Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 maart 2006
gepubliceerd op 29 maart 2006

Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen met betrekking tot de periodieke informatieverstrekking over de solvabiliteit van de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2006003215
pub.
29/03/2006
prom.
16/03/2006
ELI
eli/besluit/2006/03/16/2006003215/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 MAART 2006. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen met betrekking tot de periodieke informatieverstrekking over de solvabiliteit van de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, inzonderheid op artikel 185, eerste lid;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 14 februari 2006 met betrekking tot de periodieke informatieverstrekking over de solvabiliteit van de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, dat als bijlage bij dit besluit gaat, wordt goedgekeurd.

Art. 2.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 16 maart 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

Bijlage bij het koninklijk besluit van 16 maart 2006 Reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 14 februari 2006 met betrekking tot de periodieke informatie-verstrekking over de solvabiliteit van de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging De Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, Gelet op de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles, inzonderheid op artikel 185, eerste lid;

Gelet op de raadpleging van de beroepsverenigingen;

Gelet op het advies van de raad van toezicht van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen, Besluit :

Artikel 1.De bepalingen van dit reglement zijn van toepassing op de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging naar Belgisch recht als bedoeld in Boek II van Deel III van de wet van 20 juli 2004 betreffende bepaalde vormen van collectief beheer van beleggingsportefeuilles.

Art. 2.De beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging moeten aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen rapporteren over de toereikendheid van hun eigen vermogen ten aanzien van de normen die zijn uitgevaardigd in het reglement van de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen van 14 december 2004 over het eigen vermogen van de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging.

Art. 3.§ 1. Die rapportering moet driemaandelijks aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen worden overgelegd met gebruikmaking van de als bijlage bij dit reglement gevoegde tabellen die moeten worden ingevuld conform de eveneens als bijlage bij dit reglement gevoegde toelichting bij de tabellen.

Een afzonderlijke rapportering is vereist voor respectievelijk de vennootschappelijke en de geconsolideerde positie. De rapportering moet worden overgelegd vóór de 25e kalenderdag na de rapporteringsdatum en, wat meer bepaald het vierde kwartaal betreft, vóór de laatste werkdag van de maand die volgt op de afsluitingsdatum, voor de vennootschappelijke positie, en binnen twee maanden en vijftien dagen na de rapporteringsdatum, voor de geconsolideerde positie. § 2. De rapportering moet naar de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen worden verstuurd, hetzij op een magnetische drager die bij een gewone of een ter post aangetekende brief wordt verzonden, hetzij via e-mail naar het door de Commissie opgegeven e-mailadres.

Indien wordt geopteerd voor een overlegging via e-mail, moet de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging een door de daartoe gemachtigde perso(o)n(en) ondertekende kopie bewaren van de verschillende verstuurde rapporteringen.

Art. 4.Dit reglement treedt in werking op de eerste driemaandelijkse vervaldag, na 1 januari 2006, die volgt op de datum waarop het koninklijk besluit tot goedkeuring van dit reglement in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 14 februari 2006.

De Voorzitter, E. WYMEERSCH

Bijlagen 1. Rapporteringstabellen betreffende de solvabiliteit van de beheervennootschappen van de instellingen voor collectieve belegging. 2. Toelichting bij de tabellen. Toelichting bij de tabellen betreffende de solvabiliteit van de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging Kleurcode : In de oranje vakken dienen de vennootschappen de algemene informatie in te vullen (naam van de vennootschap, rapporteringsdatum, vennootschappelijke of geconsolideerde positie). In de geel gekleurde vakken moeten de nodige cijfergegevens worden ingevuld voor de berekening van de vereisten.

De grijze vakken worden automatisch ingevuld.

Munteenheid : De cijfers moeten worden uitgedrukt in duizenden euro (000).

Toelichting bij tabel 10.10 : toetsing van de toereikendheid van het eigen vermogen De meeste gegevens in deze tabel zijn afkomstig van de tabellen 10.20 tot 10.60.

Lijn 010 = lijn 400 van tabel 10.20.

Lijn 020 = lijn 599 van tabel 10.20.

Lijn 040 = het minimumkapitaal is het kapitaal als bedoeld in artikel 149 van de wet van 20 juli 2004.

Lijn 080 = lijn 199 van kolom 30 van tabel 10.30.

Lijn 100 = lijn 299 van kolom 30 van tabel 10.30.

Lijn 115 = lijn 070 van kolom 10 van tabel 10.60.

Lijn 120 = lijn 300 van kolom 70 van tabel 10.50.

Lijn 140 = lijn 650 van kolom 30 van tabel 10.40.

Toelichting bij tabel 10.20 : samenstelling van het eigen vermogen Het verwerkte resultaat van het vorige boekjaar mag pas worden opgenomen in de samenstelling van het eigen vermogen van het volgende boekjaar nadat het door de algemene vergadering is goedgekeurd.

Lijn 060, 070 en 140 : Deze lijnen hebben enkel betrekking op de geconsolideerde posities.

Lijn 240 : Bedrag waarbij rekening werd gehouden met de progressieve reductie als bedoeld in artikel 14, § 1, 2°, d) van het reglement op het eigen vermogen van de beursvennootschappen.

