Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 oktober 2008
gepubliceerd op 20 oktober 2008

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 117bis van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2008003427
pub.
20/10/2008
prom.
16/10/2008
ELI
eli/besluit/2008/10/16/2008003427/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 117bis van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat ter ondertekening aan Uwe Majesteit wordt voorgelegd strekt ertoe te voorzien in een systeem van het verlenen van een Staatswaarborg voor verbintenissen die zijn aangegaan door de financiële instellingen die in dit besluit worden bepaald. De bevoegdheid aan de Koning wordt verleend in artikel 117bis, 2° van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten.

Artikel 117bis, 2°, van de wet van 2 augustus 2002 voorziet meer bepaald in de wettelijke basis die de Koning machtigt om, door middel van een in Ministerraad overlegd besluit na advies van het Comité voor financiële stabiliteit, te voorzien in een systeem van het verlenen van een Staatswaarborg voor verbintenissen die zijn aangegaan door de door Hem bepaalde financiële instellingen, en zulks ter vrijwaring van het financiële stelsel in geval zich een plotse crisis voordoet op de financiële markten of in geval van een ernstige dreiging van een systemische crisis.

Gelet op de huidige turbulenties op de financiële markten en in het bijzonder de moeilijkheden die financiële instellingen ondervinden zich te herfinancieren, is het inderdaad noodzakelijk een tijdelijk garantieplan op te zetten om de herfinanciering van de kredietinstellingen of financiële holdings naar Belgisch recht op de interbankenmarkt en bij institutionele tegenpartijen te vergemakkelijken.

Overwegende dat het huidige besluit onontbeerlijk is ter vrijwaring van de stabiliteit van het Belgische financiële stelsel en dat iedere vertraging in de aanneming en bekendmaking van dit besluit afbreuk doet aan de doeltreffendheid ervan en aan het doel om het vertrouwen van de markten in de vooropgestelde maatregel te bestendigen, is het niet mogelijk een advies van de Raad van State te vragen, zelfs niet binnen de verkorte termijn.

Bespreking van de artikelen Artikel 1 Artikel 1 in ontwerp verleent machtiging aan de Minister van Financiën om een Staatswaarborg te verlenen aan de verbintenissen die voldoen aan de criteria en onder de voorwaarden die worden vastgesteld in dit besluit.

Artikel 2 Artikel 2 in ontwerp bepaalt dat de Staatswaarborg kan worden toegekend voor de verbintenissen van elke kredietinstelling of financiële holding die voldoen aan de criteria vastgelegd in artikel 3.

Voorts bepaalt artikel 2 in ontwerp dat enkel verbintenissen ten aanzien van kredietinstellingen en ten aanzien van professionele tegenpartijen onder de Staatsgarantie kunnen vallen, mits deze een looptijd hebben die verstrijkt ten laatste 31 oktober 2011. De Minister van Financiën is gemachtigd de categorieën van professionele instellingen nader te bepalen.

De Staatswaarborg kan slechts worden verleend aan verbintenissen die worden aangegaan of hernieuwd tussen 9 oktober 2008 en 31 oktober 2009.

Artikel 3 Artikel 3 in ontwerp voorziet dat de Staatswaarborg slechts kan worden verleend op voorwaarde dat de gewaarborgde entiteit alle nuttige maatregelen ter ondersteuning van zijn financiële situatie, zijn solvabiliteit en zijn liquiditeitspositie heeft genomen dan wel zich ertoe heeft verbonden om die maatregelen te nemen en op voorwaarde dat het belang van de Belgische economie en de bescherming van alle deposanten zulks rechtvaardigen.

Artikel 4 Artikel 4 in ontwerp verleent machtiging aan de Minister van Financiën om de nadere modaliteiten en voorwaarden te bepalen met betrekking tot de Staatswaarborg, waaronder de plafonnering en de voorwaarden betreffende de vergoeding ervan. De Minister van Financiën is tevens gemachtigd de modaliteiten te bepalen voor de naleving van de in artikel 3 bedoelde voorwaarden.

Voorts wordt bepaald dat slechts beroep kan worden gedaan op de Staatswaarborg als kan worden aangetoond dat de gewaarborgde entiteit in de onmogelijkheid verkeert om de verbintenissen waaraan de waarborg werd verleend op hun vervaldag na te komen of dat de tenuitvoerlegging van de waarborg vereist is om zijn continuïteit te kunnen garanderen.

