bis 40 des Gesetzes vom 19.

Oktober 2015 zur Abänderung des Zivilprozessrechts und zur Festlegung verschiedener Bestimmungen, was die Justiz betrifft, und zur Ausführung der Artikeln 1394/25 und 1394/27 der Zivilprozessordnung

ANLAGE 1: Modell des Antwortformulars welches dem Mahnschreiben beigefügt ist

ANTWORTFORMULAR WELCHES DEM MAHNSCHREIBEN BEI DER BEITREIBUNG VON UNBESTRITTENENEN GELDFORDERUNGEN BEIGEFÜGT IST (Artikel 1394/21 des Gerichtsgesetzbuches)


Sehr geehrte Dame, Sehr geehrter Herr, Sie haben ein MAHNSCHREIBEN durch einen Gerichtsvollzieher erhalten, wodurch Ihnen eine Zahlung in Höhe von € [AUTOMATISCHER TEXT GESCHULDETER BETRAG] abverlangt wird.

Was bedeutet das? Dieses Verfahren erlaubt es dem Gerichtsvollzieher, nach Verstreichen einer Frist von 1 Monat und 8 Tagen, einen Titel zu Ihren Lasten auszustellen um die Zahlung zu erhalten.

Wie können Sie dies vermeiden? 1a. Indem Sie den Gesamtbetrag in Höhe von € [AUTOMATISCHER TEXT GESCHULDETER BETRAG] innerhalb einer Frist von 1 Monat zahlen (siehe Rückseite) 1b. Sie können den Gesamtbetrag nicht auf einmal zahlen? Dann müssen Sie Zahlungserleichterungen beim Gerichtsvollzieher beantragen. Vorsicht, diese Zahlungserleichterungen müssen erst genehmigt werden (siehe Rückseite). 2. Sie können die Forderung bestreiten, aber nur wenn Sie die Gründe darlegen, weshalb Sie nicht damit einverstanden sind, und dies innerhalb einer Frist von einem Monat (siehe Rückseite). Wie können Sie zahlen?

(Freies, durch den Gerichtsvollzieher auszufüllendes Feld)


Wie können Sie Zahlungserleichterungen beantragen?

(Freies, durch den Gerichtsvollzieher auszufüllendes Feld)


Wie können Sie die Forderung bestreiten?

Indem Sie den Grund/die Gründe der Bestreitung auf diesem Formular vermerken und es abgeben oder zurücksenden an:

(Freies, durch den Gerichtsvollzieher auszufüllendes Feld mit den anderen Möglichkeiten, das Formular an den Gerichtsvollzieher zu übermitteln)


(verpflichtend auszufüllen)

[AUTOMATISCHER TEXT ADRESSE GERICHTSVOLLZIEHER]


GRÜNDE FÜR DIE BESTREITUNG:

. . . . .

. . . . .

. . . . .

. . . . .

DATUM - NAME - VORNAME - EIGENSCHAFT ODER FUNKTION - UNTERSCHRIFT


Gesehen, um Unserem Erlass vom 16. Juni 2016 zur Feststellung des Inkrafttretens der Artikeln 9 und 32 bis 40 des Gesetzes vom 19.

Oktober 2015 zur Abänderung des Zivilprozessrechts und zur Festlegung verschiedener Bestimmungen, was die Justiz betrifft, und zur Ausführung der Artikeln 1394/25 und 1394/27 der Zivilprozessordnung beigefügt zu werden.

PHILIPPE Von Königs wegen: Der Minister der Justiz K. GEENS

Anlage 2 zum Königlicher Erlass vom 16. Juni 2016 zur Feststellung des Inkrafttretens der Artikeln 9 und 32 bis 40 des Gesetzes vom 19.

Oktober 2015 zur Abänderung des Zivilprozessrechts und zur Festlegung verschiedener Bestimmungen, was die Justiz betrifft, und zur Ausführung der Artikeln 1394/25 und 1394/27 der Zivilprozessordnung ANLAGE 2: Modell des Nichtbestreitungsprotokolls: NICHTBESTREITUNGSPROTOKOLL Im Jahre ................., am . . . . . (Tag, Monat) Auf Antrag von . . . . . (Name, Vorname, Beruf, Eigenschaft, Name und Gesellschaftsform des Unternehmens) mit Wohnsitz/Gesellschaftssitz in ............. (PLZ) . . . . . (Gemeinde), . . . . . (Straße) ........... (Nummer) und eingetragen in der Zentralen Unternehmensdatenbank unter der Nummer . . . . . (ZUD Nr.).

Habe ich, der Unterzeichnende . . . . . (Name, Vorname), Gerichtsvollzieher/stellvertretender Gerichtsvollzieher in Vertretung von . . . . . (Name, Vorname), mit Amtssitz in ............. (PLZ) . . . . . (Gemeinde), . . . . . (Straße) ........... (Nummer) FESTGESTELLT Dass am . . . . . (Tag, Monat, Jahr) ein Mahnschreiben zugestellt wurde an . . . . . (Name, Vorname, Beruf, Eigenschaft, Name und Gesellschaftsform Unternehmen) mit Wohnsitz/Gesellschaftssitz in ............. (PLZ) . . . . . (Gemeinde), . . . . . (Straße) ........... (Nummer) und eingetragen in der Zentralen Unternehmensdatenbank unter der Nummer ............................................... (ZUD Nr.), hiernach als der Schuldner bezeichnet.

Dass der Schuldner aufgefordert wurde, dem Antragsteller den Betrag in Höhe von € ........,........ (Gesamtbetrag einschließlich des Hauptbetrages, der eventuellen Zinsen und/oder Strafklauseln) zu zahlen.

Dass der Schuldner in Bezug auf diese Forderung, zum heutigen Tage: O keine oder keine vollständige Zahlung geleistet hat O keine Zahlungserleichterungen beantragt hat O keine Zahlungserleichterungen zugestanden bekommen hat O nicht reagiert hat O die Forderung bestritten hat, jedoch ohne Gründe anzugeben O die mit dem Gläubiger getroffene Vereinbarung bezüglich Zahlungserleichterungen nicht eingehalten hat:

(detaillierte Angabe der ursprünglich vereinbarten Zahlungserleichterungen und der gegebenenfalls erfolgten Zahlungen)


Dass das offenstehende Saldo der Forderung zu Lasten des Schuldners sich am heutigen Tage wie folgt zusammensetzt:

(Mitteilung der detaillierten Restforderung)


WORÜBER URKUNDE. Die Kosten belaufen sich auf: . . . . .

Das Durchstreichen von ............ Linien und ............ Wörtern wird genehmigt. (Unterschrift Gerichtsvollzieher) Gesehen, um Unserem Erlass vom 16. Juni 2016 zur Feststellung des Inkrafttretens der Artikeln 9 und 32 bis 40 des Gesetzes vom 19.

Oktober 2015 zur Abänderung des Zivilprozessrechts und zur Festlegung verschiedener Bestimmungen, was die Justiz betrifft, und zur Ausführung der Artikeln 1394/25 und 1394/27 der Zivilprozessordnung beigefügt zu werden.

PHILIPPE Von Königs wegen: Der Minister der Justiz K. GEENS

^