Toelichting bij tabel 10.30 : algemene niet-cumulatieve vereisten Als bepaald in artikel 8 van het reglement over het eigen vermogen van de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, worden de vereisten berekend op het gehele bedrijf van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging.

Punt 3 Algemene kosten : Als de looptijd van het vorige boekjaar geen 12 maanden bedraagt, moet het bedrag van de kosten worden herberekend voor een periode van 12 maanden.

Met het eigen vermogen van een ICB-beheervennootschap moet steeds één vierde van de algemene kosten van het vorige jaar kunnen worden gedekt. Deze maatregel wil de voortzetting van het bedrijf van de vennootschap waarborgen ingeval haar bedrijvigheid aanzienlijk zou dalen.

Daarom worden de algemene kosten die rechtstreeks verband houden met het bedrijfsvolume buiten beschouwing gelaten voor de berekening van dit vereiste. Zo wordt geen rekening gehouden met variabele kosten, zoals bij voorbeeld vergoedingen die rechtstreeks verband houden met het bedrijfsvolume of met het uitvoeren van verrichtingen en die niet moeten worden betaald als er geen bedrijvigheid is.

Toelichting bij tabel 10.40 : wisselkoersrisico Voor de berekening van de vereisten vastgelegd in artikel 6, 2°, b) van het reglement over het eigen vermogen van de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, wordt uitgegaan van de activiteit van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging die erin bestaat beheertaken voor instellingen voor collectieve belegging uit te oefenen als bedoeld in artikel 3, 9° van de wet, op grond van een lastgevingsovereenkomst of een aannemingsovereenkomst die is afgesloten met een instelling voor collectieve belegging, of die erin bestaat beleggingsdiensten te verrichten als bedoeld in artikel 3, 10° van de wet.

Lijnen (120 en 130), (210 en 220) Voor elk van de betrokken risico's moet elke vennootschap slechts één van beide lijnen invullen volgens de gehanteerde methode.

De vennootschappen die een intern model gebruiken (lijnen 130, 220) dienen in kolom 30 de eigen-vermogensvereiste te vermelden die wordt verkregen door het bedrag van het volgens dat model berekende vermoedelijke verlies ingevolge de posities in deviezen of in goud te vermenigvuldigen met de wegingsfactor die door de CBFA wordt vastgesteld. De aldus op lijn 130 vermelde vereiste mag niet meer dan 2 % minder bedragen dan de vereiste op lijn 110.

Kolom 05 De code van de betrokken munt invoegen.

Tabel 10.40. op geconsolideerde basis Zonder mogelijkheid tot compensatie : Lijnen 021, 110, 200 De som zonder compensatie van de posities van elke geconsolideerde onderneming.

Lijnen 400, 410, 420 De som zonder compensatie van de op deze lijnen bedoelde vereisten die afzonderlijk werden berekend voor elke geconsolideerde onderneming.

Toelichting bij tabel 10.50 : kredietrisico Voor de berekening van de vereisten vastgelegd in artikel 6, 2°, b) van het reglement over het eigen vermogen van de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, wordt uitgegaan van de activiteit van de beheervennootschap van instellingen voor collectieve belegging die erin bestaat beheertaken voor instellingen voor collectieve belegging uit te oefenen als bedoeld in artikel 3, 9° van de wet, op grond van een lastgevingsovereenkomst of een aannemingsovereenkomst die is afgesloten met een instelling voor collectieve belegging, of die erin bestaat beleggingsdiensten te verrichten als bedoeld in artikel 3, 10° van de wet.

Lijnen 010 tot 050 Hier worden de bedragen vóór weging opgenomen.

Lijn 100 Deze lijn heeft betrekking op het totaal van de lijnen 010 tot 050 vóór weging, met uitsluiting van lijn 022.

Lijn 200 Hier wordt het resultaat vermeld van de vermenigvuldiging van het totaal van elke kolom (lijn 100) met de bijbehorende wegingsfactor.

Lijn 300 Deze lijn heeft betrekking op het totaal van lijn 200 vermenigvuldigd met 8 %.

Toelichting bij tabel 10.60 : Voor de berekening van de vereiste bedoeld in artikel 6, 2°, a) van het reglement over het eigen vermogen van de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging, moet de vennootschap een bedrag dat gebaseerd is op de waarde van de door haar als aangestelde vennootschap beheerde beleggingsportefeuilles toetsen aan een plafond van 10 miljoen euro.

Lijn 030 Op deze lijn moet het bedrag worden vermeld (namelijk de waarde van de portefeuilles die 250 miljoen euro overschrijden) op basis waarvan de aanvullende vereiste (0,02 %) wordt berekend.

Lijn 050 Op deze lijn moet de vereiste zonder de zekerheden worden ingevuld, namelijk de som van het minimumkapitaal en de aanvullende vereiste, waarbij het aldus verkregen bedrag niet meer dan 10 miljoen euro mag bedragen.

Lijn 070 Deze lijn heeft betrekking op de vereiste, rekening houdend met een eventuele garantie (zie artikel 9 van het reglement over het eigen vermogen van de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve belegging).

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^