Tenslotte bepaalt artikel 4 in ontwerp dat de Minister van Financiën de aan een gewaarborgde entiteit verleende waarborg te allen tijde kan opzeggen als de voorwaarden voor de toekenning ervan niet worden nageleefd. Zulke opzegging blijft evenwel zonder gevolg voor de waarborg voor de eerder aangegane verbintenissen.

Artikel 5 Artikel 5 in ontwerp voorziet dat het besluit uitwerking heeft met ingang van 9 oktober 2008. In het kader van de huidige turbulenties op de financiële markten en in het bijzonder de moeilijkheden voor financiële instellingen zich te herfinancieren, is het inderdaad noodzakelijk dat reeds vanaf 9 oktober 2008 een staatsgarantie kan worden verleend voor bepaalde verbintenissen aangegaan door de in dit besluit bedoelde instellingen.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS

16 OKTOBER 2008. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 117bis van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, artikel 117bis, 2°, ingevoegd bij de wet van 15 oktober 2008;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 oktober 2008;

Gelet op het advies van het Comité voor financiële stabiliteit, gegeven op 15 oktober 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 15 oktober 2008;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de extreem dringende noodzakelijkheid om de stabiliteit van het Belgische financiële stelsel te vrijwaren;

Gelet op de huidige turbulenties op de financiële markten;

Overwegende dat het huidige besluit onontbeerlijk is ter vrijwaring van de stabiliteit van het Belgische financiële stelsel; dat iedere vertraging in de aanneming en bekendmaking van dit besluit afbreuk doet aan de doeltreffendheid ervan en aan het doel om het vertrouwen van de markten in de vooropgestelde maatregel te bestendigen;

Overwegende dat het bijgevolg, rekening houdend met de dringendheid, niet mogelijk is om een advies van de Raad van State te vragen, zelfs niet binnen de verkorte termijn;

Op voordracht van Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De Minister van Financiën is gemachtigd om een Staatswaarborg te verlenen aan de verbintenissen die voldoen aan de criteria en onder de voorwaarden die worden vastgesteld in de volgende artikelen.

Art. 2.De Staat kan de verbintenissen van elke kredietinstelling en elke financiële holding en hun emissievehikels (hierna : "gewaarborgde entiteiten") die voldoen aan de criteria die worden vastgesteld in onderstaand artikel 3 waarborgen, op voorwaarde dat (i) het daarbij gaat om verbintenissen ten aanzien van andere kredietinstellingen of verbintenissen ten aanzien van professionele tegenpartijen die behoren tot de categorieën die de Minister van Financiën aanduidt, en (ii) de aldus gewaarborgde verbintenissen een looptijd hebben die verstrijkt ten laatste 31 oktober 2011.

Krachtens vorig lid kan de Staatswaarborg enkel worden verleend aan verbintenissen die worden aangegaan of hernieuwd tussen 9 oktober 2008 en 31 oktober 2009.

Art. 3.De Staatswaarborg kan enkel worden verleend op voorwaarde dat (i) de gewaarborgde entiteit alle nuttige maatregelen ter ondersteuning van zijn financiële situatie, zijn solvabiliteit en zijn liquiditeitspositie heeft genomen dan wel zich ertoe heeft verbonden om die maatregelen te nemen en (ii) het belang van de Belgische economie en de bescherming van alle deposanten zulks rechtvaardigen.

Art. 4.De Minister van Financiën bepaalt de andere modaliteiten en voorwaarden met betrekking tot de Staatswaarborg, met inbegrip van de plafonnering ervan, de voorwaarden met betrekking tot de vergoeding ervan, alsook alle overige modaliteiten die de naleving moeten garanderen van de in artikel 3 bedoelde voorwaarden.

Er kan slechts beroep worden gedaan op de garantie als wordt aangetoond dat (i) de gewaarborgde entiteit in de onmogelijkheid verkeert om de verbintenissen waaraan de waarborg werd verleend, op hun vervaldag na te komen of (ii) de tenuitvoerlegging van de waarborg vereist is om zijn continuïteit te kunnen garanderen.

De Minister van Financiën kan de verleende Staatswaarborg te allen tijde opzeggen, zonder vooropzegging of vergoeding, als de voorwaarden voor de toekenning ervan niet langer worden nageleefd, in welk geval de waarborg voor de eerder aangegane verbintenissen van kracht blijft.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 9 oktober 2008.

Gegeven te Brussel, 16 oktober 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^